Het gaat de ambtenaren meei om gelijkheid dan om geld hti DDR-burgers hebben het moeilijk in Bondsrepubliek Alsdatdewinterschildernietis. hofb buitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinne VEEL VLUCHTELINGEN ZIJN ZWERVERS am ill pc BINNENLAND ËeicLcSooumt ZATERDAG 5 NOVEMBER 1983PAGINJ UlTE NEELIE-TAAL dat wij beter kennen als het NIPO, de uitslag van een en quête, waarin aan ruim dui zend mannen de vraag was ge steld: Welke vrouw, leden van het koninklijk huis uitge zonderd, bewondert u het meest?". Op een lange lijst, waarop dames als Margaret Thatcher, moeder Theresa, Vanessa, Marga Klompé, ma joor Bosshart en „mijn eigen vrouw" voorkwamen, prijkte met een ruime voorsprong Neelie Smit-Kroes, minister van Verkeer en Waterstaat, bovenaan. „Hoe zou dat toch komen?", vroegen wij ons af. We zijn geen psycholoog, maar het meest waarschijnlijke ant woord lijkt ons te zijn, dat Neelie de gave bezit een uit straling van vrouw-zijn te combineren met de oer-Hol- landse mentaliteit van „niet zeuren, maar handen uit de mouwen", een combinatie die kennelijk veel mannen aan spreekt. Neelie heeft haar nuchtere, za kelijke instelling als het ware met de paplepel ingegoten ge kregen, want als dochter van een Rotterdamse transporton dernemer, mede-eigenaar van een groot familiebedrijf, ver keerde ze al van jongs af aan in de kringen van noeste za kenlieden en stoere chauffeurs met hun ronde Hollandse taal gebruik. Voegen we hierbij het feit, dat het meisje Kroes niet bepaald behept bleek met ka raktereigenschappen als verle genheid en gebrek aan ijver, dan mag het nauwelijks verba zing wekken dat zij op haar huidige hoge post en op de eerste plaats in de genoemde enquête is terechtgekomen. Als bewindsvrouw presenteert Neelie zich op een wijze, die op z'n zachtst gezegd publici- teitsminnend kan worden ge noemd. Zij laat geen gelegen heid ongebruikt om in onver valst Hollands te zeggen waar het volgens haar op staat en waar het met ons land heen moet. Hoewel ook zij er soms niet onderuit komt ambtelijk taalgebruik en dure woorden te hanteren, probeert zij toch voortdurend zo gewoon moge lijk over te komen. In de in haar bovenkamer opgeslagen woordenschat bevindt zich dan ook een laatje met een keur aan Nederlandse zegswij zen, dat zij geregeld opentrekt om er een voor Jan-met-de- pet zo bevattelijk mogelijke uitdrukking uit te vissen. Zo wel in haar toespraken als in interviews voor televisie, ra dio, kranten en tijdschriften, treft men dan ook herhaalde lijk h uis-tuin -en -keuken-uit drukkingen aan als „liever-- koekjes worden niet eebak- ken „we kunnen de soep niet almaar blijven aanlengen „als het tij keert, moet men de bakens verzetten", „de natio nale koek is op" en „daar krijg ik een kunstkop van". BLOEMLEZING De afgelopen week behandel de de Kamer de begroting van Verkeer en Waterstaat. We hebben gedurende die debat ten nauwgezet naar de minis ter geluisterd en vervolgens een bloemlezing samengesteld van de typische Neelie-taal, het Neeliaans dus. Daar gaat je: „Ik zal u op uw wenken bedie nen" „We moeten echt een stapje te rug" „Dat staat voor mij als een paal boven water" „Ik wil niet alles op één kaart zetten" „Ik ben niet gecharmeerd van wat u zegt" „Ik moet me helaas krenterig opstellen „De Willemsspoortunnel in Rotterdam wordt een tunnel zonder toeters en bellen, maar wel één waarvan je kunt zeg gen: vlug, veilig en voordelig" „De gemeente Rotterdam zal water bij de wijn moeten doen" „Het zal mij een zorg zijn" Bij acties als wegblokkades en dergelijke kan het kabinet niet zeggen: ik stond erbij en ik keek ernaar" „Verkeer en Waterstaat heeft een punt gescoord" „We moeten de zaken op een andere