41ÉT Onsympathiek en goedkoop flodderboek Hans Ferree Raadselachtige passie in roman van Lizzy Sara May in. J CeidaeSowmit Wi Tweede „voelboek" voor blinde kleuters Drie nieuwe boeken in de Groenboekerij fc Drie nieuwe „Streepjesboeken speciaal voor moelijke lezers NA VIJFTIG JAAR HEEFT M'N TROUWE SPIJKER HET DAN EINDELIJK OPGEGEVEN. MORGEN MAAR 'NS IN DEKRANT KIJKEN. Originele kijk op een nieuw tijdperk Nieuwtje van Ploegsma: de Leeswijzer Joods drait Wieringer meer BOEKEN WOENSDAG 19 OKTOBER 1983 PAGI Met de uitgave van een twee de voelboek bewijst de uitge verij Ploegsma blinde en slechtziende kinderen een gro te dienst. Het boekje, getiteld „Pak me dan", is een vervolg op het eerste voelboek, dat „Wat is dat?" heet. Het werkje is een vertaling van „Cat ching" van Virginia Allen Jensen. „Pak me dan" is een voorlees boek, waarvan de plaatjes niet alleen kunnen worden beke ken. waar ook worden ge voeld. Het is speciaal bestemd voor blinde kinderen die nog gèen braille kunnen lezen. Ge kozen werd voor abstracte fi guren, omdat blinde kleuters de vorm van een huis, mens, boom niet herkennen. Ze voe len er slechts onderdelen van. De bedoeling is dat een vol wassene of een ouder broertje of zusje van het blinde kind het verhaaltje voorleest, waar bij de plaatjes samen kunnen worden bekeken en gevoeld. Dimensies Gebleken is, dat ook veel zien de kinderen plezier beleven aan een voelboek. Heel lo gisch, want kinderen zijn, zon der dat ze het zich bewust zijn, heel sterk georienteerd op hun tastzin. Voor ziende kleuters heeft dit boek zelfs drie di mensies: luisteren kijken en voelen. Het blinde kind mist de dimensie „zien" weliswaar, maar aangezien de dimensie „voelen" hier gelijk is aan die van het zien zal dat bij het be- leven van dit boekje nauwe lijks als een gemis gelden. Meer wellicht nog dan een ziend kind heeft het blinde kind werkelijk „contact" met de figuren in het boek. Ook kinderen met moeilijkhe den in gedrag en emoties en zij die nooit met een boek in aan raking kwamen, worden door een voelboek geboeid. In dit nieuwe voelboek komen dezelfde dezelfde figuren voor als in het eerste Het verhaal tje is wel iets moeilijker. Het eerste boekje was bestemd voor kinderen vanaf 3 jaar. het nieuwe boekje wordt aan bevolen voor kinderen vanaf 4 jaar. Het verhaaltje is heel simpel: Kleine Ruig, een inde- raad ruw aanvoelende vlek, speelt met Korrel, die korrelig van structuur is, in het kruis- jesveld. „Pak me dan!", roepen ze over en weer., De volgende dag wordt Kleine Ruig ziek. Hij krijgt het warm en heeft honger en wat erger is: hij wordt wordt vierkant, een heel vervelende ziekte, die bij Kleine Korrel, Stip en Streep echter wel op de lachspieren werkt. Ze krijgen echter zelf ook de vierkantheid. Gelukkig zijn ze allemaal weer snel be ter, waarna ze weer vrolijk in de zeshoek kunnen spelen met een stippel van Kleine Stippel. Procédé Dat met de uitgave van een voelboek in de roos werd ge schoten bleek al snel na de uit gave van het eerste deeltje, dat in dertig talen verscheen en in dertien landen werd be kroond. In Nederland werd het boekje bekroond met de „Boekensleutel", vanwege de ongekende perspectieven die dit geheel nieuwe fenomeen op boekengebied opende voor de toekomst. Dat het toch nog vrij lang duurde eer het tweede blin- den-prentenboek het daglicht kon zien vindt zijn oorzaak in het plotselinge overlijden van de uitvinder van het speciale drukprocedé dat voor een der gelijke uitgave vereist is. Dat procédé komt simpelgezegd neer op het verhitten van een speciale drukinkt, die daar door rijst en