Qmd&&<Sowcunt Geboren regent heeft overdreven gevoel voor eerlijkheid en rechtvaardigheid ZATERDAG 15 OKTOBER 1983 maar strenge voorzitter, die altijd wat grapjes achter de hand houdt voor momenten waarop de span ning te hoog is opgelopen. Echt kwaad heeft hij zich nooit gemaakt. De weinige keren, dat hij zich een krachtterm heeft laten ontvallen, waren door hem tevoren zorgvul dig geprogrammeerd. „Tijdens de kabinetsformatie van Steenkamp", herinnert hij zich met smaak, „heb ik vloekend en tierend met deuren gesmeten. Maar kwaad was ik ook op dat moment bepaald niet. Ik deed het alleen omdat ik het idee had, dat ik op die manier eerder mijn zin zou krijgen. Je verkeert op zo'n moment in een gezelschap, dat je niet zelf hebt uitgekozen. In zo'n ambiance kan het van tijd tot tijd nuttig zijn als je wat luider dan normaal van je aanwezigheid blijk geeft". „Goed beschouwd blijft de politiek immers een spel. Maar dan wel een spel met een diepe, serieuze achter grond. Gaandeweg heb ik wel ont dekt, dat ik voor zo'n spel niet zo geschikt ben. Ik ben ijdel genoeg. Daar ligt het dus niet aan. Als je niet ijdel bent, geen ambities hebt, moet je niet eens in de politiek gaan, want dan slaag je niet. Het is een hondsdruk vak, waarin je soms vijf keer per week op de gekste plekken in het land een spreek beurt houdt. Als je daarvoor de ge drevenheid mist, als je niet zo no dig moet, haak je vroeg of laat toch af". „In mijn geval ligt het dan ook dui delijk anders. Ik hecht meer aan mijn beginselen dan een snel elec toraal succes, waarmee je mensen kunt inpakken. In elke verkie zingsstrijd worden door alle partij en dingen beloofd, die het zo goed doen bij de achterban. Vervolgens hoor je over die beloften nooit meer iemand praten. Zo'n aanpak vind ik niet in overeenstemming met het zuiver liberale denken. Daarom kan ik op die manier niet werken". „Daarnaast heb ik altijd de grootste moeite gehad met de goedbedoelde adviezen van public-relationsmen- sen, die zeiden, hoe ik mijn haar moest dragen en wat ik aan en uit moest trekken. Er is ooit gezegd, dat ik voor spreekbeurten mijn ze gelring af moest doen. Want als ik daarmee op de katheder zou slaan, kwam dat op de toehoorders elitair over. Ik kreeg ook de hint een col trui aan te schaffen en mijn driede lig pak voorlopig maar in de kast te hangen. Ik heb daar „nee" op ge zegd. Ofschoon ik me donders goed realiseerde, dat het opvolgen van die adviezen voordelen zou kunnen opleveren. Wiegel en Nijpels heb ben er duidelijk minder moeite mee en hebben prompt meer zetels binnengehaald dan ik. Dat is hun verdienste, waar ik niets aan afdoe. Maar je mag het mij niet kwalijk nemen, dat ik niet in staat ben om tegen mijn karakterstructuur in te gaan". „Ik heb het er gisteren nog over gehad met Udink. Die liet zich op een gegeven moment ook door zo'n pr-man ompraten en ging in losse kleren met de freule op de Dam in Amsterdam zitten. Zoiets mag jè van mij niet verwachten". „Ik ben ook ongeschikt voor het bedrijfsleven. Ik wil wel adviseren. En dat ga ik nu ook doen. Zolang ik echter nog een functie had in het openbaar bestuur heb ik me daar altijd verre van gehouden. Want het gevaar dat je je dan com promitteert, is te groot om de gok te wagen". „Maar ik beloof u, dat de heren straks een commissaris binnenha len, met wie ze behoorlijk veel last zullen krijgen. Als ik commissaris was geweest van