naie een „gewone mevrouw" op de buis Het warenhuis lVERSUM Zonder land- -loten onder de achttien jaar r»ör ®e^êen van elke leeftijd nSlle te tellen, kijken er elke landagmiddag tussen vier ?050olyijf onSeveer één miljoen _j|erlanders naar haar. Al- IS Statins, zo willen de helaas in 77.iversum alles bepalende en o-239èds meer tot hapklare i3 (Akken leidende kijkcijfers t 'kJ. Tineke Vos (42) kan zich 0713 die alom gehanteerde cri- rZTTia mateloos ergeren. fant", zo stelt ze onomwon- 070>- a. „hebben jongeren onder bj. 7-1 leeftijdsgrens en de in gro- jz. mo| getale over de grens mee- Q70fende Belgen dan geen en- ëTïflrt recht van spreken? Zijn onbenullen, die niet mee- en?" Ze heeft volstrekt ge- Haar programma, een ising tussen een vrouwen- d en een familie-magazine, overigens door louter toe tot stand kwam, heeft zich ^^langzamerhand ontwikkeld ^een wat ongewoon stukje n het doorgaans zo razend- 67.jlle en opgefokte Veronica- ~671 jicht. Een recht-voor-z'n ieselip- (live bovendien), een- Tptuin-en-keuken- Beronsje, dat varieert van '79fedaagse typisch Nederland- Tf kneuterigheid tot het op ipele maar daarom niet °.7°nder indringende wijze op- iVekhikken van belangstelling pr kunst, het stapelgek zijn irQPgj Suzanne en het klip-en- h kar ontwarren van maat- (g'o/iappelijke knopen door iddel van de te hulp geroe- p»n Stichting Ombudsman. Lu /Iprtom, een uurtje alledaagse imentrstrooiing waarin de ge- imbflh^te en nuttige tip zeker niet jfleJtbreekt. Gezelligheid dus. ji835lieke dus. t ze in de Hilversumse Hof van fland, ons trefpunt, binnenstuift, e er gelijk helemaal. Ze mag dan gevende lijve nog kleiner ogen 4 op de buis, haar aanstekelijke n overstemt ogenblikkelijk de -r—Hchaafd door kopjes koffie en Mt ®jp roerende lepeltjes. Ook toeval- 2374f Passanten als voetbalman Hans aay en de niet zo ver van z'n j^lshow verdwaalde KRO-presen- >r Han van der Meer kunnen 2522't om haar heen. Tineke Vos is jgf ïrukkelijk, maar allesbehalve iderlijk, aanwezig. 8,8 Rob Out, Lex Harding en Hans Tcehfos behoort ze tot de rasechte ^^Vonica-veteranen. Drieëntwintig y^r geleden, amper 19 jaar jong i, kwam ze op het inmiddels bij- jtot schroot verworden schip van fit Sfl'veelbesproken gebroeders Jaap, 0Q ik en Buil Verwey terecht. had een beetje radio-ervaring -gedaan bij de AVRO. Als pad- D6Z0ldster in net programma „Hoort ,rhuu|t bet voort". Mijn vader werkte. 1933 n bij de NRU, vandaar. Via de 'tversumse Zeedijk maakte ik als ..ijee mijn debuut bij Veronica. paKKl werkten illegaal. Zoiets, dat Jkeme in feite, schept een band het leven. Ik ben niet senti- kontfHteel, maar als ik nu dat schip Ugzie, echt waar, dan kan ik nog I brok in mijn keel krijgen. In |5 zijn we dus een legale omroep londjrorden. Tussentijds heb ik nog Schlfn met Henk Suër en Ageeth 1722lierphuis iets voor de NOS op tv laan terwijl ik ook op Hilver- n 3 aanwezig was", verklaart ze .telegramstijl haar conduitestaat. ".Veroordelen .30 itsen dat „toen" en het heden- diacégse „nu" zit een vrij geruisloze jjfiode, althans waar het de publi cly it betreft. Ze volgde namens Hr. onica een NOS-opleiding voor ANSfegisseur, maakte daarna televi- it «Nfdocumentaires over onder meer h»ar dermishandeling en het paard Nederland, maar timmerde in i nwlecte zin allerminst aan de weg. 7itmte NOS-opleiding was fantas- 93. -h al zaten er een hoop maars Job Pannekoek, Fieke Landré :oekliAb Brevoort waren mijn leer- I vrljuesters. En goeie. Maar ik heb ze 817fl moeten overtuigen van mijn simnjen jk De NOS-mensen hadden i vooroordeel. Deejees waren 'mme krachten. Misschien is dat