voelbaar dik wordt. De zoon van de uitvin der, zelf niet in het drukkers vak werkzaam en dus een leek op het gebied, slaagde er met de grootste moeite in het pro cédé. De drukkerswerkplaats van zijn vader, aanvankelijk gehuisvest in een klein schuurtje, verhuisd naar een grote drukkerij (AiO en Storm Co. in Odense, Denemar ken), waar de mogeli groter zijn, waardoor dan!" in meer kleur worden gedrukt dan he boek. Het bijzondere drukpi zo kostbaar, dat het b genlijk liefst 35 guldi moeten kosten. Dankzij' van verschillende foni de prijs echter worde laagd tot 17,90, hetgee eenkomt met.de prijs gemiddeld prentenboek1® de RDAl •er he eerst< in zon ,gvai (ten d straf 'oorts egen wc Virginia Allen Jense#lerda me dan!; vertaling:). Dubbelaat; omslag efan 't ningen; Mia OkkelPr de stemd voor blindt33! slechtsziende kindereg3Sttri af 4 jaar; prijs: 17,9^'ller prést LANGS DEZE MIJ ONSYMPATHIEKE WEG": Zo nu en dan probeert reklame-man Hans Ferree ook iets te schrijven wat literair moet zijn. Hij doet dat nu met een boekje, dat op een ware reeks gebeur tenissen lijkt te berusten. „Langs deze mij onsympathie ke wegheet het, en de in houd is het verslag van een reeks van ontmoetingen met vrouwen, die het allemaal heel moeilijk hebben, of heel raar leven, of iets dergelijks abnor maals bedrijven. Wat wil het gval? Ferree opent zijn boek met een adver tentie die hij ooit in de kon- takt-rubriek van Vrij Neder land gezet schijnt te hebben. Hij stelt zich daarin voor als een ludieke man, met creatie ve impulsen en vele crisissen. op zoek naar een vrouw. Hij krijgt daar zo'n vijftig reacties op van vrouwen, die hij met de camper-wagen opzoekt, overal in den lande. De wetti ge echtgenote, die een van zijn crississen is, wordt tijdens die tochten uiteraard bedonderd en belogen. Een aantal van die ontmoetin gen worden met ware borrel tafelhumor verteld in dit boekje. Daar passeren de vrouwtjes de revue, wat een collectie! Trutten en huisvrou wen, sexpoezen en maniakale wijven, dierenliefhebsters en huilende lieverdjes, wat al niet. Een rariteitenkabinet in de geest van een omgekeerde „Wat zien ik", waarmee Al- bert Mol indertijd den volke vermaakte. Een episode lijkt zelfs helemaal gekopieerd naar het beeld van dit roemruchte boekje van vele jaren geleden. Wonder boven wonder komt de misselijke, mannelijke, zwervende ik-persoon uitein delijk terecht in de armen van zijn eigen liefhebbende vrouwtje, die het allemaal door begon te krijgen en hem via een list te grazen neem. Eind goed, al goed, de crisis is ineens de wereld uit (er wordt althans niet meer over gerept) en het wettige paar ondekt de liefde en zijn sexuele bijkom stigheden opnieuw. Een se rieuze lezer is dan allang in woede uitgebarsten of heeft het armzalige boek reeds bij de aardappelschillen in de plastic zak geduwd. JAN VERSTAPPEN Hans Ferree: „Langs deze onsympathieke weg TJitg. De Fontein. Prijs 17.50. Lizzy-Sara May geeft in haar nieuwe roman, „Waarom loopt de klok rond" in een verwonder lijk kort bestek (nog geen 200 pagina's) het beeld van een bijzonder com plex leven van een vrouw, Nina Stéinbach, dochter van een groot kunstenaar, die voor de oorlog uit Keulen vertrok, zich in Amsterdam vestigde, weer naar Zwitserland ging en na de oorlog in Amster dam terugkeert. Het hele leven van Nina Stéinbach wordt eigenlijk doorgebracht in het besef van gemis daarin zit dan ook het complexe van haar per soonlijkheid en levensloop. In eerste instantie is het dui delijk wat zij mist en wie zij zoekt: toen zij vijftien was ont moette zij in Zwitserland de enige broer van