Levensgevaarlijke files op steile alpenwanden jwitserse reddingsvliegdienst helpt iedereen, rü Barbecue ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1983 ILAKEN Steeds meer mensen be- het ruige alpinisme op grote hoog- eds meer mensen ook beklimmen de ippen van vierduizend meter en ho- p één warme juli-zondag deze zomer n maar liefst tachtig alpinisten ge- iie probeerden de top te bereiken Mönch, bij Interlaken in het Berner land. Nu geldt deze wel als de mak- l Tffete van het wereldberoemde drietal !®-_ Dj Mönch en Jungfrau, maar toch linkt ongelooflijk, een „file" op de bergkam naar de top van de Mönch achttijden van anderhalf uur in de it^bergwand en passeermanoeuvres, die gebrek aan ruimte bepaald niet zon- ,3 p|ivens)gevaar zijn. 5. ij [gelukken kwam het op de gelukkig niet, maar eldèrs Waïtserland moest in datzelfde ;t mrencl de Schweizerische ïweegsflugwacht met zijn heli- !8. T veert'6 ^eer uitrukken om elukte bergbeklimmers te Drie van hen konden al- >g dood geborgen worden. 3|. iie op het Jungfrau-gebied ir j- treert zich het massa-alpi- ook op andere bekende top- jjjj routes, zoals de Blümlisalp, lerhorn (bij Zermatt) en het wak Rosa-massief. In deze ber- ar ren vorig jaar 31 van de 206 gro( n de Zwitserse Alpen te he rland zelf telt naar schatting De roemruchte Eigernordwand, een gigantische, bijna loodrechte muur van zo'n 1800 meter hoog. sport voor de elite jbeklimmen uit tot kssport. En het zijn niét al- berglandbewoners dié mee lok uit de lage landen van 'uropa komt een groeiend enthousiastelingen. Wat is aantrekkelijkheid van deze ke sport? ichwendener. postcomman- n de Kantonpolizei te Grin- delwald, tevens reddingschef voor het gebergte in een ruim gebied rondom dit wintersportplaatsje, drukt het eenvoudig zo uit: ,,Het is de vreugde om in de natuur te zijn én de vrijheid. Men heeft gewoon een vrijheid, die onvergelijkbaar is. Op dé weg bijvoorbeeld word je ge controleerd, al heb je nog zo'n mooie motor of auto. Altijd zijn er wel bepalingen waarnaar je moet handelen. In de alpen is men aan zichzelf overgelaten; niemand zegt je wat mag en wat niet. Er staan nergens bordjes. Je kunt je kennis en uithoudingsvermogen toetsen. Worden je prestaties beter, dan merk je dat direct. Dat geeft een intense voldoening. Die vrijheid, die wezenlijk eigen verantwoorde lijkheid, kun je je niet voorstellen als je niet zelf aan alpinisme doet". Hij is een evenwichtig mens, deze Schwendener, beginnende vijftiger, van wiens vakkennis en beoorde lingsvermogen tijdens acties in de bergen zowel verongelukten als redders vaak afhankelijk zijn. Veel buitenstaanders zijn het met dit alpinisme niet eens. Ze vinden het onredelijk dat terwille van en kelen die, soms onvoldoende voor bereid, de bergen intrekken en daar verongelukken, anderen hun leven op het spel moeten zetten om ze te redden. Kurt Schwendener desgevraagd: „Vroeger heb ik me ook vaak geërgerd als ik lieden voor moeilijke tochten op weg zag gaan en ze verwenst. Maar nu ik wat ouder ben geworden begrijp ik het veel beter. Het trekt de mensen •aan. Een oude berggids heeft me eens gezegd: „Kijk, nu vloeken we omdat ze een ongeluk veroorzaakt hebben. Maar doen ze met die klimmerij eigenlijk niet iets veel beters dan degenen, die elke avond in een bar zitten en zich vol laten lopen met whisky tot ze zat zijn? Mij zijn die heden daar in de berg veel sympathieker dan de rest". En toch had hij zelf vaak aan gevaar lijke reddingen meegedaan". Verplichting Iedere bevoegde berggids is in principe verplicht aan reddingsac ties mee te werken als hij daarvoor wordt aangewezen. Schwendener en zijn mannen (maar ook hun col lega's elders in Zwitserland) staan het hele jaar gereed om hulp te verlenen als dat nodig is. In de winter zijn door allerlei technische verbeteringen aan persoonlijke uit rusting en pistes de ongelukken te genwoordig minder talrijk, maar door de hogere snelheden waarmee geskied wordt wel ernstiger, 's Zo mers echter komt het grootste aan tal ongelukken voor. Ook die zijn vaak zwaar en betreffen zowel al pinisten als toeristische wandelaars. In alle seizoenen bestaat overigens een intensieve samenwerking met de helikopters van de Schweizeri