„Plotseling stond
Annie Schmidt
in de kleedkamer"
f
BMW525e:
Fluisterstil
trekpaard
A
Panther Kallista: „Klassieke'
kwaliteitsauto voor liefhebben
Sou/tant
NIEUWE MUSICALSTER HANS VAN DER WOUDE:
brieven
lezers
ma;
Voor sportieve, actieve mei
KUNST
MAANDAG 31 OKTOBER 1983PA(iE
AMSTERDAM Meest
memorabel moment in
het artistieke bestaan van
musicalster Hans van der
Woude greep plaats, toen
onlangs plotseling Annie
Schmidt bij hem de kleed-
kamer binnenstapte. Zij
zei ongeveer: „Ik ben al
weer een nieuwe musical
aan het schrijven. Conny
Stuart stapt binnenkort
uit dit werk wegens haar
leeftijd, maar zonder ac
teur op wie ik kan schrij
ven, kan ik niet werken.
Jij bent voor mij een jeune
premier. Jij gaat het ma-
ken. Mijn volgende musi
cal schrijf ik met jou als
stralend middelpunt".
Hans van der Woude geldt, zo-
als wij eerder schreven, als de
ontdekking in Annie's musical
,,De dader heeft het gedaan",
die vanaf vrijdag 4 november
veertien dagen in het Ned.
Congresgebouw te Den Haag
staat. Hij is er nog niet over
uitgepraat, dat zij niet lang na
die toezegging naar Amster
dam kwam om samen met
hem haar nieuwste teksten
door te nemen en samen een
titel te kiezen voor alweer de
zoveelste musical van haar
hand, die in het seizoen '84-'85.
de zaal in moet.
Hans: „Haar verschijning in de
kleedkamer heeft natuurlijk
wel een voorgeschiedenis. In
wezen dank ik haar belang
stelling voor mij aan haar zoon
Flip, zelf ook acteur. Na mijn
opleiding destijds aan de Am
sterdamse Kleinkunstacade
mie viel ik met spaarzaam
werk eigenlijk in een groot
gat. Te weinig te doen. Ik be
dacht toen, dat ik natuurlijk
niet op iemand moet gaan zit
ten wachten, maar zelf initia
tief moet nemen. Ik schreef
toen de muzikale komedie
„Volg jij die serie?", een persi
flage op de tv-wereld, hele
maal eigen werk, al kreeg ik
van vele kanten hulp. Van be
kende mensen als Friso Wie-
gersma. Jan Aarntzen, Maeve
v.d. Steen en niet te vergeten
intussen wijlen John de Crane.
Daar heb ik toen een boel ei
gen geld ingestoken en kreeg
een- volle zaal in het Amstel-
veens Cultureel Centrum. De
voorstelling werd geprezen,
maar helaas kreeg ik te weinig
speelkansen in andere theaters
in den lande. Maar wel ver
scheen Flip een keer in Am
stelveen. Die zei tegen zijn
moeder, dat zij ook eens naar
Amstelveen moest. Annie deed
dat en liet mij kort daarop we
ten, dat zij verrukt was van
mijn spel en dat ik een rol zou
krijgen in „De dader heeft het
gedaan", die zij toen in de
maak had. Na de première
hiervan maakte zij van haar
verrukking over mijn spel
geen geheim. Zij trok zich
mijn artistieke ambities zozeer
aan, dat zij tijdens de tournee
mijn teksten voortdurend nog
bijschaafde en adviezen ver
strekte, waar ik heel veel aan
heb. Nog elke dag plezier van.
En dan het moment, dat Annie
in mijn kleedkamer ver
scheen. Mooier kan een artiest
zich niet wensen. Daar kwam
nog bij, dat toen Adèle Bloe-
mendaal onlangs de Johan
Kaartprijs kreeg, mijn naam in
dat juryrapport werd opgeno
men als eervolle vermelding.
Weliswaar geen enveloppe
met inhoud, maar over die eer
alleen al ben ik verrukt".
