In drijvende vrachtwagen Oceaan Waarom af faire-Valk maar het beste in de doofpot kon belanden De verregaande welwillendheid van een oude en sch uldbewuste koloniale mogendheid Heidemann weer in hechtenis Sprekende olifant houdt Russen bezig BINNENLAND C&icLxz Gouxant DONDERDAG 4 AUGUSTUS 1983 PAGIN£ HAMBURG De voormalige verslag- tever van het Westduitse weekblad tern. Gerd Heidemann, is gisteren, een dag na zijn voorlopige invrijheid stelling, weer in hechtenis genomen. De journalist werd op 26 mei aange houden op verdenking van oplichting, omdat hij de man was die de „dagboe ken van Hitler" in handen van Stern speelde. Gisteren werd hij voorwaar delijk in vrijheid gesteld, maar de openbare aanklager tekende hiertegen protest aan. Even later werd Heide mann weer in de gevangenis gezet. Moeder Teresa in Polen Moeder Teresa, winna res van de Nobelprijs voor de vrede en be kend om haar werk voor de armsten in Calcutta en vele andere delen in de wereld, heeft deze week een bezoek ge bracht aan Polen op uit nodiging van de Poolse primaat, kardinaal Glemp. De foto toont haar terwijl zij spreekt in een instituut voor blin den, geleid door zusters franciscanessen in Laski bi) Warschau. SOLDATEN SLOTEN „EIGEN" VREDE ANKARA Twee soldaten uit Iran en Irak hebben hun eigen vre de gesloten en samen in Turkije po litiek asiel gevraagd. De Iraniër Si- raz Katham (33) had genoeg van de oorlog, liep over naar de Irak en uitte daarbij de wens naar Turkije te gaan. Dat mocht hij, waarna hij het berggebied bij de grens met Turkije introk. Daar trof hij de Ira kese soldaat Hethat Khazem (23) aan, die bij de eerste de beste gele genheid gedeserteerd was en al we kenlang in het berggebied rond zwierf. Samen gingen zij op weg naar de Turkse provincie Mardin waar zij zich arm in arm lieten foto graferen. MOSKOU Batir's uit latingen waren bepaald onschuldig, maar ze ver wekten een verhit debat onder Sovjet-biologen. Dat komt omdat Batir een olifant is. Volgens het persbureau TASS zou Batir. die in de dieren tuin van Karaganda (Ka- zachstan) woont „Batir is goed, Batir is een toffe kerel", hebben gezegd. „Hef kan volstrekt niet. Olifanten praten niet". aldus de ex-directeur van de dierentuin van Mos kou, Igor Sosnovski. „Ik heb 50 jaar met olifanten gewerkt, en ik moet de eerste nog tegenkomen die kan praten". Een Moskouse professor in de biologie vindt ech ter: „Waarom zou een olifant niet kunnen pra ten? Per slot van reke ning zwemt er in een Amerikaanse dierentuin een zeehond rond die Dpi voc LON< jlank ieeft kan zeggen „Hallo, plym gaat het er mee?", (ewoi beschikken niet oveipent- gevens waaruil blijkeend olifanten geen stemfek den zouden hebben"Italia. Een Westerse tv-coi|P dri pondent die van jicieu: werkgever opdracht Mcces gekregen naar Batinorna te gaan. kreeg gistere3uu^ horen dat hij de die)oor tuin niet inkon. „T^mer trok ik mijn conclu|my^ aldus de corresponded.— DS lie DEN HAAG Nog in maart van dit jaar ont kende minister Van den Broek van buitenlandse zaken, mede namens col lega De Ruiter van de fensie, dat „enige Neder landse instantie, militai ren of wie dan ook" eni gerlei vorm van mede werking heeft verleend aan de Surinaamse staatsgreep van februari '80. Nederlandse minis ters plegen niet te liegen en we moeten aannemen dat ook deze bewindslie den naar eer en geweten gesproken hebben. Een andere vraag is of de mi nisters in de mogelijke Nederlandse betrokken heid bij de coup wel echt geïnteresseerd waren. Nee, niet echt lijkt het antwoord hierop te moe ten luiden. Ongeïinteres- seerdheid, beter gezegd, een neiging om de signa len die op betrokkenheid wezen te negeren, is dan ook heel goed verklaar baar. Dat die signalen er waren, is inmiddels zonneklaar. Al ja renlang en via tal van kana len heeft Den Haag informa tie bereikt over de innige vriendschap tussen kolonel Valk en leden van de Militai re Missie enerzijds en de kring rond Bouterse ander zijds. Vóór en na de coup, al dus deze informatie, goten de heren in overleg en in vereni ging talloze glaasjes bier door het