MjHAJ f Topsporten commercie kunnen niet langer om elkaar heen i gptejjB na leclamebureaus moeten arrogantie laten varen SPONSORSAUSJE SMAAKT SOMS WEL, SOMS NIET IS-.' ZATERDAG 26 NOVEMBER 1983 'IÉ ialler Willy van de Kerkhof staat en directeurssalaris op de van de Philips Sport 'iging (PSV) te Eindhoven, maar s de sportieve voortekenen niet egen, straks, tijdens de Europese lioenschappen in Frankrijk, het je-shirt met daarop het Imerk van Sony moeten dragen, [enst zijn van het ene concern dus, tegelijkertijd reclame maken de grootste buitenlandse Trent van diezelfde goed iende broodheer één van de vele curieuze iistellingen en uitwassen van het ïeen sportsponsoring. De recente re Sony-KNVB-Philips diende (beslecht te worden door de Iter, wiens juridische afwegingen |ht zwaarder wogen dan zijn {naliteitsbesef. De betreffende achtbare heer wees de eisen van deze weinig slagvaardige jhovense bedrijf van de hand en rte op die wijze de weg vrij voor gelijk gerichte concern uit het land ie Rijzende Zon. Iwe in dit landje inmiddels •ouwd geraakt met allerlei vormen duikreclame in en rond de sport iclameborden worden bij tv- idingen tegen goed geld in alle inste stadions ter wereld franco sinds in 1981 de talige minister van CRM, CDA'er de Boer, ondanks een eerder hem als kamerlid ingediende en iovergestelde motie, het signaal op toenfli zette voor shirtreclame in het is is aide voetbal, lijkt ook het tind Mijke reclamewezen, de door het voor Reclame erkende serieus met deze gaan Waarmee mogelijk de die door allerlei min of uit puur eigenbelang handelende werd bevorderd, alsnog tot gebracht kan worden. Zowel de als de commercie zou ermee in defend zijn. iubl PSV'er Willy van de Kerkhof gaat straks in het Nederlands elftal reclame maken voor de grootste concurrent van zijn goed betalende broodheer... DEN HAAG Er zijn, afge zien van de zogenaamde soft- sponsoring reclameborden, enzovoort vele vormen van daadwerkelijke en directe sportsponsoring op te noemen. Bedrijven en instellingen kunnen individuele sportmen sen, nationale ploegen, vereni gingen of evenementen spon soren. Bijvoorbeeld door de steeds meer in zwang gera kende shirtreclame of door het koppelen van de eigen naam aan een evenement: ABN-tennistoernooi, Amstel Gold Race. Hoewel de uit komsten van dergelijke, vaak gigantische investeringen nog immer niet meetbaar zijn, gaan toch steeds meer gere nommeerde bedrijven over tot deze vorm van communicatie met het publiek. Als belang rijkste argument geldt daarbij de vergroting van de eigen naamsbekendheid. Wat houdt het begrip sportsponso ring eigenlijk in? Anderhalf jaar geleden stelden Lucas Goossens en Frank Pauli, studenten aan de in terfaculteit voor bedrijfskunde van de TH in Delft, in hun afstudeer rapport het zo: sportsponsoring is een overeenkomst, waarbij de ene partij (sponsor) geld en/of een op geld waardeerbare prestatie levert, waartegenover de andere partij (ge sponsorde) communicatiemiddelen en/of andere voor de sponsor ge wenste zakelijke tegenprestaties le vert, direct of indirect voortvloei ende uit zijn sportbeoefening. Uit datzelfde afstudeerrapport bleek, dat van de ondervraagde 146 bedrijven het besluit om tot sponso ring over te gaan, bij vijftig procent door de directie werd genomen. Bij dertig procent kwam het initiatief van de marketingafdeling, bij twaalf procent van de pr-afdeling. Een kwart van de genoemde 146 bedrijven besteedt tien tot twintig procent van het totale reclamebud get aan sportsponsoring. Vloeide er in 1982 al zo'n slordige 110 miljoen gulden van sponsors naar de sport, dit jaar zal dat be drag zeker veertig miljoen meer bedragen. Men gaat dus steeds na drukkelijker rekening houden met de zeven en een half miljoen Ne derlanders, die zich wekelijks ac tief en/of passief voor sport inte resseren. Een ontwikkeling, die ook het medium televisie door maakt. Werden er in ons land in 1979 rond 250 uren sport uitgezon den, in 1982 was dat aantal uren al opgelopen tot 410. En juist dit ele ment dwingt het bedrijfsleven, de