Slavenburgs Bank zou ik ook echt al jaren geleden ferm aan de bel hebben getrok ken". „Ik realiseer me nu, dat het be drijfsleven en masse over me heen zal vallen. Maar toch waag ik het er op. Ik heb een overdreven ge voel voor eerlijkheid en rechtvaar digheid. En met zulke eigenschap pen kom je in het bedrijfsleven he laas niet altijd uit de voeten. Ik herinner me een sollicitatiegesprek bij een multinational, waar ik na mijn rechtenstudie zou- gaan wer ken op de juridische afdeling. Ik was nieuwsgierig wat ik daar moest gaan doen en toen ik daarnaar in formeerde werd er gezegd: „Het grootste deel van de tijd zult u be steden aan processen tegen men sen, die iets hebben uitgevonden, dat op ons terrein ligt U moet de rechter duidelijk maken, dat wij er allang mee bezig zijn. Als zo'n pro ces maar lang genoeg duurt, rolt er vanzelf een compromis uit de bus, want in zijn eentje kan zo'n man het financieel nooit lang volhou den". Juist, heb ik gezegd, zoekt u voor mij maar een ander". Een wolk van tevredenheid hangt nog steeds rondom zijn hoofd als hij tijdens een snelle rondgang door het huis in zijn nachtdonkere werkkamer is aangekomen. Het immense bureau is bedolven onder torenhoge stapels kranten en boe ken. Maar feilloos diept hij uit de papieren chaos een werkje op, dat hij triomfantelijk omhoog houdt. „Ik verdiep me de laatste dagen in „De positie van de langst levende echtgenoot in het Burgerlijk Wet boek". De schrijver krijgt er welis waar de lachers niet mee op zijn hand, maar mij boeit het toch. Ik zit hier vrijwel elke nacht tot half vier en lees dan voornamelijk vak litteratuur en biografieën van inte ressante mensen. Ik heb het geluk dat ik aan vier uur slaap per dag genoeg heb. Daardoor heb ik de nachten disponibel om ongestoord bij te lezen. Er wordt niet gebeld. En als de telefoon gaat is het mijn oudste zoon of collega Vonhoff, die dezelfde tic heeft als ik. Die weet dat in Middachten het licht om drie uur 's nachts nog brandt. Als hij om een praatje verlegen zit belt hij". „Nee, van romans ben ik geen lief hebber. Van wat mensen als Wol kers en Mulisch schrijven, heb ik geen weet. Men zal mij ook nooit een romanfiguur horen citeren. Dat is misschien spijtig, maar ik heb toch niet het gevoel, dat kennis van de moderne litteratuur mijn leven zou hebben verrijkt. In elk geval heb ik het nooit als een gemis erva ren". In het midden In de hal wijst hij nog even op het trappenhuis, dat bouwmeester Ste ven Vennecool op het einde van de zeventiende eeuw met vooruitzien de blik onder de koepel heeft gesi tueerd. Hij moet een voorgevoel hebben gehad, dat Heer Molly hier nog ooit gebruik van zou maken. Want de symboliek ligt er te dik op: de commissaris kan zowel langs de linkerkant als de rechterzijde naar boven. Maar in beide gevallen komt hij uiteindelijk toch in het midden uit. Wie na zijn pensionering smeuïge onthullingen van hem verwacht, komt overigens bedrogen uit. „Ik heb weliswaar voor een uitgever een proefhoofdstuk geschreven", bekent hij, „maar gelukkig reali seerde ik me daarna, dat het aantal volmaakte mensen ook in de poli tiek zeer gering is. Als ik dus zwart op wit alles opschrijf wat ik heb meegemaakt, houd ik geen vriend meer over. En als je de vijfenzestig bent gepasseerd heb je je vrienden juist hard nodig". „Ik kan natuurlijk ook een andere methode volgen en de waarheid ge weld aandoen. Dat komt bij