Het gaat de ambtenaren meei
om gelijkheid dan om geld
hti
DDR-burgers hebben het moeilijk in Bondsrepubliek
Alsdatdewinterschildernietis.
hofb
buitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinne
VEEL VLUCHTELINGEN ZIJN ZWERVERS
am
ill
pc
BINNENLAND
ËeicLcSooumt
ZATERDAG 5 NOVEMBER 1983PAGINJ
UlTE
NEELIE-TAAL
dat wij beter kennen als het
NIPO, de uitslag van een en
quête, waarin aan ruim dui
zend mannen de vraag was ge
steld: Welke vrouw, leden
van het koninklijk huis uitge
zonderd, bewondert u het
meest?". Op een lange lijst,
waarop dames als Margaret
Thatcher, moeder Theresa,
Vanessa, Marga Klompé, ma
joor Bosshart en „mijn eigen
vrouw" voorkwamen, prijkte
met een ruime voorsprong
Neelie Smit-Kroes, minister
van Verkeer en Waterstaat,
bovenaan. „Hoe zou dat toch
komen?", vroegen wij ons af.
We zijn geen psycholoog, maar
het meest waarschijnlijke ant
woord lijkt ons te zijn, dat
Neelie de gave bezit een uit
straling van vrouw-zijn te
combineren met de oer-Hol-
landse mentaliteit van „niet
zeuren, maar handen uit de
mouwen", een combinatie die
kennelijk veel mannen aan
spreekt.
Neelie heeft haar nuchtere, za
kelijke instelling als het ware
met de paplepel ingegoten ge
kregen, want als dochter van
een Rotterdamse transporton
dernemer, mede-eigenaar van
een groot familiebedrijf, ver
keerde ze al van jongs af aan
in de kringen van noeste za
kenlieden en stoere chauffeurs
met hun ronde Hollandse taal
gebruik. Voegen we hierbij het
feit, dat het meisje Kroes niet
bepaald behept bleek met ka
raktereigenschappen als verle
genheid en gebrek aan ijver,
dan mag het nauwelijks verba
zing wekken dat zij op haar
huidige hoge post en op de
eerste plaats in de genoemde
enquête is terechtgekomen.
Als bewindsvrouw presenteert
Neelie zich op een wijze, die
op z'n zachtst gezegd publici-
teitsminnend kan worden ge
noemd. Zij laat geen gelegen
heid ongebruikt om in onver
valst Hollands te zeggen waar
het volgens haar op staat en
waar het met ons land heen
moet. Hoewel ook zij er soms
niet onderuit komt ambtelijk
taalgebruik en dure woorden
te hanteren, probeert zij toch
voortdurend zo gewoon moge
lijk over te komen. In de in
haar bovenkamer opgeslagen
woordenschat bevindt zich
dan ook een laatje met een
keur aan Nederlandse zegswij
zen, dat zij geregeld opentrekt
om er een voor Jan-met-de-
pet zo bevattelijk mogelijke
uitdrukking uit te vissen. Zo
wel in haar toespraken als in
interviews voor televisie, ra
dio, kranten en tijdschriften,
treft men dan ook herhaalde
lijk h uis-tuin -en -keuken-uit
drukkingen aan als „liever--
koekjes worden niet eebak-
ken „we kunnen de soep niet
almaar blijven aanlengen
„als het tij keert, moet men de
bakens verzetten", „de natio
nale koek is op" en „daar krijg
ik een kunstkop van".
