41ÉT
Onsympathiek
en goedkoop
flodderboek
Hans Ferree
Raadselachtige passie in
roman van Lizzy Sara May
in. J
CeidaeSowmit
Wi
Tweede „voelboek" voor blinde kleuters
Drie nieuwe boeken
in de Groenboekerij
fc
Drie nieuwe „Streepjesboeken
speciaal voor moelijke lezers
NA
VIJFTIG
JAAR
HEEFT M'N
TROUWE
SPIJKER
HET DAN
EINDELIJK
OPGEGEVEN.
MORGEN
MAAR
'NS IN
DEKRANT
KIJKEN.
Originele kijk op
een nieuw tijdperk
Nieuwtje van Ploegsma:
de Leeswijzer
Joods drait
Wieringer
meer
BOEKEN
WOENSDAG 19 OKTOBER 1983 PAGI
Met de uitgave van een twee
de voelboek bewijst de uitge
verij Ploegsma blinde en
slechtziende kinderen een gro
te dienst. Het boekje, getiteld
„Pak me dan", is een vervolg
op het eerste voelboek, dat
„Wat is dat?" heet. Het werkje
is een vertaling van „Cat
ching" van Virginia Allen
Jensen.
„Pak me dan" is een voorlees
boek, waarvan de plaatjes niet
alleen kunnen worden beke
ken. waar ook worden ge
voeld. Het is speciaal bestemd
voor blinde kinderen die nog
gèen braille kunnen lezen. Ge
kozen werd voor abstracte fi
guren, omdat blinde kleuters
de vorm van een huis, mens,
boom niet herkennen. Ze voe
len er slechts onderdelen van.
De bedoeling is dat een vol
wassene of een ouder broertje
of zusje van het blinde kind
het verhaaltje voorleest, waar
bij de plaatjes samen kunnen
worden bekeken en gevoeld.
Dimensies
Gebleken is, dat ook veel zien
de kinderen plezier beleven
aan een voelboek. Heel lo
gisch, want kinderen zijn, zon
der dat ze het zich bewust zijn,
heel sterk georienteerd op hun
tastzin. Voor ziende kleuters
heeft dit boek zelfs drie di
mensies: luisteren kijken en
voelen. Het blinde kind mist
de dimensie „zien" weliswaar,
maar aangezien de dimensie
„voelen" hier gelijk is aan die
van het zien zal dat bij het be-
leven van dit boekje nauwe
lijks als een gemis gelden.
Meer wellicht nog dan een
ziend kind heeft het blinde
kind werkelijk „contact" met
de figuren in het boek.
Ook kinderen met moeilijkhe
den in gedrag en emoties en zij
die nooit met een boek in aan
raking kwamen, worden door
een voelboek geboeid.
In dit nieuwe voelboek komen
dezelfde dezelfde figuren voor
als in het eerste Het verhaal
tje is wel iets moeilijker. Het
eerste boekje was bestemd
voor kinderen vanaf 3 jaar.
het nieuwe boekje wordt aan
bevolen voor kinderen vanaf 4
jaar. Het verhaaltje is heel
simpel: Kleine Ruig, een inde-
raad ruw aanvoelende vlek,
speelt met Korrel, die korrelig
van structuur is, in het kruis-
jesveld. „Pak me dan!", roepen
ze over en weer., De volgende
dag wordt Kleine Ruig ziek.
Hij krijgt het warm en heeft
honger en wat erger is: hij
wordt wordt vierkant, een
heel vervelende ziekte, die bij
Kleine Korrel, Stip en Streep
echter wel op de lachspieren
werkt. Ze krijgen echter zelf
ook de vierkantheid. Gelukkig
zijn ze allemaal weer snel be
ter, waarna ze weer vrolijk in
de zeshoek kunnen spelen met
een stippel van Kleine Stippel.