schrij vers van memoires wel vaker voor. Wat dat betreft zou ik dus in goed gezelschap zijn. Maar als ik het zo doe, zou ik niet meer in de spiegel naar mezelf durven kijken. En aangezien dat problemen zou ople veren bij het scheren zie ik er defi nitief van af". Hoogglans Buiten hebben regensluiers de ga zons ondertussen opnieuw in de hoogglans gezet. Maar ook die per ken is Heer Molly nimmer te bui ten gegaan, omdat hij immers een afkeer heeft van wandelen. In de verte scharrelen op moeilijke plat voeten de twaalf ganzen, die hij waarschijnlijk heeft aangeschaft om vast te wennen aan het gesna ter van de politici, die hij niet kon ontlopen. Hij heeft honderden linten doorge knipt en diepzinnig gepraat tijdens werkbezoeken aan de 91 Gelderse gemeenten, die hij in zijn tienjarige ambtsperiode drie keer met zijn komst heeft verblijd. „Het is drommels mooi geweest", hoor je Heer Molly op dat moment denken. Waarmee ook deze Bommel-afleve ring weer een happy-ending heeft 2EG Fier en massief kasteel Middachten Ve vale herfstdag een nln| van negenhonderd die ooit van de na- groene licht hebben Men om door te golven die men slechts vermoeden. Beuken in waar de stervende met meesterhand een ■(end patroon van diep- Jftï gouden tinten in heeft fen, vergezellen de be- nog een eindweegs tot iar^ slotbrug, die toegang een carré met links 9ebhts stallen en bijgebou- nj^i aan de korte zijde een burcht met bordes en wapenspreuk bo ft ingang, die meldt dat yoners de dood verkie- iven de schande. Het enig logische behui- >or Meester Willem Ja- jertsema, die vanwege Londe eetlust reeds op [e leeftijd „Molly" werd id en sindsdien door ie- met deze koosnaam iangesproken. dergelijke entourage, die ^ntstijgt aan de bouwvoor- n van de woningwet, past ~"jd geen elektrische bel, erwittigt men de gastheer ji komst door middel van issieve klopper. Daarmee (achter de deurpanelen de- loffe echo's losgewoeld, die jsaard veroorzaakt, als hij uitklopt op een smeulend k in de schouw. Daarna et nog geruime tijd, voordat Jetstappen over een tegel- lort naderen. Wat geheel in verwachtingen ligt: het verplichte maten rust, een geboren regent de af- P^ngeeft die er is tussen hem (voetvolk. ste zoon Alexander, die ook inspraak mag maken op de i „Molly" en op werkdagen iieke souffleur fungeert van vekkéD-kamerlid Dijkstal en van schenale fractie in de Leidse ge- and faad, heeft vanmiddag por- nst. Glimlachend nodigt hij Uit in de eetzaal te wachten mst van zijn vader. „Maakt h maar vast gemakkelijk", ij aan, „want het kan nog I-EHlf duren"' blijkt hij de nieuwsgierig- h de kasteelheer schrome- hebben onderschat. Want jjks is hij uitgesproken of rschijnt reeds in de deuro- et een uitgestoken rech- die van wanten weet. Aj toch verder". ZzJ. die nu de ruimte vult, be- |en nadere introductie. Het loet denken aan het kner- de wielen van een karos printpad. Het heeft ook een isehe klank, waardoor het jof je wordt toegesproken jeschq megafoon, waarmee de pjin een succesvolle roeivere- (ijn boys vanaf de walkant ligt. voor het hoge raam, dat e Morjt mondjesmaat binnenlaat, eerst vergenoegd tbaar.t hij nimmer de aanvech- (ft gehad zich te vertreden &rk, dat daartoe toch duide^ jodigt. „Het is een bekoor- tje natuur", geeft hij toe, heb nu eenmaal een waardf hekel aan wandelen. U CRirrom van miï aannemen, Heze tuinen uitsluitend ken irnemingen, die ik heb ver fluit dit huis. Ik