Op elke braderie herleeft
de tijd van Ot en Sien
VEEL KAF
ONDER
HET KOREN
ZATERDAG 17 SEPTEMBER
Ons straatbeeld wordt
meer dan ooit verleven
digd door ambachtelijke
tonelen. Jaarmarkten uit
vroeger eeuwen schijnen
soms echt te herleven in
winkelcentra en voet
gangerszones. Ambachts
lieden, vooral uit het oos
ten van ons land, worden
uitgenodigd op „brade
rieën", een ander en
even miraculeus ver
schijnsel van ons tijdsge
wricht. Zelfs het woord
blijft voor velen een
raadsel. Het zou een af
leiding kunnen zijn van
het Franse „brader", het
onder de prijs op straat
verkopen van handels
waar, die men normaal
vanachter de toonbank
krijgt aangereikt. Ande
ren houden het erop dat
het riekt naar „braderij",
het roosteren van vlees.
een willekeurige braderie: je kunt over de hoofden lopen
keltjes, waarin de pijlen onverbid
delijk een looproute langs twintig
exploitanten voorschrijven. Ont
snappen is uitgesloten en op elke
hoek slaat de commercie toe met
dure pronkstukken.
Leuke-Dingen-Route
Zal de gulden een daalder waard
zijn in een pas geopend permanent
ambachtscentrum te Bleiswijk,
enigszins te vergelijken met „De
Gildenhof" in Doesburg? In Dren
the voert sinds kort een „Leuke
Dingen Route" langs elf hand
werkslieden die ook graag hun kas
sa's hóren rinkelen. Heerenveen is
dit gezelschap al voor geweest met
een „Ambachtsroute Buitenom",
met vijftien adressen en elders in
deze provincie houdt „Alfaers Erf"
zich aanbevolen voor een bezoek
aan ouderwetse winkeltjes en
werkplaatsen.
Ons volk is dermate in de ban van
het ogenschijnlijk zo knusse verle
den dat velen in museumdorpen als
,,'t Oale Kompas" en „Orvelte" de
waterlanders nauwelijks kunnen
bedwingen wanneer zij het verse
brood uit de leemoven zien komen
en de hoefsmid omringen terwijl
hij met een gloeiend ijzer het eelt
van de paardevoet doet sissen en
stinken. Het educatieve element in
de oude ambachten-rage mag zeker
niet onderschat worden en wellicht
is het gevolg, dat een aantal zielto
gende beroepen in stand kan blij
ven. De stoelenmatter doet op de
markten gewoon zijn werk in op
dracht van klanten die een biezen
zitting hersteld willen zien. Maar
klompen worden ook nu nog écht
gedragen.
LEO J. LEEUWIS
De heer W. J. Westerha
(48) is een van de vele i
gisseurs in het theater vi
de oude ambachten. Hij c
ganiseert verkoopever
menten op straat, waai
vingervlugge landgenotiVT
een rol spelen. Maar v» r
gens hem wordt het hoit i
tijd, dat er een strengén I
ballotage wordt toegepastijn
Het dreigt uit de hand V
lopen, nu de vraag naar «ne
soort demonstraties bijaai
overstelpend is gewordéna
Vele blauwe-kieldrag» t<
gooien er met de pet na! b
Zij komen te laat, houdi
zich in het geheel niet a| m
hun afspraken om eder
kraam te bezetten of he vi
ben alleen maar aandade s
voor de verkoop, terwOi
het publiek is gekomen <j g
hen bezig te zien met ei w
gerlei handwerk.
Het komt ook steeds méde
voor, dat groepen zich ere
de markt prijzen door e pi
daggeld te bedingen v.lie
zo'n 175,- per standplaéhi;
een gratis kraam plus cd. I
sumpties en vergoedicp
van de reiskosten. En this
terwijl er soms uren 1
treuzeld wordt vóór eze
spinnewiel eindelijk gL
snorren of een ciseleur zjfa
eerste inscriptie heeft
maakt. d
De commercie slaat dus (per
ducht toe. Zo zou er ekge
echtpaar tot de ambulatf'
marktkooplieden behoiPL
dat z'n vijf kinderen
meest uiteenlopende ber«aai
pen laat demonstreren, ie
dat van een doorwrofl
vakmanschap eigent
geen sprake kan zijn.