keelgat. Een beetje ver standig mens combineert deze gegevens en vraagt zich af of de coup dan wellicht ook on derwerp van gesprek is ge weest en wat er dan zoal be sproken zou kunnen zijn. Eén kanaal waarlangs de top van het ministerie van defen sie informatie heeft gekregen over de wederzijdse genegen heid is de Inlichtingendienst van de landmacht. Meer in het bijzonder het onderdeel hiervan dat de Contra Inlich tingen Dienst (CID) heet en dat belast is met de controle op het doen en laten van landmacht-militairen. Het toenmalige hoofd van deze CID. kolonel H. Toorop (thans buiten dienst), heeft met zo veel woorden verklaard dat zijn mannen vóór, tijdens en na de coup gegevens hebben verzameld over het gedrag van de Nederlandse officieren in Suriname. Deze gegevens, aldus Toorop. zijn in keurige rapporten verwerkt en op het bureau beland van zowel de chef landmachtstaf als de mi nister van defensie toen de heer Scholten. De veron derstelling dat al in deze rap porten gewag is gemaakt van een rechtstreekse Nederland se betrokkenheid bij de staats greep lijkt al te boud. Maar dat er aanwijzingen in beslo ten lagen die op de mogelijk heid hiervan duidden, mag voor zeker worden aangeno men en het gaat om die aanwijzingen. Een andere informatiestroom over de Bouterse-gezinde houding van kolonel Valk en de zijnen was afkomstig van Surinaamse militairen, die na de coup de vlucht namen en zich in ons land vestigden. Hun informatie kwam in aan zienlijk bredere kring terecht. Bij de inlichtingdienst, bij vrienden en kennissen, maar ook bij Nederlandse politici. Een derde kanaal (we beogen geen volledigheid, het gaat hier om een paar voorbeel den) is de kolonel G. J. Maar- seveen geweest. Zoals afgelo pen maandag in een uitvoeri ge reportage uiteengezet, is kolonel Maarseveen de man die kolonel Valk in mei 1980 opvolgde. Net als Valk had Maarseveen twee functies. De eerste functie was: militair at taché in Paramaribo. De tweede: hoofd van de negen man tellende Militaire Missie, die bij de onafhankelijkheid van Suriname in het leven was geroepen om het Nationa le Leger met technische ad viezen naar volwassenheid te begeleiden. Anders dan voor ganger Valk moest "Maarse- veen niets hebben van de ver regaande amicaliteit tussen Missie-leden en Bouterse-aan- hangers. Hij achtte die amica liteit compromitterend voor Nederland en heeft, vergeefs, getracht hieraan een eind te maken. Dat hij hierover heeft gerap porteerd aan de landmacht inlichtingendienst ligt niet al leen voor de hand, maar blijkt ook onmiskenbaar uit de do cumenten die zijn nagelaten door Peter Meyer, Maarse- veens toenmalige secretaris, die op 15 juni jongstleden bij een auto-ongeluk om het le ven kwam. In de krant van afgelopen maandag citeerden we onder meer uit een brief van Peter Meyer aan kolonel Maarseveen d.d. 16 juni 1981. De brief werd geschreven na dat Maarseveen door zijn su perieuren was teruggeroepen naar Nederland. Het schrijven behelsde onder meer de vol gende informatie over de le den van de Militaire Missie Lorwa en Clements: „Op een avond had Lorwa zo veel gedronken dat hij vrijuit ging praten over de „coup en vertelde dat deze bij Clements met medeweten van Valk was afgerond en dat ze bij Cle ments zijn vertrokken (u weet wel wie ze zijn)' De betreffende brief van Pe ter Meyer was door hem niet bedoeld voor verspreiding on der leden van de Landmacht inlichtingendienst. Om hem moverende redenen heeft ko lonel Maarseveen dit toch ge daan. Lees Meyers irritatie hierover in zijn brief d.d. 2 juli 1981 aan mevrouw M. Bakkers Van Dijk, destijds se cretaresse bij de inlichtingen dienst en Meyers vertrouwen spersoon „Ik vind het jammer dat de Kolonel Maarseveen er direct zoveel copieën van heeft ge maakt en met deze copieën zijn gelijk is gaan bewijzen. Ik weet ook dat U dit niet heeft goedgekeurd en dat U ook be seft dat dit voor mij gevaarlijk kan zijn. De brief is eer lijk geschreven en was ook bedoeld om hem te laten we ten dat ik hem nog steeds steunde". Dat de verslaggeving van Pe ter Meyer over de mededelin