zie heus i het een fraai geheel is. kaiheb gelukkig de zekerheid, pas optimaal van kan ge ls ik er naar kijk en niet in Ie gedragslijn volg ik tij (ze vakanties in Vaassen, een tweede huisje hebben. te fer heb ik nog geen meter SCAfhld. Tot nog toe is me dat vallen. Als het mooi weer is ^jr ik me met een boek op Mas en kijk van tijd tot tijd ^■bomen en struiken om me j^faar daar moet het dan wel Sn, vind ik. Zodra een mens L- dingen tegen zijn zin gaat doen is hij op het verkeerde pad". In de kaart Deze curieuze natuurbeleving heeft hem er overigens niet van weer houden bij zijn afscheid als Com missaris van de Koningin in Gel derland een geschenk te aanvaar den, waarmee hij uitgerekend de natuur in de kaart speelt. „Ach u weet hoe dat gaat", zegt hij glimla chend boven zijn dunne sigaartje, waar hij zojuist de brand in heeft gestoken, „het is een oude traditie, dat een commissaris die weg gaat een cadeautje krijgt, waar hij zelf niks aan heeft. En daar heb ik vol ledig vrede mee. Als ik op 28 okto ber word uitgewuifd in het provin ciehuis in Arnhem krijg ik dan ook een bedrag, waarmee een stichting tot het jaar 2000 de tuinen rondom Middachten kan laten onderhou den. Het is ook de bedoeling, dat het park weer in de oorspronkelij ke staat wordt teruggebracht. Want op dat punt hebben de bezitters het in de loop der eeuwen lelijk in de lap laten hangen. Er komt bijvoor beeld een kruidentuin en de gazons krijgen een face-lift". „Om nu te bewijzen, dat ik aan dit geschenk nauwelijks vreugde be leef, wijs ik u op het perk met aza lea's daarginds. Ze zijn nu goddank uitgebloeid, maar tot voor kort keek ik op bloemen, die een foeile lijke kleur hadden en pijn aan de ogen deden. Dat had de landschapsarchitect zo bedacht, omdat hij bij zijn ontwerp uitging van de lol, die je er aan zou kunnen beleven als je in het park loopt. Maar ik zit in dit huis en heb er een heel andere kijk op". „Ik zie ook de boom, die hij heeft laten planten. Nee, niet die beuk. Ik bedoel dat gedrochtje daar met die steel eraan. Waarom zijn keus uitgerekend op dat misbaksel is ge vallen komt, omdat hij nooit even de moeite heeft willen nemen deze tuin vanuit het kasteel te bekijken. Hij is hier bij mijn weten nooit bin nen geweest en heeft dus geen flauw benul, hoe je zo'n landschap als kasteelheer ervaart. Gelukkig heeft de Heer persoonlijk ingegre pen en dat boompje dood laten gaan. En met die beslissing kan ik me volledig verenigen". Hij stoot een grofstoffelijke schater lach over zijn lippen, waarachter je de regie van Marten Toonder kunt vermoeden. In het decor van de eetzaal valt trouwens toch de tref fende gelijkenis op tussen Meester Molly en Olie. B. Bommel. Dezelfde milde uitstraling, dezelfde blik, die geen gezagsvacuüm tolereert. Het is duidelijk, dat hier een kasteelheer van stand resideert, die de wereld naar eigen goeddunken interpre teert en aanpast bij zijn wensen. Nee, de commissaris kan me nog meer vertellen. Sterfhuis En dat doet hij vervolgens. „Toen ik deze functie aanvaardde", deelt hij mee, „stond mij duidelijk voor ogen, hoe ik dit ambt wilde uitoefe nen. En daar paste dit kasteel won derwel in. Ik heb daarom tegen mijn opvolger op Binnenlandse Za ken, De Gaay Fortman, gezegd „De ambtswoning waar ik geacht word in te trekken is een vreselijk huis. Dat weet jij net zo goed als ik. Als je van zo'n sterfhuis weer iets behoorlijks wilt maken ben je op zijn minst vier ton kwijt. Dat lijkt een uitgave, die hoogst onverant woord is. Ik raad je dan ook als vriend aan die kast te verkopen en mij een bedragje toe te spelen, waarmee ik Middachten kan hu ren".