haar vader, Friedel, die veel jonger is dan vader Arno Stéinbach. Het contact tussen deze broers (zo nen van een afschuwelijk Keuls echtpaar) is jarenlang verbroken geweest. De komst van Friedel naar Zwitseland betekent niet dat hij het con tact met zijn oudere broer weer definitief in orde maakt: vlak voor het nazi-geweld zich over geheel Europa uit zal strekken, is Friedel weer ver trokken. Van achter de Duitse frontlinie wil hij gaan strijden tegen de Hitler-benden. Het contact dat Nina met Frie del heeft gehad in die paar maanden, zal de hele basis aan haar verder leven ontnemen. Zij wordt verliefd op haar oom, de laatse nacht brengt zij met hem door en koestert zich daarmee in een overweldigend geluk. Daarna wacht zij zijn terugkomst af, hetgeen haar verdere otnwikkeling, haar kontakten, haar kunstenaars schap en haar levensgeluk vol ledig frustreert. De man die uiteindleijk een rol in haar le ven zal gaan spelen, ontmoet zij tijdens de roerige dagen van mei '68 in Parijs, waar Nina dan woont. Het is een jongere student, die haar hevig aan Friedel doet denken. Na enige tijd is deze Laurent haar levensgezel, maar hij doorziet de onmogelijkheid van Nina om een volledig leven te lei den. De tijd is voor haar stil blijven staan op die nacht in Zwitserland, die zij met Frie del doorbracht. Hij brengt Nina er dan ook toe op zoek te gaan naar Friedel. Na de dood van haar vader reist zij dan ook in 1980 naar Riga. van waar het enige bericht dat zij nog ooit van Friedel kreeg, af komstig is. Nina is dan 53 jaar oud en komt tijdens haar boei end beschreven onderzoek tot het besef dat zij de waarheid nooit zal vinden, dat haar hele leven voorbij is gegaan aan iets wat nooit meer waar kon worden, dat de tijd is voortge- taan zonder dat zij beseft eeft, dat zij leven moest. Het is natuurlijk interessant dat Friedel in deze korte ro man veel meer betekent, dan slechts een vroegere minnaar, die een definitieve breuk ver oorzaakte in het leven van een jonge vrouw. Dat zou niet meer dan een traditioneel-ro- mantische verhaalmotief zijn. Het gebeuren in Lizzy Sara May's vertelling heeft meer betekenis. Psychologisch ze ker: het complexiteit in de re latie van Nina met haar vader, het feit dat zij geen grootou ders kent en geen vaderland, eigen stad of huis, dat zelfs haar moeder van haar wegge vallen is (zij pleegde al spoedig na de geboorte van Nina zelf moord), al die elementen ma ken de passie voor die verre Friedel heel boeiend en raad selachtig. Maar Friedel is in veel opzich ten ook symbool van een voor bije tijd, een in de historie af gesloten epoque, een vernieti gende cultuur. Daardoor hoort dit verhaal van Lizzy Sara May bij die golf van oplevende belangstelling voor de oorlogs jaren. die in veel huidige ro mans te zien is. Belangstelling voor de manier waarop men sen de oorlogstijd in de jaren daarna verwerkt hebben. Veertig jaar na haar gelukkige tijd met Friedel loopt Nina door Riga en andere Sovjet- steden rond op zoek naar spo ren van haar minnaar, alsof de tijd niet heeft stilgestaan. Het dan doorbrekend besef kan tot niets anders leiden dan het ge voel dat haar hele leven ver daan is in zinloze hoop en overtuiging, in de tragische konstatering, dat zij nooit ou der is geworden dan de vijf tien jaar die zij in 1939 was, toen Friedel bij haar vader kwam binnenlopen en een paar maanden later weer ver trok, zonder een spoor achter te laten. Het verhaal van Lizzy Sara May laat de lezer met al die vragen en constateringen zit ten de schrijfster geeft ze eigenlijk nauwelijks aan. Je vraagt je af of dat een poging