Sri Lanka haalt nog i dagelijks winst uit VOC-verleden 1 Per epidemie influenza 1500 doden VOC LEEFT N<J VOLOP OP HT'1 OUDE CEYLC: ZATERDAG 5 NOVEMBEI Eerste Hollander De eerste Hollander die voet op Ceylonese bodem zette was in juni 1602 admiraal Joris Spilbergen, de leider van een door het handels huis Moucheron in Veere uitgerus te expeditie naar „het eiland van Zeiion". De Veerse kooplieden had den grote belangstelling gekregen voor het eiland, nadat ze hadden vernomen „dat je er schepen kunt volladen met kaneel, peper en GALLE „You from Holland? Nice country. You want VOC-coins (VOC-munten)? I can show you". De jongen die onder de felle tro penzon met ons meeslentert door de dromerige, smalle straten in het vroegere „Dutch Fort" van Galle, een plaats aan de zuidwest-kust van Sri Lanka, kent de namen van de zeven provincies die in de ze ventiende eeuw samen de Repu bliek der Verenigde Nederlanden vormden uit zijn hoofd. „Ik heb munten van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Friesland, Overijssel en Groningen", zegt hij even later. „Come, look. For you special price". Tijdens een reis door Sri Lanka word je als Nederlander voortdu rend herinnerd aan de lang vervlo gen tijden van de Gouden Eeuw. Ontelbaar zijn de overblijfselen uit de periode dat de Republiek der Verenigde Nederlanden zo'n drie eeuwen geleden een wereldmacht was en gedurende 140 jaar, van 1656 tot 1796, op Sri Lanka, toen nog Ceylon, de dienst uitmaakte. In plaatsen als Galle, Matare en Jaff na zijn dat de oude „Hollandse for ten", in Negombo de door de Hol landers aangelegde kanalen en ver der valt de Hollandse invloed te bespeuren in woorden, namen en natuurlijk in de honderden souve nirwinkels. (USS n ac t ste Sn, ii Het landschap waar Spilbergen dooler el heeft moeten trekken en waar de naan igeli; üep i de binnenkant van souvenirwin keltjes te zien. Tijdens een bezoek aan de Neder landse ambassade blijkt eerste se cretaris Sikke Bruinsma druk doende een krant een verhaal te la ten publiceren, waarin staat dat de ambassade niet is betrokken bij de verzamelwoede van VOC-antiek. groe nster lente |gië 'en zi len z: „Nadat in een van de kranteptse, gestaan dat ook de Nederl om ambassade VOC-voorwerpergen c kocht, werden we een beetji schi van de telefoontjes. Zo wart. Ini mensen die wel eens iets hhtse gehoord over VOC-flessen. V(van de overlevering zou in de l)r g€ van dergelijke flessen een dijdsdie verborgen zitten. Sommigen istig men met lege Schotse whiskar d< sen aandragen". orgé jten Massaal opkopen Tijdens het bezoek aan Gall<i00t een klein tipje van de sluier t«tij den opgelicht, al moet je c|in A Lanka erg voorzichtig zijn fa to geruchten en verzinsels 1^ 'prc heel korte tijd een eigen leveijams leiden. nife£ et de het „Dutch Fort", in de scljo v van een grote boom, vertellet de schillende mensen het verha^nb vier Hollanders, die met eeijg" v jacht naar Sri Lanka waren ^ngS men om grote hoeveelheden zee antiek op te kopen. „Ze vertgen, dat ze er in Holland goed gelfjettei w _e%>en om meer munten en dergelij ha< verzamelen. Die komen zejyMt ophalen". rand. „Maar", zegt de jongen die ik. met ons meeslenterde door d^ber ten van Galle, „we verkopei Ve alles. Ik heb een broer in Albodi dam, die werkt daar in een» museum. Die stuur ik van tf tijd munten. Met de zeepost n{ lijk, want die wordt niet gecrii i leerd". En in een laatste poging <P® Hollandse toeristen toch noji he aan te smeren: „Als u wilt fad te nog een paar heel bijzonderejr zi; ten. You from Holland. Goodler