reclamemakers dus, tot grote atten tie. Dit jaar vloeit er dus zo'n 150 mil joen gulden van het bedrijfsleven naar de sport. Dat mag op zich een aanzienlijk bedrag lijken, in relatie tot het totale communicatiebudget van het vaderlandse bedrijfsleven, omtrent vier en een half miljard, is het iets meer dan drie procent. Een nog uiterst gering percentage, dat in de toekomst ongetwijfeld zeer snel zal gaan stijgen, want hoewel de meetbaarheid van het effect van sportsponsoring nog altijd een vrij onmogelijke zaak is, zijn er toch voorbeelden te over, die het gelijk en ook het ongelijk van de sponsor kunnen aantonen. Neem bijvoorbeeld het sigaretten merk Marlboro, dat een aantal ja ren geleden buiten Amerika nog volstrekt onbekend was. Door ja renlang vele tientallen miljoenen dollars in de autoracerij te pompen, is het momenteel de meest gerook te sigaret ter wereld. Dat vergelijk bare sponsoractiviteiten op den duur ook averechts kunnen wer ken, blijkt uit diezelfde branche. John Player was in de racewereld een beroemd voorganger van Marl boro. De John Player Special, de aristocratisch goud-zwart gekleur de bolide, groeide uit tot een mon diaal begrip, Maar de naamsverwe- venheid met de autoracerij was uit eindelijk zó groot, dat steeds min der pensen gingen beseffen dat het hier eigenlijk om een sigaretten merk ging Toch zei publiciteitsdirecteur David Way van John Player destijds: „Sponsoring levert een onderne ming voornamelijk goodwill op, maar het eerste jaar krijg je er nau welijks iets voor terug. Sommige ondernemers houden er dan on middellijk mee op. Sponsoring werkt echter pas op de lange ter mijn. Waarbij de keuze welke tak van sport men wil gaan sponsoren, een uiterst belangrijke is. In Enge land bijvoorbeeld is tennis prima, maar wielrennen niet". Zijn laatste stelling werd echter vrijwel ogenblikkelijk gelogenstraft door een ander groot Engels be drijf, dat van Tube Investments Raleigh. In The Financial Times (augustus 1978) werd de conclusie getrokken, dat de wielerprestaties van Hennie Kuiper en Gerrie Kne- temann van het grootste belang waren voor het in stand houden van de werkgelegenheid voor de achtduizend Raleigh-werknemers in Nottingham. In de periode vóór 1974 kende het bedrijf een omzet daling van 15 miljoen naar 6,5 mil joen fietsen per jaar. En om die de sastreuze teruggang af te stoppen, besloot de directie een sterke wie lerploeg naar het Europese vaste land te sturen. Dat werd de later inderdaad zeer succesvolle formatie van Peter Post. Een miljoenenin vestering die, met als voornaamste reclamedoel de Tour de France, tot mogelijk herstel van de werkgele genheid zou moeten leiden. Na het winnen van het ploegenklassement bleek de Europese omzet met maar liefst dertig procent te zijn gestegen en veroverde Raleigh (in 1978) dus maar liefst tien procent van de we- reldfietsenverkoop. Van elke drie fietsen werden er na die triomf in Parijs, twee naar het buitenland ge ëxporteerd. Daarbij bleèk het effect van de gesponsorde Post-ploeg op ongeveer 80 miljoen gulden uit te komen. Toch doet men ook bij Ra leigh volgend jaar bewust een forse stap terug, bevreesd als men is het eerder genoemde John-Playe- reffect voor oververzadiging. Als co-sponsor blijft men Peter- Post nog wel een seizoen trouw, maar de afbouw is nadrukkelijk in gezet. Het doel is bereikt, het voortbestaan van het bedrijf voor lopig gegarandeerd. Foto boven: Wielerprestaties van de Post- ploeg met kop man Jan Raas waren van het allergrootste belang voor de werkgelegen heid van zo'n achtduizend Ra leigh- werknemers Foto links: Star- lift-eigenaar Dè Stoop kreeg bij de rechter de kous op de kop. Het niet noe men van spon sornamen in kranten kan niet als een onrecht- IgSSSsSi matige daad worden be schouwd Bleek in dit laatste geval de keuze dus bijzonder goed, in eigen land maakte de Hema in 1980 een dure beoordelingsfout, toen men als soft- sponsor met het Nederlands elftal, dat aan de Europese kampioen schappen in Italië deelnam, in zee ging. De heer Van der Hoeven van de