Procédé
Dat met de uitgave van een
voelboek in de roos werd ge
schoten bleek al snel na de uit
gave van het eerste deeltje, dat
in dertig talen verscheen en in
dertien landen werd be
kroond. In Nederland werd
het boekje bekroond met de
„Boekensleutel", vanwege de
ongekende perspectieven die
dit geheel nieuwe fenomeen
op boekengebied opende voor
de toekomst.
Dat het toch nog vrij lang
duurde eer het tweede blin-
den-prentenboek het daglicht
kon zien vindt zijn oorzaak in
het plotselinge overlijden van
de uitvinder van het speciale
drukprocedé dat voor een der
gelijke uitgave vereist is. Dat
procédé komt simpelgezegd
neer op het verhitten van een
speciale drukinkt, die daar
door rijst en voelbaar dik
wordt. De zoon van de uitvin
der, zelf niet in het drukkers
vak werkzaam en dus een leek
op het gebied, slaagde er met
de grootste moeite in het pro
cédé. De drukkerswerkplaats
van zijn vader, aanvankelijk
gehuisvest in een klein
schuurtje, verhuisd naar een
grote drukkerij (AiO en Storm
Co. in Odense, Denemar
ken), waar de mogeli
groter zijn, waardoor
dan!" in meer kleur
worden gedrukt dan he
boek.
Het bijzondere drukpi
zo kostbaar, dat het b
genlijk liefst 35 guldi
moeten kosten. Dankzij'
van verschillende foni
de prijs echter worde
laagd tot 17,90, hetgee
eenkomt met.de prijs
gemiddeld prentenboek1®
de
RDAl
•er he
eerst<
in zon
,gvai
(ten d
straf
'oorts
egen
wc
Virginia Allen Jense#lerda
me dan!; vertaling:).
Dubbelaat; omslag efan 't
ningen; Mia OkkelPr de
stemd voor blindt33!
slechtsziende kindereg3Sttri
af 4 jaar; prijs: 17,9^'ller
prést
LANGS DEZE MIJ ONSYMPATHIEKE
WEG":
Zo nu en dan probeert
reklame-man Hans Ferree
ook iets te schrijven wat
literair moet zijn. Hij doet
dat nu met een boekje, dat
op een ware reeks gebeur
tenissen lijkt te berusten.
„Langs deze mij onsympathie
ke wegheet het, en de in
houd is het verslag van een
reeks van ontmoetingen met
vrouwen, die het allemaal heel
moeilijk hebben, of heel raar
leven, of iets dergelijks abnor
maals bedrijven.
Wat wil het gval? Ferree
opent zijn boek met een adver
tentie die hij ooit in de kon-
takt-rubriek van Vrij Neder
land gezet schijnt te hebben.
Hij stelt zich daarin voor als
een ludieke man, met creatie
ve impulsen en vele crisissen.
op zoek naar een vrouw. Hij
krijgt daar zo'n vijftig reacties
op van vrouwen, die hij met
de camper-wagen opzoekt,
overal in den lande. De wetti
ge echtgenote, die een van zijn
crississen is, wordt tijdens die
tochten uiteraard bedonderd
en belogen.
Een aantal van die ontmoetin
gen worden met ware borrel
tafelhumor verteld in dit
boekje. Daar passeren de
vrouwtjes de revue, wat een
collectie! Trutten en huisvrou
wen, sexpoezen en maniakale
wijven, dierenliefhebsters en
huilende lieverdjes, wat al
niet. Een rariteitenkabinet in
de geest van een omgekeerde
„Wat zien ik", waarmee Al-
bert Mol indertijd den volke
vermaakte. Een episode lijkt
zelfs helemaal gekopieerd naar
het beeld van dit roemruchte
boekje van vele jaren geleden.
Wonder boven wonder komt
de misselijke, mannelijke,
zwervende ik-persoon uitein
delijk terecht in de armen van
zijn eigen liefhebbende
vrouwtje, die het allemaal
door begon te krijgen en hem
via een list te grazen neem.