Bekroning
Voor Hans vormde dit de be
kroning van een ambitie, die
bij hem postvatte op zijn ze
vende jaar. Op die leeftijd
kreeg hij ineens de tic. Hij
moest en zou balletdanser
worden. Ze zagen hem thuis in
Groningen al aankomen. Of
hij getikt was? Nee bepaald
niet, Hans wist wat hij wilde.
En het lukte hem op een Gro
ningse dansschool te komen en
zelfs een rolletje te krijgen in
een toneelstuk van een plaat
selijke toneelvereniging. Een
figurantenrol met één regel
tekst. Schreven toch de kran
ten: „De jonge Hansje v.d.
Woude viel in een bijrol op
door voortreffelijke tekstken
nis en gemak van bewegen".
Zijn eerste recensie. Later her
haalde zich dat na de première
van „De dader heeft het ge
daan" in het Amsterdamse
Carré. Toen prees de pers hem
als opvallende musicalver
schijning met een prachtige
stem en met zijn manier van
presenteren als uitgesproken
theaterpersoonlijkheid.
Kortom, die jongen heeft het
zichtbaar helemaal. Maar daar
was hij toen in Groningen nog
niet aan toe. Zijn moeder be
dacht een beter vak voor hem.
Hij werd op grond van ouder
lijk gezag keramist. Dacht zijn
moeder: „Hij heeft nu een vak
en dan raakt die rare dansbe-
vlieging vanzelf wel over".
Fout gedacht van die zorgza
me vrouw en moeder, die wist
wat zij met haar kinderen wil
de. En zeker, Hans veranderde
van gedachten. Hij leerde de
dans kennen als een moeizaam
aan te leren vak. En na zijn
rol op het toneel wilde hij lie-
.ver acteur worden, zelfs show
man, en dan liefst in de stijl
van Fred Astaire, nadat hij
Wim Sonneveld een keer aan
het werk had gezien. In Gro
ningen was daar weinig kijk
op, kon hij dat wel vergeten.
Hij wou naar Amsterdam, dat
het Mekka voor artiesten heet
te zijn. Medewerking van zijn
moeder kon hij wel vergeten.
En toen kwam de dag, dat hij
stiekem geld wegnam uit de
portemonnee van zijn moeder.
Met een briefje er bij: „U
krijgt het later wel terug. Ik
moest en zou naar Amster
dam". Daar meldde hij zich
voor een auditie bij de Klein
kunstacademie. Nog geen dag
later werd hij aangenomen.
Met een schitterende binnen
komer: „Jij bent een groot ta
lent. Hier zullen we je bijbren
gen, dat je met artistieke disci
pline het heel ver kunt schop
pen op de planken". Daar
maakte hij later trouwens ook
kennis mee, toen hij in Rotter
dam werd betrokken bij enke
le regies als assistent en als
jongere een tijdje in de groep
van Rients Gratema meeliep.
Wijze lessen
Hans: „Behalve dat ik het vak
leerde, kreeg ik ook vele wijze
lessen. Ook van mijn moeder,
die toen ze eenmaal voor mijn
idee gewonnen was, me op alle
manieren heeft gesteund. Ik
heb haar bij de première naar
Carré in Amsterdam laten ko-
V I T
Hans van der Woude, de
van Annie M.G. Schmidt.
men. Na afloop wist ze niet
eens waar het over ging. Ze
had de hele avond alleen maar
naar haar zoon zitten kijken.
Opgetogen was ze. Maar wel
elke dag hard werken om het
lichaam fit en in vorm te hou
den. En dan die vele weetjes,
zoals bijv. dat je op het toneel
leuk moet zijn en niet leuk
moet doen. Waar ligt de grens?