- Het heeft daarna nog twee jaar ge duurd voordat hij zijn intrek kon nemen in de ruim bemeten ver trekken, waar landgraven, stad houders, prinsen met hun gemalin nen en keurvorsten in knellende kurassen zes eeuwen lang kind aan huis zijn geweest. Het bleek name lijk, dat Middachten door de tand des tijds grondig was aangevreten en alleen met een peperdure op knapbeurt weer de grandeur kon krijgen, die de nieuwe bewoner zo helder voor ogen stond. Terwijl die werkzaamheden op staatskosten werden verricht verbleef Heer Molly eerst in hotel Groot Warns- born, waar hij na enige maanden van de directeur te horen kreeg, dat hij voor korte tijd moest ver Het echtpaar Geertsema ontving jaarlijks vele duizenden gasten. het is drommels mooi geweest kassen, omdat zich een huurder had aangediend, die bereid was aanzienlijk meer te betalen. „Dat bleek een van de Brenninkmeijers te zijn", verduidelijkt Geertsema gramstorig, „en toen me dat voor de derde keer overkwam, heb ik gezegd: „Ik houd de eer aan mij zelf, ik vertrek". Vervolgens ben ik verhuisd naar een motel in Velp, waar ik met groot genoegen het moment heb afgewacht, waarop ik naar Middachten kon verhuizen". Rok met decoraties Daar vult hij nu intens tevreden zijn laatste dagen als kasteelheer met ontvangsten, waarop vrienden en politieke hoogvliegers gelaafd worden met spijs en drank, die hij betrekt van een naburig catering bedrijf. Gisteren heeft hij nog de ministers over de vloer gehad, met wie hij in het begin van de jaren zeventig kort maar krachtig het land heeft bestuurd. „Dat was een alleraangenaamst samenzijn", meent hij voldaan. „Biesheuvel, die toen premier was, had ik in huis. En ook mijn vriend Udink. Mijn vrouw had soep gemaakt en voor die gelegenheid hadden we nog eens onze rok met decoraties aan getrokken. Daar krijg je vandaag de dag bijna de kans niet meer voor. Als je met vrienden onder el kaar bent moet jé die kans dus be nutten". „Voor de duidelijkheid zeg ik er maar gelijk bij, dat ik niet houd van gezag, dat uitsluitend erkend wordt omdat het gezag is. Strijka ges, pluimages en plichtplegingen nemen steeds verder af. En dat vind ik een gelukkige ontwikke ling. Toen ik dertig jaar geleden burgemeester van Warffum was, keek men nog huizenhoog op tegen een magistraat. Als ik in die tijd wat zei, was dat in de ogen van de burgerij onfeilbaar. Wat ik te berde bracht was de waarheid". „Zo werkt het in Warffum onge twijfeld ook niet meer. En daar kun je alleen maar blij om zijn. Als burgemeester van Warffum en la ter van Wassenaar heb ik overi gens nooit de ouderwetse gezags verhoudingen nagestreefd, maar probeerde ik juist de drempel tus sen bestuur en burgerij zo laag mo gelijk te houden. Dat lukt je als burgemeester vrij aardig, omdat je in die functie een natuurlijk en di rect contact hebt met de mensen in je gemeente. Daarom blijf ik ook het ambt van burgemeester de mooiste bestuursfunctie vinden, die je kunt uitoefenen". „Een Commissaris van de Konin gin heeft het wat dat betreft al een stuk moeilijker. Om over het mi nisterschap maar te zwijgen. Een van de eerste beslissingen, die ik als commissaris in Gelderland heb genomen, betrof overigens