Eind goed, al goed, de crisis is
ineens de wereld uit (er wordt
althans niet meer over gerept)
en het wettige paar ondekt de
liefde en zijn sexuele bijkom
stigheden opnieuw. Een se
rieuze lezer is dan allang in
woede uitgebarsten of heeft
het armzalige boek reeds bij de
aardappelschillen in de plastic
zak geduwd.
JAN VERSTAPPEN
Hans Ferree: „Langs deze
onsympathieke weg
TJitg. De Fontein. Prijs
17.50.
Lizzy-Sara May geeft in
haar nieuwe roman,
„Waarom loopt de klok
rond" in een verwonder
lijk kort bestek (nog geen
200 pagina's) het beeld
van een bijzonder com
plex leven van een vrouw,
Nina Stéinbach, dochter
van een groot kunstenaar,
die voor de oorlog uit
Keulen vertrok, zich in
Amsterdam vestigde, weer
naar Zwitserland ging en
na de oorlog in Amster
dam terugkeert.
Het hele leven van Nina
Stéinbach wordt eigenlijk
doorgebracht in het besef van
gemis daarin zit dan ook
het complexe van haar per
soonlijkheid en levensloop.
In eerste instantie is het dui
delijk wat zij mist en wie zij
zoekt: toen zij vijftien was ont
moette zij in Zwitserland de
enige broer van haar vader,
Friedel, die veel jonger is dan
vader Arno Stéinbach. Het
contact tussen deze broers (zo
nen van een afschuwelijk
Keuls echtpaar) is jarenlang
verbroken geweest. De komst
van Friedel naar Zwitseland
betekent niet dat hij het con
tact met zijn oudere broer
weer definitief in orde maakt:
vlak voor het nazi-geweld zich
over geheel Europa uit zal
strekken, is Friedel weer ver
trokken. Van achter de Duitse
frontlinie wil hij gaan strijden
tegen de Hitler-benden.
Het contact dat Nina met Frie
del heeft gehad in die paar
maanden, zal de hele basis aan
haar verder leven ontnemen.
Zij wordt verliefd op haar
oom, de laatse nacht brengt zij
met hem door en koestert zich
daarmee in een overweldigend
geluk. Daarna wacht zij zijn
terugkomst af, hetgeen haar
verdere otnwikkeling, haar
kontakten, haar kunstenaars
schap en haar levensgeluk vol
ledig frustreert. De man die
uiteindleijk een rol in haar le
ven zal gaan spelen, ontmoet
zij tijdens de roerige dagen
van mei '68 in Parijs, waar
Nina dan woont. Het is een
jongere student, die haar hevig
aan Friedel doet denken. Na
enige tijd is deze Laurent haar
levensgezel, maar hij doorziet
de onmogelijkheid van Nina
om een volledig leven te lei
den. De tijd is voor haar stil
blijven staan op die nacht in
Zwitserland, die zij met Frie
del doorbracht. Hij brengt
Nina er dan ook toe op zoek te
gaan naar Friedel. Na de dood
van haar vader reist zij dan
ook in 1980 naar Riga. van
waar het enige bericht dat zij
nog ooit van Friedel kreeg, af
komstig is. Nina is dan 53 jaar
oud en komt tijdens haar boei
end beschreven onderzoek tot
het besef dat zij de waarheid
nooit zal vinden, dat haar hele
leven voorbij is gegaan aan
iets wat nooit meer waar kon
worden, dat de tijd is voortge-
taan zonder dat zij beseft
eeft, dat zij leven moest.
Het is natuurlijk interessant
dat Friedel in deze korte ro
man veel meer betekent, dan
slechts een vroegere minnaar,
die een definitieve breuk ver
oorzaakte in het leven van een
jonge vrouw. Dat zou niet
meer dan een traditioneel-ro-
mantische verhaalmotief zijn.