De heer Westerhout
treurig gestemd over
„bezoedeling" van iets i
zo mooi is begonnen, h-j
vindt dat de bezem er ed 1
doorheen moet, vóór 1
publiek zich gaat beklag
over het vele kaf onder
koren. Gelukkig zijn er
veel gewesten nog mens
te vinden, die het blazo|
zuiver houden. Tot op
den is het publiek veri
op evenementen als braq
rieën en/of oude ambacj
markten, zo heeft een d
derzoek uitgewezen. M
laat massaal het eigen wf
keidomein in de steek i
elders een pittige bral".
lucht, pret, jolijt en vool
demonstraties de inkop
begeleiden.
ademloos zijn verrichtin
gen volgt, half verstikt
door de rook en in de
ban van zijn standwer
kerstalenten.
In kringen van winke
liers- en middenstands
verenigingen begint men
zich echter al af te vra
gen of al die folkloristi
sche toestanden de eigen
omzet niet bedreigen.
Veel artikelen die zij
vergeefs aanprijzen gaan
vlot van de hand bij am
bachtslieden, waar de
mensen zien hoe ze ge
maakt worden.
Beducht voor deze con
currentie gewagen som
mige neringdoenden al
misprijzend van de
twaalf ambachten en
dertien ongelukken, van
toepassing op menige ge
legenheidsdemonstrant.
Ingehuurde krachten
met een vlotte babbel
zouden soms een mini
mum aan ambachtelijk
heid paren aan een gul
zig winstbejag.
Muziek van een boeren-
kapel en een wild met de
vlegel om zich heen
meppende dorser wakke
ren de kooplust aan. En
het mag dan een werk
studente zijn die haar
strofiguurtjes te koop
aanbiedt, de bezoekers
vinden het allemaal
prachtig.
Daarom trekken de ka
ravanen voort van stad
naar stad. Ingeslapen
dorpen zien zich gecon
fronteerd met een ware
invasie, als de slager zijn
hele os aan het spit heeft
geregen en leden van de
„Vereniging Oude Am
bachten" uit Haaksber
gen op de midwinter
hoorn blazen. Laatstge
noemd „uitzendbureau"
met dozijnen beroepen
op de lijst, werkt profes
sioneel genoeg om het te
kunnen opnemen tegen
de toenemende concj
rentie in deze branche
Zo keert de beschavit
op haar schreden ten
De mooie afgelopen j
mer gaf ons land so
een oriëntaalse woelt
heid te zien, alsof het a
paar breedtegraden v
opgeschoven in de ri<j
ting van het zonnige z
den.
Vast staat, dat overal in
het land, of het nu in
Rijswijk, Voorburg,
Oegstgeest of Leiderdorp
is, middenstanders het
ambacht te hulp roepen
om de verkoop te stimu
leren.
Uitverkoop op straat,
daar komt het op neer,
maar dan in de sfeer van
een soms kermisachtig
vermaak.
Daarin past bijvoorbeeld
een „ambachtsman" in
wijde Volendammer
broek met de capaciteit
om op één dag duizend
kilo verse, op straat ge
rookte paling te verko
pen aan een publiek, dat
de pottenbakker achter zijn draaischijfde mandenvlechter begint
NOSTALGIE VOEDT BELANGSTELLING VOOR OUDE AMBACHTEN
DEN HAAG Een bierbrouwerij in het oosten des lands en de
dichter-illustrator Jan Luyken worden zelden in één adem ge
noemd, hoe lang zij ook op hetzelfde aambeeld gehamerd heb
ben. Lang voor de bekende reclamecampagne allerlei staaltjes
van vakmanschap vooraf liet gaan aan het ontkurken van een
beugelfles, had de etser zijn serie rijmprenten „Het menselijk
bedrijf" voltooid. Jan Luyken had andere dan dorstverwek-
kende bedoelingen met zijn beeldverhaal. Onder zijn gravure
van pruikenmaakster schreef hij bijvoorbeeld even sierlijk als
vroom de woorden: „Behaagd de wereldt niet, maar 't Oog dat
alles siet". Het wonderlijke is dat Grolsch en de reeds in 1712
overleden moralist elkaar nu de hoogste kijkcijfers betwisten.