Als je leuk doet, verslijt het
zaalpubliek je voor een aan
stellerig persoon, een ijdele
kwast. Ben je echt leuk, dan
heb je de lachers op je hand en
neem je een zaal voor je in. Zo
draait het in het showvak om
duizend-en-één weetjes, die je
je eigen moet maken om suc
ces te kunnen hebben. Van
leermeester Jack Bow heb ik
op dat punt veel plezier gehad,
net als van podiumvakman Jo
han Verdoner. Laat ik dan de
mensen om mij heen niet ver
geten. Conny Stuart, vak
vrouw bij uitstek, die altijd
duidelijk zegt waar het op
staat, maar met ongelooflijk
veel interesse je werk volgt.
Zeker in een musical is ieder
een van elkaar afhankelijk.
Zoals ik in de musical ook van
Cilly Dartell, met Avie ik een
liefdesduet zing. Dan moet je
mentaal wel naar elkaar toe.
Op het moment, dat je dat
nieuwe jeune premier
zingt, hou je van zo'n collega.
Maar ook van Paddy Stone, als
die je de bewegingen inprent".
Hij maakt er geen geheim van
zich thuis te voelen bij de
groep mensen, die bij zo'n mu
sical betrokken is. Je trekt al?
een grote familie met elkaar
op. Als een tournee eindigt,
heeft ook hij het gevoel in een
groot gat, in een leegte te val
len. Mensen om je heen die
plotseling verdwijnen. Dan
kan hij natuurlijk voor de tv
gaan zitten om zijn eigen crea
tie te analiseren. Daar ver
schijnt hij op zeker moment in
de nieuwe serie „Willem van
Oranje", waarin hij de rol
speelt van vertrouweling van
de Hertog van Anjou.
Hans: „Maar dat weegt niet op
tegen het spelen in een musi
cal. Brieven van onbekende
mensen bij de vleet, compli
menten uit het publiek, waar
voor je staat te werken. Samen
met de Hagenaar Ferd Hugas
een kleedkamer en stel je
voor, op het toneel samen en
tegenover Piet Römer en een
vrouw als Conny Stuart- te
staan, wat een vroi^w, altijd
een idool van me en van de
ene dag op de andere ineens
een collega. Wat ben ik blij
met dit beroep".
TON OLIEMULLER
'pi
Brieven graag kort en
duidelijk geschreven De
redactie behoudt zich
het recht, voor ingezon
den stukken te bekorten.
C en A (1)
Het actievoeren dat ondergete
kenden hebben gedaan tegen
over Het gemeentebeleid dat
als je de „aderen naar een hart
dichtknijpt, het hart dood
gaat", betrof de afsluiting van
de Stationsweg. Het bewijs
voor dit „dichtknijpen" wordt
nu wel erg duidelijk geleverd
door het feit dat C en A over
weegt Leiden de rug toe te ke
ren. Een bedrijf als C en A
dat al 19 jaar met de gemeente
bezig is voor nieuwbouw en
alleen maar tegenwerking
heeft ondervonden is het goed
zat. Wat betreft de politiek
van wethouder Waal, moet
men in de PvdA eens goed be
seffen, dat hier indirect moord
wordt gepleegd op de werkge
legenheid van heel Lelden.
Wij wensen het college veel
wijsheid toe in de besluitvor
ming betreffende het beleid
Stationsweg.
