Lelijke Eend waggelt al 35 jaar op 9s Heren wegen
w
te
CONSUMENTENINFORMATIE QeidwOowuvnt vriidag 28 oktober i^pag^
Voor de 13e maal
Eigenhandig in Ahoy
KoortsthermometeÊ
nu ook elektronisch
Modebewuste vrouw
zet weer een hoed op
*v
Üttlr 1MB»
y/fjfA
Praktische, besparende en inspirerende informatie voerej
boventoon op de doe-het-zelf- en vrijetijdsbestedingsbeun
genhandig, die van zaterdag 12 tot en met zondag 20 noven
voor de dertiende maal wordt gehouden in het Ahoy-gebj
te Rotterdam.
De grote verscheidenheid aan onderwerpen maken van i
manifestatie weer een beurs voor het hele gezin. Zaken di
deze tijd sterk in de belangstelling staan krijgen ditmaal
collectieve presentatie: de sanitairbranche en de keukenb
che. In één oogopslag een totaaloverzicht. Verder kan jJ
kennis maken met de jongste ontwikkelingen op het gejr
van isolatie en energiebesparing.
Een attractie apart vormt het opengewerkte huis in houtsk)
bouw, dat door twaalf bedrijven in samenwerking met(<
Centrum Hout en de Zweeds-Finse Houtinformatie op Ei#>
handig opgetrokken wordt. Men kan er dwars doorheen!
ken, zien hoe het geconstrueerd is en welke voordelen de?
Nederland nog weinig toegepaste bouwmethode heeft. Nief—
leen interessant voor degenen die een huis willen laten
wen, ook doe-het-zelvers en zelf-isoleerders kunnen er een^j^,
leboel van opsteken.
'Een afzonderlijk paviljoen wordt gewijd aan de dhz-moge
heden voor de automobilist. Ook de nieuwste snufjes op he
bied van geluidsapparatuur voor de auto zijn vertegenw
digd.
Zelfmaakmode
i
Een manier om op het gezinsbudget te besparen is het zelf I
ken van kleding. Leerlingen van een aantal zelfmaakmj
scholen showen zelfgemaakte kleding en geven inform
over de cursussen.
De doe-het-zelver zal op Eigenhandig uiteraard de nol
praktische onderwerpen tegenkomen. 'ou
Aandacht ook voor de onlangs in Rotterdam van start ger.e
Doe-Zelf School, waar men alle mogelijke cursussen kan r
gen. Mini-cursusjes op Eigenhandig geven een indruk van|!oe®
totale pakket. Om iets van op te steken en wellicht aanleif*e
om het idee uit te dragen naar andere plaatsen. De belanr V£
ling voor de school bewijst dat de behoefte aan dhz-schcPen
grot is. ten
De beurs is dagelijks geopend van 10.30 tot 17.00 uur eif>un'
werkdagen ook van 19.00 tot 22.30 uur.
set 1
k 1^
fert<
zo 1
Ook de koortsthermometer is nu elektronisch. Op de niqver
thermometer (Philips) wordt de lichaamstemperatuur we<?en.
geven op een schermpje. Het apparaatje werkt twee tot^yif
jaar op een minicelbatterij en is onbreekbaar. De thermonj "e
is tot op eentiende graad nauwkeurig en heeft een korte oSees
metijd van één minuut. Nu is drie minuten gebruikelijk^?"
thermometer heeft een aan/uit-schakelaar, maar is te^'e
voorzien van een automatische afslag. Deze werkt ongevee en
minuten nadat het apparaat voor de laatste keer is gebruikt!
hoogste temperatuur blijft op het schermpje zichtbaar. Adar:
sprijs f 44,50. fj
isitii
rat
Laura Ashley-hoed met voile en veer.
Het is intussen tot alle modebewuste vrouwen doorgedrongen,
dat de hoed weer terug is. Een nieuw terrein voor modema
kers. Hoedenmaker Robert Kuiper uit Amsterdam: „Ln een tijd
waarin het slecht gaat, willen de mensen wel eens iets anders.
De enkeling die daar nu al voor durft uit te komen zal de rest
meeslepen".