leest schoeien „Het kabinet kiest niet de weg van de minste weerstand" „Er worden mensen de gordij nen ingejaagd" „Dat kost niet niks. Daar hangt een prijskaartje aan" „U zult wel hebben begrepen dat wij niet over één nacht ijs gaan" „Wat de heer Hennekam daar zegt, klinkt mij als muziek in de oren" „Het water is ons tot aan de lippen gestegen „De investeringen van de NS leggen niet het loodje door dit kabinetsbeleid" „Toen de heer Castricum mij uitgebreid begon te compli menteren, dacht ik: Wantrouw de Grieken als zij met ge schenken komen" „As is verbrande turf" „De heer Castricum huilt kro- kodilletranen „Wij hebben nog wat andere ijzers in het vuur liggen „Bij Frankrijk denk je aan parfum, bij Zwitserland aan horloges en bij Nederland den ken sommigen aan tulpen en klompen. Maar wij zeggen in het buitenland dat dat nu voorbij is en dat ze bij Neder land aan waterbouwkunde moeten denken" „Export van waterbouwkundi ge kennis staat bij mij hoog in het vaandel" „Het kabinet heeft het regeer akkoord te volgen, overigens met alle soorten van genoe gen" „Het onderhoud van de wegen staat in de winter nu eenmaal op een laag pitje" „Ik ben uiterst verbaasd over deze opmerking van de heer Castricum, want meestal is hij slimmer" „Ik heb in het leven geleerd, dat je nooit moet zeggen dat je iets niet kan als je het nooit geprobeerd hebt" „Ik heb de indruk dat ik een sigaar uit eigen doos krijg. Daarop zat ik niet te wachten. Ik rook niet" „Sommigen hebben de hoop op bekering van het kabinet al opgegeven. Ik herinner me uit óók aan hun eigen „amen'I noeg hadden I „Volgende week is het u-eer raak" „We zullen de koers en?fcjV. eraden verleeeen" iayei, graden verleggen" „De zaak moet op de nejiii"- r.~v „Waarom zo moeilijk alsf,e ook eenvoudig kan?" |d m<r, „Iedereen kan dit met /jef jOumbla te oog vaststellen" pruzen „Ik neem mijn petje af vooF. Pai inzet van Rijkswaterstaat"jsi»elei< „Breek mij de mond J open". Deze laatste uitdrukking Ai Over natuurlijk niet. Bij een js ni< gebruik had ze inplaats noeting „mond" het woord „bek" ra ten hanteren. Maar dat haar wellicht toch weer /el)A volks. Dat Neelie desondal^ niet op haar mondje is, moge echter uit het vcj^ gaande genoegzaam blijken DICK VAN RIETSCHOT [POL iident (Van onze correspondent Gerard Kessels) BONN Vluchtelingen uit de DDR hebben het erg moeilijk in het Westen hun draai te vinden. Het is niet alles goud wat er blinkt in de Bondsrepu bliek. Toch gek eigenlijk, want is de DDR niet één grote gevangenis, waarbij vergeleken de Bondsrepu bliek het aardsparadijs is? Dat beeld zit er in de Bondsre publiek in elk geval inge stampt. Er heerst een absoluut superioriteitsgevoel ten op zichte van alles wat met de DDR te maken heeft. De woorden „Oosten" en „Ooste lijk" zijn bijna synoniem met „minder" en „slechter". Dat hun staat hoog verheven is bo ven die grote gevangenis ginds met zijn arme sloebers, is voor de Westduitsers geen punt van discussie. Hoe het dan komt dat zoveel DDR-burgers hun stek niet kunnen vinden in de harde prestatiemaatschappij Bondsrepubliek is een pro bleem dat veel Westduitsers niet zien. Of niet willen zien. Wat in Frankrijk clochards zijn en in Nederland zwervers, zijn in Duitsland „Penner". Ze zijn te vinden in de buurt van snackbars, waar ze bij goed weer buiten zitten met een fles bier. 