Er is veel vraag naar de herdruk
ken van Luykens geïllustreerde
beroepengids uit het einde van de
zeventiende eeuw. De grijze plaat
jes waarop een nachtwaker zijn
ronde doet en de bakker over zijn
trog gebogen staat, hangen aan de
wand bij hetzelfde publiek, dat het
goudgele bier van de tv-schermen
ziet druipen. Nu alles dat zweemt
naar ambachtelijkheid de harten
van ons volk sneller doet kloppen,
worden grote belangstellingen
overbrugd.
Niet alleen brouwers met een
trendgevoelig reclamebureau (Vak
manschap is Meesterschap), warme
bakkers en stokers van een ouder
wetse kruidenbitter, spinnen daar
garen bij. De liefde voor het erf
goed der vaderen gaat door de
maag, maar streelt evenzeer het
oog en andere zintuigen die zich
hiervoor lenen. Jaarlijks willen
miljoenen mensen er getuigen van
zijn, hoe die oude ambachten beoe
fend werden en dus Jan Luykens
personages tot leven wekken.
Pioniers
Hoe lang is het geleden, dat de eer
ste landgenoten op hun klompen
aanvoelden wat er aan de hand
was? Deze pioniers leverden hun
voorpostgevechten op markten,
waar zij onder meer de eerste spin
newielen lieten snorren. Zo werk
ten zij op het gemoed van mede
burgers met een smartelijk heim
wee naar alles wat zij zich herin
nerden uit hun prilste jeugd of de
verhalen van een grootmoeder, die
zelf nog haar karnemelksepap
kookte.
Het duurde toen niet lang of een
niet te stuiten vloedgolf van regres
sie en sentiment waar de verza
melnaam nostalgie op van toepas
sing werd verklaard spoelde
over ons land. Werk uit vroeger
tijd is het symbool geworden van
een wonderlijke subcultuur. Het
demonstreren van dit handwerk
lijkt soms op de verkondiging van
een nieuw evangelie. Gekleed als
in tijden van vroeger trekken hele
groepen door ons land om te laten
zien hoe gelukkig de mensen wa
ren toen zij nog niet achter hun
karretjes door de supermarkt lie
pen.
Oude ambachten staan overal op
het programma waar er iets te doen
is dat volk op de been brengt. Zo
dra men ergens vernomen heeft
dat de mandenvlechter zijn korfjes
gaat breien en een ringeloorder
van de partij zal zijn om aardewerk
te beschilderen (ringeloren) loopt
het storm.
Elke zomer bijvoorbeeld kan men
er getuige van zijn hoe in het
Drentse Exloo het Oude Ambach
ten Festival de hoogste eer voor
zich opeist. En beslist niet alleen
omdat Gerritjes bruine-bonen-
kraam door zoveel mensen wordt
omstuwd. Het zou de grootste con
centratie van ambachtelijkheid zijn
in cns land. Dit jaar waren er 145
exposanten aan het werk. Meisjes
in soepjurken holden achter hoe
pels aan, de jukkendraagster bracht
haar emmer vol melk naar de
schuur en soms dreigde een antieke
stoomwals de schapen van herder
Jan Eding te verpletteren, zodat hij
op zijn breiwerkje menige steek liet
vallen. Deze schouwspelen hebben
er mede toe geleid, dat Exloo ver
eerd is met de culturele prijs van
de provincie Drenthe.
