Cambridge wijst protest tegen komst van prins Edward af Hertejacht in de Verenigde Staten een populair vermaak Politie van Dublin op zoek naar kroonjuwelen Euforie over vermindering lastendruk misplaatst M w. JM V 4 KABINET HANDELT IN STRUD MET REGEERAKKOORD BINNENLAND/BUITENLAND Cfiidóe Soutant ZATERDAG 1 OKTOBER 1983 PAGINA 6 NEW YORK Een groepje mannen met jachtgeweer in de aanslag sluipt in de vroege och tenduren behoedzaam door het bos. Ze zijn klaar om de trekker over te ha len. Het zou een scene kunnen zijn uit de oorlog in Vietnam, maar het is gewoon een vreedzame vorm van vermaak in de staat New York. De man nen jagen op herten, een van de populairste jacht- doelen in de Verenigde Staten. In het jachtseizoen van vorig jaar werd alleen in de staat New York het recordaantal van 185.455 herten geschoten. Dit jaar wordt het record waar schijnlijk opnieuw gebro ken. Tegenstanders van bloedspor ten en liefhebbers van herten kunnen protesteren wat ze willen, de jagers hebben de volle steun van het departe ment voor milieubehoud van de staat New York. Biologen van het departement schatten het totaal aantal herten in New York op meer dan een half miljoen en ondanks het grote aantal jachtvergunnin gen dat jaarlijks wordt ver strekt, planten de dieren zich nog steeds sneller voort dan ze worden afgeschoten. Voor de boeren in de omge ving betekent het grote aantal herten een fikse schadepost. Nu een groot deel van de staat is volgebouwd, is er in de na tuur niet meer voldoende voedsel voor de herten met als gevolg dat zij zich te goed be ginnen te doen aan het koren op de velden en het fruit in de boomgaarden. Het departe ment voor milieubehoud stelt zich tot doel het hertenbestand terug te brengen tot 430.000. Dat betekent dat er dit jaar 120.000 mogen worden gedood. Het departement heeft daartoe t 247.000 vergunningen uitgege ven. Macho-mentaliteit De hertenjacht is dus weer he lemaal in zwang na een diep tepunt enkele jaren geleden toen ze in de met een Oscar bekroonde film The Deerhun- ter werd gebruikt als symbool voor de macho-mentaliteit die in de film als oorzaak werd ge zien van het feit dat de natie zich ging bemoeien met de oorlog in Vietnam. Climax van de film is de terugkeer van de deerhunter (de hertejager) uit Vietnam en zijn weigering om ooit nog een hert dood te schieten. De film lijkt echter vergeten. Met de regelmaat van de klok verschijnen momenteel lange, serieuze boeken over de cor recte manier van jagen en het doden van herten. Er wordt eindeloos ingegaan op de voor delen van het schieten met pijl en boog, het jagen in groepen en het jagen met zijn tweeën, de beste kleur voor de jacht (oranje wordt aanbevolen uit veiligheidsoverwegingen) en de intelligentie van het hert. De meeste Amerikaanse jagers hebben maar weinig ontzag voor de intelligentie van hun prooi. Ze wijzen er daarbij op dat een hall miljoen jaarlijks zo stom is zich te laten doodrij den op Amerika's grote wegen. Maar in de natuur zijn herten hun belagers vaak te slim af, betekent dat dan dat de mens nog minder intelligent is? Nee, antwoorden de meeste jagers verontwaardigd, het betekent gewoon dat de herten niet slim zijn, maar wel handig. Maar ook al is het IQ van het dier omstreden, over zijn feno menale gezichtsvermogen en gehoor bestaat geen onenig heid. .Zelfs in de schemering van de vroege ochtend- en avonduren hebben de herten de jagers meestal al lang voor dat ze worden gesignaleerd ge hoord en gaan ze er met een snelheid van bijna 50 kilome ter per uur met gracieuze sprongen vandoor. Bij de jacht die ik heb meege maakt, heb ik een tijdje staan kijken naar een vader die zijn zoon van een jaar of zestien de eerste beginselen van de kunst probeerde bij te brengen. Bei de waren behoorlijk aange