's Avonds bivakkeren ze op banken tussen wat stukken karton, of bij de ingangen van parkeergarages. Van de onge veer honderdduizend Penner, komen er maar liefst twintig duizend uit de DDR. „Een ont hutsend cijfer, als er van uit wordt gegaan dat het aandeel van voormalige DDR-burgers op de totale bevolking van de Bondsrepubliek ongeveer vijf procent bedraagt", zo staat er te lezen in een recent versche nen boek over de lotgevallen van voormalige DDR-burgers in de Bondsrepubliek. Het boek heeft de toepasselijke ti tel meegekregen: Van de „Grote Gevangenis" in het „Paradijs"? Het zijn nu eens niet de geijkte succesverhalen van een aantal kopstukken die het in het Westen gemaakt hebben. In het boek komen, voor het eerst eigenlijk, gewone men sen aan het woord. Mensen, waarvan sommigen hun weg beter hebben gevonden dan anderen. Maar uit alle verha len komt naar voren dat de el lebogen-maatschappij West- -Duitsland voor de DDR-bur gers een hard gelag is. Ginds hebben ze niet zulke harde el lebogen gekregen dat ze het onverbiddelijke spel om de knikkers al snel mee kunnen spelen. Velen leren het nooit. Voor de twintigduizend uit de DDR stammende Penner in de Bondsrepubliek is de bittere voorspelling van het Oostduit- se Politburo-lid Kurt Hager in vervulling gegaan. Die waar schuwde ooit voor de Westelij ke vrijheid, als een vrijheid die het toelaat „dat mensen onder bruggen verhongeren". Juiste beslissing Om misverstanden te vermij den: de vluchtelingen uit de DDR staan niet te trappelen om terug te keren. Verreweg de meesten vinden hun beslis sing om weg te gaan nog steeds juist. Hun belevenissen in het Westen maken alleen duidelijk hoe zeer beide Duits- landen uit elkaar zijn gegroeid en dat het hele verhaal niet verteld is met de Bondsrepu bliek de sticker „goed" en de DDR het plaatje „slecht" op te plakken. Veel DDR-mensen missen in de Bondsrepubliek de gezelligheid, de geborgen heid en de aandacht voor el kaar. Observaties van Westduitsers aan gene zijde van de Elbe lij ken die indruk te bevestigen. Günter Gaus, ruim zes jaar lang de permanente vertegen woordiger van Bonn in Oost- -Berlijn, constateert in een nieuw boek dat de DDR-bur gers „op een of andere manier toch Duitser zijn gebleven". Gaus: „De mensen ginds ne men meer tijd voor elkaar, zijn minder afgeleid, investeren meer in het leggen van contac ten, in het opzetten van vriendschappen. Er wordt een beetje geboemeld, hoewel dat officieel een delict is". De draden van het verleden zijn in de DDR niet zo abrupt doorgeknipt als in het Westen. De briljante historicus Sebasti an Haffner heeft gewezen op enkele opvallende overeen komsten tussen de huidige DDR en Hitler-Duitsland. Zo wel de nationaal-socialisten als de communisten hebben het privé-leven voor een groot ge deelte gesocialiseerd. Het speelt zich af in collectieven. Een schoolkind ging in het Derde Rijk naar het „Jung- volk", zoals het nu in de DDR naar de „Junge Pionieren" gaat. De opgroeiende jeugd bracht de vrije tijd door in de „Hitier Jugend", in de DDR is daar de „Freie Deutsche Ju- gend"voor. De mannen bedre ven indertijd sport in de SA en de SS, nu is er de „Gesell- schaft für Sport und Technik". De DDR-vrouwen zijn actief in de „Demokratische Frauen- bund". Het zingen, wandelen, kamperen, marcheren, sporten lijkt erg veel op het leven in de Hitler-tijd. In zulke ge meenschappen bloeien gebor genheids- en geluksgevoelens. Maar voor velen in de DDR is de staatsdwang die achter al dit opgedrongen geluk steekt onverdraaglijk. Haffner: „De mensen willen er van af. Maar als ze dan in de Bondsrepu bliek komen, klagen ze even zo vaak over het alleen gela ten zijn, dat de keerzijde van de individuele vrijheid is". Geen wonder dat de 9-jarige Anne verzucht: „Ik zou het liefste overal zijn, aan beide kanten". „De DDR", zo schrijft Der Spiegel, „is het Duitsland waar je gemakkelijk uit weg gaat, maar moeilijk van los komt". De gevluchte Manfred K.: „Er zijn ergens bij Lübeck van die volkstuintjes. Het einde van de tuintjes, het hek, dat is tegelij kertijd