de juiste uitdaging voor mij ge- kD P sSïür 'weest. Van begin tot einde heb ik gedacht: ik zal ze laten zien wat ik kan. Laatst las ik in een interview met Aad van den Heuvel, dat hij ervan overtuigd is eigenlijk alles te kunnen. Datzelfde gevoel bekruipt ook mij steeds meer. Natuurlijk, ik ken mijn eigen beperkingen. Ik heb een grenzeloze bewondering voor Sonja en Aad, maar ik weet zeker dat ik dingen kan doen, die zij niet kunnen. En omgekeerd is dat ook het geval". „Het belangrijkste bij het medium televisie is, dat je onder alle om standigheden jezelf probeert te blij ven. Dat lukt niet altijd, maar ik heb sterk de indruk dat ik dat steeds meer onder de knie begin te krijgen. Ik weet het, ik kom, als ik bijvoorbeeld in mijn eigen tv-pro- gramma met een vertegenwoordi ger van de Ombudsman over socia le of maatschappelijke problemen ga praten, vaak wat chaotisch en dom over. Maar dat laatste is ge speeld. Om mensen iets duidelijk te maken in het ingewikkelde sys teem van onze voorzieningen en bepalingen moet je in de huid van die mensen kruipen. Dus je als een soort nietsweter opstellen. Dan leg gen de deskundigen het tenminste op een simpele en voor praktisch iedereen verstaanbare manier uit. En daar gaat het tenslotte om". Tineke Vos is wat het live-pro gramma van de maandagmiddag betreft nu al voor het tweede sei zoen voortdurend in tweespraak met regisseur Bert van der Veer over de juiste camerapositie, die ze moet innemen. Ze wandelt en stiert in een als een gezellige lunchroom ogend decor alsof ze zich in haar eigen huiskamer in Eembrugge be vindt. Poezen, honden en steeds wisselende kunstwerken aan de muur vormen haar voornaamste steunpunten. Iedereen, óf lijfelijk in de studio aanwezig óf thuis aan de buis, voelt zich bij haar op visite. Ze presenteert pretentieloos en komt juist daarom wellicht indrin gender over dan ze zelf beseft. En toch, het is allemaal toevallig be gonnen. „Toen de omroepen vorig seizoen plotseling een uur middag-tv kre gen aangeboden en er voor Veroni ca de maandagmiddag uitkwam, had ik daar onmiddellijk mijn ei gen ideeën over. De meeste omroe pen vulden dat uurtje met herha lingen. Wij zaten op de meest on mogelijke middag, de maandag, op het meest onmogelijke uur. Ik zag het echter in die herhalingen niet zitten en wilde ondanks budgettai re moeilijkheden iets eigens gaan brengen. Een soort vrouwenpro gramma. Nee, beter gezegd, een fa milieprogramma. Zelf wilde ik dat gaan regisseren. Vanuit een soort weekbladformule dus. Bij Veronica geloofde men in dat ideetje. Ilona Visser zou het moeten gaan presen teren. Maar ze wilde niet. „Doe 't zelf" zei Rob Out en ofschoon ik in feite niet meer voor de camera's wilde, heb ik het toch gedaan. Met alle prettige gevolgen van dien". „Weet je, je komt soms voor de grootste verrassingen te staan. Neem Jopie Huisman, de Friese kunstschilder met zijn nogal afwij kende levensstijl. Die schitterende man, met Rembrandt en Breitner voor mij persoonlijk de belangrijk ste schilder, zit in mijn programma. Ik laat wat van zijn fantastische werk zien en vertel daarbij dat dit met uitzondering van de zaterdag in een Haarlemse galerie te bewon deren valt. En plotseling is de be langstelling voor Jopies werk zo overstelpend, dat de bewuste gale riehouder me radeloos opbelt met de mededeling, dat er dagelijks rij en mensen voor zijn deur staan en hij dus maar besloten heeft voorlo pig ook op zaterdag open te zijn. Of ik dat de mensen maar even vertel len wil". Vakidiote „Dat zijn ook voor mij onverwachte gebeurtenissen. Ontwikkelingen, die je plotseling