C en A (2)
Naar aanleiding van het be
richt dat C en A definitief
niet gaat bouwen, het volgen
de: C en A heeft voor Leiden
een „zuigkracht" voor mensen
uit de regio en is dus belang
rijk voor de overige midden
stand. Dit is, zoals zoveel din
gen kennelijk de gemeente
raad ontgaan. De ge
raad en vooral PvdA-
maniak Waal is bezig
denstand in Leiden
maken. C en A is nu
gende voorbeeld <r
Steenstraat, Stations*
omstreken zijn zo
dood gemaakt. Niet
bereiken, parkeer A
weg, paaltjes plante F
parkeren. Men noemt
stervingsbeleid van
looproute naar de sta*
nu begint hij ook al
nenuit met dit uitster)
leid. In de Breestraal
plm. 14 winkels te hu
koop. In de Haarlemn
zijn huizen gebouwd,
Waal in godsnaam rm^e:
Ik ben voor een uitst n
beleid, maar dan wel
de gemeenteraad. Daa
totaal verkeerd bezig
gaat gewoon door. EjlU
naar niets en nieman aai
teni, er worden palen
wegen afgesloten en |er
ken enz. enz. Stee*
mensen gaan naar d
gende gemeenten om
kopen te doen en da
kwalijke zaak. Ik kan
alleen maar gelijk gev
die jaren van tegen* a]
Ie€
Ira
Het zal voor Leiden et,'
liggende middenstand
lies zijn als C en A w*r
C en A naar Leiderdflie
kost dit Leiden tiend*
bezoekers, die niet a j
C en A kwamen, maa
de anderen (omligge !r
ken. „Waal, wie is de *!n
die je uit Leiden per
hoop dat Waal langzar
wakker wordt!! Het is
te laat, Leiden is nog
maal dood!! Door de
weg weer open te ma QL
Leiden weer wat beter 'u,
baar zijn en dat is w;je
een wil. jer
MAAK VAN LEIDEïf,"}
„LIJDEN"
John van Delft,
CONSUMENTENINFORMATIE
Voordat de gevolgen van
de oliecrisis tot de Ame
rikaanse automobilist
doordrongen gold er op
motorgebied in de VS
maar één gouden regel:
There is no substitute for
cubic inches. Oftewel:
Hoe groter de cilinderin
houd, hoe krachtiger,
soepeler en stiller een
motor zal zijn. Het kost
alleen wel wat meer
benzine. BMW bewijst
dat het ook anders kan
met zijn eta-concept, toe
gepast op de 525e.
De letter eta staat in techni
sche zin voor het rendement
van een krachtwerktuig. Het
eta-concept is een alternatie
ve strategie van BMW om
dat rendement op te voeren.
Eigenlijk gaat het dan niet
eens om het technisch rende
ment dat is bij de benzine
motor laag en valt heel moei
lijk te verbeteren.
Wel kan er wat gedaan wor
den aan het praktisch rende
ment, door een motor zo uit
te voeren dat hij met een zo
konstant mogelijk toerental
gebruikt kan worden. Bij ac
celereren loopt een motor na
melijk helemal onzuinig.
Lage toerentallen komen
overeen met laag verbruik,
maar dan moet de motor bij
die toerentallen wel goed
trekken, dus erg soepel zijn.
BMW pakte het als volgt aan:
Men ging uit van het popu
lairste 5-serie model, de 520i.
Daar moest een motor inko
men die dezelfde prestaties
leverde, maar bij lagere en
konstantere toerentallen zo
dat hij minder verbruikt. In
principe is de Amerikaanse
regel waar: Willen we een
motor met grote trekkracht
en souplesse, dan moeten we
een maximale cilinderinhoud
gebruiken.
BMW nam de 525-zescilinder
(het motorblok waar ooit de
tweeliter 520-zescilinder van
werd afgeleid) en boorde dat
op tot 2,7 liter. Door een aan
gepaste kleptiming werd het
vermogen op de 92 kW-125
pk van de 520i gehouden, bij
een maximaal koppel van 240
Nm tegenover 170 Nm voor
de tweeliter-motor.
Dat alles gebeurt dan boven
dien bij lagere toerentallen
4250 in plaats van 5800
voor het maximaal vermo
gen, 3250 in plaats van 4000
voor het grootste koppel. Om
te zorgen dat men ook inder
daad bij die lagere toerental
len zal rijden kreeg de 525e
een 25 procent langere eind-
reduktie dan de 520i, dus bij
een bepaalde snelheid een
kwart lager toerental.
Voor een hoog (technisch)
rendement van de motor
zorgt een hoge compressie-
verhouding van maar liefst
11:1. Dat was zonder detona
tie alleen mogelijk door toe
passing van het Motronic-sy-
steem gecombineerde
computersturing van ontste
king en brandstofinspuiting
om steeds aan de goede kant
van de klopgrens te blijven.