het einde van de Bondsrepubliek. Daar ben ik over het hek geklommen. Ik wilde naar huis, begrijpt u dat? Dat is een wonde die nooit meer geneest". De Muur Als het land leegloopt en voor al de intelligentsia de benen neemt, besluit de Oostduitse leider Walter Ulbricht in 1961 tot een rigoureuze ingreep. Hij laat de Berlijnse muur bou wen. Tot 1961 hebben 2,7 mil joen mensen de arbeiders- en boerenstaat verlaten. Sinds dat jaar zijn er nog eens een half miljoen naar de Bondsrepu bliek gekomen. Steeds minder via een vlucht door het met mijnen, schietautomaten en ander moordtuig bezaaide grensgebied, maar steeds meer op legale wijze: met een meest al na jaren van wachten en Rond de Kur- fürstendamm in Berlijn, dichtbij de Muur die hen van hun vroe gere vader land scheidt, voelen de Oostduitse vluchtelingen zich beter thuis dan in de andere steden van de Bonds republiek. soebatten verkregen uitreisvi sum. Per jaar komen nu nog zo'n vijftienduizend DDR-be- woners naar de Bondsrepu bliek, tegenover vijftienhon derd Westduitsers die zich in de DDR willen vestigen. De voornaamste reden dat de mensen uit de DDR weg wil len is de onvrijheid, het gevoel niet te kunnen gaan en staan waar men wil. Onvrede ook met de alom tegenwoordige staat, die het leven van de wieg tot het graf wenst te be palen. En als een contrastpro gramma met de eigen schaar ste is daar de Westduitse t^-lGR visie, die de vleespotten 1de h verlokkingen van het Wesj gu< breeduit etaleert. Het aa^stijn mensen dat het land uit unp"L heeft zich inmiddels ontvw" keld tot een levensgroot pi ar\* bleem voor de DDR-leidipn bi Er zijn berichten die spreien sl over een half miljoen, op «PLO totale bevolking van ruim lunge miljoen. J igers Maar de Bondsrepubli waarin het „ieder voor zijaatste hoogtij viert, levert grote a de P passingsproblemen op. Tot Ikampi eigen verbazing merken vflawi i DDR-burgers in de Bondagen publiek dat ze meer gesocijar vu seerd zijn dan ze zelf geda[aten hadden. „Hier wordt geen Iers t kening gehouden met zwakkeren", zegt wetenschi pelijk medewerkster Lena „Wederzijdse hulp is hier 7T nv Het is ook opvallend dat veel DDR-mensen uiteinde! alleen in West-Berlijn woEkO* kunnen schieten. De laa^fii tien jaar zijn veertigduizi DDR-burgers in de stad t ven hangen. West-Berlijn i zijn vele alternatieven, buitf> 1 landers en uitgeflipten, h<AAi zich naast de Bondsrepubl en de DDR ontwikkeld tot i soort derde Duitsland. „B lijn", bekent de 23-jarige M?N fred R., „heeft een and)et hc flair. Het is voor mij de enpner' stad in West-Duitsland wj'-Dui ik kan wonen". 'an d Jiebbi ADVERTENTIE Mooi huis. Mooiepremie. Wat dacht u van een mooi huis zoals alleen de winterschilder dat kan maken? Hij komt graag overleggen en brengt-de nieuwste stalenboeken Wat dacht u van een ronde premie van 50 gulden per man, per dag? Die premie geldt alleen voor particulieren. En wordt verleend door het Bedrijf schap Schildersbedrijf voor onder- houdsbinncnschilder-en behangwerk dat min stens 3 mandagen vergt, dat wordt uitgevoerd in de periode van 21 november 1983 tot en met 9 maart 1984 en waarvoor de aanvraag voor het begin van de werkzaamheden is ingediend. Voor bedrijven, scholen, ziekenhuizen, instellingen, gemeenten en andere lagere over heden geldt een premie van 35 gulden per man, per dag. Uw schilder kent alle voorwaarden en regelt de aanvraag voor u. Up] Fiscaal voordeel. Als u eigenaar/ Vf^ bewoner bent, profiteert u soms ook nog L-j4i van een fiscaal voordeel. Ook daarover kan r uw schilder u verder informeren. J-j-L Piiblikatic van het Bedrijfschap Schildersbedrijf te Rijswijk (ZH). RUITENHEER oensdagmorgen uitsta an boven de deinende DEN HAAG Temidden van