doen gaan beseffen hoever je invloed op sommige ter reinen gaat. Dat zijn leuke ervarin gen, maar je moet er voorzichtig mee omspringen. Zoiets moet spon taan ontstaan, zoiets mag je als pro grammamaker niet proberen te programmeren. Want dan kan het een gevaarlijk wapen worden. Dan kan het effect naar de verkeerde kant doorslaan. Maar nogmaals, als je gewoon jezelf blijft, kan dat, al thans wat mij betreft, niet gebeu- Tineke Vos, een bezige bij met nog thuiswonende kinderen „Mijn privéleven scherm ik zodanig af, dat ik nooit een slachtoffer van de welbekende bladen zal worden" en een gezonde vakidiote boven dien. „Ja, dat mag je wel zeggen. Alles wat ik doe, heeft direct of indirect met mijn werk te maken. Radio luisteren, tv kijken, naar theater- premières gaan, lezen, me met alle vormen van muziek maken bezig houden en mijn kinderen op de po sitieve dingen van het vaak zo sombere ondermaanse wijzen. Noem me alsjeblieft geen nieuwe positivo, maar ik weiger me beslist aan doemdenken over te geven. Als tv-regisseur heb ik de hele we reld afgereisd, een echt zwerfkatje dus, heerlijk man". „Toen ik achttien was, bestond voor mij slechts de Tuny Tunes, nu heb ik een heel wat breder interes- sevlak. Ik slurp alles op. Van zeven uur 's ochtends tot 's avonds laat ben ik bezig. Daarbij vergeet je je leeftijd volledig. Je voelt je, zoals je bent. Ik geef ontzettend veel van mezelf, maar zal me bijvoorbeeld nooit aansluiten bij die gezapige op leeftijd gerakende uitblussers. Ik voel me ontzettend aangetrokken tot mensen en daarbij kom ik steeds weer tot de ontdekking, dat oude mensen zeer jong kunnen zijn, maar dat een dergelijke wis selwerking ook omgekeerd helaas maar al te vaak voorkomt. Kijk, de laatste jaren worden de vooruit zichten voor iedereen, maar in het bijzonder voor de jeugd, steeds somberder. Voèg daarbij de steeds groter wordende informatiestroom en de doemdenkers zijn al bij voor baat geboren. Natuurlijk, er zijn in de laatste jaren voor veel mensen een hoop zekerheden weggevallen. Het instituut, huwelijk, het geloof. Veel mensen, die daarop hun be staan bouwden, geraken plotseling stuurloos. Het is onmiskenbaar de taak van de media allerlei sombere ontwikkelingen te laten zien, maar persoonlijk vind ik dat diezelfde media daar ook wel eens wat posi tieve ontwikkelingen tegenover zouden kunnen stellen. En dat ge beurt te weinig". „Zelf probeer ik daar zowel in mijn werk als thuis het nodige aan te doen. Ik wijs mijn kinderen wel degelijk met hun neus op de feiten, maar daarnaast weerhoud ik ze op een positieve manier van dat doemdenken. Op speelse wijze heb ik ze er toe kunnen krijgen altijd met iets bezig te zijn. En dat iets behoeft niet altijd op geld verdie nen gericht te zijn. Er zijn andere, waardevollere dingen in het leven. Je hoeft niet op je gat te blijven zit ten, je kunt tal van plezierige en nuttige dingen doen. Muziekma- ken, lezen, naar de natuur kijken. Proberen zoveel mogelijk jezelf te zijn, want op het moment dat je omgeving gaat bepalen hoe je moet leven, ben je verkeerd bezig. Neem bijvoorbeeld de muziek in mijn programma. Geen platenmaat schappij heeft daar ook maar enige invloed op. Ik zoek goeie dingen, ga niet alleen op de hitlijsten af. En het mag best klassiek zijn. Als het^ maar niet zo zwaar is als die recen te Wagner-vertoning op de televi sie. Daar kijken geen 40.000 men sen naar en hoewel ik elke minder heid zijn hobby gun, vind ik dat je met dergelijke programma's niets wezenlijks doet aan de culturele ontwikkeling van de kijker. Je ver went er slechts een klein brokje van de