tot uiterste soberheid en het afzien van enig gemoraliseer is, of dat ze de diepten van haar thema niet geheel en al heeft doorgrond? JAN VERSTAPPEN Lizzy Sara May: „Waarom loopt de klok rond?" ro man. Uitg. De Bezige Bij. on uc£c. Minn i INFORMATIE OVER FILMS, MUZIEK, THEATER, RECREATIE. EXPOSITIES EN EEN COMPUTE AGENDA. Liefhebbers van tuinieren, die nu lange winteravonden voor de boeg hebben, waarin ze toch de spitschop of de snoeischaar niet kunnen hanteren, krijgen volop de ge legenheid om misschien wat minder hun tuin, maar ze ker meer hun „vakliteratuur" bij te houden. Wie be halve een tuin(tje) ook een boekenkast heeft, waaruit hij zo nu en dan eens een werk op het gebied van zijn hobby erop kan naslaan, heeft nu de gelegenheid zijn boekenbezit verantwoord uit te breiden. Drie boeken in de Groenboe kerij trekken dan meteen de aandacht. Twee handelen over een meer „geordende" tuin en een over de zogenaamde „wil- de-plantentuin". „Natuur tui nieren" heet dat laatste boek, waarin Wiert Nieuman uitlegt, dat gebrek aan natuurkennis er meestal de oorzaak van is dat dergelijke tuinen vaak let terlijk en figuurlijk worden overwoekerd. Niet alles is na melijk in zo'n tuin mogelijk, al zou men dat op het eerste ge zicht wel denken. Veel men sen nemen voor zoete koek aan, dat onderhoud in zo'n tuin zo gemakkelijk (lees: bijna helemaal niet nodig) is. „Waar een tuin is, is werk te doen", is echter zijn stelregel, waarmee hij kort en goed afre kent met allerlei waanideeën over natuurtuinieren. Natuur lijk valt er ander werk te ver richten dan in een traditionele tuin, maar het blijft werk. Zonder een goede dosis basis kennis van de natuur wordt het er geheid een chaos, het geen heel iets anders is dan een natuurtuin. Uiteraard laat de schrijver het daar niet bij en geeft hij voorbeelden van hoe een natuurtuin kan wor den aangelegd, welke planten er voor in aanmerking komen, hoe de natuur moet worden gestuurd en meer van die waardevolle tips. Zelfs noemt hij planten voor het gebruik in de tuin die eetbaar zijn of een geneeskrachtige werking heb ben. Voor heel andere tuinliefheb- bers zijn de twee nieuwe gid sen in de Stap-Voor-Stapreeks van dezelfde „Tuinwerk" en „Planten onder glas". De titels zeggen het al, het gaat om tra ditioneel tuinieren, al gebeurt dat uiteraard wel op moderne wijze. In „Tuinwerk" behan delt Alan Titchmarsh zaken als bodembewerking en -ver betering, het kweken van planten, zelf de tuin ontwer pen, gebruik en onderhoud van gereedshappen en machi nes, het werken met planten bakken, periodiek tuinnonder- houd en technieken om het onderhoud te beperken. Er staan ook adviezen in voor het plaatsen van kinderspeeltoes tellen. barbecuehoekjes en tuinmeubilair. Een tuinkalen- Eerlijk is eerlijk der laat zien wanneer en wat er in de tuin moet gebeuren Voor liefhebbers van het tui nieren in een eigen kasje is er tenslotte „Planten onder glas". Iemand die denkt hieraan te gaan beginnen doet er goed aan eerst dit boekje ge schreven door Kenneth. A. Beckett te raadplegen. Alles wordt erin behandeld, van het bouwen van een kas af tot het beheer, het zaden, de verwar ming en het werken in een kas toe. Belangrijke gegevens over ziekten, bewatering en dergelijke maken de informa tie in dit praktijkboek com pleet. Met deze twee laatste boeken is de stap-voor-stapserie in de Groenboekerij nu compleet. Eerder verschenen al Snoeien, Planten voortkweken, Groen ten, Fruit, Maak uw tuin ge zond en Bodembedekkers, ga zons, onkruiden. Natuur tuinieren, Wiert Nieuman, Groenboekerij, uitg. Zomer en Keuning, Ede; prijs 