schoten van het bier dat ze hadden genuttigd toen ze be gonnen. De zoon raakte op een gegeven moment een groot hert, maar het was een slecht schot. De ethiek van de jacht vereist dat het bloedspoor wordt gevolgd zodat het dier zo snel mogelijk uit zijn lijden wordt verlost. Maar de zoon was te dronken en liet het dier een stille dood sterven. Dit soort excessen zijn echter eerder uitzondering dan regel. De meeste jagers houden zich wel aan de erecode. Natuurlijk zeggen ze, er zit altijd wel eens iemand tussen die de hand licht met de regels, maar voor ons is het jagen ook niet hele maal zonder gevaar. Vorig jaar zijn er in de staat New York negen mensen bij het jagen omgekomen en 88 gewond. Ze vergeten er echter bij te zeg gen dat de herten hier niet verantwoordelijk voor waren. De voornaamste oorzaken wa ren het roekeloos omspringen met het geweer of het per on geluk doodschieten van een ja ger omdat hij voor een hert werd aangezien. Een woord voerder van het departement hield echter vol dat de jacht op herten „een heel veilige vorm van recreatie buitenshuis" is en dat er bij andere sporten meer ongelukken gebeuren. W.J. WEATHERBY The Guardian (Van onze correspondent Roger Simons) LONDEN De Britse prins Edward (19) instal leert zich vandaag met pak en zak op kamers in het eeuwenoude Jesus College van de beroemde universiteit van Cam bridge. Hij zal er gedu rende drie jaar archeolo gie en antropologie stu deren. Aan praktisch alle Engelse universiteiten wordt tegenwoordig een sterk toenemende be langstelling voor de cur sussen oudheidkunde vastgesteld. Na zijn drie jaar in Cambrid ge gaat prins Edward dienen bij de Koninklijke Mariniers. In de rij voor de Britse troon sopvolging houdt hij immers nog steeds de derde plaats be zet. Van alle opgroeiende Britse prinsen die voor de troon in aanmerking komen, wordt verwacht, dat zij een of andere militaire opleiding ondergaan. Cambridge is de universiteit van de Britse maatschappelij ke bovenlaag, waarvan de le den echter niet noodzakelijk de rijksten van het land zijn. Naar de universiteit van Ox ford gaan de zonen en doch ters van de meest welgestelde Britten. Tegenwoordig geniet Cambridge de reputatie van moderner te zijn en meer we tenschappelijk geöriënteerd dan Oxford. Maar Cambridge is ook de universiteit met het grootste aantal homofiele studenten. Vooral in het beroemde King's College, een van de 26 verschillende colleges, die sa men de universiteit van Cambridge vormen en elk een aparte stijl en levenswij ze hebben, zijn zij sterk ver tegenwoordigd. Sinds het midden van de jaren dertig is het King's College ook een goede leverancier van Britse spionnen aan de Sovjets. Cambridge hoopt volgende zomer weer 10.300 nieuwe gediplomeerden op de Britse arbeidsmarkt te brengen. Ook in de tijd van pakweg drie miljoen werklozen is de vraag naar ex-studenten van Cambridge zeer groot. Hoog uit een half procent van de nieuwe gediplomeerden zal geen baan vinden, de beste aanbeveling om voor bepaal de Britse betrekkingen in aanmerking genomen te wor den, is dat men in Cambridge (of Oxford) gestudeerd heeft. Dragers van diploma's van de overige 38 Britse universi teiten hebben het wat dat be treft veel moeilijker. Oxford en Cambridge kun nen zich dan ook de weelde veroorloven bij de keuze van nieuwe studenten nog selec tiever te werk te gaan dan de andere universiteiten, die nochtans algemeen ge sproken al erg kieskeurig zijn. I,n de regel worden al leen zeer pientere jongens en meisjes door Cambridge of Oxford geaccepteerd. Als je er eenmaal binnen bent, is het risico wegens slechte uit slagen wegegstuurd te wor den erg klein. Andere uni versiteiten doen dat geregeld. Herkansing zit er meestal niet in. Aan de universiteit van Oxford of Cambridge komt