hIk ben
John Carlos,
ik bliif
mezel
f"
ack-Poweratleten haalden in 1968 politieke geest uit olympische fles
ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1983
van Los Angeles.
jebalde vuist, nu pr-man voor de
^ÏENS DE MAN VAN DE GEBALDE VUIST
17 oktober 1968: Tommie Smith en John Carlos (rechts) heffen tijdens het spelen van het Amerikaanse
volkslied de gebalde, zwart gehandschoende vuist, de groet van Black PowerBinnen 48 uur moesten
beiden het olympisch dorp verlaten.
een uitstekend middel is om aan je
persoonlijkheid te werken. Gelo
ven in jezelf, dat is zeer belangrijk
in het leven".
Het is een levensfilosofie die Carlos
met hart en ziel aanhangt en die hij
ook voortdurend heeft moeten de
monstreren. Opgegroeid in de slop
penwijken van Harlem werkte hij
zich via de atletiek op naar een be
hoorlijke maatschappelijke status.
Om vervolgens tot de ontdekking
te komen dat het respect voor zijn
kwaliteiten als atleet niet evenre
dig was aan die van zijn kwalitei
ten als de mens John Carlos.
Brutaliteit
Een ontdekking die vele zwarte at
leten vóór hem al hadden gedaan.
Maar zij hadden niet de vechters-
mentaliteit van Carlos. Die eigen
schap plus het gegeven dat zijn
zwarte broeders vooral in die da
gen zeer onrechtvaardig behandeld
werden, zette hem aan tot zijn ge
baar in Mexico waardoor hij weer
van onderaan kon beginnen. Het
verontwaardigde Amerikaanse
volk (de ongehoorde brutaliteit van
die negers om tijdens het spelen
van het gewijde volkslied politiek
beladen gebaren te maken!), wilde
hem en zijn gezin geestelijk ver
morzeld zien.
„Dat is ze nooit gelukt", zegt John
Carlos met triomf in zijn stem.
„Hoewel ik nauwelijks kan be
schrijven wat er allemaal gebeurd
is om dat gedaan te krijgen. Toen
ik thuis kwam uit Mexico City
werd ik door mijn baas op straat
geschopt en de kinderen mochten
niet meer op school terugkomen.
We hebben het toen moeilijk ge
had. Er zijn dagen geweest waarop
mijn familie het niet meer zag zit-,
ten en ook ik heb me één keer,
toen m'n gezin vanwege mogelijke
gevaren een tijdje gescheiden was,
afgevraagd of alles wel de moeite
waard was".
„Maar ondanks dat we soms wer
den nagejouwd op straat, ben ik er
steeds op blijven hameren dat we
ons niet moesten laten intimideren.
Dat we een voorbeeld moesten zijn
voor de hele zwarte bévolking van
Amerika. John Carlos had immers
een spraakmakende daad gesteld
en hij en zijn familie mochten zich
niet klein laten krijgen. Wanneer
een mens zijn zelfrespect verliest, is
hij alles kwijt. Ze kunnen wel je
portemonnee breken maar niet je
geest".
Langzamerhand kwam de storm in
het leven van John Carlos enigs
zins tot bedaren, hoewel sommigen
hem zijn handelwijze nooit hebben
vergeven. Zoals bijvoorbeeld Avery
Brundage, de multimiljonair-aan
nemer met als hobby het bestieren
van het Internationaal Olympisch
Comité.
Afschuw
„Die man", verhaalt Carlos met
een trek van diepe afschuw over
zijn gezicht, „verpersoonlijkte alles
wat slecht is in Amerika. Een keer
heeft hij letterlijk verklaard dat hij
een hekel had aan joden, Portorica-
nen en negers. Na Mexico City
heeft hij nooit één woord met me
gesproken. Ik had hem goed ge
raakt in alles wat hem heilig was".
Maar niet iedereen reageerde als de
uiterst conservatieve Brundage.