afdeling marketing stelde in die periode: „Eigenlijk past deze vorm van communicatie voeren niet in ons verkoopbeleid. Al onze acties zijn gericht 'op direct meetbare om- zetverhogingen. Elke actie is bo vendien artikel-gebonden, waarbij het aspect kwaliteit-prijs de kern factor is. Dus hebben we uiteinde lijk een actie opgezet, die zoveel mogelijk aan onze doelen beant woordt. Stickers met daarop foto's van de internationals bij aankoop van tevoren vastgestelde artikelen. Daarnaast kan de klant tegen ge ringe betaling een album kopen, waarin die stickers verzameld kun nen worden. Die koppeling van stickers aan bepaalde artikelen kan een stimulans tot aankoop zijn". Het Nederlands elftal faalde, zoals bekend, in Italië, de Hema zal zich in de toekomst wel drie keer be denken alvorens andermaal tot een dergelijke reclamevorm over te gaan. Niet verliezen Bierbrouwerij Heineken is wellicht het enige Nederlandse concern, dat zich al vele tientallen jaren van de sport als overbrenger van een re clameboodschap bedient. Afgezien van de destijds bij de overname van Amstel mee-gefusioneerde amateurwielerploeg, die onder an deren toprenners als Zoetemelk en Knetemann voortbracht, heeft de directie het altijd bij zogenaamde evenements-sponsoring gelaten. Men wil duidelijk geen tegenstan der hebben, omdat er dan ook nooit verloren kan worden. Naast de jaarlijkse wielerklassieker, de Am stel Gold Race, heeft men bijvoor beeld in 1979 het wereldkampioen schap wielrennen georganiseerd. Een evenement, dat de brouwerij 3,2 miljoen kostte, zij het dat er co-sponsors Ola ijs en de SRV mochten worden aange trokken, zodat het bedrag tenslotte iets lager kwam te liggen. Heine ken beperkte zich echter niet al leen tot het rechtstreekse evene ment, maar koppelde daar onder meer het drukken van tien miljoen speciale bierviltjes, het maken van veertigduizend wielerpetjes en vij fentwintigduizend T-shirts met merknaam aan vast. Ook de banken zijn meer geïnte resseerd in deze vorm van vrij on gevaarlijke sportsponsoring (ANB-. tennistoernooi in Rotterdam), ter wijl merkwaardig genoeg verwante verzekeringsbedrijven het juist wel weer in teamsporten zoeken. En dat kan met name in de journalis tiek soms tot leuke, maar voor de sponsor negatief werkende krante koppen leiden. Om er maar eentje te noemen: „Delta Lloyd verdient zijn winst niet". Verdeeldheid media Waarmee we tenslotte op een an der, zeker zo belangrijk nevenver schijnsel van de sportsponsoring zijn gekomen. Wat doen de media, radio, kranten en televisie er mee. Noemt men de sponsornamen wèl of houdt men zich aan de oorspron kelijke clubnamen en, zo dat niet mogelijk is. spreekt en schrijft men dan over bijvoorbeeld de Raleigh- ploeg of over de Post-ploeg? Hoewel men in de loop der jaren meermalen getracht heeft deze za ken te reglementeren (NSF en Ne derlandse Vereniging van Sport- sponsors), blijkt ook in de media de wildgroei vrij groot. Er zijn bijvoor beeld kranten en omroepen (De Telegraaf en de TROS), die over vrijwel elk sportverhaal het com merciële sponsorsausje gieten, ter wijl weer andere media (bijvoor beeld Trouw en De Volkskrant) sponsornamen principieel proberen te weren. Dat leidde in april 1980 al tot een kort geding tussen volley balsponsor Starlift (Dé Stoop) en Trouw. Stoop vroeg de rechter het bewuste dagblad te verplichten tot het noemen van sponsornamen over te gaan en eistéXij niet-nako- ming een dwangsom van 10.000,- per overtreding. Mr. B. J. Asscher, de toenmalige vice-president van de Amsterdamse rechtbank, con cludeerde echter dat het niet noe men van sponsornamen niet als een onrechtmatige daad kon wor den beschouwd en stelde dus het Dagblad Trouw in het gelijk. Afge zien van die uitspraak werd daar mee toen al aangetoond, dat de commercie via het fenomeen sport sponsoring wel degelijk invloed op de sport en de sportjournalistiek zou kunnen gaan uitoefenen. Een uiterst gevaarlijk verschijnsel, dat in het voetbalseizoen '82-'83 nog eens tot uiting kwam toen bleek dat Sony tegenover het voeren van