Het gebeuren in Lizzy Sara
May's vertelling heeft meer
betekenis. Psychologisch ze
ker: het complexiteit in de re
latie van Nina met haar vader,
het feit dat zij geen grootou
ders kent en geen vaderland,
eigen stad of huis, dat zelfs
haar moeder van haar wegge
vallen is (zij pleegde al spoedig
na de geboorte van Nina zelf
moord), al die elementen ma
ken de passie voor die verre
Friedel heel boeiend en raad
selachtig.
Maar Friedel is in veel opzich
ten ook symbool van een voor
bije tijd, een in de historie af
gesloten epoque, een vernieti
gende cultuur. Daardoor hoort
dit verhaal van Lizzy Sara
May bij die golf van oplevende
belangstelling voor de oorlogs
jaren. die in veel huidige ro
mans te zien is. Belangstelling
voor de manier waarop men
sen de oorlogstijd in de jaren
daarna verwerkt hebben.
Veertig jaar na haar gelukkige
tijd met Friedel loopt Nina
door Riga en andere Sovjet-
steden rond op zoek naar spo
ren van haar minnaar, alsof de
tijd niet heeft stilgestaan. Het
dan doorbrekend besef kan tot
niets anders leiden dan het ge
voel dat haar hele leven ver
daan is in zinloze hoop en
overtuiging, in de tragische
konstatering, dat zij nooit ou
der is geworden dan de vijf
tien jaar die zij in 1939 was,
toen Friedel bij haar vader
kwam binnenlopen en een
paar maanden later weer ver
trok, zonder een spoor achter
te laten.
Het verhaal van Lizzy Sara
May laat de lezer met al die
vragen en constateringen zit
ten de schrijfster geeft ze
eigenlijk nauwelijks aan. Je
vraagt je af of dat een poging
tot uiterste soberheid en het
afzien van enig gemoraliseer
is, of dat ze de diepten van
haar thema niet geheel en al
heeft doorgrond?
JAN VERSTAPPEN
Lizzy Sara May: „Waarom
loopt de klok rond?" ro
man. Uitg. De Bezige Bij.
on uc£c. Minn i
INFORMATIE OVER FILMS, MUZIEK,
THEATER, RECREATIE. EXPOSITIES
EN EEN COMPUTE AGENDA.
Liefhebbers van tuinieren, die nu lange winteravonden
voor de boeg hebben, waarin ze toch de spitschop of de
snoeischaar niet kunnen hanteren, krijgen volop de ge
legenheid om misschien wat minder hun tuin, maar ze
ker meer hun „vakliteratuur" bij te houden. Wie be
halve een tuin(tje) ook een boekenkast heeft, waaruit
hij zo nu en dan eens een werk op het gebied van zijn
hobby erop kan naslaan, heeft nu de gelegenheid zijn
boekenbezit verantwoord uit te breiden.
Drie boeken in de Groenboe
kerij trekken dan meteen de
aandacht. Twee handelen over
een meer „geordende" tuin en
een over de zogenaamde „wil-
de-plantentuin". „Natuur tui
nieren" heet dat laatste boek,
waarin Wiert Nieuman uitlegt,
dat gebrek aan natuurkennis
er meestal de oorzaak van is
dat dergelijke tuinen vaak let
terlijk en figuurlijk worden
overwoekerd. Niet alles is na
melijk in zo'n tuin mogelijk, al
zou men dat op het eerste ge
zicht wel denken. Veel men
sen nemen voor zoete koek
aan, dat onderhoud in zo'n
tuin zo gemakkelijk (lees: bijna
helemaal niet nodig) is.
„Waar een tuin is, is werk te
doen", is echter zijn stelregel,
waarmee hij kort en goed afre
kent met allerlei waanideeën
over natuurtuinieren. Natuur
lijk valt er ander werk te ver
richten dan in een traditionele
tuin, maar het blijft werk.