BLOEMLEZING
De afgelopen week behandel
de de Kamer de begroting van
Verkeer en Waterstaat. We
hebben gedurende die debat
ten nauwgezet naar de minis
ter geluisterd en vervolgens
een bloemlezing samengesteld
van de typische Neelie-taal,
het Neeliaans dus. Daar gaat
je:
„Ik zal u op uw wenken bedie
nen"
„We moeten echt een stapje te
rug"
„Dat staat voor mij als een
paal boven water"
„Ik wil niet alles op één kaart
zetten"
„Ik ben niet gecharmeerd van
wat u zegt"
„Ik moet me helaas krenterig
opstellen
„De Willemsspoortunnel in
Rotterdam wordt een tunnel
zonder toeters en bellen, maar
wel één waarvan je kunt zeg
gen: vlug, veilig en voordelig"
„De gemeente Rotterdam zal
water bij de wijn moeten
doen"
„Het zal mij een zorg zijn"
Bij acties als wegblokkades
en dergelijke kan het kabinet
niet zeggen: ik stond erbij en
ik keek ernaar"
„Verkeer en Waterstaat heeft
een punt gescoord"
„We moeten de zaken op een
andere leest schoeien
„Het kabinet kiest niet de weg
van de minste weerstand"
„Er worden mensen de gordij
nen ingejaagd"
„Dat kost niet niks. Daar
hangt een prijskaartje aan"
„U zult wel hebben begrepen
dat wij niet over één nacht ijs
gaan"
„Wat de heer Hennekam daar
zegt, klinkt mij als muziek in
de oren"
„Het water is ons tot aan de
lippen gestegen
„De investeringen van de NS
leggen niet het loodje door dit
kabinetsbeleid"
„Toen de heer Castricum mij
uitgebreid begon te compli
menteren, dacht ik: Wantrouw
de Grieken als zij met ge
schenken komen"
„As is verbrande turf"
„De heer Castricum huilt kro-
kodilletranen
„Wij hebben nog wat andere
ijzers in het vuur liggen
„Bij Frankrijk denk je aan
parfum, bij Zwitserland aan
horloges en bij Nederland den
ken sommigen aan tulpen en
klompen. Maar wij zeggen in
het buitenland dat dat nu
voorbij is en dat ze bij Neder
land aan waterbouwkunde
moeten denken"
„Export van waterbouwkundi
ge kennis staat bij mij hoog in
het vaandel"
„Het kabinet heeft het regeer
akkoord te volgen, overigens
met alle soorten van genoe
gen"
„Het onderhoud van de wegen
staat in de winter nu eenmaal
op een laag pitje"
„Ik ben uiterst verbaasd over
deze opmerking van de heer
Castricum, want meestal is hij
slimmer"
„Ik heb in het leven geleerd,
dat je nooit moet zeggen dat je
iets niet kan als je het nooit
geprobeerd hebt"
„Ik heb de indruk dat ik een
sigaar uit eigen doos krijg.
Daarop zat ik niet te wachten.
Ik rook niet"
„Sommigen hebben de hoop
op bekering van het kabinet al
opgegeven. Ik herinner me uit
óók aan hun eigen „amen'I
noeg hadden I
„Volgende week is het
u-eer raak"
„We zullen de koers en?fcjV.
eraden verleeeen" iayei,
graden verleggen"
„De zaak moet op de nejiii"- r.~v
„Waarom zo moeilijk alsf,e
ook eenvoudig kan?" |d m<r,
„Iedereen kan dit met /jef jOumbla
te oog vaststellen" pruzen
„Ik neem mijn petje af vooF. Pai
inzet van Rijkswaterstaat"jsi»elei<
„Breek mij de mond J
open".
Deze laatste uitdrukking Ai Over
natuurlijk niet. Bij een js ni<
gebruik had ze inplaats noeting
„mond" het woord „bek" ra
ten hanteren. Maar dat
haar wellicht toch weer /el)A
volks. Dat Neelie desondal^
niet op haar mondje
is, moge echter uit het vcj^
gaande genoegzaam blijken
DICK VAN RIETSCHOT
[POL
iident
(Van onze correspondent
Gerard Kessels)
BONN Vluchtelingen
uit de DDR hebben het
erg moeilijk in het Westen
hun draai te vinden. Het
is niet alles goud wat er
blinkt in de Bondsrepu
bliek. Toch gek eigenlijk,
want is de DDR niet één
grote gevangenis, waarbij
vergeleken de Bondsrepu
bliek het aardsparadijs is?