gen die het Missie-lid Lorwa in een vlaag van alcoholische overmoed zou hebben gedaan geen onwrikbaar bewijs biedt voor medeplichtigheid aan de staatsgreep is duidelijk. Maar dat de Inlichtingendienst wist dat er daar in Paramaribo iets flink scheef zat. eveneens. Zou het hoofd van deze dienst de toenmalige minister van defensie De Geus hierover niet hebben ingelicht? Het is mogelijk. Maar dan nog had de minister zijn informatie uit het politieke circuit kunnen krijgen. Ons is gebleken dat kolonel Maarseveen, na diens terugkeer in Nederland, ook verschillende defensie-specia listen in de Tweede Kamer over de gedragingen van de Militaire Missie in Suriname heeft ingelicht. Brede Haagse kringen kortom beschikten over sterke aan wijzingen dat kolonel Valk en verschillende Missie-leden bij de staatsgreep betrokken zou den kunnen zijn geweest. Waarom is er dan toen al geen nader onderzoek naar ingesteld? Omdat direct na de coup vrij wel iedereen in Nederland welwillend, althans met be grip, reageerde op de machts overname. De in ons land verblijvende Surinamers wa ren al helemaal opgetogen. Eindelijk had Suriname zijn koloniale erfenis afgeschud, zo heette het, en de remigra tiekantoren bereidden zich voor op een stormloop. Ook de politieke partijen in ons land maakten niet zo bar veel bezwaar tegen de nieuwe dic tator die nu eens flink de be zem kon halen door de cor rupte bende onder premier Henck Arron. „Een dictatuur is natuurlijk nooit goed", al dus destijds de teneur van de meeste commentaren, „maar we moeten respecteren dat deze jonge Zuidamerikaanse staat zelf zijn toekomst be paalt". Niets leek Nederland afschuwelijker dan de indruk te wekken van een bedillerige ex-koloniale mogendheid. De ontwikkelingshulp ging dan ook gewoon door en alles werd in het werk gesteld om de relatie met de nieuwe machthebbers vriendschappe lijk te houden. Tekenend voor de tegemoet komendheid, om niet te zeg gen kruiperigheid, waarmee ons land de heer Bouterse destijds tegemoet trad. is de behandeling die kolonel Maarseveen in het vooijaar van 1981 ten deel viel. Wat wilde het geval? Dictator Bouterse had de pest aan deze militair attaché namens het Koninkrijk der Nederlanden, tevens hoofd van de Militaire Missie. Niet alleen stelde Maarseveen zich veel neutra ler op dan zijn voorganger Valk. maar zelfs was Surina- mes sterke man (door zijn oude vrienden bij de Missie) in het oor gefluisterd dat Maarseveen een spion zou zijn. Sterke mannen zien wel vaker spoken en zo ook in dit geval. Maar spookverhaal of niet, kolonel Maarseveen moest en zou het land uit. Een beetje stribbelde Nederland nog tegen. Bouterse, ongedul dig: „Hef dan de hele Missie, inclusief Maarseveen maar op". Nederland: „Akkoord, maar Maarseveen blijft onze militaire attaché". Bouterse: „Nee. Ook als attaché moet hij eruit, en gauw wat, want hij zou wel eens een ongeluk kunnen krijgen!" En ja hoor, Nederland ging door de knieën. Alweer van wege de schone schijn van de vriendschappelijke betrekkin gen. werd op het laatste ogen blik nog wel een officieel af scheid overeengekomen en een rode loper naar de vlieg tuigtrap. Maar over die rode loper vertrok onze militaire attaché met een machinege weer in de rug. Terug in Den Haag schreef hij 23 juni 1981 een brief aan zijn in Suriname achtergebleven secretaris Peter Meyer en diens gezin: „Beste Peter. Sylvia en Roald, Inmiddels heb ik begrepen dat jullie al in jullie huis zijn getrokken: prima want Ne derland zet haar militaire verplichtingen, teweten mate rieel -leveran ties, opleidingsfa ciliteiten en nazorg voort. Daarvoor komt echter in mijn plaats over circa 3 maanden wel een andere attaché. Met andere woorden: het doek is gevallen, ik kom niet terug, zelfs niet om mijn vrouw te helpen met inpak ken. Overigens betekent dit niet dat mij HIER iets kwalijk ge nomen wordt, maar wel dat „men" DAAR mijn gezicht niet meer wil zien. Jammer, maar niets aan te doen en je ne regrette rien. de geschiedenis zal hopelijk nog wel eens openbaren, hoe zo iets heeft kunnen gebeuren". Extreme