try. Very chaep price. You bloörc JOS TIMfoD- nen bloedziekten zijn of behande lingen met cytostatica of bestralin gen. Mensen die vaak last hebben van steenpuisten hebben waar schijnlijk een verminderde weer stand en komen ook in aanmerking voor de griepspuit. In alle bovenstaande gevallen dekt het ziekenfonds de schade. Mensen die zich in bovenstaand rijtje niet kunnen terugvinden moeten (waarschijnlijk) zelf voor de kosten van de griepspuit opdraaien. Voor Masurel gaat dat rijtje nog niet ver genoeg. Hij zou liever zoals in Amerika iedere 65-plusser ook inenten. Als er een nieuw influen- za-virus toeslaat, vindt hij dat ook zwangeren zich zouden moeten la ten inenten. Die lopen dan een ex tra risico. Bescherming In zeventig tot tachtig procent van de gevallen geeft de griepspuit goe de bescherming. Toch is het pu bliek van de werking maar matig overtuigd. Heel wat infecties van de bovenste luchtwegen k? bedrieglijk veel op influenza I Heb je nou net een griepspi de een van die andere 1 fecties, dan lijkt het alsof diefde» spuit niet geholpen heeft.' hij komt nog bij dat in een enkel» nc de griepspuit bijwerkingen vvar zaakt. Die zijn niet erg en rd kort, maar je hebt je laten ii£g en verdraaid, je wordt noj»t spuit niet populairder op. Tj rechte, vindt zowel de Hek spectie als prof. Masurel. /0 Een van die artikelen van Ml waarin drie ziektegevallen Vgj beschreven (twee dood, een, zen) eindigt aldus: „Dames i. ren. Met deze ziektegeschié sen hebben we willen aantoi door het nalaten van een eei ge maatregel vaccinatie mensen in ernstige toestand j ziekenhuis moesten wordei nomen. Door in het najaar co-patiënten van uw pra^ vaccineren is de kans groot met deze groep niet in de „ii zaproblemen" verzeild raakt De tijd van de Vereenigde Oostindische Compagnie herleeft voor een Nederlander nog elke dag op Sri Lanka, het vroegere Ceylon. Dat ondervond ook verslaggever Jos Timmers, die in het vroegere „Dutch Fort" van Galle voor een „speciaal prijsje" eigenaar kon worden van allerhande VOC-munten uit de zeventiende en achttiende eeuw. Voor de bewoners van het eiland is alles wat Hollander is op zoek naar schatten uit het VOC- verleden. Handige jongens probeerden zelfs Schotse whiskyflessen, als zijnde VOC-flessen, aan de Nederlandse ambassade te slijten. Als je in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde een stukje van prof. dr. N. Masurel tegenkomt, dan weet je zeker dat de zomer voorbij is. Masurel is de influenza-paus van Ne derland. Ditmaal schreef hij zelfs twee artikelen, bovendien gaf hij een interview weg aan het artsenblad Pa tient Care. Veel technische nieuwtjes heeft hij dit jaar echter niet te mel den, wel heeft hij een boodschap voor het artsenvolk. Influenza wordt volgens hem zwaar onderschat: per epidemie gaan er 1500 mensen aan dood, in één op de drie huisartsenpraktijken is het raak. Dat het grote publiek niet veel op heeft met het enige echt werk zame middel tegen influenza de griepspuit maakt het er alleen maar erger op. Influenza is griep, maar niet elke griep is influenza. Een kleine hon derd microbeesten kunnen onze luchtwegen met griep belagen en het influenza-virus is er één van. Krijgt dat virus je te pakken dan ontstaan de overbekende ziektever schijnselen als koude rillingen, koorts, niezen, hoofd- en spierpijn en een rauwe keel. Na twee tot drie dagen laat de koorts je slap en fut loos achter. Meestal ben je in uiter lijk twee weken weer op de been en dat is dan dat. Wat er tegen te doen? Weinig meer dan pappen, poederen