shirtreclame door AZ'67 min of meer eiste, dat de Alkmaarse eredi- visieploeg in de competitie bij de eerste zes zou eindigen en dat die voetbalprestaties garant moesten staan voor een tevoren vastgesteld aantal redactionele regels in de kranten en tv-minuten. Absurde en later uiteraard bijgestelde eisen, waar geen sportvereniging aan kan voldoen. Afhankelijkheid Concluderend kan niettemin ge steld worden, dat anno 1983 top sport en commercie helaas niet lan ger om elkaar heen kunnen. De geldstroom overheid-sport wordt steeds dunner en als er straks nog slechts druppeltjes zullen overblij ven, dan is de sport vrijwel volle dig afhankelijk geworden van het bedrijfsleven. Een ontwikkeling, die snel en goed gereglementeerd zal dienen te worden, anders blijft het niet bij onsmakelijke uitwassen als bijvoorbeeld het recente ECC- tennistoernooi in Antwerpen, waar John McEnroe voor drie of vier lachwekkende tennisexhibities het fenomenale bedrag van 900.000,- toucheerde. Dergelijke misstanden maken de sport nog ongeloofwaar diger dan ze soms al is en zullen ongetwijfeld ook een zeer nadelige invloed gaan uitoefenen op het doel, dat het bedrijfsleven met de sportsponsoring beoogt: het maken van daadwerkelijke en effect-sorte rende reclame. KEES JAGERS r van der Mee, managing di van het reclame-adviesbu- y Prad, dat onder meer bedrij- als ABN, Philips, Mercedes, slbureau, V en D en Tarvo tot klantenkring mag rekenen,. veertien dagen geleden tij een congres van het Genoot- voor Reclame zijn vinger bet nfechuwend ten hemel geheven, erweet zijn collega's arrogant iallerlei vormen van nieuwe t er ©reclame voorbij te zijn gaan ook belde daarbij zeker ook op het a, zefhijnsel van de sportsponso- ?er b| inclusief de shirtreclame, iw pi :en eiie sportsponsoring, in welke well dan ook, als een soort over ig ent van uitgaven van de over- sr nanaar het bedrijfsleven. Zo heb zo ©uwens ook de reclame bij het terkcbaar vervoer, in treinen, bus- *ran©n trams, altijd gezien. De te- ecenfn konden niet langer door de beid gedekt worden en dus 'ER iten er andere bronnen aange- i worden. Zo vergat men nu >ort. Tot nu toe hebben wij als ane-adviesbureaus ons tè wei nig met dit soort zaken bemoeid. Om de doodeenvoudige reden, dat de uitkomst van dergelijke recla- mevormen moeilijk voorspelbaar is. Als wij onze klanten bijvoor beeld een bepaalde advertentie campagne of een serie Ster-spots adviseren, kunnen we tevoren wel met een zekere nauwkeurigheid de respons meten. De sport kent ech ter tè veel nevenfactoren, die dat onmogelijk maken. Vandaar dat niet wij, maar allerlei zaakjes uit de periferie van het reclamevak, zich tot nu toe met deze zaken hebben beziggehouden. Met alle conse quenties van dien. Er zullen door de erkende reclamemakers goede afwegingen gemaakt dienen te worden, want met het voeren van bijvoorbeeld shirtreclame alleen is het betreffende bedrijf er niet. Er zal een verlengstuk aan te pas die nen te komen, een communicatie mix. Als een bedrijf een x-bedrag voor reclame-uitingen ter beschik king heeft, zal daarbinnen een ver deling gemaakt moeten worden, zullen de doelen geformuleerd moeten worden en zal de proposi tie-bekendheid DE verkoopt geen koffie, maar lekkere, gezellig heid scheppende koffie moeten worden beoordeeld. Andere ver lengstukken kunnen een sponsor magazine, winkelacties zijn. Met als onderdeel bijvoorbeeld de shirtre clame, zal er een totaalpakket voor het bedrijf dienen te worden sa mengesteld. Dat maakt de zaak overzichtelijker en ook meetbaar der. Toch blijft de attentiewaarde van shirtreclame zeer beperkt. Het publiek gaat niet naar een voetbal wedstrijd om shirtjes op hun recla- mewaarde te testen, maar komt om een leuke wedstrijd te zien. Dus zul je meer dan alleen maar dat moe ten doen. Een oud voorbeeld is 4711, dat een eigen racingteam op Zandvoort had. Maar die auto's en hun bemanningen stonden wel op zaterdag in V en D. Op die manier doe je er wat mee. Breng je het dichter bij het publiek en verhoog je automatisch de attentiewaarde. .Wij, reclamebureaus, zijn