sche Rettungsflugwacht, die op verschillende plaatsen in het land gestationeerd zijn. Hulpacties kun nen daardoor tegenwoordig, als het enigszins redelijk weer is, veel sneller van start gaan. Binnen het reddingsgebied van Grindelwald valt natuurlijk ook de roemruchte Eigernordwand, een gigantische, bijna loodrechte muur van rots in een markante driehoe kige vorm. Deze rotswand is zo'n 1.800 meter hoog en betekent een enorme uitdaging voor veel alpinis ten van over de hele wereld Gedu rende een groot deel van het jaar beklimmen vele tientallen, zo niet honderden deze berg. Maar ook on der hen zijn er. die dit avontuur met zware verwondingen of de dood moeten bekopen. Veel oude verhalen over vroegere moeizame reddingen zijn in om loop. Verhalen, waaruit duidelijk blijkt met hoeveel persoonlijke moed. volharding en koelbloedig overleg, hulp geboden werd aan mensen in nood. Dat geldt nog steeds. Maar de laatste vijftien jaar heeft de techniek verandering ge bracht. Een helikopterpiloot: „Sinds reddingen uit de lucht mo gelijk zijn, lijkt het wel of men minder verantwoord de berg in gaat. Men schijnt te denken: we worden toch wel gered". Elke redding in het hooggebergte en speciaal bij de Eigernordwand betekent echter één groot risico, ook voor de helikopter. Langs zo'n bergwand regent het stenen, grote en kleine, zeker in de zomer. „En als er een steen op de heli valt", al dus weer Schwendener, „is er ne gentig procent kans dat het afgelo pen is. Misschien heeft de piloot ge luk, zodat hij nog wat doen kan om te landen als er niet te veel bescha digd is. Maar hoe dan ook, het gaat altijd om de piloot, éen arts of zie kenverpleger en een werktuigkun dige; het zijn altijd drie man, die hun leven op het spel zetten". Redders in de bergen, of ze nu vlie gen of klimmen, zijn niet uit op ei gen gewin. Rijk of beroemd wor den ze er niet van. Het werk ver langt wel hun totale inzet, lichame lijk én geestelijk. Daarom: het is onbegrijpelijk hoe lichtvaardig mensen in de bergen kunnen handelen. Zoals die Engel se toerist die drie weken geleden moederziel alleen, slechts gewa pend met bergschoenen en een wandelstok, van het Jungfraujoch op 3.454 meter hoogte via de glets jer naar beneden wandelde. Het uitzicht was zo mooiBij het sta tion Eismeer van de Jungfraubahn (ruim 3.100 meter) werd het hem te moeilijk en riep hij om hulp. Een helikopter werd op onderzoek uit gestuurd en vond de man. Hij werd ongedeerd gered. Dat hij wel tien heel bijzondere beschermengeltjes moet hebben, werd hem pas duide lijk toen men hem vertelde, dat hij tijdens zijn uiterst gevaarlijke wan deling tientallen diepe gletsjersple ten was overgestoken, die verbor gen waren onder onbetrouwbare sneeuw en ijs. Eén van die diepe spleten zou al voldoende zijn ge weest om hem voor vele jaren spoorloos te doen verdwijnen in een natuurlijke diepvriesruimte. FRED HOOGEZAND L H Ongeveer 5.600 keér orig 11 m irig jaar de in Zwitserland pulaire Schweizerische Ret- l(ugwacht met zijn luchtvloot rleend aan mensen en in- n, die die hulp nodig had aar waren bergboeren bij. het vee tijdens het weiden hooggelegen almen veronge- ^'is ol vermiste toeristen, of die uit het buitenland worden gerepatrieerd. reu; °P|ook directe reddingsacties r'D veel voor, ten behoeve slachtoffers van verkeers- Ongelukken. erki! ^"f'n 130 medewerkers in vaste n 12 helikopters (waarvan 9 es en 3 Bolkows) plus 3 renojjegtuigen (2 Lear Jets en 1 itiusggr) jn je lucht kost de lt d<j'et op winst uit zijnde orga- per jaar ruim 40 miljoen Omdat overheidssubsidie 'der uitzondering dan regel P It dit hele bedrag door ruim donateurs bijeengebracht, voorzover de ten behoeve ïn verzekerden verleende .P0" i niet door verzekerings- je appijen jWotdèn vergóed. j-j r jweizerische Rettungsflug- 's uniek in zijn soort. Welis- ^ènnen de omringende lan- organisaties met een soort- doèïstelling, maar deze zijn 'eelzijdig en ook vrijwel t bezit van eigen helikop- ardoor zijn ze op rhedewer- n anderen aangewezen. Zo Zwitsers. Gemiddeld vijf- er per dag gaat ergens in land een wendbare wentel- I lucht in op weg naar de aar hulp nodig is. Daartoe t men over een alarmcen- Zürich waar alle aan- binnenkomen