Veel sympathie en steun onder
vond Carlos uiteraard van de zwar
te bevolking en er waren ook wel
blanken (zij het slechts een enke
ling) die Carlos bewonderden en
dat ook openlijk tot uitdrukking
brachten. „Ik heb er in die tijd heel
wat voor moeten doen om in leven
te blijven. Gewoon voor het dage
lijks brood op de plank. Mijn gezin
netje moest tenslotte aan de eet
blijven. Ik heb in die rotperiode
zelfs giften geaccepteerd van men
sen die ons een warm hart toedroe
gen. Ook heb ik lezingen gehouden
op scholen met voornamelijk zwar
te leerlingen. Die konden me ech
ter niet fatsoenlijk uitbetalen. Dik
wijls kwam het er op neer dat ik er
maar net met mijn reiskosten uit
sprong. Maar al die gebaren waren
wel een daadwerkelijke steun voor
me. Weet je dat ik zelfs een baantje
bij een bewakingsdienst heb gehad.
Ik moest geüniformeerd en gewa
pend met een grote revolver rond
lopen. Dat moet je je voorstellen:
John Carlos, de man die altijd ge
weld mijdt en die voortdurend pre
dikt dat er niet altijd messen of re
volvers aan te pas hoeven te ko
men om je doel te bereiken".
Gettokinderen
Het wapen van de geestHet is
een term die John Carlos veelvul
dig gebruikt. Hij raakt zelfs af en
toe emotioneel wanneer hij vertelt
hoe hij de gettokinderen benadert.
VVant daaruit bestaat zijn dagelijkse
werk. Gettokinderen en het
maakt hem niet uit van wat voor
ras vertellen dat er mogelijkhe
den zijn om aan de grauwe ellende
van hun bestaan te ontvluchten.
Een taak die hij eerst verrichtte in
dienst van de gemeente Los Ange
les en die hij nu uitvoert namens
het LAOOC, die de jeugd bekend
wil maken met alle olympische
sporten.
„In heel veel gevallen hebben die
kinderen elke vorm van illusie
verloren. Ze groeien op onder er
barmelijke omstandigheden. Ze
gaan ervan uit dat je moet stelen en
vechten om in leven te blijven. Ze
zien dat veel van hun ouders zich
met hun situatie hebben verzoend
en ze redeneren dat er voor hen
niet veel anders overblijft. Dat is
waartegen ik knok. Ik doe dat door
ze een sport aan te praten".
Carlos vervolgt: „Welke sport kan
mij niet schelen. Wanneer iemand
niet goed is in honkbal, dan moet
hij gaan zeilen of gaan basketbal
len. Sport stimuleert de eerzucht
van een persoon en zorgt er tevens
voor dat deze zich volgens bepaalde
regels gedraagt. Ik vertel er ook al
tijd bij dat het niet velen gegeven is
om via sportprestaties maatschap
pelijk iets te bereiken. Dat is
slechts voor een enkeling wegge
legd. Daar moeten ze zich niet op
blind staren".
„Schaven aan je eigen persoonlijk
heid op ba6is van de verstandelijke
vermogens die je hebt gekregen,
daar gaat het om. Ik moet eerlijk
heidshalve zeggen dat er in dat op
zicht al een hoop is veranderd.
Zwarte kinderen hebben momen
teel veel betere scholingsmogelijk
heden dan in mijn jeugd het geval
was. Er is in zijn totaliteit voor de
negers al veel verbeterd. Maar van
een gelijke behandeling van zwart
en blank is nog geen sprake. Zo
lang dat het geval is, zal Black Po
wer blijven bestaan. Ik zal daarvan
altijd een vurig aanhanger blijven.
Niet van Black Panther. Dat is een
vergissing die veel mensen maken.
Black Panther stond indertijd har
de, militante acties voor. Niet mijn
stijl. Met geweld bereik je niets.
Het tegendeel is eerder het geval".
Fanatisme
Wie een paar uur met de rap spre
kende Carlos heeft doorgebracht,
kost het moeite niet in de ban van
zijn gedrevenheid te geraken. Het
is duidelijk dat Carlos volledig ach
ter zijn idealen staat, een fanatisme
dat hem onderscheidde van Tom
mie Smith. Hij demonstreerde mee,
was zelfs gouden medaillewinnaar,
maar is toch totaal in de vergetel
heid geraakt. Een situatie die hij
overigens zelf ambieert.