Zonder een goede dosis basis
kennis van de natuur wordt
het er geheid een chaos, het
geen heel iets anders is dan
een natuurtuin. Uiteraard laat
de schrijver het daar niet bij
en geeft hij voorbeelden van
hoe een natuurtuin kan wor
den aangelegd, welke planten
er voor in aanmerking komen,
hoe de natuur moet worden
gestuurd en meer van die
waardevolle tips. Zelfs noemt
hij planten voor het gebruik in
de tuin die eetbaar zijn of een
geneeskrachtige werking heb
ben.
Voor heel andere tuinliefheb-
bers zijn de twee nieuwe gid
sen in de Stap-Voor-Stapreeks
van dezelfde „Tuinwerk" en
„Planten onder glas". De titels
zeggen het al, het gaat om tra
ditioneel tuinieren, al gebeurt
dat uiteraard wel op moderne
wijze. In „Tuinwerk" behan
delt Alan Titchmarsh zaken
als bodembewerking en -ver
betering, het kweken van
planten, zelf de tuin ontwer
pen, gebruik en onderhoud
van gereedshappen en machi
nes, het werken met planten
bakken, periodiek tuinnonder-
houd en technieken om het
onderhoud te beperken. Er
staan ook adviezen in voor het
plaatsen van kinderspeeltoes
tellen. barbecuehoekjes en
tuinmeubilair. Een tuinkalen-
Eerlijk is
eerlijk
der laat zien wanneer en wat
er in de tuin moet gebeuren
Voor liefhebbers van het tui
nieren in een eigen kasje is er
tenslotte „Planten onder glas".
Iemand die denkt hieraan te
gaan beginnen doet er goed
aan eerst dit boekje ge
schreven door Kenneth. A.
Beckett te raadplegen. Alles
wordt erin behandeld, van het
bouwen van een kas af tot het
beheer, het zaden, de verwar
ming en het werken in een
kas toe. Belangrijke gegevens
over ziekten, bewatering en
dergelijke maken de informa
tie in dit praktijkboek com
pleet.
Met deze twee laatste boeken
is de stap-voor-stapserie in de
Groenboekerij nu compleet.
Eerder verschenen al Snoeien,
Planten voortkweken, Groen
ten, Fruit, Maak uw tuin ge
zond en Bodembedekkers, ga
zons, onkruiden.
Natuur tuinieren, Wiert
Nieuman, Groenboekerij,
uitg. Zomer en Keuning,
Ede; prijs 22,95.
Tuinwerk, Alan Titc
hmarsh, Groenboekerij. uit.
Zomer en Keuning, Ede;
prijs 22,95.
Planten onder glas, Kenneth
A. Beckett, Groenboekerij,
uitg. Zomer en Keuning,
Ede; prijs 22,95.
Een op de tien kinderen
kampt met een leesachter-
stand. Deze „moeilijke lezers",
die ook wel als zwakke lezers
worden aangeduid, zijn onder
te verdelen in veel groepen:
kinderen met een taalachter
stand, met beperkte woord
kennis (anderstaligen en do
ven), met woordblindheid en
kinderen die geestelijk of li
chamelijke gehandicapt zijn.
Voor deze moeilijke lezers zijn
er de zogenaamde „Streepjes-
boeken" van de uitgeverij
Ploegsma, die hen op het lijf
zijn geschreven. In deze reeks
zijn drie nieuwe titels versche
nen.
Aan de streepjesboeken, te
herkennen aan de schuine
streepjes 'op de kaft, worden
door de uitgever zware eisen
gesteld: de tekst moet helder
zijn, met korte woorden en
zinnen. Goede ge illustraties
moeten de tekst ondersteunen.
Het verhaal moet niet kinder
achtig zijn en de lezer zodanig
kunnen boeien, dat hij of zij
wordt geprikkeld om verder te
lezen. Aan bovenstaande eisen
gebonden heeft een groot aan
tal Ploegsma-schrijvers, erva
ren auteurs van kinderboeken,
de opdracht tot het schrijven
van Streepjesboeken aan
vaard. Zij worden daarbij be
geleid Heieen Kernkamp-Bie-
gel. De eerste boekjes zijn
mede door de gunstige prijs
enthousiast ontvangen op
scholen, bibliotheken en in de
boekhandel. De prijs kon zo
laag worden gehouden dankzij
de bereidwilligheid van au
teur, illustrator en uitgever om
matig gehonoreerd te worden.