het echter zelden voor, dat een van de studenten niet slaagt. Om prins Edward te kunnen opnemen onder de 400 stu denten van het Jesus College heeft Cambridge kennelijk wel een en ander door de vingers gezien. De academi sche bagage van de prins be antwoordt nauwelijks aan de eisen die normale aspirant- studenten gesteld worden. Edward is een oud leerling van de dure particuliere kostschool van Gordonstoun in Schotland, waar zijn oude re broers ook op de banken gezeten hebben. De oudste van de drie, kroonprins Charles, studeerde in Cam bridge geschiedenis. "i' K De historische toegangspoort van Jesus College in Cambridge, die 's nachts om twee uur dicht gaat. In Gordonstoun was" Charles evenmin een uitblinker in de studie. Toch kwam hij pro- - bleemloos in Cambridge. Dit is nu ook gebeurd met zijn broer Edward, die in geen enkel schoolvak, zelfs niet in Engels, veel punten wist te behalen. Tegen zijn gemak kelijke acceptatie door Cam bridge protesteerden afgelo pen zomer een kleine groep studenten, die het een schan daal vonden dat in de plaats van een briljante jongeman of jonge vrouw een (wat zij noemden) „koninklijke uil" in Cambridge zal komen rondhangen. Hun protest werd door de universiteit gewoon afgewe zen. Zij weigert toe te geven, dat voor Edward Windsor, omdat hij lid van het konink lijk huis is, bepaalde tekort komingen door de vingers werden gezien. „Hij is een in telligente knaap, die hard zal werken voor zijn diploma", zegt zijn toekomstige „tutor", dr. Gavin MacKenzie. Deze is een van de zestig „fellows" (gegradueerden met toelage voor onderzoekingswerk en studie) van het Jesus College. Jesus College werd in 1496 gesticht, als een van de oud ste van Cambridge. Als tutor en mentor van prins Edward zal dr. MacKenzie de leiding van diens studie en dagelijk se leven aan de universiteit op zich nemen. Gratis Hoewel koningin Elizabeth II van Groot-Brittannië een van de rijkste vrouwen van de wereld is, worden de dure studies van prins Edward aan de universiteit van Cambrid ge bekostigd door het Britse leger. Edward tekende name lijk enkele maanden geleden voor een militaire carrière van verscheidene jaren. Daarna gaf het leger hem drie jaar verlof om op kosten van het departement van de fensie archeologie en antro pologie te gaan studeren. On dertussen krijgt Edward het salaris van een jonge luite nant. Het leger betaalt ook de huur van de prinselijke stu dentenkamer. die iets meer dan 20 pond (ruim negentig gulden) per week bedraagt. Edward wordt op de campus ondergebracht in de North Court, een moderne blok met drie etages, gebouwd in 1965. Gewone studenten krijgen daar niets dan een kaal ka mertje met een niet bepaald comfortabel bed, een paar kastjes, tafeltje, een klein bu reau en wat boekenrekjes. Vier studenten maken ge bruik van hetzelfde keuken tje dat zich telkens naast hun kamers bevindt. De prins legt beslag op vier naast el kaar liggende kamers, waar van een bewoond zal worden door zijn lijfwacht. Met het oog op de persoonlijke veilig heid van Edward werden de ramen van deze „suite" voor zien van kogelvrij glas. Alleen eerste- en derdejaars studenten verblijven op de campus. Alle'tweedejaars wo nen in Cambridge op particu liere kamers. Jesus College verwacht zaterdag 130 „fres hers" (nieuwe studënten), van wie 73 in de North Court zullen logeren. Het is een ge mengd studentenhuis. Prins Edward krijgt twee kamers verder een jonge buurvrouw. Meisjes zijn echter in Cam bridge sterk in de minder heid. Op elk 100 studenten Prins Edward, vanaf van daag student telt men er gemiddeld 66 jon gens en maar 33 meisjes. Party's De cursussen beginnen dins dag. In zijn eerste weekeinde op de universiteit zal prins Edward evenwel hoofdzake lijk wijden aan het bijwonen van party's