tolerantie van een oude en schuldbewuste kolo- niale mogendheid ten opzich te van een voormalig rijksdeel daardoor heeft zoiets kun- Peter Meyer nen gebeuren. En daardoor heeft het ook kunnen gebeu ren dat de talloze signalen van betrokkenheid van Ne derlandse militairen bij de staatsgreep van 25 februari 1980. werden genegeerd. Suriname moest zelf zijn toe komst bepalen. De coup, die slechts vijf doden had gekost, was nu eenmaal een feit. De corruptie kon eindelijk wor den aangepakt. En met dr. Chin a Sen aan het hoofd van een nieuwe regering leek er toch ook een redelijk perspec tief te bestaan op een spoedige terugkeer naar meer demo cratische verhoudingen. Was het onder deze omstan digheden interessant een diepgaand onderzoek in te stellen naar aanwijzingen dat kolonel Valk een handje zou hebben geholpen bij de ge beurlijkheden? Nee. zo mag een aannemelijke reconstructie van de destijds door de betrokken bewinds lieden en top-ambtenaren ge volgde redenering luiden, dat was volstrekt niet interessant. Want gesteld dat het onder zoek de geruchten van be trokkenheid zou bevestigen, moest Valk dan worden ge straft of geprezen? De deelna me van een Nederlands mili tair aan een buitenlandse coup prijzen, of zelfs maar ac cepteren was uiteraard te dol om over te praten. Maar straf fen zou niet mogelijk zijn zon der daarmee tegelijkertijd een negatief oordeel uit te spre- ken over een alom positief ontvangen machtswisseling. En nogmaals, een goede ver standhouding met het voor malige West-Indië, na de de bacle in de jaren vijftig met het voormalige Oost-Indië, was Nederland erg veel waard. Zodoende leek het in 1981 verreweg het beste om de ge ruchten te laten voor wat ze waren. En zodoende leek het verreweg het verstandigste om het door Vrij Nederland gesignaleerde CID-rapport d.d. 7 december 1981 met wel heel verregaande aanwijzin gen omtrent medeplichtig heid. niet op het bureau van enige bewindsman te doen be landen. Een informeel praatje aan de koffie, ja. dat was wat anders. De welwillendheid van Ne derland jegens bevelhebber Desi Bouterse duurde intussen ook in 1982 voort. Als gevolg van de elkaar steeds sneller opvolgende, hoogst onaange name incidenten nam ze ge leidelijk af, dat is waar, maar aanleiding om de vriendschap te verbreken en de ontwikke lingshulp stop te zetten, gaf dit niet. Tot op 8 en 9 december 1982 het régime Bouterse zijn ware gezicht liet zien. Met de (15) december-moorden vielen opeens iedereen de schellen van de ogen. Wat lange tijd voor een min of meer verlich te dictatuur was versleten, iit p] fen g itter In p jend bhikt .lieuw 'leeft naar je sta en si |en 1 pond pordr 'erdie 5.000 laats Int jeu bij DEN laten baltoi halve dems bleek een ordinaire moordihcol naarsbende te zijn. hers Maar vanaf dat moment wahun politiek gezien, een onderzoeïerda naar de mogelijke hulp vaom 1 een Nederlandse kolonel Valnale bij de machtsovername een Surinaamse moordenaar" echt totaal oninteressant gf|7"| worden. fvl Wanneer half augustus minii ter de Ruiter aan de commij,^ sie voor de inlichtingen- eTT veiligheidsdiensten opheldi H ring verschaft over de affaip B" zal hij naar waarheid kunne H antwoorden dat noch dei^H noch vorige regeringen erva op de hoogte zijn geweest dj „enige Nederlandse instantij militairen of wie dan ookpEII medewerking heeft verleenlioer aan de coup der sergeants. Ip de waren geruchten over conta<QD€ ten. ja dat wel. Maar enigerU vorm van medewerking, nc daarvan was niets bekend g?e weest. |r in Het was nooit onderzocht. )ska Het gedichtje dat kolonel G. |an Maarseveen op 8 september- 1981 aan zijn naaste medewerk kers ten afscheid zond: (en Afscheid van Suriname: ten. Wat had 't voor zin|e x Hoe moet 't nu verder Ln Met 't volk dat ik bemin? Dag Peter/Romeo, dag Sylfa via/Yvonne -^Pe 't Ga jullie goed. Iriei In 't land van mijn dromende Ik ga. omdat 't MOET WILLEM SCHEE?00! ;rrit< «neei jonc HILVERSUM Vracht wagens van Van Gen ei Loos kun je overal te genkomen: op snelwegen en op landweggetjes, in grote en kleine steden, op brede en