De nu verschenen boekjes zijn
bovendien voorzien van de
Leeswijzerkaart, die het moge
lijk maakt in één oogopslag te
zien voor welke leeftijdsgroep,
voor welk leesniveau en voor
welk soort kinderen de boe
ken bedoeld zijn.
„Een rare zaak" handelt over
de speurder Treurniet, die met'
zijn dochter vreemde zaken
oplost. Op een dag komt een
man, Pim genaamd, naar hem
toe. Hij heeft een papagaai bij
zich. Pim verwondert zich ero
ver dat de vogel de laatste tijd
nogal vreemde woorden is
gaan. zeggen, zelf erge vieze.
Aangezien Pim zelf een keuri
ge man is, begrijpt hij niet hoe
zijn huisdier aan een dergelijk
taalgebruik komt. Treurniet
en zijn dochter lossen deze
zeer merkwaardige zaak op.
„Een rare zaak" is een thema
boek, met onder meer als the
ma: speurdersverhaal. Het
boekje is geschreven door An
Rutgers van Der Loeff. De il
lustraties zijn van Ietje Rijns
burger.
„Eerlijk is eerlijk" handelt
over het thema „liegen". Het
gaat over een familie, waarin
iemand blijkt te zijn die tel
kens de randjes van de appel
taart opeet. Moeder beschul
digt haar ene dochter, die erg
van snoepen houdt, ervan. Het
meisje ontkent echter, want ze
is juist aan het lijnen. Dan
moet het volgens moeder haar
andere dochter zijn, die het
met de eerlijkheid niet zo
nauw neemt. Zij weet alle vra
gen slim te omzeilen en ont
kent natuurlijk ook. Waarna
men nog niet weet wie de
snoeper is. De ontknoping is
verrassend. Rita Törnqvist
schreef het verhaal, Jaap
Nieuwenhuis maakte er de te
keningen bij.
„Liefde" is het thema van het
boekje „Wat zou dat fijn zijn".
In vier verhalen komen de
wensdromen, de verlangens en
de gevoelens van kinderen
aan de orde. Het eerste ver
haal gaat over Niek, die het
heerlijk vindt om naar de
tandarts te gaan. Die tandarts
is namelijk een mevrouw, die
heerlijk ruikt en die mooie
ogen heeft. Niek verzint iets
om weer naar haar toe te kun
nen gaan. In het tweede ver
haal gaat het over een meisje,
dat in het begin van de puber
tijd zit en dat zich nogal een
zaam voelt. Ze stuurt zichzelf
brieven. Een meisje, dat in het
ziekenhuis terechtkomt na een
aanrijding is de hoofdpersoon
uit het derde verhaal. Ze ver
langt erg naar haar vader, die
het ziekenhuis met een list
weet binnen te komen. Het
laatste verhaal gaat over een
jongen die prachtige sport
schoenen van zijn vriendje
heeft gegeven. Zijn moeder
gooit die schoenen zomaar
weg.
De verhaaltjes zijn van de
hand van Elfie Donnely, An
neke Hohman illustreerde het
boekje.
LEO HENNY
„Streepjesboeken" voor
moeilijke lezers worden uit
gegeven door Ploegsma. Ze
hebben een harde kaft en
tellen ongeveer veertig blad
zijden. De prijs per deeltje
bedraagt 9.90.
„DE NACHT VAN VARENNES"
Ettore Scola's La nuit de Varennes (De Nacht van Varennes)
was het boek van de Franse schrijfster Catharine Rihoit waarop
de film tot in het kleinste detail is gebaseerd, vooruitgesneld,
maar het boek verdient zeker zoveel aandacht als de film.