De eerste tekenen zijn er al. Vroeger was de hoed onmisbaar
onderdeel van de garderobe van de vrouw die zich respecteer
de. Een hoed was niet alleen een lichamelijke verrijking, maar
ook een geestelijk goed. Je ging niet zonder hoed op visite,
naar een begrafenis of een huwelijk. In Engeland ging de def
tigheid met de hoed op lunchen. Pas na vijf uur werd het
hoofddeksel afgezet. Een Engels schilderij toont een kleerma
kersatelier in Arles, waar alle naaisters met mutsen op het
hoofd zitten te werken en in het Museo Correr in Venetië is
een fresco te zien in Tiepolo waarop een dame in huis een hoge
zijden muts draagt. Het was toen trouwens „bon ton" in Italië,
dat dames van stand in hun huiskamer zijden hoeden droegen.
Je ziet dit ook op Italiaanse modeprenten omstreeks 1783. Ook
in de Napoleontische tijd waren chique hoeden mode, vaak ge
tooid met veren of bloemen. Die veren zijn nu weer terug in de
mode. Volgens de ijzeren wet: alles herhaalt zich. Na de koket
te hoedjes in de Biedermeierstijl, de fronseltjes van zijde, flu
weel of tule die met franjes, strikken en balletjes de Florentijn
se en Parijse hoofdjes sierden rond de negentiende eeuw,
kwam in 1927 de cloche in de mode, gemaakt van vilt.
V,-
Bloementuinen
Tijdens de opbloei van de new
look (rond 1960) werd terug
gegrepen op de elegance van
de hoed, een boodschap van
herbezinning en vernieuwing.
Bij de paardenrennen in As
cot keek iedereen naar de
hoed van iedereen. Hele bloe
mentuinen werden getorst,
maar dit waren extreme za
ken waarmee een vrouw al
leen maar wilde schokken en
laten zien hoe elegant zij zich
kleedde. Thans, anno 1983-84,
verovert de hoed weer de
mode: kleine toques met voile,
hoedjes met durf en fantasie.
De hoedenmaker kan het ge
zicht weer in een lijst zetten.
Er zijn velours en vilten hoe
den, mannelijk aandoende
borsalino's, antiloophoeden,
hoeden met grote en kleine
randen en mini-hoedjes, die
voor op het hoofd staan te
wiebelen, vastgeprikt door
een voile met of zonder nop
jes. Er zijn baretten, dopjes en
vooral hoeden met fazanten
veren. Vrijwel alle couturiers
hebben ze in hun collectie,
stijlvol, vrouwelijk en oogstre
lend, soms ondeugend.
TINY FRANCIS
om richting aan te geven. (De
clignoteurs verschenen eerst
in 1955). Eén koplamp woog
minder dan twee en de Fran
se verkeerswetgeving stond
het toe: dus had het (zoveel
ste) prototype van 1946 slechts
één koplamp. Tot een proef-
rijder bijna werd gehalveerd
door een tegenligger, die in
het donker dacht met een mo
torrijder vandoen te hebben.
Een startmotor betekent ge
wicht, dus moest de T.P.V.
aan de praat gebracht worden
met een slinger.
Het laatste prototype maakt
in 1948, twaalf jaar nadat de
woerd Boulanger het ei be
vruchtte, plaats voor de uit
eindelijke vormgeving, van
de tekenaars Steek en Ca-
neau. Praktische bruikbaar
heid staat voorop, modieuze
styling is de eend vreemd.
Kort voordat de inmiddels tot
2CV gedoopte wagen op de
Parijse autosalon onthuld zal
worden, moet Boulanger nog
een concessie doen. grote
startproblemen met de slinger
nopen hem alsnog toestem
ming te geven een elektrische
startmotor in het autootje de
plaatsen. Zijn medewerkers
hadden die overigens al in het
geheim klaar liggen.
Als de produktie in 1949 eerst
goed op gang komt is de vraag
zo groot, dat Citroën moet
overgaan tot distributie op
„sociale indicatie".
Opdracht: onderzoek of het
mogelijk is een autootje te
bouwen dat twee boeren op
klompen kan vervoeren; dat
eenvoudig genoeg te bedienen
is ook voor een boerenvrouw;
waarin je 50 kilo aardappelen
kunt meenemen, of een klei
ne ton wijn en dat maximaal
60 km /uur haalt bij een ver
bruik van 1 op 33.