Smith is nu een goed betaald leraar
aan het Santa- Monicacollege en hij
wil dat zo houden. Met Cassius
Clay is John Carlos zonder twijfel
een van de levende symbolen van
de Amerikaanse negers. Zij hebben
opmerkelijke dingen gepresteerd,
hebben dikwijls de omstandighe
den getrotseerd en zijn toch over
eind gebleven.
„Dat klopt", zegt de niet aan be
scheidenheid leidende Carlos.
„Veel mensen kijken tegen mij op.
Dat merk ik dagelijks wanneer ik
met kinderen van deze leeftijd
spreek (wijst op zijn tienjarig doch-
terje Shana, red.) over Wilma Ru
dolph of Jesse Owens. Dan weten
ze niet over wie ik het heb. Ieder
een kent John Carlos. Ik word op
straat door wildvreemde mensen
aangesproken. Daar geniet ik van.
Het sterkt me elke keer in het idee
dat wat ik vijftien jaar geleden in
Mexico City heb gedaan, goed is ge
weest. Bovendien komt het me in
mijn werk ook wel van pas. Van
mij neemt de gettojeugd eerder iets
aan dan van een ander. Wanneer
John Carlos het zegt, dan is het ge
meend. Dat weten ze intussen wel".
Dikwijls wordt Carlos de vraag ge
steld of hij geen interesse heeft om
in de politiek te gaan. Zijn natuur
lijk leiderschap en zijn verbale ver
mogens zouden hem wellicht in dat
métier doen slagen. Maar voor een
dergelijke gedachte haalt hij min
achtend de neus op. „Ik strijd al
vijftien jaar in mijn eentje voor de
zaak van de zwarte bevolking. Dat
zal ik blijven doen. In de politiek
word je gemanipuleerd, moet je
dingen zeggen die je niet meent.
Daar leen ik me niet voor. Ik ben
John Carlos, ik blijf mezelf. Dat
houd ik de kinderen in de getto's
ook voor. In de politiek zou ik mijn
zelfrespect verliezen. En daar mag
niemand aankomen".
HARRY VERMEULEN
lijks kunnen bevatten.
Tommie Smith en John Carlos
(respectievelijk goud en brons) hef
fen tijdens het spelen van het Ame
rikaanse volkslied de gebalde,
zwarte gehandschoende vuist. De
groet van de Black Power, de poli
tieke organisatie die zich sterk
maakt voor de verbetering van de
positie van de zwarte bevolking in
Amerika. Een in de Verenigde Sta
ten extra omstreden gebaar vanwe
ge de rassenonlusten die dat land in
naar de wens van de overgrote
meerderheid van het „diep ge
schokte" Amerikaanse volk.
Carlos (de man achter het idee) en
Smith moeten binnen 48 uur het
olympische dorp verlaten. „We zijn
het dorp uitgeschopt", zou Carlos
later verklaren. Officiële verkla
ringen volgen elkaar in razendsnel
tempo op. In niet één ervan wordt
enig begrip voor de handelwijze
van de atleten aan de dag gelegd.
Maar de harde reacties van de offi
waarvoor hij het weer zou doen,
ondanks alle bittere ellende waar
mee de Amerikaanse samenleving
hem in de achterliggende vijftien
jaar in ruime mate heeft bedeeld.
Op dit moment bekleedt Carlos een
belangrijke pr-functie binnen de
olympische organisatie. Volledig
eerherstel dus voor deze knokker
die ondanks alle# aanslagen op zijn
functioneren als* individu op op
merkelijke wijze overeind is geble-
ANGELES Al bij de
maakt John
hij niet veel i
van het rebelse dat
heeft aangezet tot zijn
daad in Mexico City.
een nonchalant
in de richting
George Broder, die
de hoogste bazen van
(het Olympisch Comité
Los Angeles) het gesprek moet
„hij zit erbij om te v
dat ik over dingen praat
ze liever hebben dat i'
spreek. Over de periode
na Mexico City dus. Maar
me goed kennen, moeten
dat ik me daar toch nie
aantrek. Ik praat erover omdat
het belangrijk vind".