Het boek is in de eerste plaats het boeiend geschreven verhaal
over de vlucht van de laatste Franse koning Lodewijk XVI en
Marie-Antoinette per postkoets in de nacht van 20 juni op 21
juni 1791, voornamelijk waargenomen door Restif de la Breton-
ne. Deze was een literaire schuinmarcheerder voor wie de Fran
se literaire handboeken niet meer dan enkele regels overheb
ben, maar Catherine Rihoit toont hem in de rol van chroniqueur
van de revolutie en woordvoerder van het uitgebuite volk. Res
tif de la Bretonne weet samen met de Amerikaanse revolutio
naire voorvechter Tom Paine in de postkoets te komen waarmee
onder meer bedienden van Lodewijk XVI en Marie-Antoinette
hun koning volgen. Ook de charmante, maar oude Giacomo Ca
sanova blijkt zich onder de reizigers te bevinden. De laatste is
een briljant vertegenwoordiger van het stervende Ancien regi
me. terwijl Paine en Restif de la Bretonne de nieuwe tijd ver
welkomen.
De hoofdstukken van het boek zijn te vergelijken met de kleuri
ge tekeningen van een ouderwetse kijkdoos. Iedere keer is er
een nieuwe kleuurijk tafereel te zien, dat op romantische wijze
wordt ingeleid en beschreven, maar zonder de langdradigheid
van de romantici. Integendeel, het boek zit vol vaart, er gebeurt
veel in en de dialogen tussen de vertegenwoordigers van de
oude en nieuwe orde zijn ronduit briljant te noemen.
De Nederlandse vertaling heeft overigens niet de zwierigheid
van de oorspronkelijke tekst. Ze is wat vlak, misschien had de
vertaler voor zijn taalgebruik te rade moeten gaan bij schrijvers
als Van Lennep om de kleurrijkheid van het origineel te kun
nen evenaren.
PAUL VAN VELTHOVEN
Catherine Rihoit: De nacht van Varennes. Vertaling Daniël
Visser. Uitgave Manteau, Amsterdam. Prijs 27,50.
De uitgeverij Ploegsma heeft een nieuwtje gelanceerd: de Lees
wijzer. Elk nieuw Ploegsma boek bevat behalve een of meer
Leeswijzer-bladzijden een Leeswijzerkaart. Door deze kaart
voorin het boek op de Leeswijzer tekst te leggen geven de
zwartgeworden gaatjes aan voor voor welke leeftijdsgroep, welk
leesniveau en welke gebruikersgroep de uitgave geschikt is en
tot welk genre het boek behoort. De kaarten bevatten alle voor
de gebruiker noodzakelijke informatie. Ploegsma hoopt, dat ook
andere uitegevers uiteraard na toestemming van deze uitge
verij dit systeem gaan invoeren, vanzelfsprekend met de
daartoe opgestelde restricties en spelregels. Voor de beoordeling
van uitgaven gesehikt voor specifieke gebruikersgroepen zal een
commissie in het leven worden geroepen, zodat een uniforme
gebruikswaarde van het Leeswijzer-systeem gewaarborgd zal
zijn.
Bij de uitgeverij Ploegsma is men van mening dat de Leeswijzer
ertoe kan bijdragen dat meer kinderen met plezier kunnen gaan
lezen, omdat het boek nu een veel grotere kans krijgt bij de juis
te lezer in handen te komen. Daarbij is het natuurlijk wel zaal
dat de Leeswijzer door begeleiders (ouders, leerkrachten, bilio-
thecarissen, medewerkers van schooladvies- en begeleidings
diensten, boekverkopers enz.) goed wordt gehanteerd.