de vele leuzen die woe ken ambtenarenmassa op weg naar de belegering van het departement van Bin nenlandse Zaken, nam er één een dominerende plaats in, niet alleen van wege de lengte maar vooral omdat zij de kern van het conflict tussen het kabinet en het overheids personeel het best weer gaf: „In verzet tegen on gelijke behandeling". Want juist om het door bréken van die ongelijke behandeling van ambte naren en trendvolgers ten opzichte van de werkne mers in het bedrijfsleven draait het geschil. Men kan natuurlijk tegenwer pen, dat het als gevolg van die ongelijkheid uit eindelijk toch om de cen ten gaat, maar daar is het de actievoerende bonden zeker niet in de eerste plaats om te doen. Die ongelijke behandeling is nieuw. Sinds jaar en dag werkte men bij de overheid met het zogenaamde trendbe- leid, een gemakkelijke manier om uit te maken welke loons verhoging het overheidsperso neel zou moeten krijgen. On derhandelen daarover tussen de bonden en hun werkgever (in de persoon van de minister van Binnenlandse Zaken) was daar nauwelijks voor nodig: de telmachine kon het werk doen. Men ging na welke loonsverhogingen in het be drijfsleven gemiddeld werden gegeven de trend dus en dat gemiddelde bedrag was dan datgene wat de ambtena ren erbij kregen. Werknemers in de gesubsidieerde en door de overheid geheel betaalde sectoren (zoals onderwijs en welzijnswerk) volgden dit au tomatisme en werden daarom trendvolgers genoemd. Het sy steem was wel iets ingewik kelder, maar in grote lijn kwam het hierop toch neer. Consequent Toen de overheid wat slechter bij kas kwam te zitten, geld te rugtrok uit de sociale verzeke ringen en daardoor de premies verhoogde die de ambtenaren niet behoefden op te brengen, werd op hun salarissen toch die premiestijging ingehouden. Ambtenaren en trendvolgers keken wel zuur, maar verder konden ze niet gaan want die inhouding was consequent: ge lijke behandeling in voor- en tegenspoed. Wat is er nu aan de hand? Volgend jaar wil het kabinet de zaken omkeren: als gevolg van een nog grotere geldnood moeten de ambtenaren niet de trend van het bedrijfsleven volgen maar een eigen trend scheppen. Het kwam erop neer dat de overheid zelf die trend vaststelde. Zij wilde van de ambtenaren drie miljard gulden vorderen via een loonsverlaging met 3,5 pet en wie klaagde dat hiermee de traditie geworden gelijke loon ontwikkeling werd doorbro ken, kreeg te horen dat men in het bedrijfsleven dan ook maar moest korten; daar kon men dan arbeidstijdverkorting voor terugkrijgen. Maar in het bedrijfsleven voelden de werkgevers noch hun werkne mers daar wat voor. Ze had den immers met veel zuchten en kreunen net nieuwe langlo pende cao's afgesloten en ze wilden niet opnieuw met on derhandelingen beginnen. Optische truc Toen het kabinet in de gaten geacht, deze ongelijkheid niet wilden accepteren en zich fel gingen verzetten, deed het af gelopen woensdag tijdens het overleg een tussenvoorstel. Dit voorstel werd echter door sommigen niet meer dan „een optische truc" genoemd om vooral de publieke opinie te beïnvloeden. „Wé garanderen u", zei minister Rietkerk, „dat het netto-salaris in het komen de jaar gelijk zal zijn aan dat van dit jaar". Naar buiten toe had dit iets van: Waar kanke ren jullie nog over? Jullie blij ven toch gelijk in inkomen? Jawel, wel in netto-inkomen, maar in koopkracht zeker niet. Dat zit als volgt in elkaar. In het nieuwe jaar gaan de so ciale premies en de loonbelas ting behoorlijk omlaag. Daar door krijgt de particuliere werknemer zo'n 50 a 60 gul den per maand meer in het handje. Het kabinet heeft hier bewust voor gezorgd om enig tegenwicht te bieden tegen over hogere huren, duurder gas, hogere