22,95. Tuinwerk, Alan Titc hmarsh, Groenboekerij. uit. Zomer en Keuning, Ede; prijs 22,95. Planten onder glas, Kenneth A. Beckett, Groenboekerij, uitg. Zomer en Keuning, Ede; prijs 22,95. Een op de tien kinderen kampt met een leesachter- stand. Deze „moeilijke lezers", die ook wel als zwakke lezers worden aangeduid, zijn onder te verdelen in veel groepen: kinderen met een taalachter stand, met beperkte woord kennis (anderstaligen en do ven), met woordblindheid en kinderen die geestelijk of li chamelijke gehandicapt zijn. Voor deze moeilijke lezers zijn er de zogenaamde „Streepjes- boeken" van de uitgeverij Ploegsma, die hen op het lijf zijn geschreven. In deze reeks zijn drie nieuwe titels versche nen. Aan de streepjesboeken, te herkennen aan de schuine streepjes 'op de kaft, worden door de uitgever zware eisen gesteld: de tekst moet helder zijn, met korte woorden en zinnen. Goede ge illustraties moeten de tekst ondersteunen. Het verhaal moet niet kinder achtig zijn en de lezer zodanig kunnen boeien, dat hij of zij wordt geprikkeld om verder te lezen. Aan bovenstaande eisen gebonden heeft een groot aan tal Ploegsma-schrijvers, erva ren auteurs van kinderboeken, de opdracht tot het schrijven van Streepjesboeken aan vaard. Zij worden daarbij be geleid Heieen Kernkamp-Bie- gel. De eerste boekjes zijn mede door de gunstige prijs enthousiast ontvangen op scholen, bibliotheken en in de boekhandel. De prijs kon zo laag worden gehouden dankzij de bereidwilligheid van au teur, illustrator en uitgever om matig gehonoreerd te worden. De nu verschenen boekjes zijn bovendien voorzien van de Leeswijzerkaart, die het moge lijk maakt in één oogopslag te zien voor welke leeftijdsgroep, voor welk leesniveau en voor welk soort kinderen de boe ken bedoeld zijn. „Een rare zaak" handelt over de speurder Treurniet, die met' zijn dochter vreemde zaken oplost. Op een dag komt een man, Pim genaamd, naar hem toe. Hij heeft een papagaai bij zich. Pim verwondert zich ero ver dat de vogel de laatste tijd nogal vreemde woorden is gaan. zeggen, zelf erge vieze. Aangezien Pim zelf een keuri ge man is, begrijpt hij niet hoe zijn huisdier aan een dergelijk taalgebruik komt. Treurniet en zijn dochter lossen deze zeer merkwaardige zaak op. „Een rare zaak" is een thema boek, met onder meer als the ma: speurdersverhaal. Het boekje is geschreven door An Rutgers van Der Loeff. De il lustraties zijn van Ietje Rijns burger. „Eerlijk is eerlijk" handelt over het thema „liegen". Het gaat over een familie, waarin iemand blijkt te zijn die tel kens de randjes van de appel taart opeet. Moeder beschul digt haar ene dochter, die erg van snoepen houdt, ervan. Het meisje ontkent echter, want ze is juist aan het lijnen. Dan moet het volgens moeder haar andere dochter zijn, die het met de eerlijkheid niet zo nauw neemt. Zij weet alle vra gen slim te omzeilen en ont kent natuurlijk ook. Waarna men nog niet weet wie de snoeper is. De ontknoping is verrassend. Rita Törnqvist schreef het verhaal, Jaap Nieuwenhuis maakte er de te keningen bij. „Liefde" is het thema van het boekje „Wat zou dat fijn zijn". In vier verhalen komen de wensdromen, de verlangens en de gevoelens van kinderen aan de orde. Het eerste ver haal gaat over Niek, die het heerlijk vindt om naar de tandarts te gaan. Die tandarts is namelijk een mevrouw, die heerlijk ruikt en die mooie ogen heeft. Niek verzint iets om weer naar haar toe te kun nen gaan. In het tweede ver haal gaat het over een meisje, dat in het begin van de puber tijd zit en dat zich nogal een zaam voelt. Ze stuurt zichzelf