en andere festivi teiten, die speciaal voor de „freshers" door tweedejaars op touw gezet worden. Zij zijn bedoeld als inwijding in het eigenlijke studentenle ven. Edward zal gauw erva ren dat onder de jeugdige be woners van de universiteit van Cambridge zich veel straffe drinkers bevinden. Ze zijn verkikkerd op de Franse mousserende wijn „Veuve du Vernay" en op „Pimms", een merkwaardige Engelse cock tail waarin schijfjes appel en komkommer drijven. Het Jesus College heeft een stel portiers, die een hoge hoed, een gestreepte broek en een lange slipjas dragen. Hoofdportier John Haycock (50) gaat prat op zijn militaire achtergrond. Hij deinst er niet voor terug om ontspoor de studenten op hun plaats te zetten, ook al spreekt hij ie dere jongen of meisje aan met een eerbiedig „Sir" en „Miss". De toegangspoort van het college gaat om 2 uur in de vroege morgen dicht, maar wie nog later thuis komt mag toch de portier wakker bellen. Deze maakt dan slaapdronken de deur open, hetgeen gepaard gaat met allerlei verwensingen aan het adres van de laatko mer. Maar prins Edward is een vluggerd; de boze portier zal hem niet afschrikken. ROGER SIMONS DUBLIN Uitgerust met metaaldetectors en schoppen is de politie van Dublin een grootscheepse speurtocht begonnen naar de Ierse kroonjuwelen die 76 jaar gele- den werden gestolen uit Dublin Castle. De roof was een van de laatste grote schandalen tijdens het Britse bewind. Het is niet de eerste keer dat er zoekacties worden ondernomen naar de diamanten, robijnen en smaragden die naar verluidt een waarde van ruim tien miljoen gulden hebben. In het verleden zijn de speur- tochten echter steeds op niets uitgelopen. De politie van Dublin besloot opnieuw haar geluk te beproeven, nadat een vrouw was komen vertellen dat zij als kind de plekken had gezien waar de juwelen begraven la- gen. De anonieme vrouw zei dat haar grootmoeder haar de plekken f vijftig jaar geleden had laten zien, maar haar had laten beloven er met niemand over te praten totdat twee generaties waren voorbijgegaan. De vader van de vrouw is onlangs overleden, vandaar dat de vrouw nu met haar verhaal na&r buiten is getre- den. j De juwelen werden in 1907 gestolen uit een brandkast vlak voor- dat koning Edward VII in de stad arriveerde voor een officieel bezoek. Het was de bedoeling dat hij de juwelen tijdens dat be- f zoek zou dragen. Hoewel onmiddellijk na de roof de hulp van Scotland Yard werd ingeroepen, is er nooit iemand in staat van beschuldiging gesteld en zijn de juwelen nooit gevonden. Dit heeft de Ieren echter niet weerhouden van eindeloze speculaties over de identiteit van de dieven en de plaats waar de buit begra- I ven ligt. In 1948 werd een gebied vlak buiten Dublin helemaal afgestroopt nadat een waarzegger had gezegd dat hij de „locatie" had geïdentificeerd. Iets dergelijks herhaalde zich in 1960. Een van de vreemdere kanten van het verhaal is de onthulling in 1977 dat de eerste nationale Ierse regering tijdens een kabi netsvergadering in 1927 heeft gediscussieerd over de aankoop van de juwelen. Uit notulen'van die vergadering blijkt dat de toenmalige premier W.T. Cosgrave „begreep" dat de juwelen te koop waren voor 3000 pond. Hij was voorstander van de aan koop. In latere notulen wordt met geen woord meer over de it welen gerept en voor zover valt na te gaan zijn ze nooit gekoch Premier Cosgrave heeft nooit willen vertellen waarop hij zijn veronderstelling van toen baseerde. JOE JOYCE The Guardian ADVERTENTIE DEN HAAG Nog steeds zijn de regeringsfracties en andere Lubbers-gezin- den rond het Binnenhof niet uitgepraat over het „historisch keerpunt" dat dit CDA-VVD-kabinet voor 1984 wil bewerkstel ligen. Voor het eerst in tien jaar zal immers de druk van belastingen èn van premies omlaag