Resultaat: bevruchting van
het mallotig diertje, dat na
een uitzonderlijk lange broed-
periode van twaalf jaar het le
venslicht aanschouwt en als
„Lelijke Eend" nu al 35 jaar
met een zuinig bekje over
's werelds wegen waggelt.
Eerder genoemde opdracht
aan het constructiebureau van
het Franse automobielbedrijf
Ciroën onder leiding van An-
dré Lefebvre was afkomstig
van ex-bouwkundige en oud-
oorlogsvlieger Pierre Boulan
ger, met recht de vader of
de woerd van de eend. Hij
had zich tot doel gesteld de
auto ook binnen het bereik
van de gewone man te bren
gen en dan getuige zijn op
dracht met name binnen
het bereik van de kleine
Franse boer. Deze mensen, zo
was hem opgevallen, zijn een
halve werkdag per etmaal
kwijt om met paard en wagen
naar de markt te gaan. Geef
ze een autootje waarmee ook
moeder de vrouw overweg
kan, en de boer kan op zijn
akker blijven werken, zo luid
de in het kort zijn filosofie.
Twaalf jaar nadat de gedachte
voor de Lelijke Eend werd
gelanceerd, werd de 2CV op
de Parijse autosalon van 1948
gelanceerd, in 1949 verscheen
het wagentje op de Neder
landse wegen en hier werd
het prompt omgedoopt in
„Lelijke Eend", een naam die
vervolgens de hele wereld
over zou gaan.
Heel klein
Het karretje-voor-de-keuter-
boer maakte zijn lange ont
wikkelingsperiode door onder
de codenaam T.P.V. (toute pe
tite voiture, oftwel een heel
klein wagentje), dat, zo bleek
uit een diepgaand markton
derzoek, ook zeer in de smaak
viel bij grote groepen ge
schoolde arbeiders en kleine
middenstanders. Om een zo
laag mogelijk verbruik te be
reiken, probeert constructeur
André Lefebvre het gewicht
onder de 300 kg te houden.
Oud-vliegenier Boulanger
wijst hem de weg: het gebruik
van aluminium golfplaten,
magnesium en stalen tuidra-
den.
Het eerste prototype ver
schijnt in 1937: geen carrosse
rie, maar een dektent over
een aluminium frame, geen
voorstoelen, maar aan het fra
me opgehangen linnen lappen
als „dekstoelen", remmen al
leen op de voorwielen, ruitjes
van cellulose-acetaat, een 300
cc BM W-motorfietsmotor,
geen achteruit op de versnel
lingsbak, een slinger in plaats
van een starter, dwarsgeplaat-
ste torsie-veren onder de ach
terbank en een direct „fiets
stuur". De wegligging van
deze eersteling is zo slecht dat
het ding al in de eerste de
beste bocht kapseist. Dus be
sluit constructeur André Le
febvre na er 50 meter mee ge
reden te heben, de zaak weer
af te breken.
Alles vernietigen
De keuze van de ultra-licht
gewicht materialen zullen de
uiteindelijke realisering lang
durig ophouden. Magnesium
is uiterst brandbaar, alumini
um nog zeer kostbaar, de las
techniek nog weinig geavan
ceerd. AEG in Duitsland ont
wikkelt weliswaar lasmachi-
nes voor aluminium, maar
deze komen, gezien de ge
spannen situatie aan de voor
avond van de Tweede We
reldoorlog, niet naar Frank
rijk. Lassers moeten het alu
minium met klassieke elek
troden te lijf, verknoeien veel
materiaal; alles moet met de
hand gemaakt worden en het
karretje-voor-de-keuterboer
dreigt uiteindelijk even kost
baar te worden een Rolls.
Om te voorkomen dat zijn
troetelkind door de Duitsers
zal worden gecopieerd, geeft
Boulanger bij het uitbreken
Grote belangstelling voor de eend bij de presentatie van de 2CV op de Parijse autosalon in 1948.
van de Tweede Wereldorlog
opdracht alle bestaande proto
types en dat waren er in
tussen al zo'n kleine twin
tig inclusief tekeningen en
berekeningen te vernietigen.