taal die de overigens
heer Broder niet vermag
imponeren. Hij reageert slechts
een flauwe glimlach en be-
zich verder totaal niet met
zodoende de indruk
dat we niet met enigerlei
van censuur te maken heb-
Maar toch, de moeizame v
het treffen met Carlos tot
gekomen (een toevallige
doorkruiste de lichte-
zende houding van het
geeft al een indicatie a
interesse voor een v
richting,
het standpunt van het LAOCC
gezien niet eens onbegrijpelijk,
■t Olympisch Comité in Los An-
organiseert de Olympische
uelen van volgend jaar op puur
rticuliere basis en het schiet er
veel mee op de Amerikaanse
volking of kandidaat-sponsors t
n zich in het harnas te jagen door
n omstreden figuur binnen zijn
gamsatie geruchtmakende uit-
Jraken te laten doen. Vandaar dat
handelwijze van de voorzitter
n het LAOOC. de steenrijke
nman Peter V. Uberroth, c
.irlos als pr-man aan te trekken
zijn minst opmerkelijk kan v
t genoemd.
toedige daad
het een moedige daad wil-
de omschrijving
n John Carlos. „Vandaar dat f"
meteen negatief reageerde
Uberroth mij zijn voorstel
ed. Ik heb wel een ruime be-
nktijd gevraagd. Ik heb toen alle
en eens op een rijtje gezet. Het
tenslotte nogal wat. Ik ben in
ogen van veel zwarten nog
eds de man die aan de basis
eft gestaan van hun groeiende
fbewustzijn, maar ook de r
dienst is bij het soort
nsen dat hem destijds op hondse
jze heeft behandeld. Dat zou als
bbelhartigheid uitgelegd kunnen
>rden en het zou me de minach-
van mijn eigen mensen kun-
opleveren".
die periode heb ik met veel
;nsen over Uberroth gesproken,
kreeg van iedereen te horen dat
keiharde maar eerlijke
Dat sprak me aan. Maar
orslaggevend voor mij was, dat
dezelfde idealen koestert als ik.
jeugd duidelijk maken dat sport
City. 17 oktober 1968:
de eerbiedwaardige
van het IOC (Internatio-
Olympisch Comité) en zijn al
voorname medebestuursle-
zitten als verstijfd op hun ere-
van het Olympisch Sta-
in Mexico City. Het schouw-
prrnoiel dat zich tijdens de huldiging
de medaille-winnaars op de
meter heren afspeelt, is in de
de jaren zestig teisteren.
De actie slaat in als een bom. Voor
het eerst in de historie van de mo
derne Olympische Spelen zijn het
atleten die openlijk tonen dat sport
en politiek onlosmakelijk verbon
den zijn. Voor velen al een geac
cepteerde zaak, maar niet voor de
fatsoensrakkers van het IOC en het
Amerikaanse Olympische Comité.
Zij reageren naar wat hun eigen,
bekrompen maatschappelijke geest
hun ingeeft en ze handelen tevens
cials ten spijt, is de politieke geest
uit de olympische fles en in de
daaropvolgende jaren zal de wereld
merken dat hij niet meer kan wor
den teruggestopt.
Binnen de Amerikaanse ploeg be
staat overigens veel sympathie voor
de actie van Carlos en Smith. De
negeratleten Evans, Freeman, Ja
mes en de legendarische Bob Bea-
mon geven op het erepodium even
eens blijk van hun verbondenheid
met Black Power. De periode dat
een negeratleet niet alleen in. maar
ook buiten het stadion menswaar
dig behandeld wil worden, is aan
gebroken. Maar nog belangrijker is
dat de daad van Carlos en Smith
een overweldigende, wereldwijde
aandacht krijgt. Nog steeds wordt
deze beschouwd als een historische
handelwijze in het proces van het
groeiende zelfbewustzijn van de
zwarte Amerikaanse bevolking. En
dat is precies datgene waarvoor
John Carlos het heeft gedaan en
„Van mij neemt de gettojeugd eerder iets aan dan van een ander. Wanneer John Carlos het zegt, is het gemeend. Dat weten ze intussen wel". Dochtertje Shane is het zo te zien
helemaal met haar vader eens.