Dan voorzag men de motor
ook nog van aanzuigbuizen
met optimale lengte en min
der inwendige wrijving, on
der meer door een aantal
nokkenaslagers weg te laten.
Wat dat voor gevolgen heeft
voor het technisch rende
ment toont het ECE-gemid-
delde: 1:11 voor de 520i tegen
1:12 voor de 525e.
Geen opzienbarende verbete
ring dus, waarmee je de
2600,- meerprijs van de 525e
gauw terugverdient. In de
praktijk zal het verschil wat
groter uitvallen. De testauto
bleek wel 1:11 te kunnen lo
pen zonder een fanatiek zui
nige rijstijl, terwijl een 520i
nauwelijks verder zal komen
dan 1:9,5.
Het lijkt echter nauwelijks
mogelijk de meerprijs in een
redelijke tijd terug te verdie
nen met het lagere verbruik.
Toch is de eta-BMW geen
nutteloos technisch hoog
standje. Waar Amerikaanse
auto's (die van de oude stem
pel dan vooral) mede geliefd
om zijn is de enorme motori
sche rust.
Diezelfde rust verkeeg BMW
als „bonus" in de 525e, vooral
in combinatie met de uiterst
moderne automatische vier-
bak. Die automaat, met een
sterke „overdrive"-vierde
versnelling en overbrug
gingskoppeling op de koppe
lomvormer, hoort gewoon bij
het eta-concept.
Hij zorgt dat het toerental in
derdaad zo laag en konstant
mogelijk blijft, terwijl hij bo
vendien een „langere" hoog
ste overbrenging heeft dan
de standaard vijfbak. Volgens
ECE-cijfers kost de automaat
geen extra brandstof, in de
praktijk zou hij best eens
brandstof kunnen besparen
ten opzichte van de handge-
schakelde bak. Alweer: Niet
dat je de meerprijs 3300,-)
ermee terug zult verdienen,
maar hij zorgt net als de mo
tor voor een extra rustge
vend karakter.
Fluisterstil
Het rijden in de BMW 525e
vraagt enige gewenning. Om
dat BMW's een sportieve
naam hebben krijgt ook dit
model een toerenteller mee,
die hier in wezen volstrekt
overbodig is. Het wekt eerst
alleen maar verwarring: De
motor wil niet op toeren ko
men. Normaal met het ver
keer meerijdend komt de
wijzer niet boven 2000, zelfs
bij 100 km per uur blijkt hij
bij 1800 te blijven steken.
Wie zich haastig over de
snelweg beweegt met 140 km
per uur doet dat bij circa 2500
tpm. De werkelijk perfekt
schakelende automaat „weet"
daarbij heel goed dat in de.
vierde versnelling weinig ac
celeratie meer mogelijk is,
zodat hij hem in stadsverkeer
nauwelijks gebruikt. Alleen
op de snelweg moet wat veel
gas bijgegeven worden om de
bak te laten terugschakelen
voor snel inhalen.
Men gaat echter als vanzelf
„op z'n Amerikaans" rijden:
Rustig maar niet noodzakelij
kerwijs traag voortrollend
zonder tussensprints. Overi
gens accelereert de 525e als
het moet nog iets sneller dan
de 520i. Zelfs dan echter
wordt het motorgeluid nog
nauwelijks waarneembaar.
Een nadeel daarbij: Deze
BMW is zeer kritisch op de
bandenkeus, want door het
ontbrekende motorgeluid
gaan andere geluidsbronnen
opvallen.
Bij de testwagen waren dat
vooral de Michelin XVS ban
den. Verder was het comfort
compleet. Wat het onderstel
betreft vielen de remmen op,
die helemaal waren aange-
Cast aan het intensieve ge-
ruik veroorzaakt doordat op
een laagtoerige motor met
automaat nauwelijks afge
remd kan worden. De vier
schijfremmen hadden daar
geen enkele moeite mee; bij
een bescheiden pedaaldruk
reageerden ze werkzaam en
mooi progressief.