en nathou den. Bedrust totdat de temperatuur weer normaal is, pijnstillers als pa racetamol of aspirine en water dan wel vruchtensap drinken, dat helpt. Wanneer de koorts langer dan drie tot vier dagen aanhoudt of wanneer je in rust het toch be nauwd krijgt, wordt het tijd de dokter te waarschuwen. Het zit er dan dik in dat de influenza uit de hand dreigt te lopen. Bij elke epidemie krijgen een mil joen mensen influenza. Een min derheid toch nog altijd 200.000 mensen loopt extra risico. Bij hen is de weerstand door andere vaak chronische ziekten zo on dermijnd dat de influenzadruppel de emmer kan doen overlopen. Vooral als het virus in de longen afdaalt kan het gevaarlijk worden. Het virus maakt in de luchtwegen kleine schaafwondjes. Bacteriën kunnen dan in de achterhoede van het virusleger binnentrekken om zich daar als een bosbrandje te ver spreiden. Een secundaire bacteriële pneumonie (of minder gewichtig: een tweede longontsteking door bacteriën) wordt deze levensge vaarlijke situatie wel genoemd. Die extra tik eist vooral onder risico patiënten 1500 doden per epide mie. Niet niks. Daarom stopt de Hoofdinspectie van de Volksge zondheid elk jaar bij iedere arts een lijst in de bus. Op die lijst staat wie als risico-patiënt wordt beschouwd. Wie zijn risico-patiënt? Volgens de Hoofdinspectie is dat iedereen met een of meer van de volgende aan doeningen: 1 chronische ziekten van de long wegen zoals astma, emfyseem of chronische bronchitis; 2. vergroeiingen van de rug of ze nuwaandoeningen die de ademha ling bemoeilijken; 3. bijna alle hartafwijkingen; 4. stofwisselingsziekten is diabe tes; 5. slecht werkende nieren; 6. alles wat de weerstand tegen in fectieziekten vermindert. Dat kun Munten te kust en te keur. De provincies van de Republiek der Verenigde Nederlanden zijn stuk voor stuk ruim vertegenwoordigd. kruidnagelen. Er wordt ook gezegd dat er grote hoeveelheden edelste nen zijn en er is een overvloed aan proviand", aldus een journaal uit die tijd. Het feit dat de bevolking weinig moest hebben van de Portu gese overheersers, maakte een ex peditie voor de Vlaamse kooplieden (Veere lag in Vlaanderen) nog inte ressanter. Op 5 mei 1601 koos Spil bergen met zijn schip Schaep het ruime sop. Ruim twaalf maanden later bereikte hij „Zeiion". In zijn boek „Links between Sri Lanka and the Netherlands" be schrijft dr. R. L. Brohier een van de zogenoemde „Dutch Bur ghers", de nazaten van vroegere Hollandse kolonisten op Sri Lan ka de belevenissen van Spilber gen. Aan de hand van teruggevon den logboeken geeft hij een beeld van de tocht die Spilbergen onder nam naar Kandy, de hoofdstad van het enige koninkrijk op Ceylon dat de Portugezen niet hadden kunnen veroveren. „In het begin voerde de tocht door uitgestrekte rijstvelden. Boven deze open vlakten brandde de zon ongenadig. Maar als men de kuststrook verlaat en in de savanne komt, zorgen bomen voor een wel kome schaduw". Na een reis van enkele weken be reikte de admiraal uiteindelijk Kandy. De ontvangst door koning Wimala Dharma Suriya was, zo blijkt uit de teruggevonden jour naals, erg hartelijk. „De koning en de admiraal bespraken zaken, ar chitectuur en godsdienst. De be wondering van de koning voor zijn nieuwe vriend was zo groot, dat hij direct Nederlands ging leren en zei: „Kandy is nu Vlaams". Zijn haat jegens de Portugezen was zo groot, dat hij maar bleef volhouden dat zijn hele gezin mee zou helpen ste nen sjouwen voor de bouw van een Hollands fort". Ongeveer vijf dagen duurde het verblijf van Spilbergen