In deze officiële erkenning hebben
zowel de scharesliep als wasvrou
wen bij de pomp, de voor een dub
beltje zijn klanten scherende
„dorpsbarbier" en een veldwachter
met een kunstsnor hun aandeel ge
leverd. Dit folkloristisch gebeuren
trok dit jaar bijna 20.000 bezoekers.
Het komt steeds meer in zwang om
taferelen uit de jeugd van Ot en
Sien zo volledig mogelijk in beeld
te brengen. Vrij zeldzame ambach
ten waar zelfs de meeste overgroot
vaders nooit een blik op geslagen
hebben, zoals het billen van een
molensteen (het aanbrengen van
groeven) zijn nu onderdeel van dit
straattoneel.
De organisatoren van markten en
braderieën kunnen er niet meer
omheen: als er tussen hun kramen
geen boertje met een helder, tinke
lend geluid zijn zeis zit te haren
(aanscherpen) hebben zij minder
kans op succes. Dit werkje is even
min als het dragen van een juk en
dorsen met de vlegel ooit als een
specialisme beschouwd. Maar voor
al in de agrarische sector is het hek
van de dam, want daarop concen
treren zich veel onlustgevoelens
over het huidige leefpatroon.
Absoluut origineel
Ouderwetse oogstdagen, compleet
met het lezen van aren, worden in
scène gezet. Ook de romantische te
keningen van Jetzes, eens blikvan
ger in menig schoollokaal, komen
tot leven. Intussen wordt het steeds
moeilijker om het kaf van het ko
ren te scheiden. De reconstructie
van een boeldag of erfhuis te Bar-
neveld werd onlangs aangeprezen
als „absoluut origineel", inclusief
afslager en gratis brandewijntje.
Maar wie ooit in „Het wassende
water" van Herman de Man gele
zen heeft hoe het daar toeging,
vraagt zich af hoe men zo'n Brue-
gheliaans tafereel echt kan doen
herleven. Het boerenbedrijf
spreekt sterk tot de verbeelding.
Duizenden mensen kijken in kaas
boerderijen de vrouw des huizes op
de handen, als zij haar mes door de
wrongel haalt. De boerin heeft zich
ontwikkeld tot een geroutineerde
demonstratrice. Als ergens wordt
aangekondigd dat een schaapskud
de ontdaan zal worden van de wol
stromen massa's mensen toe, om
daar getuigen van te zijn. Voor het
nieuwe VVV-kantoor in Ede heeft
zö*h scheerder zijn standbeeld ge
kregen uit dank voor de aan het
toerisme bewezen diensten. Kleine
replica's van deze kapper worden
grif verkocht.
„Wij Eren 't Olde" heet een boe-
rendansgroep in Zelhem. Ontelbare
landgenoten stemmen in met het
oude wijsje van de boer die maar
enen schoen had. Soms laten zij
zich er toe overhalen om met be
hulp van een minigereedschapset
zelf kaas te gaan maken. Met een
rooie zakdoek als zweetband om
het hoofd hollen veel mensen ach
ter de feiten aan. Nu ééns gaan zij
gebukt onder een zak meel van het
ambachtelijke molenaarsgilde,
waar thuis brood van gebakken
moet worden, dan weer ziet men
de ingrediënten voor een echte Ve-
luwse kruutmoes of het onbespo
ten-appel-wijntje.
Hobbyisten
De shows van oude ambachten en
wat daar voor door moet gaan,
worden meestal verzorgd door
groepen, waarin de professionele
beoefenaars van het handwerk een
minderheid vormen. Hun taak is
grotendeels overgenomen door
hobbyisten, met een zeker talent
voor huisvlijt, die een ander beroep
hebben.
Ambachtslieden als bijvoorbeeld de
94-jarige Willem Hegeman uit de
Achterhoek, hebben zichzelf over
leefd. Hij toont nog steeds op jaar
markten en braderieën hoe er van
roggestro bijenkorven worden ge
vlochten. Ze worden gesleten aam
mensen die de korven op hun kop
zetten om ze als naaimand of iets
dergelijks te gebruiken.