en de inzet risen én materieel wordt ge- eerd die de beschikking ;er een landelijk net van ra- kmverbindingen zowel met de grond als met vliegtui- e tycht. Deze vijftien heü- ises vormen het uitgangs- or elke reddingsactie en lig- ver het land verspreid, dat vijftien minuten vliegen j Z1jaats in Zwitserland bereik- Bergboeren kunnen altijd rekenen op een helikopter, wanneer zij om welke reden dan ook hulp nodig hebben. Ook directe reddingsacties ten behoeve van verkeersslachtoffers komen veel voor. Voor een reddingsmissie wordt de speciaal ingerichte helikopter be mand door drie ervaren mensen: een vlieger, een arts of oudere zie kenverpleger en een algemeen as sistent. De patiënt kan zowel per brancard als zittend vervoerd wor den. Omdat vaak ook in het onher bergzame hooggebergte moet wor den gewerkt, waar de bemanning volledig op eigen kunnen is aange wezen, wordt van hen behalve een stabiel karakter en een uitstekende vakkennis ook een grondige berg- ervaring en training verlangd. De medische apparatuur aan boord be hoort tot de modernste die ver krijgbaar is voor het verlenen van niet alleen eerste,' maar heel vaak ook levensreddende hulp. In eigen beheer van de medische staf van de Rettungsflugwacht werd voor het werken in de bergen een noodkof- fer voor artsen samengesteld, die algemene en internationale erken ning kreeg. In het gebergte is de helikopter bij reddingsacties natuurlijk hét ideale vervoermiddel. Bij ongelukken, bij voorbeeld op autowegen, staat er gens in de omgeving meestal ook een ambulance ter beschikking. Voor een gewonde is het natuurlijk heel wat aangenamer als hij vrijwel schokvrij naar het ziekenhuis wordt gevlogen in plaats van door een schommelende ambulance-auto bij de eerste-hulppost te worden af geleverd. Het voordeel van de helikopter ligt daarbij niet op de eerste plaats in de snelheid. De ervaring heeft uit gewezen, dat ambulance-auto's niet later op de plaats van het ongeluk aankomen. Maar de helikopter van de Flugwacht brengt in tegen stelling tot de ambulance in de regel direct een arts mee, die on middellijk en ook later gedurende de vlucht kan ingrijpen. Dit kan veel ellende voor de patiënt bespa ren. De praktijk heeft ook uitgewe zen, dat de hogere kosten voor de helikopter verantwoord zijn en uit eindelijk kostenverminderend. Van de ongeveer 5.600 vluchten in 1982 betroffen er ongeveer 1.800 reddingsacties. Daarnaast werden rond 1.500 patiënten vervoerd van een ziekenhuis naar een ander zie kenhuis. waar om welke reden dan ook de behandeling beter zou kun nen gebeuren. Daarbij was gemid deld elke vijfde vlucht een nacht vlucht. Hierbij waren enkele hon derden pasgeboren kinderen. Ui teraard komen deze vluchten zel den in de publiciteit, maar ze vor men wel een wezenlijk bestanddeel van het hulpwerk. Evenals trou wens de repatriëringsvluchten met de eigen ambulance-jets. In hoofd zaak betreft dat het naar huis bren gen van Zwitsers, die in het buiten land (voornamelijk Europa en Noord-Afrika) ziek zijn geworden; vorig jaar waren dat er zo'n 900. De overige 1.400 vluchten werden be steed aan de eerder genoemde hulp aan de bergboeren, het overbren gen van transplantatie-organen, bloedconserven, medicamenten en wat dies meer zij. De Rettungsflugwacht werkt van zelfsprekend nauw samen met an dere in het reddingswerk actieve organisaties. Al sinds jaren kreeg men van het Zwitserse Rode Kruis het recht bij de werkzaamheden het rode-kruisteken te voeren. Dat is mede nuttig voor het internatio nale werk in het kader van de be strijding van de gevolgen van de jaarlijks wel ergens in de wèreld optredende aardbevingsrampen. Samen met drie andere gespeciali seerde Zwitserse organisaties heeft men daarvoor een gezamenlijk ope ratieplan ontwikkeld, de zoge naamde reddingsketting. De pa raatheid wordt door oefeningen op peil gehouden. Daardoor is het mo gelijk op zeer korte termijn waar dan ook hulp te bieden. De verschijnselen van het kamperen bij een vrije boer en het barbecuen in de open lucht stammen uit nagenoeg dezelfde tijd. Misschien is er een samenhang en kan een promovendus in de sociologie daaraan zijii proefschrift wijden, nu alle terreinen zijn afgegraasd, gezien