Dat beeld zit er in de Bondsre
publiek in elk geval inge
stampt. Er heerst een absoluut
superioriteitsgevoel ten op
zichte van alles wat met de
DDR te maken heeft. De
woorden „Oosten" en „Ooste
lijk" zijn bijna synoniem met
„minder" en „slechter". Dat
hun staat hoog verheven is bo
ven die grote gevangenis ginds
met zijn arme sloebers, is voor
de Westduitsers geen punt van
discussie. Hoe het dan komt
dat zoveel DDR-burgers hun
stek niet kunnen vinden in de
harde prestatiemaatschappij
Bondsrepubliek is een pro
bleem dat veel Westduitsers
niet zien. Of niet willen zien.
Wat in Frankrijk clochards
zijn en in Nederland zwervers,
zijn in Duitsland „Penner". Ze
zijn te vinden in de buurt van
snackbars, waar ze bij goed
weer buiten zitten met een fles
bier. 's Avonds bivakkeren ze
op banken tussen wat stukken
karton, of bij de ingangen van
parkeergarages. Van de onge
veer honderdduizend Penner,
komen er maar liefst twintig
duizend uit de DDR. „Een ont
hutsend cijfer, als er van uit
wordt gegaan dat het aandeel
van voormalige DDR-burgers
op de totale bevolking van de
Bondsrepubliek ongeveer vijf
procent bedraagt", zo staat er
te lezen in een recent versche
nen boek over de lotgevallen
van voormalige DDR-burgers
in de Bondsrepubliek. Het
boek heeft de toepasselijke ti
tel meegekregen: Van de
„Grote Gevangenis" in het
„Paradijs"?
Het zijn nu eens niet de geijkte
succesverhalen van een aantal
kopstukken die het in het
Westen gemaakt hebben. In
het boek komen, voor het
eerst eigenlijk, gewone men
sen aan het woord. Mensen,
waarvan sommigen hun weg
beter hebben gevonden dan
anderen. Maar uit alle verha
len komt naar voren dat de el
lebogen-maatschappij West-
-Duitsland voor de DDR-bur
gers een hard gelag is. Ginds
hebben ze niet zulke harde el
lebogen gekregen dat ze het
onverbiddelijke spel om de
knikkers al snel mee kunnen
spelen. Velen leren het nooit.
Voor de twintigduizend uit de
DDR stammende Penner in de
Bondsrepubliek is de bittere
voorspelling van het Oostduit-
se Politburo-lid Kurt Hager in
vervulling gegaan. Die waar
schuwde ooit voor de Westelij
ke vrijheid, als een vrijheid
die het toelaat „dat mensen
onder bruggen verhongeren".
Juiste beslissing
Om misverstanden te vermij
den: de vluchtelingen uit de
DDR staan niet te trappelen
om terug te keren. Verreweg
de meesten vinden hun beslis
sing om weg te gaan nog
steeds juist. Hun belevenissen
in het Westen maken alleen
duidelijk hoe zeer beide Duits-
landen uit elkaar zijn gegroeid
en dat het hele verhaal niet
verteld is met de Bondsrepu
bliek de sticker „goed" en de
DDR het plaatje „slecht" op te
plakken. Veel DDR-mensen
missen in de Bondsrepubliek
de gezelligheid, de geborgen
heid en de aandacht voor el
kaar.
Observaties van Westduitsers
aan gene zijde van de Elbe lij
ken die indruk te bevestigen.
Günter Gaus, ruim zes jaar
lang de permanente vertegen
woordiger van Bonn in Oost-
-Berlijn, constateert in een
nieuw boek dat de DDR-bur
gers „op een of andere manier
toch Duitser zijn gebleven".
Gaus: „De mensen ginds ne
men meer tijd voor elkaar, zijn
minder afgeleid, investeren
meer in het leggen van contac
ten, in het opzetten van
vriendschappen. Er wordt een
beetje geboemeld, hoewel dat
officieel een delict is".