in feite hoofdaannemers, wij doen in op dracht van het bedrijfsleven aan overdracht van een boodschap en zullen dientengevolge alle moge lijkheden, dus zeker ook de sport sponsoring, daartoe moeten over wegen en adviseren. Maar het zal onder het kabinet-Lubbeis niet al leen bij de sport alleen blijven. De bezuinigingen over alle linies zul len op meer fronten voor proble men gaan zorgen. Het is voor mij helemaal niet zo ondenkbaar, dat een bij gebrek aan overheidssteun ten dode opgeschreven peuterspeel zaal straks bijvoorbeeld de Olvarit- speelzaal zal gaan heten Met an dere woorden, de overdracht van geldelijke steun voor de overheid aan het bedrijfsleven zal nog veel grotere vormen aan gaan nemen. En opthe ontwikkelingen zullen de erkende reclamebureaus moéten kunnen inspelen. Ons probleent daarbij is, dat de cliënt tevoren wil weten wat de uitkomst van bepaal de reclame-activiteiten is. Als je naar de advocaat stapt en je ver liest vervolgens die zaak, dan vind je> zo'n man plotseling minder aar dig, minder vakbekwaam. Ik vind dat de reclamebureaus zich dat te laat gerealiseerd hebben. In de ja ren zeventig kende de markt een geweldige expansie. Omzetten en winsten stegen, nieuwe communi catievormen waren niet of nauwe lijks noodzakelijk. Na die periode hebben de bedrijven een ander soortig management gekregen: agressiever, zakelijker en gelukkig ook best bereid om risico's te ne men. Ondernemers, die communi catieprogramma's als een investe ring op langere termijn durven te zien, maar die wel degelijk onder zocht willen hebben wat daarvan de opbrengst is. Wat de sportspon soring betreft zijn wij specialisten in het onmeetbare, dus zullen we met z'n allen moeten trachten die zaken wèl meetbaar te maken. Ge dragswetenschappers zullen ons daarbij moeten helpen. Want zo min je je bij tv-reclame tot bepaal de doelgroepen kunt richten, zo min kun je dat door middel van sportsponsoring. En ook met de re- clame-tv is het een zaak van over dracht van deoverheid geweest. Wij, reclamemensen, hebben er nooit om gevraagd, het is ons door de overheid aangeboden". „Over de voordelen van sportspon soring is nog weinig concreets be kend, over de nadelen wel. Adver teer je in een krant, dan ken je te voren de oplage, de leesdichtheid, de attentiewaarde van dat medium. Maar je kunt nooit het toeschou wersaantal van bepaalde voetbal wedstrijden tevoren meten, je weet ook nooit van tevoren of er niet een door jou gesponsorde speler is, die de scheidsrechter een schop verkoopt en last but not least, als je eenmaal met shirtreclame begon nen bent, kun je er moeilijk meer van af. Stel dat Groningen degra deert en AGO daardoor stopt met de sponsoring. Dat bedrijf kan het in de drie noordelijke provincies dan wel schudden. Zowel club als boodschapoverbrenger kunnen zich volstrekt afhankelijk van elkaar maken. Dat is een uiterst gevaarlijk uitgangspunt. Tarvo is tot nu toe onze enige klant, die zich welover wogen aan een dergelijke vorm van sportsponsoring waagt. Het be drijf mag als enige roepen, dat er gezond brood gebakken wordt en dus is het leggen van een link naar die typisch Nederlandse, oergezon de sport als het schaatsenrijden, niet zo vreemd. Maar, zoals gezegd, dat is een uitzondering. In dit land je vol regels en wetten zal ook deze materie ter bescherming van alle partijen goed gereglementeerd moeten worden, waarbij ik veron derstel, dat ook de door de sponsors te betalen bedragen variabel moe ten kunnen zijn. Bijvoorbeeld van vijf ton tot een miljoen per seizoen en dan afhankelijk van een aantal meetbare punten. Prestatie en vooral publieke belangstelling staan daarbij natuurlijk voorop. Je zou een soort zelfde tariefsbasis moeten construeren als waarop Jo- han Cruijff bij Feyenoord voetbalt. Kortom, er is voor ons reclamema kers nog veel te onderzoeken en te doen, maar we mogen voor de sportsponsoring niet langer arro- fant onze schouders ophalen. Sport an een heel serieus medium wor den".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 17