Helemaal gehoorzaamd wordt
hij niet, want ontwerpers la
ten een gedemonteerd exem
plaar in kisten onderduiken.
Tijdens de oorlog wordt het
ontwerp van de T.P.V. ille
gaal herzien. Men stapt over
op staalplaat en stalen buizen.
Twee superspecialisten, Wal
ter Becchia en Lucien Girard,
ontwerpen de luchtgekoelde 2
CV-motor, die ook nu nog al
tijd de basis vormt van het
„naaimachientje" van de
eend.
Een koplamp
Als Boulanger na de bevrij
ding van Frankrijk in 1944 de
ontwikkeling van de T.P.V.
weer ter hand neemt, blijkt al
spoedig dat het ideale gewicht
van 300 kg niet langer houd
baar is. Elke oplossing van
een trechnisch probleem
brengt een stijging van het
gewicht mee. Maar Boulanger
blijft „knijpen". Tot in het ab
surde. Richtingaanwijzers
vindt hij overbodig, beteke
nen maar extra gewicht. Van
daar de klapraampjes die de
eend ook nu nog kent. Daar
door kon je je arm uitsteken
!3Bi
Diana dopje (Princess of Wales) met voile en veren.
Groene Spaans geïnspireerde borsalino, gegarneerd met veren.
In ons land, waar de 2CV dat
zelfde jaar op de markt komt,
en lange tijd hét wagentje is
van „alternatief Nederland,
krijgt hij zijn naam „Lelijke
Eend" en ontstaat de slagzin
„Een Duck kannie stuk".
Aanvankelijk gestart met een
omzet van 183 auto's bereikt
de omzet in Nederland in 1970
een hoogtepunt: 22.306 stuks.
Voegt men daarbij de in 1968
verschenen Dyane, met voor
1970 een omzet van 11.581
exemplaren, dan kan voor dat
jaar het fabelachtige aantal
van 33.887 worden geboekt.
Het laatst bekende cijfer over
een vol jaar is van 1982 met
5.337 2CV's en 669 Dyanes.
Volgens de laatste cijfers van
het CBS (1-8-82) bedraagt het
wagenpark aan 2CV's in Ne
derland 70.326 (1.64% van het
totale park). Voegt men daar
bij de Dyane met in ti"vo
30.004 stuks (0,70%), dan(e v
tegenwoordigen beide myjScj
len met een totaal van 101
auto's 2,34% van de totakaw
tomarkt in Nederland, nni
Tot 1 januari van dit jaar v bi
den er door Citroën in tfel,
3.548.305 2CV's geproduc»r n
Van de inmiddels van henie
neel verdwenen Dyane 'm<
den 1.429.105 exemplarenijn,
vaardigd, zodat de produ ec
van beide modellen thannd
vijf miljoen heeft oversdat»
den. Cijfers die uitsluitenó da
trekking hebben op de p«'
nenwagenversies; de profco^
tie van de AZU, AK en hui
diane zijn daarin niet bede
pen. I te
Opvallend is dat de oorspilei
kelijke prijs van f 4.200,-tt i:
na twintig jaar gehandhda:
kon worden: in 1960 f 4.iVa
en in 1970 f 4.190,-. Ondeere
vloed van fiscale invlods i
en stijgende lonen gaatirtji
daarna snel opwaarts meree
prijs: in 1980 is deze bijna O
dubbeld tot f 8.215,-. Tf.
ligt de basisprijs op f 9» u
waarmee de 2CV nog sttev
tot de goedkoopste aanbiej je
gen op de Nederlandse ai u
markt behoort. :e c
Ter gelegenheid van heff z
blieum is de rijke historiehh,
de 2CV samengevat in dal
boek „Een eend van 35"je
schreven door Ernst van Astt
na (Uitg. Bosch en Keuniija'u
Baarn, prijs f 25,-). Het wfee
woensdag 2 november gg 1
troduceerd en is daarna
krijgbaar in de boekhandéW
bij alle Citroën-agenten. si;
Prototype van de 2CV 1939.