De draden van het verleden
zijn in de DDR niet zo abrupt
doorgeknipt als in het Westen.
De briljante historicus Sebasti
an Haffner heeft gewezen op
enkele opvallende overeen
komsten tussen de huidige
DDR en Hitler-Duitsland. Zo
wel de nationaal-socialisten als
de communisten hebben het
privé-leven voor een groot ge
deelte gesocialiseerd. Het
speelt zich af in collectieven.
Een schoolkind ging in het
Derde Rijk naar het „Jung-
volk", zoals het nu in de DDR
naar de „Junge Pionieren"
gaat. De opgroeiende jeugd
bracht de vrije tijd door in de
„Hitier Jugend", in de DDR is
daar de „Freie Deutsche Ju-
gend"voor. De mannen bedre
ven indertijd sport in de SA en
de SS, nu is er de „Gesell-
schaft für Sport und Technik".
De DDR-vrouwen zijn actief
in de „Demokratische Frauen-
bund". Het zingen, wandelen,
kamperen, marcheren, sporten
lijkt erg veel op het leven in
de Hitler-tijd. In zulke ge
meenschappen bloeien gebor
genheids- en geluksgevoelens.
Maar voor velen in de DDR is
de staatsdwang die achter al
dit opgedrongen geluk steekt
onverdraaglijk. Haffner: „De
mensen willen er van af. Maar
als ze dan in de Bondsrepu
bliek komen, klagen ze even
zo vaak over het alleen gela
ten zijn, dat de keerzijde van
de individuele vrijheid is".
Geen wonder dat de 9-jarige
Anne verzucht: „Ik zou het
liefste overal zijn, aan beide
kanten". „De DDR", zo schrijft
Der Spiegel, „is het Duitsland
waar je gemakkelijk uit weg
gaat, maar moeilijk van los
komt".
De gevluchte Manfred K.: „Er
zijn ergens bij Lübeck van die
volkstuintjes. Het einde van de
tuintjes, het hek, dat is tegelij
kertijd het einde van de
Bondsrepubliek. Daar ben ik
over het hek geklommen. Ik
wilde naar huis, begrijpt u dat?
Dat is een wonde die nooit
meer geneest".
De Muur
Als het land leegloopt en voor
al de intelligentsia de benen
neemt, besluit de Oostduitse
leider Walter Ulbricht in 1961
tot een rigoureuze ingreep. Hij
laat de Berlijnse muur bou
wen. Tot 1961 hebben 2,7 mil
joen mensen de arbeiders- en
boerenstaat verlaten. Sinds dat
jaar zijn er nog eens een half
miljoen naar de Bondsrepu
bliek gekomen. Steeds minder
via een vlucht door het met
mijnen, schietautomaten en
ander moordtuig bezaaide
grensgebied, maar steeds meer
op legale wijze: met een meest
al na jaren van wachten en
Rond de Kur-
fürstendamm
in Berlijn,
dichtbij de
Muur die hen
van hun vroe
gere vader
land scheidt,
voelen de
Oostduitse
vluchtelingen
zich beter
thuis dan in de
andere steden
van de Bonds
republiek.
soebatten verkregen uitreisvi
sum. Per jaar komen nu nog
zo'n vijftienduizend DDR-be-
woners naar de Bondsrepu
bliek, tegenover vijftienhon
derd Westduitsers die zich in
de DDR willen vestigen.
De voornaamste reden dat de
mensen uit de DDR weg wil
len is de onvrijheid, het gevoel
niet te kunnen gaan en staan
waar men wil. Onvrede ook
met de alom tegenwoordige
staat, die het leven van de
wieg tot het graf wenst te be
palen. En als een contrastpro
gramma met de eigen schaar
ste is daar de Westduitse t^-lGR
visie, die de vleespotten 1de h
verlokkingen van het Wesj gu<
breeduit etaleert. Het aa^stijn
mensen dat het land uit unp"L
heeft zich inmiddels ontvw"
keld tot een levensgroot pi ar\*
bleem voor de DDR-leidipn bi
Er zijn berichten die spreien sl
over een half miljoen, op «PLO
totale bevolking van ruim lunge
miljoen.