brieven. Een meisje, dat in het ziekenhuis terechtkomt na een aanrijding is de hoofdpersoon uit het derde verhaal. Ze ver langt erg naar haar vader, die het ziekenhuis met een list weet binnen te komen. Het laatste verhaal gaat over een jongen die prachtige sport schoenen van zijn vriendje heeft gegeven. Zijn moeder gooit die schoenen zomaar weg. De verhaaltjes zijn van de hand van Elfie Donnely, An neke Hohman illustreerde het boekje. LEO HENNY „Streepjesboeken" voor moeilijke lezers worden uit gegeven door Ploegsma. Ze hebben een harde kaft en tellen ongeveer veertig blad zijden. De prijs per deeltje bedraagt 9.90. „DE NACHT VAN VARENNES" Ettore Scola's La nuit de Varennes (De Nacht van Varennes) was het boek van de Franse schrijfster Catharine Rihoit waarop de film tot in het kleinste detail is gebaseerd, vooruitgesneld, maar het boek verdient zeker zoveel aandacht als de film. Het boek is in de eerste plaats het boeiend geschreven verhaal over de vlucht van de laatste Franse koning Lodewijk XVI en Marie-Antoinette per postkoets in de nacht van 20 juni op 21 juni 1791, voornamelijk waargenomen door Restif de la Breton- ne. Deze was een literaire schuinmarcheerder voor wie de Fran se literaire handboeken niet meer dan enkele regels overheb ben, maar Catherine Rihoit toont hem in de rol van chroniqueur van de revolutie en woordvoerder van het uitgebuite volk. Res tif de la Bretonne weet samen met de Amerikaanse revolutio naire voorvechter Tom Paine in de postkoets te komen waarmee onder meer bedienden van Lodewijk XVI en Marie-Antoinette hun koning volgen. Ook de charmante, maar oude Giacomo Ca sanova blijkt zich onder de reizigers te bevinden. De laatste is een briljant vertegenwoordiger van het stervende Ancien regi me. terwijl Paine en Restif de la Bretonne de nieuwe tijd ver welkomen. De hoofdstukken van het boek zijn te vergelijken met de kleuri ge tekeningen van een ouderwetse kijkdoos. Iedere keer is er een nieuwe kleuurijk tafereel te zien, dat op romantische wijze wordt ingeleid en beschreven, maar zonder de langdradigheid van de romantici. Integendeel, het boek zit vol vaart, er gebeurt veel in en de dialogen tussen de vertegenwoordigers van de oude en nieuwe orde zijn ronduit briljant te noemen. De Nederlandse vertaling heeft overigens niet de zwierigheid van de oorspronkelijke tekst. Ze is wat vlak, misschien had de vertaler voor zijn taalgebruik te rade moeten gaan bij schrijvers als Van Lennep om de kleurrijkheid van het origineel te kun nen evenaren. PAUL VAN VELTHOVEN Catherine Rihoit: De nacht van Varennes. Vertaling Daniël Visser. Uitgave Manteau, Amsterdam. Prijs 27,50. De uitgeverij Ploegsma heeft een nieuwtje gelanceerd: de Lees wijzer. Elk nieuw Ploegsma boek bevat behalve een of meer Leeswijzer-bladzijden een Leeswijzerkaart. Door deze kaart voorin het boek op de Leeswijzer tekst te leggen geven de zwartgeworden gaatjes aan voor voor welke leeftijdsgroep, welk leesniveau en welke gebruikersgroep de uitgave geschikt is en tot welk genre het boek behoort. De kaarten bevatten alle voor de gebruiker noodzakelijke informatie. Ploegsma hoopt, dat ook andere uitegevers uiteraard na toestemming van deze uitge verij dit systeem gaan invoeren, vanzelfsprekend met de daartoe opgestelde restricties en spelregels. Voor de beoordeling van uitgaven gesehikt voor specifieke gebruikersgroepen zal een commissie in het leven worden geroepen, zodat een uniforme gebruikswaarde van het Leeswijzer-systeem gewaarborgd zal zijn. Bij de uitgeverij Ploegsma is men van mening dat de Leeswijzer ertoe kan bijdragen dat