Verder zou men hoogstens
kunnen opmerken dat de be
sturing (met perfekte be
krachtiging) rond de rech-
tuitstand iets gevoeliger had
mogen zijn. Wie een repre
sentatieve, ruime sedan zoekt
om in alle rust en ontspan
ning lange ritten mee te ma
ken moet zeker overwegen
eerder een BMW 525e dan
een 520i aan te schaffen (en
dan nog liefst met automaat).
Hij rijdt dan bovendien nog
iets zuiniger, en zeker niet
önzuiniger dan in menige
ruime middenklasser. Maar
om nu te zeggen dat BMW
voor 48.250,- (testwagen)
een zuinigheidswonder aan
biedt, dat niet.
De Britse auto-industrie is zijn
diepste dal nu wel gepasseerd,
maar weer is een aantal mer
ken op het slagveld gebleven.
Van de vele roemruchte mer
ken die in de loop der tijden
in het British Leyland-con-
cern zijn opgegaan leven
vooral de sportieve modellen,
met name cabriolets, nog in
veler herinnerirlg voort. Ter
wijl die open sportieve auto's
een renaissance beleven heeft
juist BL op dat punt weinig
keus meer te bieden. De Brit
se cabriolet komt nu van klei
ne bedrijfjes. Een daarvan is
Pantjier, onlangs ge(her)ïn-
troduceerd op de Nederlandse
markt.
Oorspronkelijk was Panther
een oer-Engels bedrijf onder
leiding van Bob Jankei, een
man met vele soms zeer uit
zonderlijke ideeën. Op am
bachtelijke, om niet te zeggen
amateuristische wijze werden
auto's met een zeer klassiek
uiterlijk gebouwd op een mo
dern onderstel. Het meest suc
cesvol was de J72, een soort
replica van de SS 100 roadster
(voorganger van het merk Ja
guar), uitgerust met het me
chaniek van een Jaguar XJ6.
Dan was er nog de Panjther
DeVille, geïnspireerd op de
Bugatti Royale, en de myste
rieuze Panther Six een van
de modellen die het bedrijf
naar de ondergang voerden.
Denk u eens in: Een hyper
modern gestileerde roadster
met vier achterwielen, nodig
om de ettelijke honderden
pk's op de weg te brengen
van een grote Chrysler V8
met twee turbo's. Het kwam
nooit verder dan prototypes.
Veel succes was er voor de
Panther Lima, een veel be
scheidener roadster met weer
een klassiek uiterlijk dat iets
aan Morgan deed denken.
Ideeën genoeg dus, maar wei
nig zakelijk inzicht. Juist
voordat het faillissement een
feit zou worden kwam er ie
mand opdagen die dat zake
lijk inzicht juist in hoge mate
heeft. Een Koreaanse indus
trieel, Ypung C. Kim, die ook
nog geïnteresseerd was in
Panthers auto's. Dankzij hem
gaat Panther weer een veel
belovende toekomst tegemoet,
want ook meneer Kim zit vol
plannen.
Nog steeds ontstaan bij Pan
ther zeer exclusieve en aparte
automobielen, echter alleen
op bestelling van uiterst wel
gestelde lieden en niet omdat
Panther Kallista.
de baas weer eens een origi
neel idee heeft. Bekendheid
moet het merk echter krijgen
door (naar hun maatstaven)
massaproduktie van het popu
lairste model, de Lima. Daar
toe moest er aan die auto wel
het nodige veranderen, vooral
om wat minder „klassieke"
rij-eigenschappen te realise
ren. De veranderingen vielen
zo ingrijpend uit, dat eigenlijk
alleen het uiterlijk behouden
bleef reden waarom men
met recht van een nieuwe
auto kan spreken, die Kallista
wordt genoemd.