J igers
Maar de Bondsrepubli
waarin het „ieder voor zijaatste
hoogtij viert, levert grote a de P
passingsproblemen op. Tot Ikampi
eigen verbazing merken vflawi i
DDR-burgers in de Bondagen
publiek dat ze meer gesocijar vu
seerd zijn dan ze zelf geda[aten
hadden. „Hier wordt geen Iers t
kening gehouden met
zwakkeren", zegt wetenschi
pelijk medewerkster Lena
„Wederzijdse hulp is hier 7T
nv
Het is ook opvallend dat
veel DDR-mensen uiteinde!
alleen in West-Berlijn woEkO*
kunnen schieten. De laa^fii
tien jaar zijn veertigduizi
DDR-burgers in de stad t
ven hangen. West-Berlijn i
zijn vele alternatieven, buitf> 1
landers en uitgeflipten, h<AAi
zich naast de Bondsrepubl
en de DDR ontwikkeld tot i
soort derde Duitsland. „B
lijn", bekent de 23-jarige M?N
fred R., „heeft een and)et hc
flair. Het is voor mij de enpner'
stad in West-Duitsland wj'-Dui
ik kan wonen". 'an d
Jiebbi
ADVERTENTIE
Mooi huis.
Mooiepremie.
Wat dacht u van een mooi huis zoals alleen de
winterschilder dat kan maken? Hij komt graag
overleggen en brengt-de nieuwste stalenboeken
Wat dacht u van een ronde premie van
50 gulden per man, per dag? Die premie geldt
alleen voor particulieren. En wordt verleend door
het Bedrijf schap Schildersbedrijf voor onder-
houdsbinncnschilder-en behangwerk dat min
stens 3 mandagen vergt, dat wordt uitgevoerd
in de periode van 21 november 1983 tot en met
9 maart 1984 en waarvoor de aanvraag voor het
begin van de werkzaamheden is ingediend.
Voor bedrijven, scholen, ziekenhuizen,
instellingen, gemeenten en andere lagere over
heden geldt een premie van 35 gulden per man,
per dag. Uw schilder kent alle voorwaarden
en regelt de aanvraag voor u. Up]
Fiscaal voordeel. Als u eigenaar/ Vf^
bewoner bent, profiteert u soms ook nog L-j4i
van een fiscaal voordeel. Ook daarover kan r
uw schilder u verder informeren. J-j-L
Piiblikatic van het Bedrijfschap Schildersbedrijf te Rijswijk (ZH).
RUITENHEER
oensdagmorgen uitsta
an boven de deinende
DEN HAAG Temidden
van de vele leuzen die
woe
ken
ambtenarenmassa op weg
naar de belegering van
het departement van Bin
nenlandse Zaken, nam er
één een dominerende
plaats in, niet alleen van
wege de lengte maar
vooral omdat zij de kern
van het conflict tussen het
kabinet en het overheids
personeel het best weer
gaf: „In verzet tegen on
gelijke behandeling".
Want juist om het door
bréken van die ongelijke
behandeling van ambte
naren en trendvolgers ten
opzichte van de werkne
mers in het bedrijfsleven
draait het geschil. Men
kan natuurlijk tegenwer
pen, dat het als gevolg
van die ongelijkheid uit
eindelijk toch om de cen
ten gaat, maar daar is het
de actievoerende bonden
zeker niet in de eerste
plaats om te doen.