elite mee". „Kunst, en zo is het met veel za ken, wordt vaak moeilijk gemaakt voor de doorsnee mens. En dus be gint die mens er niet aan. Neem dat Rondo Rosso van Berdien Stern berg. Een regelrechte popularise ring van een uitgesproken klassiek stuk. Het grote publiek vindt het mooi. Datzelfde publiek hoort op een goede dag de klassieke versie van die composite en denkt „Hee, dat herken ik". Bergrijp je? Waar mee je in feite de zaak omdraait, maar er wel degelijk iets mee kunt bereiken. Volgens mij dien je daar de kunst meer mee, dan met dat elitaire gedoe van al die recensen ten. Dat blijkt ook uit de vele leuke brieven, die ik naar aanleiding van mijn programma ontvang. Natuur lijk, er zitten wel een paar narre- koppen tussen, maar over het alge meen kan men zich wel vinden in mijn manier van programma-ma ken. Ik ben en blijf een gewone mevrouw op de buis. Dezelfde chaoot, die ik in het normale leven ben. Waarbij ik slechts één vijand ken. De tijd. Maar die houdt me jong. Of niet soms?" KEES JAGERS ZATERDAG 26 NOVEMBER 1983 WASHINGTON Toen ik nog in Nederland woonde en creatief was, vloeide eens een vers uit mijn pen dat als volgt begon: Ik weet hier in de binnenstad een heel pikant gebouw te staan. Al zie je de bekoring er van de buitenkant niet aan. Daarvoor moet je naar binnen stappen, dat doen er trouwens veel. Het is niet om nou te ginnegappen maar het is er sensueel. Je vindt er alles wat 'n mens begeert het grijpt je naar de keel, niet in de laatste plaats door toedoen van het charmante personeel Ik ben zo onrustig als ik wandel door het waren huis met al keurige verkoopsters om me heen bij elke toonbank, elke kassa. Tjonge, tjonge, wat een massa Ik versmaad van al die meiden er niet een. Ik zou ze stuk voor stuk voor stuk willen bemin nen al mag dat nog zo zeer in strijd zijn met de ethica, ik weet gewoon niet waar ik beginnen moet bij de boeken, bij het linnengoed, bij die mooie schilderstukken van cosmetica, bij die blonde van de jassen, bij die zwarte van de tassen wat een keuze, ik vind het reuze, in het warenhuis. Het rijm is nog veel langer en er gebeuren heel spannende dingen in. Ik moest er aan denken toen ik hier in Amerika iemand ontmoette die op soortgelijke wijze wordt betoverd door de warme wereld der waren huizen. Alleen hij. Martin Gallatin in New York, richt zich niet zozeer op het personeelsbestand alswel op de clientèle. Het begon als een door persoonlijke omstandigheden opgewekte be langstelling, maar nu verdient hij een dikke boterham aan het roman tisch potentieel dat schuilgaat in het duizendenpubliek dat dagelijks de merendeels huiselijke, zo niet intieme produkten bekijkt en betast in het moderne grootwinkelbedrijf. Martin was jarenlang wanhopig vrijgezel geweest toen hij bij Macy's (dat is ongeveer de V en D van Manhattan) zijn huidige echtgenote ontmoette, die spontaan had ingegrepen toen hij gifgroene sokken wil de aanschaffen bij een kanariegele pantalon. De gelukkige Newyorker ging nadien beseffen dat de succesvolle ontmoeting geen toeval was ge weest. Voor wie contact zoekt met leden van het andere geslacht is het warenhuis efficiënter dan welk huwelijksbureau ook. Het overstelpende assortiment verleidelijke artikelen maakt bezoekers vaak verward en onzeker, hetgeen ideaal is voor het leggen van „spon taan" contact in de hulpverlenende of -behoevende sfeer, te meer nu de conjunctuur zo vriendelijk is geweest verregaande personeelsbezui- nigingen in de warenhuissector af te dwingen zodat onderlinge klan tenconsultatie niets verdachts meer hoeft te hebben. Gunstige randvoorwaarden