gaan, zo blijkt uit de cijfertjes die op Prinsjesdag werden gepresenteerd. Een daling van deze zoge naamde collectieve druk is goed voor de nationale econo mie. Het betekent namelijk dat er meer geld overblijft voor andere doeleinden, zoals be drijfswinsten. Ook de koop kracht voor de burger kan er door een daling van de belas tingen en premies die hij moet betalen op vooruit gaan. In een tijd van dreigende beste dingsbeperking geen slechte zaak. Op het eerste gezicht is er dus inderdaad alle reden tot lof, als dit kabinet er in zou slagen de lasten voor de bur ger omlaag te brengen, ook al is het slechts met enkele tien den van procenten. Inderdaad, alsmaar daar zit 'em nu juist de kneep. De bij de miljardennota gepresen teerde cijfers en hun enthou siaste vertaling door mensen als minister Ruding (Finan ciën) en VVD-leider Ed Nij- pels geven echter op z'n zachtst gezegd een vertekend beeld. Wat zij namelijk doen is niet veel anders dan de krui- ren eerst flink verhoogde, om ze vervolgens breeduit als spe ciale aanbieding op zijn ramen te adverteren tegen een zoge naamd sterk verlaagde prijs. Bittere pil De druk van belastingen en premies op de burger heeft in de drie jaren van dit decen nium nog maar één richting gekend: de opwaartse. Hoewel elke partij de noodzaak van een vermindering van deze lasten onderkent en soms zelfs als politieke doelstelling in het partijprogramma aan de kie5 zers belooft, moeten we voor de laatste werkelijke daling te rug naar het jaar 1976. Toen trad er een drukvermindering op van 0,3 procent. Sindsdien hebben achtereenvolgende ka binetten van verschillende RUITENHEER ,1.1. A kleur niets anders gedaan dan hun financiële problemen af wentelen op de bevolking door de schroef van belastingen en premies verder aan te draaien. Opvallend daarbij is dat het nota bene de kabinetten zijn met de VVD, die voor de grootste lastenverzwaringen hebben gezorgd, hoewel de li beralen er toch prat op gaan het tegenovergestelde na te streven. Zo steeg onder het ka binet Van Agt-Wiegel de las tendruk in het jaar 1979 met maar liefst 1,6 procent! Roe pend dat zij een uiterst bittere pil te slikken hadden en dat dit echt de laatste keer moest zijn, gingen de liberalen tel kens weer voor hun kabinet door de knieën. En zo bleef niet alleen de inkomstenbelas ting stijgen, maar ook de ben- zine-accijns en accijnzen op ta bak, bier, wijn, sterke drank, suiker en zelfs op alcoholvrije dranken. Nog bonter De ploeg van Lubbers, die nu met zoveel bravour vertelt dat voor het eerst sinds 10 jaar de collectieve druk omlaag zal gaan, heeft het echter nog veel bonter gemaakt. Kennelijk niet gehinderd door de belofte in de regeringsverklaring dat in vier jaar de druk van belas ting en premies in elk geval gelijk zou blijven, zo mogelijk zelfs zou moeten dalen, begon dit kabinet van CDA en VVD in zijn eerste zittingsjaar met een reeks lastenverhogingen. Niet alleen werden tijdelijke verhogingen van de inkom stenbelasting permanent ge maakt, ook werd in het eerste jaar de inflatiecorrectie niet volledig doorgevoerd, werd een belasting op tweeverdie ners voorbereid en werden alle energiekosten flink in prijs verhoogd. De aardgasprijs werd opgetrokken, maar ook de benzine werd in een paar etappes (maart en juli) bijna 15 cent per liter duurder ge maakt. Gebruikers van het openbaar vervoer waren ove rigens evenmin voordeliger uit. Bedrijven Daarbij bleef het echter niet. Door het terugtrekken van het geld dat het rijk betaalde aan de fondsen die de sociale uit keringen financieren, moest iedereen ook forse premiever hogingen gaan betalen voor bijna alle sociale verzekerin gen. Daardoor alleen al dreigt de premiedruk in 1983 met drie procent op te lopen. Het resultaat van dit alles is, zo blijkt