Die ongelijke behandeling is
nieuw. Sinds jaar en dag
werkte men bij de overheid
met het zogenaamde trendbe-
leid, een gemakkelijke manier
om uit te maken welke loons
verhoging het overheidsperso
neel zou moeten krijgen. On
derhandelen daarover tussen
de bonden en hun werkgever
(in de persoon van de minister
van Binnenlandse Zaken) was
daar nauwelijks voor nodig: de
telmachine kon het werk
doen. Men ging na welke
loonsverhogingen in het be
drijfsleven gemiddeld werden
gegeven de trend dus en
dat gemiddelde bedrag was
dan datgene wat de ambtena
ren erbij kregen. Werknemers
in de gesubsidieerde en door
de overheid geheel betaalde
sectoren (zoals onderwijs en
welzijnswerk) volgden dit au
tomatisme en werden daarom
trendvolgers genoemd. Het sy
steem was wel iets ingewik
kelder, maar in grote lijn
kwam het hierop toch neer.
Consequent
Toen de overheid wat slechter
bij kas kwam te zitten, geld te
rugtrok uit de sociale verzeke
ringen en daardoor de premies
verhoogde die de ambtenaren
niet behoefden op te brengen,
werd op hun salarissen toch
die premiestijging ingehouden.
Ambtenaren en trendvolgers
keken wel zuur, maar verder
konden ze niet gaan want die
inhouding was consequent: ge
lijke behandeling in voor- en
tegenspoed.
Wat is er nu aan de hand?
Volgend jaar wil het kabinet
de zaken omkeren: als gevolg
van een nog grotere geldnood
moeten de ambtenaren niet de
trend van het bedrijfsleven
volgen maar een eigen trend
scheppen. Het kwam erop
neer dat de overheid zelf die
trend vaststelde. Zij wilde van
de ambtenaren drie miljard
gulden vorderen via een
loonsverlaging met 3,5 pet en
wie klaagde dat hiermee de
traditie geworden gelijke loon
ontwikkeling werd doorbro
ken, kreeg te horen dat men
in het bedrijfsleven dan ook
maar moest korten; daar kon
men dan arbeidstijdverkorting
voor terugkrijgen. Maar in het
bedrijfsleven voelden de
werkgevers noch hun werkne
mers daar wat voor. Ze had
den immers met veel zuchten
en kreunen net nieuwe langlo
pende cao's afgesloten en ze
wilden niet opnieuw met on
derhandelingen beginnen.
Optische truc
Toen het kabinet in de gaten
geacht, deze ongelijkheid niet
wilden accepteren en zich fel
gingen verzetten, deed het af
gelopen woensdag tijdens het
overleg een tussenvoorstel. Dit
voorstel werd echter door
sommigen niet meer dan „een
optische truc" genoemd om
vooral de publieke opinie te
beïnvloeden. „Wé garanderen
u", zei minister Rietkerk, „dat
het netto-salaris in het komen
de jaar gelijk zal zijn aan dat
van dit jaar". Naar buiten toe
had dit iets van: Waar kanke
ren jullie nog over? Jullie blij
ven toch gelijk in inkomen?
Jawel, wel in netto-inkomen,
maar in koopkracht zeker
niet. Dat zit als volgt in elkaar.
In het nieuwe jaar gaan de so
ciale premies en de loonbelas
ting behoorlijk omlaag. Daar
door krijgt de particuliere
werknemer zo'n 50 a 60 gul
den per maand meer in het
handje. Het kabinet heeft hier
bewust voor gezorgd om enig
tegenwicht te bieden tegen
over hogere huren, duurder
gas, hogere btw, zwaardere ac
cijnzen en inflatie in het alge
meen. Dit extraatje moeten de
ambtenaren echter missen.