zijn bovendien onder meer het zachte mu ziekje dat doorgaans in het gehele pand ten gehore wordt gebracht en de altijd onder handbereik zijnde koffiecorners met appelgebak voor het geval de eerste kennismaking een tot nog niets verplichtend ver volg mogelijk maakt. Martin Gallatin leidt nu een bloeiende cursus voor vrijgezellen, onder het motto: „Er lopen er veel, bij Bloomingdale". Bloomingdale's is zo'n beetje de Bijenkorf van New York. De cursus bestaat uit twee lessen, die samen niet meer dan 25 dollar (zeventig gulden) kosten. De eerste les is theorie. Dan legt Martin een aantal grondregels uit. Bijvoorbeeld welke afdelingen meer kans van slagen hebben dan andere en dat zowel de kennis als de volslagen on kunde van de cursist op een bepaald terrein een belangrijke troef kan zijn. Als pak-weg een vrouwelijke vrijgezelle onbenul op het gebied van elektronica en stereo in lichtelijk onthutste toestand tussen het elektro nisch geweld op de hifi-afdeling verloren dreigt te lopen, dan is haar kans aanzienlijk op een indringend en toch prettig soort ontmoeting met een serieuze dienstvaardige heer, ofwel een potentiële, levenslan ge, handige hulp in haar huishouding. Aangaande de kwestie van de zenuwslopende openingszin die beslis send kan zijn voor je verdere leven en geluk, onderwijst Martin dat „Wat vindt u van deze stropdas?", bewezen heeft een uitermate doel treffende ouverture te zijn die bij dames onbewust geholpen door dè diepte-psychologische sexuele symboliek van de stropdas de mooiste gevoelens van ontferming kan loswoelen jegens de hulpeloze man. De tweede les is praktijk. Dan gaat Martin samen met zijn klas naar Bloomingdale's aan de Vijfde Avenue, vlak bij Central Park. Bij de in gang steekt hij zijn pupillen voordat ieder zijns weegs door het ge bouw gaat nog even een hart onder de riem en spreekt hij af dat het gezelschap na anderhalf uur in de snack-hoek op de vierde etage weer samenkomt voor evaluatie. Alleen degenen die meteen al stevig beet hebben mogen ontbreken, maar moeten later persoonlijk bij Martin ko men rapporteren. Meestal komt iedereen weer naar de evaluatie. Ook vandaag weer. „Het is moeilijk", zegt een middelbare mijnheer in een regenjas. „Hoe ga je van „leuke mixer" naar „zullen we een afspraak maken?". Een jongere klasgenoot klaagt dat hij naast een prachtig meisje op geen en kele zinnige opmerking over de voorliggende potten en pannen kon komen. Ze had, geërgerd door zijn hardnekkige nabijheid, na een boze en des te mooiere blik, hem de rug toegekeerd en was driftig wegge- stapt. „Succes ligt in hét vermogen om te praten. Je zult moeten gaan praten en je zult het zo vaak en zo onverschrokken moeten doen dat afwijzin gen je niets meer doen hamert Martin er bij zijn bedrukte gehoor in. „En denk er altijd aan: toon belangstelling, geen behoefte". Het is tijd voor het afscheid. Met Martins bemoedigende woorden al leen nog maar als herinnering zullen ze alleen verder moeten op hun zoektocht naar romance. De draaideur van Bloomingdale's waaiert de klas uit over koud en donker Manhattan in november. Ze verdwijnen, weggedoken in hun kragen, tussen de vier miljoen andere bewoners van dit kleirie eiland in de Hudson. De weg naar het geluk kan nog lang en kil, maar zal nooit meer zonder hoop zijn. Altijd zal er het behaaglijke warenhuis blijven, waar ieder een altijd binnen mag. Om belangstelling te tonen, geen behoefte, laat staan nood. MARC DE KONINCK altijd zal er het behaaglijke warenhuis blijven, waar iedereen altijd binnen mag

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 15