meer kinderen met plezier kunnen gaan lezen, omdat het boek nu een veel grotere kans krijgt bij de juis te lezer in handen te komen. Daarbij is het natuurlijk wel zaal dat de Leeswijzer door begeleiders (ouders, leerkrachten, bilio- thecarissen, medewerkers van schooladvies- en begeleidings diensten, boekverkopers enz.) goed wordt gehanteerd. LEO HENNY Onder auspiciën „Stichting voor het f kingsonderzoek in de c legde Zuiderzeepold^ verschenen „Het joods< dorp in de Wieringf 1934-'41". De auteurs boek hebben in opdra pvr genoemde stichting eerr zoek ingesteld naar standkoming, het onts ord de opheffing van datjverd dorp. linei In de jaren dertig nam 1S land met mate joodse 1 lingen op. Toen de ooi brak. was hun aantal n^et dertigduizend. Daarvan al den en werkten er enijd g< derden in het Wieringfctrnc se werkdorp, dat een l e kind was van de in 19P richte Stichting Joodseeer Doel van die stichtijd CC joodse vluchtelingen e&eft te leren, waarmee zij durf grant naar bijvoorb Palestina, Zuid-Amer^ t Zuid-Afrika, meer k^m j slagen zouden hebben.jj. ue In totaal hebben ci^ joodse vluchtelingen Qru werkdorp Nieuwesluis gQ^ leiding gevolgd. Van ^sie honderd leerlingen di^j 1940 nog aanwezig war loor meer dan de helfj jecj, ven in een concentraircjar Na de oorlog bleven d^ vaj venden van juist dez^ intensief contact methuiij, onderhouden, hoewel js de hele wereld zijn v^n êr Er is zelfs een reünie \fler werkdorpers gehoudeii/,,j Het werkdorp kwamkege] paald niet vanzelf. Enfgny; er eenmaal was, kostteEf, p nog veel hoofdbrekend in stand te houden. Nij laatste plaats omdat I overheidswege erg BT werd gedaan over he contract. De economist^?) was ook tamelijk want er mocht niet v<)p den worden geproduce'^ dat zulks de econoir schaden. Land- en tuinbouw (iFrar veeteelt) waren de bel! kri ste werkvormen in hlderl Verder kon men er grnaa worden in het bouwCtor smederij, de meubelmaker! voor meisjes de landtrfhro de gewone huishouding Veel aandacht wordtaerd boek geschonken aanloms gelijks leven in hét we In Een en ander kon woijj°en ïllustreerd met veel I do< tiek fotomateriaal. Vlier beschrijven van de uitlJeai ke opheffing, zeg maaial F gang, kon worden gf~~" veel archiefmateriaa daaruit blijkt dat de lTtl mei en aarde heeft b om de joden weg te krj de Wieringermeer. Merkwaardig was het: eer van gedeeltelijke ontjona op 20 maart 1941. Op foes tig achterblijvers na v alle dorpsbewoners n3wa; sterdam overgebracht |00r vrijgelaten. Maar éne maanden later wist del in Zuid-Amerika gea(_ j] de en aan Frankrijk Lee, verde Klaus Barbie aLeZ( materiaal los te krijgej|ati Joodse Raad. Hij gaf Let terugkeer van de jodL^ de Wieringermeer te z*.pn gelen. Het werd voor een! V( jonge ex-werkdorpen^ mensonwaardig transpT en een verschikkelijkeL het vernietingskamp' hausen. Het was allen^ 1 derdeel van een rep maatregel voor een slag op een door Duitsre ren bewoond huis in IfP* dam, waarbij overige[s*e slachtoffers waren gev^hc Niet lang na de gedej ontruiming was het b gedaan met het werkiIGI werden met toestemm 1 de Duitsers nog wel ovegebracht naar Ami v5 waar de vakopleiding to beetje werden voortgfrtv leerlingen woonden P 2i elkaar in een paar legej omdat er na de razzia maart 1941 geen gastg k< meer beschikbaar waitvai De concentratie van cn E {'oden in de hoofdstadien iet voor de bezetteèn l maar gemakkelijker Ian deportatieplannen vein te voeren. Iele Drs. H.B.J. StegemanER J.P. Vorsteveld: „HefEn werkdorp in de Wi&ny meer, 1934-'41". Uit6ag burg Pers, Zutphen 39,50. irla

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 14