LEO HENNY
Onder auspiciën
„Stichting voor het f
kingsonderzoek in de c
legde Zuiderzeepold^
verschenen „Het joods<
dorp in de Wieringf
1934-'41". De auteurs
boek hebben in opdra pvr
genoemde stichting eerr
zoek ingesteld naar
standkoming, het onts ord
de opheffing van datjverd
dorp. linei
In de jaren dertig nam 1S
land met mate joodse 1
lingen op. Toen de ooi
brak. was hun aantal n^et
dertigduizend. Daarvan al
den en werkten er enijd g<
derden in het Wieringfctrnc
se werkdorp, dat een l e
kind was van de in 19P
richte Stichting Joodseeer
Doel van die stichtijd CC
joodse vluchtelingen e&eft
te leren, waarmee zij durf
grant naar bijvoorb
Palestina, Zuid-Amer^ t
Zuid-Afrika, meer k^m j
slagen zouden hebben.jj. ue
In totaal hebben ci^
joodse vluchtelingen Qru
werkdorp Nieuwesluis gQ^
leiding gevolgd. Van ^sie
honderd leerlingen di^j
1940 nog aanwezig war
loor meer dan de helfj jecj,
ven in een concentraircjar
Na de oorlog bleven d^ vaj
venden van juist dez^
intensief contact methuiij,
onderhouden, hoewel js
de hele wereld zijn v^n êr
Er is zelfs een reünie \fler
werkdorpers gehoudeii/,,j
Het werkdorp kwamkege]
paald niet vanzelf. Enfgny;
er eenmaal was, kostteEf, p
nog veel hoofdbrekend
in stand te houden. Nij
laatste plaats omdat I
overheidswege erg BT
werd gedaan over he
contract. De economist^?)
was ook tamelijk
want er mocht niet v<)p
den worden geproduce'^
dat zulks de econoir
schaden.
Land- en tuinbouw (iFrar
veeteelt) waren de bel! kri
ste werkvormen in hlderl
Verder kon men er grnaa
worden in het bouwCtor
smederij, de meubelmaker!
voor meisjes de landtrfhro
de gewone huishouding
Veel aandacht wordtaerd
boek geschonken aanloms
gelijks leven in hét we In
Een en ander kon woijj°en
ïllustreerd met veel I do<
tiek fotomateriaal. Vlier
beschrijven van de uitlJeai
ke opheffing, zeg maaial F
gang, kon worden gf~~"
veel archiefmateriaa
daaruit blijkt dat de lTtl
mei en aarde heeft b
om de joden weg te krj
de Wieringermeer.
Merkwaardig was het: eer
van gedeeltelijke ontjona
op 20 maart 1941. Op foes
tig achterblijvers na v
alle dorpsbewoners n3wa;
sterdam overgebracht |00r
vrijgelaten. Maar éne
maanden later wist del
in Zuid-Amerika gea(_ j]
de en aan Frankrijk Lee,
verde Klaus Barbie aLeZ(
materiaal los te krijgej|ati
Joodse Raad. Hij gaf Let
terugkeer van de jodL^
de Wieringermeer te z*.pn
gelen.
Het werd voor een! V(
jonge ex-werkdorpen^
mensonwaardig transpT
en een verschikkelijkeL
het vernietingskamp'
hausen. Het was allen^ 1
derdeel van een rep
maatregel voor een
slag op een door Duitsre
ren bewoond huis in IfP*
dam, waarbij overige[s*e
slachtoffers waren gev^hc
Niet lang na de gedej
ontruiming was het b
gedaan met het werkiIGI
werden met toestemm 1
de Duitsers nog wel
ovegebracht naar Ami v5
waar de vakopleiding to
beetje werden voortgfrtv
leerlingen woonden P 2i
elkaar in een paar legej
omdat er na de razzia
maart 1941 geen gastg k<
meer beschikbaar waitvai
De concentratie van cn E
{'oden in de hoofdstadien
iet voor de bezetteèn l
maar gemakkelijker Ian
deportatieplannen vein
te voeren. Iele
Drs. H.B.J. StegemanER
J.P. Vorsteveld: „HefEn
werkdorp in de Wi&ny
meer, 1934-'41". Uit6ag
burg Pers, Zutphen
39,50. irla