uit cijfers van het Cen traal Planbureau, dat Lubbers en de zijnen dit jaar zorgen voor een directe lastenverzwa ring van 2,2 tot 2,5 procent van het nationaal inkomen. Ook dat is een prestatie die hun voorgangers in meer dan tien jaar niet hebben verricht! In alle euforie over het terug dringen van de belasting en premies mag dat best eens be dacht worden. Bovendien be tekenen de plannen van het kabinet voor volgend jaar slechts voor een deel van Ne derland een lastenverlichting. Het zijn immers vooral de be drijven die ervan profiteren. De burger zelf krijgt de lagere premies die hij hoeft te beta len, omdat er zoveel mensen van de ww zijn doorgeschoven naar de door het rijk betaalde bijstand en wwv, onmiddellijk „gecompenseerd" door een reeks belastingverhogingen, zoals de stijging van de btw en de verhoging van de accijnzen op tabak en alcohol. In feite betaalt die burger nu twee keer voor het grotere aantal uitkeringstrekkers: in 1983 door het optrekken van aller lei premies en in 1984 door ex tra belastingen die de hem toe komende premiedaling opsou peert. Ook zal die burger opnieuw worden getroffen door tal van hogere gemeentelijke tarieven en belastingen, die niet in het cijfer van de collectieve lasten tot uitdrukking komen. De ge meenten krijgen het immers weer moeilijker door de kor ting die het rijk toepast op het geld dat zij krijgen uitgekeerd en moeten dus wel tot lokale lastenverhogingen overgaan. Al met al is dit kabinet nog zeer ver verwijderd van zijn doelstelling, de lastendruk in Nederland gedurende één ka binetsperiode (naar het hoopt tot 1986) in elk geval stabiel te houden. Er moet nog heel wat gebeuren om op het niveau van vóór zijn aantreden terug te komen. ARJEN BROEKHUIZEN Een bijzonder aanbod van uw krant: 10 DAGEN COSTA BRA VA aqc voor slechts fcWWR per persoon op basis van VOIPENSION U verblijft in MALGRAT DE MAR, een gezellige, gemoedelijke badplaats, welke nog niet door het massatoerisme Is aangetast. Het hotel SORRA D'OR (met zonneterras, zwembad, lounge. T.V lilt en internationale keuken) ligt 2S meter van het strand aan een ca. 2 km lange boulevard, waaraan de meeste hotels, bars. restaurants, nachtclubs en winkels liggen en waar het 's avonds gezellig druk is. Malgrat heeft een mooi zandstrand met ver spreide groepjes pijnbomen. U kunt er vele takken van watersport beoefenen. Het station tlgt nabij het) hotel zodat ook bijv. een bezoek aan Blanes (tropische tuinen) en BARCELONA (de op één na grootste stad van Spanje) tot de mogelijkheden behoort. Onze doorlopend ter plaatse aanwezige Nederlandse hostess zal u daarover gaarne alle gewenste Inlichtingen verstrekken. U vertrekt per super de luxe touringcar van MAASKANT REIZEN (voorzien van toilet, bar. t.v. en video) rond het middaguur uit Den Haag en Rotterdam. Aankomst in Malgrat de andere dag omstreeks 9 uur v.m. Tijdens de reis wordt gedurende de nacht doorgereden. De vertrekdata zijn maandag 10 OKTOBER en 17 OKTOBER a s. Deze reis is eveneens mogehjk met een overnachting op de heen- en terug- bezoek aan de markt in Tordera Vertrek op dinsdag 18 OKTOBER a.s. alsmede van een speciale extra HERF8TVAKANTIEREIS op vrijdag 14 OKTOBER a.s. Kosten ƒ435.- per Tijdig boeken wordt dringend aangeraden! Gecombineerde reisverzekering 20 - per persoon 5.- poliskosten. Annuleringsverzekering 3 1/2% van de reissom 6.- poliskosten. Inlichtingen en boekingen: telefonisch onder no. 070-190882 (van maandag t/m vrijdag van 9 tot 13 uur) of persoonlijk in onze vestigingen Spuistraat 71. Den Haag (op de hoek van het Spui) en Coolsingel 67 Rotterdam (t.o. stad- i8"SIJTHOFF pers POSTBUS 16050. 2500 AA s-GRAVENHAGE TEL 070-190882 (MAANDAG T/M VRIJDAG TUSSEN 9 EN 13 UUR)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 6