De grijsaard heeft er intussen de
grootste moeite mee ergens nog een
veldje rogge te vinden dat hem aan
zijn materiaal kan helpen. De oogst
met combinés laat niets heel van
zijn stengels en dus moet hij het
hebben van een boertje, dat er wel
even met de zeis doorheen wil
gaan. De groep waarmee deze nes
tor nog wel eens door het land
trekt, houdt kantoor in Lichten
voorde. Een rijkspolitieman, Jan
Ubbink, neemt de grijsaard al heel
wat werk uit de langzaam verstij
vende vingers. Deze Ubbink en zijn
vrouw Anne Marie noemen zich
oprechte amateurs. Hermandads
dienaar laat zich voor zijn plezier
als imker door een menigte bijen
omzwermen. Hij heeft nu ook kor
ven leren vlechten, terwijl zijn
vrouw zich bekwaamde in het ma
ken van bijenhoning,- waskaarsen
en boenwas. Zij offeren veel va
kantiedagen op aan nun demon
straties, waarbij een kleine door
zonwoning observatiekast vol'
bijen als trekpleister fungeert.
Aldus neemt men de fakkel over
van Willem Hageman. Er zit ook
nog een spinster in de groep, ge
trouwd met de radman (wielenma-
ker) en tot voor kort was de leiding
in handen van een ook al 86-jarige
schoenmaker-leerlooier Gerard
Paasschens. Samen met zijn vrouw,
vermaard om haar bekwaamheid
in het braken van vlas en haar olij
ke toelichting op dit werk, demon
streerde deze allerwegen zijn vak
manschap.
Liefhebberij
De situatie in Lichtenvoorde is
kenmerkend voor menige groep
ambachtslieden. Pure liefhebberij
paart zich aan de exploitatie van
een kleine nering met het winst
oogmerk, dat bedrijven nu een
maal nastreven. Volgens Jan Ub
bink en zijn vrouw halen zij de
kosten er nauwelijks uit. De omzet
wil wel eens bevredigend zijn, als
zij tussen Deventer eri Arnhem
meevaren op een schip met Ameri
kaanse toeristen. Maar tal van
broeders en zusters in den lande
doen goede zaken op een ambach
tenmarkt.
Vooral in de artistieke sector beha
len deelnemers die waar ook in ons
land hun pottenbakkersbedrijf
doen zoemen, tin gieten, koper be
werken, de Hindeloper schilder
kunst of het Staphorster stipwerk
beoefenen een zeer bevredigende
omzet. De mensen kopen graag
snuisterijen die zij ter plaatse aan
's kunstenaars hand zien ontvlie
den.
Als het winstoogmerk gaat over
heersen kan het gebeuren dat een
wat lui uitgevallen klompenmaker
de hele dag sigaretjes zit te draaien,
terwijl zijn vrouw duidelijk van de
fabriek betrokken „wooden shoes"
aan argeloze vreemdelingen als
echt handwerk verkoopt.
Het ambacht heeft vele gezichten
en beweegt zich soms in de grens
gebieden van kunstnijverheid en
folkloristische (volks)kunst, gezwe-
gen,van de handel in wonderbaar
lijke curiosa, vergaard op rommel
zolders.
De diamantslijperijen in Amster
dam, vanouds een fuik voor buiten
landse toeristen, topen een ongeë
venaard vakmanschap, maar de ex
cursies worden wel besloten in ver
koopruimten, waar menige Japan
ner of Amerikaan in een later diep
betreurde opwelling naar zijn che
queboek grijpt, nog diep onder de
indruk van de demonstratie door
meesterslijpers.
Het hokkerige Ambachtscentrum,
elders in de hoofdstad, voert de be
zoekers door een doolhof van gan
gen, trapjes, werkplaatsen en win