het peil'van sommige dissertaties. Wel: in de blakende persoon van tante Alie ontmoetten beide fenomenen elkaar. Ze had van een agrariër toestemming gekregen haar caravan wortel te laten schieten op een door drie bekroosde sloten omzoomd puntje wei waarvan de koeien geen gras meer lustten en zette haar opgetogenheid hierover kracht bij met het uitroepteken van een barbecueparty voor bloed- en aangetrouwde verwanten. Wat tante Alie doet. doet ze goed. Die zoele zomeravond zal me altijd bijblijven. Op het afgesproken tijdstip stroomde het gezelschap samen, gewapend met flessen van uiteenlopend kaliber, want het begrip bottleparty had al enkele jaren eerder zijn doorbraak beleefd. Barbecuen echter was iets nieuws en in een sfeer van hooggespannen verwachting begon oom Bertus de fonkelnieuwe barbecue-set in elkaar te zetten. Dit ging indertijd nog met behulp van een groot aantal vleugelmoeren en vereiste het inzicht van een HTS'er (iets wat oom Bertus niet was), maar de som der delen bleef na een half uur sleutelen overeind, zij het wankel. Nu hoefde nog slechts het houtskool ontstoken te worden. Onder luidkeelse aanmoedigingen van de gasten verrichtte tante Alie het ritueel. Wat ging er mis, het volgende uur? Ofschoon iedereen zich beijverde de voorschriften van het bijgeleverde handboekje nauwgezet op te volgen, bestond het resultaat voornamelijk uit walm. Hoe de genodigden zich ook bij toerbeurt op de knieën zetten om te blazen tot ze er duizelig bij neervielen, het beloofde gloeien bleef uit. Een spetterend vuurtje vertoonde zich pas wanneer er per ongeluk een druppel vet naar beneden lekte uit de sjaslik, de kebab en de varkensworstjes die op het rooster lagen te verleppen sinds tante Alie ze daar rood aangelopen door zenuwen en schaamte ten einde raad had gedeponeerd. Toen de vingers van neef Harrie waren verbrand bij een poging de barbecue-set te verplaatsen („hij moet meer op de wind staan, verdorie"), bleek het engelengeduld van oom Bertus uitgeput. Hij beende vastbesloten naar de caravan, kwam terug met een fles spiritus en mikte een ruime scheut op de weigerachtige houtskool. De gevolgen stemden precies overeen met de waarschuwing die het Nationaal Veiligheids Instituut geregeld tegen dit soort onverwachte ingrepen laat horen. Een felle steekvlam zette de barbecue-set in vuur en na de blussingswerkzaamheden restte er slechts een wijde cirkel van verschroeid gras. De sjaslik. de kebab en de varkensworstjes lagen her en der verspreid over de grond. Vreemd genoeg of niet, gelet op de reeds gevloeide drank leidde het voorval onder de gasten tot verhoging van de feestvreugde. Ze begonnen gierend over elkaar heen te tuimelen op zoek naar het vlees en propten zich de monden vol. „Hmmm, lekker, tante Alie: heerlijk, tante Alie". Het tafereel bracht in oom Bertus een kruitvat tot ontploffing. Met een wijde boog deed hij de geblakerde barbecue-set in de sloot belanden waar hij een krater sloeg in het kroos. „Hebben jullie nou je De gepijnigde stilte die volgde op zijn drastische daad. werd onderbroken door de boer aan wie het weiland toebehoorde. Hij bleek, geleund over het hek, de gebeurtenissen reeds enige tijd gade te hebben geslagen en schudde bekommerd het hoofd. „Een tijdje terug", sprak hij als tegen zichzelf, „heeft een buurmeisje haar ijslollie in dat gras laten vallen. Ze kreeg gelijk tetanus, dat arme ding". De bom van deze mededeling veroorzaakte een kettingreactie die ik niet zal proberen te beschrijven. Het gezelschap stortte zich, kort gezegd, op de voertuigen waarmee het gekomen was, teneinde naar de eerste-hulp-post van het dichtstbijzijnde ziekenhuis te snellen en daar een tetanusprik te halen. Ik bleef eenzaam achter, want ik had kort tevoren zo'n injectie ondergaan na een beet van een hondje waarover ik gestruikeld was (maar dat is een ander verhaal, al had het alles met feesten te maken). „Wat erg van dat meisje", zei ik tegen de boer. „Heeft ze het overleefd?". Hij spuugde een straal pruimtabak ervaren met de wind mee alvorens te antwoorden: „Ik heb helemaal geen buurmeisje. Ik werd alleen dat geduvel hier zat". PIET SNOEREN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 21