het ver lagen van de stoel, .waar ik op zat. Dat was zo'n zetel, die hoog boven alles uitstak en waarin je letterlijk op het volk neerkeek. Ik heb een flink stuk van de poten laten afza gen, zodat ik de gedeputeerden ten minste weer recht in de ogen kon kijken". Gemeenschap „Ik heb ook tegen mijn vrouw ge zegd: „We huren nu een huis, dat met gemeenschapsgelden is geres taureerd. Rijk, provincie en ge meente hebben er daarom recht op, dat er wat met Middachten ge beurt, waar ze ook profijt van heb ben. Voor de gemeente De Steeg hebben we toen een expositieruim te bedacht in het souterrain, waar we in samenwerking met de cultu rele raad van Rheden tentoonstel lingen houden. Dat heeft geweldig gelopen. Laatst hadden we nog de Haagsche School in huis, waar in zes weekends 18.000 mensen op zijn afgekomen". „Voor de provincie hebben we de Kunstkring Middachten opgericht, waar alleen mensen lid van kun nen zijn, die wonen en werken in Gelderland. Ze betalen een miniem bedrag en daarvoor krijgen ze per jaar zeven a acht manifestaties in 'het kasteel. Dat is de ene keer een bekende pianist, de volgende maal een dansgroepje of een paar strij kers. Ook dat initiatief is duidelijk een schot in de roos geweest". „Toen bleef alleen het Rijk nog over. Wat moesten we daar nu weer voor verzinnen? De oplossing was ons huis ter beschikking te stellen van en nu citeer ik even uit het hoofd instellingen en personen, die te goeder naam en faam bekend staan. Als je aan die voorwaarden voldoet kun je op Middachten terecht voor je huwe lijksdiner en voor het jaarfeest van de effectenhandelaren. Ze krijgen de ambiance er gratis bij. En voor de rest zoeken ze het maar uit. Het hele huis staat tot hun beschikking, met inbegrip van mijn werkkamer, waar ik soms wildvreemden heb aangetroffen, die in mijn papieren zaten te neuzen. Daar is geen be zwaar tegen, zolang je je stukken die geheim zijn maar tijdig hebt op geborgen". „Het is ook geregeld voorgekomen, dat we uitgenodigd werden voor een diner. Dan prikten we dus in ons eigen huis een vorkje mee te midden van een gezelschap, dat ons volslagen onbekend was. Maar aan het einde van zo'n avond nam je meestal als vrienden afscheid van elkaar. Dat maakt zo'n maaltijd toch weer memorabel". „Mijn vrouw en ik verzorgden ook rondleidingen voor groepen, die ge ïnteresseerd zijn in de geschiedenis van Middachten. Ook daar blijkt volop belangstelling voor te be staan. Dit jaar hebben we 25.000 mensen in huis gehad, die mijn vrouw grotendeels onder haar hoe de heeft genomen. Ze vertelde eerst het een en ander over Mid dachten, dat in 1355 door Hendric van Middachten is gebouwd, en daarna liet ze de zalen zien. Vreemd genoeg hebben we na af loop nooit wat zilverwerk gemist, dat toch open en bloot voor het grijpen staat. In andere kastelen schijnt dat wel te gebeuren. Maar in Middachten durven ze het blijk baar niet aan. Ze zijn bij ons op vi site, krijgen aan de deur gelijk een hand van mij of mijn vrouw. En dat werkt". Bourgondiër Heer Molly, die zich graag een Bourgondiër noemt en verzot is op recepties en partijen, is ervan over tuigd, dat hij tot nog toe op zeer be vredigende wijze van het leven heeft genoten. Van het leiden van vergaderingen lust hij wel pap en daarvan heeft hij in zijn vele be stuursfuncties dan ook gretig ge bruik gemaakt. Hij is een milde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 13