Voor een modale overheids
dienaar (en dat zijn de mees
ten, want bij het woord ambte
naar denken velen weliswaar
nog in de eerste plaats aan
goedbetaalde witte-boorden-
mensen, maar de overall do
mineert), voor de doorsnee-
ambtenaar dus is dat geen ge
ring bedrag. De ogenschijnlijk
flinke concessie van het kabi
net kwam slechts neer op een
tientje
Sleutel
Toch bracht dit nieuwe bod
enkele van de tot woensdag
zeer eensgezinde vier centrales
van overheidspersoneel uit ba
lans. De bonden van christelij
ke (CFO) en hogere ambtena
ren (CMHA) reageerden: „We
willen er wel eens over den
ken dit nadere voorstel te aan
vaarden, maar dan moet het
voortaan wel afgelopen zijn
met de ongelijkheid van be
handelen". Want uit de meer
jarenramingen van het kabi
net was hun gebleken, dat ook
in 1985 en 1986 gerekend
wordt op een extra offer van
de ambtenaren. Niettemin zet
ten ze de deur dus op een kier.
Maar het kabinet, in de per
soon van minister Rietkerk,
gooide haar weer met een har
de klap dicht en hield haar
donderdagavond tijdens het
kamerdebat ook toe, hoewel
de twee genoemde centrales
bereid blijven op die basis
het kabinetsvoorstel accepte
ren, maar dan voor de laatste
keer het gesprek voort te
zetten.
ze te begrijpen, zei minister
Rietkerk: „Natuurlijk wil ik
als vanouds gelijke behande
ling, dat blijft mijn streven.
Maar de omstandigheden moe
ten er wel naar ziin om dat
waar te kunnen maken, onder
meer de situatie van 's rijks
kas". Geen toezegging dus, al
leen maar een intentieverkla
ring, dezelfde die hij ook ge
bruikte voor de korting van
het komende jaar. Toch zou
hier de sleutel kunnen liggen
voor de oplossing van het con
flict. Een betere sleutel dan
het aanspannen van gedingen,
zoals de staat nu wil doen als
verweer tegen de door de bon
den beraamde acties, die al
zouden ze uiteindelijk niet tot
succes leiden geweldige
schade kunnen aanrichten.
Prestigeslag
Het wordt een prestiges!
naar het schijnt niet allir2
tussen de ambtenaren(bondi
en het kabinet, maar ook t
sen de ambtenarenbonden RIN(
hun zusterorganisaties uit le vi
bedrijfsleven. Enkele van I in
andere bonden hebben, zo i|e Ni
wel gebleken, weinig waarjom
ring voor de acties van '°n-l
ambtenaren. Zij vinden, datfunn
ambtenaren nog altijd op Êver
weel zitten en best wat mof on
inleveren. Zie bijvoorbeeld!-
uitspraken van Dilo van C<|
menée, voorzitter van 'en
bouw- en houtbond van F0"1
CNV. Hij zei het heel moeilik
te vinden in de huidige sitisch
tie nog begrip voor de amtf
naren en solidariteit met h bez
streven te kunnen opbren^an<^
I ter
Heel wat „mannen-in-^en
straat" denken er ook zo o\jj.act
Daarom is 'het zo jammer, jnd
de zogenaamde „pakketveij
lijking" nog steeds niet van ,Wi
grond is gekomen: het veif*-
lijken van de arbeidsv< rerf
waarden van ambtenaren ^a
particuliere werknemers. I nc"
zo'n studie wel verricht, (ra3(
zou men precies hebben ge louc
ten welke verschillen en ovlaer
eenkomsten er bestaan tus ljV€
de beloning (en bijkomei
rechten en faciliteiten) i
ambtenaren enerzijds vei
werknemers in het bedrijfr v
ven anderzijds. Waarmee esne
ter ook weer niet alles is
zegd, want als het een bedf
slecht gaat, moeten zijn we
nemers ook wel eens een vflta
laten. En het gaat de staat,
B.V. Nederland, ook sled GRi
Maar dan roepen de ambte A
ren weer: „Onze salarissen!»
sluitpost van de rijksbea»
ting? Dat nooit!" De geest»
nu, met name wat de FN
bonden betreft, uit de fl
Zonder een wezenlijke s|
van wie dan ook, krijgt pfriftj
haar er niet weer in. Ot7
moest van uitputting zijn
JO SMI