btw, zwaardere ac cijnzen en inflatie in het alge meen. Dit extraatje moeten de ambtenaren echter missen. Voor een modale overheids dienaar (en dat zijn de mees ten, want bij het woord ambte naar denken velen weliswaar nog in de eerste plaats aan goedbetaalde witte-boorden- mensen, maar de overall do mineert), voor de doorsnee- ambtenaar dus is dat geen ge ring bedrag. De ogenschijnlijk flinke concessie van het kabi net kwam slechts neer op een tientje Sleutel Toch bracht dit nieuwe bod enkele van de tot woensdag zeer eensgezinde vier centrales van overheidspersoneel uit ba lans. De bonden van christelij ke (CFO) en hogere ambtena ren (CMHA) reageerden: „We willen er wel eens over den ken dit nadere voorstel te aan vaarden, maar dan moet het voortaan wel afgelopen zijn met de ongelijkheid van be handelen". Want uit de meer jarenramingen van het kabi net was hun gebleken, dat ook in 1985 en 1986 gerekend wordt op een extra offer van de ambtenaren. Niettemin zet ten ze de deur dus op een kier. Maar het kabinet, in de per soon van minister Rietkerk, gooide haar weer met een har de klap dicht en hield haar donderdagavond tijdens het kamerdebat ook toe, hoewel de twee genoemde centrales bereid blijven op die basis het kabinetsvoorstel accepte ren, maar dan voor de laatste keer het gesprek voort te zetten. ze te begrijpen, zei minister Rietkerk: „Natuurlijk wil ik als vanouds gelijke behande ling, dat blijft mijn streven. Maar de omstandigheden moe ten er wel naar ziin om dat waar te kunnen maken, onder meer de situatie van 's rijks kas". Geen toezegging dus, al leen maar een intentieverkla ring, dezelfde die hij ook ge bruikte voor de korting van het komende jaar. Toch zou hier de sleutel kunnen liggen voor de oplossing van het con flict. Een betere sleutel dan het aanspannen van gedingen, zoals de staat nu wil doen als verweer tegen de door de bon den beraamde acties, die al zouden ze uiteindelijk niet tot succes leiden geweldige schade kunnen aanrichten. Prestigeslag Het wordt een prestiges! naar het schijnt niet allir2 tussen de ambtenaren(bondi en het kabinet, maar ook t sen de ambtenarenbonden RIN( hun zusterorganisaties uit le vi bedrijfsleven. Enkele van I in andere bonden hebben, zo i|e Ni wel gebleken, weinig waarjom ring voor de acties van '°n-l ambtenaren. Zij vinden, datfunn ambtenaren nog altijd op Êver weel zitten en best wat mof on inleveren. Zie bijvoorbeeld!- uitspraken van Dilo van C<| menée, voorzitter van 'en bouw- en houtbond van F0"1 CNV. Hij zei het heel moeilik te vinden in de huidige sitisch tie nog begrip voor de amtf naren en solidariteit met h bez streven te kunnen opbren^an<^ I ter Heel wat „mannen-in-^en straat" denken er ook zo o\jj.act Daarom is 'het zo jammer, jnd de zogenaamde „pakketveij lijking" nog steeds niet van ,Wi grond is gekomen: het veif*- lijken van de arbeidsv< rerf waarden van ambtenaren ^a particuliere werknemers. I nc" zo'n studie wel verricht, (ra3( zou men precies hebben ge louc ten welke verschillen en ovlaer eenkomsten er bestaan tus ljV€ de beloning (en bijkomei rechten en faciliteiten) i ambtenaren enerzijds vei werknemers in het bedrijfr v ven anderzijds. Waarmee esne ter ook weer niet alles is zegd, want als het een bedf slecht gaat, moeten zijn we nemers ook wel eens een vflta laten. En het gaat de staat, B.V. Nederland, ook sled GRi Maar dan roepen de ambte A ren weer: „Onze salarissen!» sluitpost van de rijksbea» ting? Dat nooit!" De geest» nu, met name wat de FN bonden betreft, uit de fl Zonder een wezenlijke s| van wie dan ook, krijgt pfriftj haar er niet weer in. Ot7 moest van uitputting zijn JO SMI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 8