in Kandy. Van de koning kreeg hij olifanten en bedienden mee om de tocht door de jungle naar de kust wat te ver gemakkelijken. Bovendien werd Spilbergen als teken van vriend schap overladen met cadeaus, waaronder een aantal slaven. Als tegenprestatie liet de admiraal twee van zijn muzikanten aan het hof in Kandy achter. Drie weken later was Spilbergen terug op de Schaep, waarna de voorbereidingen werden getroffen voor de thuisreis. Maar voor hij vertrok liet de admiraal, als teken van goede wil aan de be volking van Ceylon, twee Portuge se schepen in brand steken. Portugezen verdreven In de tussentijd was in Holland de Vereenigde Oostindische Compag nie (VOC) opgericht. Nog voor de belevenissen van Spilbergen bij de leiding van de VOC bekend waren, werd al besloten een nieuwe expe ditie richting Ceylon te sturen. Op 30 mei 1603 werd ook vice-admi- raal Sebald de Weert, de leider van deze tocht, met veel eerbied in Kandy ontvangen. Deze keer vroeg de koning onomwonden de hulp van de Hollanders voor het verdrij ven van de Portugese beletters, in ruil waarvoor de VOC een handels post zou mogen openen. De com mandanten van de Oostindische Compagnie hadden daar wel oren naar. Maar voordat enige actie was ondernomen stonden de betrekkin gen met de koning van Kandy al weer op een laag pitje. Dat was de schuld van vice-admiraal De Weert. In een dronken bui had hij de koning beledigd, waarna hij sa men met 46 van zijn mannen werd vermoord. Tot 1637 was er alleen incidenteel contact tusseri de VOC en het vor stendom Kandy. Dat jaar deed de nieuwe' koning, Raja Sinha II, op nieuw een beroep op de Hollanders de Portugezen van het eiland te ja gen. Het duurde nog goed twee jaar voordat admiraal Westerwild met zijn vloot in de wateren rond Cey lon verscheen. Bijna twintig jaar la ter, in 1658, viel het laatste Portu gese fort in Hollandse handen. Ko ning Raja Sinha II, die had gehoopt dat zijn land nu voortaan vrij zou zijn van buitenlancfse machten, kwam echter spoedig tot de ont dekking dat hij de ene westerse overheerser had ingeruild voor de volgende. Toch was de bezetting door de Hol landers anders. De Portugezen wa ren behalve in specerijen ook zeer geïnteresseerd in het verspreiden van hun geloof. De VOC daarente gen had vooral belangstelling voor winsten. De Compagnie beheerste de kuststrook en deed nauwelijks pogingen het koninkrijk van Kan dy te veroveren. Gedurende de volgende 138 jaar werd onder het vaandel van de Vereenigde Oostin dische Compagnie handel gedreven met Ceylon. Maar de opbrengsten van het eiland vielen tegen, het Hollandse bestuur werd aan het eind van de achttiende eeuw steeds corrupter en in 1766 viel Ceylon vrijwel zonder slag of stoot in han den van de Engelsen. Holland toverwoord Bijna 200 jaar na het einde van de Hollandse heerschappij blijken de letters VOC voor sommige bewo ners van Sri Lanka nog steeds een belangrijke bron van inkomsten. De toegenomen interesse in Neder land voor onze varende voorvaders is de bewoners van dit eiland niet ontgaan. Bij Nederland of Dutch denken ve len aan een provincie van Enge land, maar Holland is een soort to- Jorls van Spilbergen verwoord. Al enige tijd ciculeert er het gerucht dat alles wat Hollander is op zoek is naar schatten uit het VOC-verleden. In de Nederlands hervormde kerk van Galle is al een keer ingebroken, overigens zonder dat de dieven wat vonden, en als je niet uitkijkt loop je als Hollander het gevaar op Sri Lanka uitsluitend

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 18