Brits van uiterlijk, maar-
made in Korea! Men maakt
daar althans chassis en carros
serie, gewoon omdat het goed
koper is. In Engeland worden
de Kallista's verder afgewerkt
en van mechaniek voorzien,
dat van Ford wordt betrok
ken. Onafhankelijke voorwie
lophanging van een Taunus,
een starre achteras aan vier
langsarmen van de Capri,
versnellingsbakken (vier- of
vijfbak) van de Sierra en naar
keus een Escort XR3 of Capri
zescilinder motor. Een bal-
kenchassis draagt een alumi
nium carrosserie met kunst
stof spatborden. De carrosse
rie biedt twee zitplaatsen op
goed verstelbare sportstoelen,
met daarachter een kleine ba
gageruimte die alleen via het
interieur toegankelijk is. De
instap is alleen wat problema
tisch wanneer het makkelijk
te bedienen dak is opgeklapt,
omdat de deuropeningen dan
wel laag zijn. De afwerking
van het interieur is erg netjes
compleet, maar niet over
dreven. Hout op het dash
board en langs de deuren
zorgt voor een passende atmo
sfeer, waarin alleen het plas
tic Ford-stuur nogal uit de
toon valt.
Het gecombineerde Brits-Ko-
reaanse vakmanschap levert
een auto op die in zoverre
niet klassiek is dat er niets
rammelt of verwringt tijdens
het rijden. Het ziet er ook
naar uit dat het MGB-achtige
cabriodak, dat uiteraard neer
geklapt hoort te zijn bij zo'n
auto, niettemin redelijk in
staat moet worden geacht de
elementen buiten te houden
als dat gewenst is. Zelfs het
veercomfort kan er heel best
mee door, vooral als we in
aanmerking nemen dat de zit-
positie vrijwel bovenop de
achteras zorgt, dat elke car
rosseriebeweging opgemerkt
wordt.
Populaire prijs
Wat nog wel een beetje klas
siek aandoet is de kracht die
sommige bedieningsorganen
vragen. De besturing gaat re-
'delijk direkt, maar vraagt dan
ook vooral bij lagere snelhe
den wel kracht. Hetzelfde
geldt voor de koppeling, die
niet alleen vlak naast het
rempedaal is opgesteld, maar
in eerste instantie ook net zo
aanvoelt een krachtig lin
kerbeen is dus vereist. Moto
risch gezien kan men kiezen
uit de 71 kW-96 pk Escort
XR3 viercilinder gecombi
neerd met vier- of vijfbak,
dan wel een 2,8 liter zescilin
der van 99 kW-135 pk met
i rrn
vijfbak of automaat. DoIrou
forse luchtweerstand, dif on
klassieke carrosserie nuR.
maal met zich meebu/w
schijnt het dat de viercil
boven 100 km per uur al
lijk snel aan het eind vaff/^
Latijn is (al wordt een toj£_
160 km per uur opgegevf*®'
De zescilinder met zijnfecj£
grotere koppel is dus d%Cfc.
gewezen keus voor de splj^
ve klanten, terwijl oos
donkerbruine uitlaatgetze^
welhaast op maat gesne*^ m
voor zo'n soort auto. Hetac^.,
wel een extra investerin|.om'
circa 9000,-. De NederlE^
importeur is Selles Auto«je/|
de Kamperzeedijk te v-2a
muiden, een bedrijf <Mjnn
zeer veel jaren ervaring*er
met Britse auto's (ze zijl\fent
dealer voor het hele BL
Leyland-program). Men
zo'n 20 Panthers per ja'
kunnen verkopen, on®
dat de Nederlandse fisciteg^
de in Engeland zeer popi.
prijs weinig overlaat. '/S
Af fabriek kost de eenvc
ste Kallista 6000 pond stc,,
(nog geen 30.000,-), L w
komt dat op 46.890.
de Panther Kallista is tcL c
een liefhebbersauto. De
liteit lijkt echter niet t{^ e'
prijs achter te blijven, tij-
er ook nog het voordeel il
pure Ford-techniek, die
door elke Ford-dealer ot
houden en gerepareerd
worden. Wie niet van.
klassieke model houdt:
misschien toch ook PaL
gaan rijden: Binnen twei
moet er een heel moder.
gezet 2+2 coupé-model
ziJn- uur
-