in smalle stra ten, te land en ter zeeJawel, ook ter zee. Want wie zich de komende weken schepelings beweegt van New York richting Azo- ren (of omgekeerd) maakt ge rede kans zo'n van Gen- d Loos-wagen te zien voor bijkomen. Niet rijdend een aquamobiel van dit formaat heeft nog niet eens het teken tafelstadium bereikt maar drijvend op twee metalen ex- schoorsteenpijpen. die tegelijk dienen als brandstofreservoir. Aan boord (boord zijn dan Fons Oerlemans, een meer dan kloek ogende Vlaming, zijn echtgenote Margreet Arens (in de wandeling Kee) en hun drijfgezel Kees Kre- mer. Bij dit ondernemende drietal wordt dan ook nog op de Azoren of anders in Lissa bon zoontje Robin (1 jaar) ge voegd. Aanstaande zaterdag stappen zij gedrieën op het vliegtuig naar New York het drijf-, rij-, vaartuig is al daarheen verscheept en de tiende of de elfde van deze maand hopen ze dan het zeer ruime (achtduizend kilometer brede) sop te kiezen. Weer zo'n zonderling die een vlucht in het ongewisse ver kiest boven de zekerheden van het dagelijks bestaan Weer zo'n onaangepaste die de maatschappij wil ontvluchten Weer een „loner" die egocen trisch bezig wil zijn, zonder bemoeienis van en met zijn omgeving Niets van dat alles. Fons Oerlemans blijkt een man die donders goed weet wat hij wil en daar op zeer be sliste toon over praat. Een avonturier is hij zeker niet, of liever: eigenlijk wel, maar in de goede zin des woords. Dat wijst zijn „staat van dienst" namelijk uit: 1963: Liftend de wereld rond. 1973: Vanaf de Canarische Ei landen per vlot naar New York, reis voortijdig afgebro ken omdat mede-passagier af haakte. 1975: Met zeilvlot „The Last Generation" van Marokko naar Trinidad (3600 mijl). 1980: Met echtgenote op een zeilvlot van Marokko naar Barbados. 1981: Vanuit Antwerpen in/op een met zeil opgetuigde stoom ketel, de Sea View, van Ant werpen naar Barbados. Voorwaar een conduitestaat om „U" tegen te zeggen. Heksenketel In de hectische dagen vóór het vertrek neemt Fons Oerle mans rustig alle tijd voor een gesprek. „Het is hier de laatste weken een heksenketel, .maar als ik hier niet zat te praten, had ik tóch iets anders gedaan. En dit is wél zo rustig". Wat bezielt de man die zich een paar maanden met een ander (of in het gunstigste geval met anderen) „opsluit" op een paar vierkante en in een paar ku bieke meters Fons Oerle mans vindt het reizen op een zelf ontworpen en zelf in el kaar gezet vaartuig „een nau tische en technische uitda ging". „Ik heb nu wat erva ring. maar het blijft toch vech ten tegen hel ongeloof in. Nie mand dacht dat het kon, met zo'n omgebouwde stoomketel de Oceaan oversteken. Het bleek wél te kunnen en het zal nu ook wel weer lukken". Zou het alleen die uitdaging zijn Fons: „Eigenlijk niet. Weet je, als zo lange tijd op het water bent, ga je nadenken over de zin van het bestaan. Als je as tronomische navigatie doet, een sterretje schiet, kom je tot de ontdekking dat je in dat ge ordende heelal toch maar een stofje bent, dat alles waar men zich in de maatschappij druk over maakt maar betrekkelijk is. Je leert op zo'n tocht ont zettend relativeren en je doet weer genoeg energie op om een paar jaar maatschappij te kunnen accepteren". Sponsors Waar haalt Fons Oerlemans het geld vandaan om zo'n trip te bekostigen 7 Fons Oerlemans, echtgenote Kee, zoontje Robin en metgezel Kees Kremer (v.r.n.l.) voor hun (nog niet) drijvend verblijf. „Natuurlijk zijn er sponsors. paar Bovendien hebben we Sea View". De wagen is van Van Gen- ook geld bij elkaar gekregen Die vlottocht van meer dan d Loos, dan zijn er nog de door het geven van filmvoor- zes maanden deden Fons, zijn Tros en Chevron en nog een stellingen van de reis met de vrouw Kee en drie metgezel len in de door Fons ontworpen en in drie jaar tijds verbouwde stoomketel met leefruimte en onderwater-vensters. „Eigen lijk was het meer een varend aquarium. Onvoorstelbaar prachtig is die Oceaanfauna. De vissen die je ziet, kleine en grote, zwemmen volkomen na tuurlijk langs je heen, niet ge regisseerd of gemonteerd voor een film". Filmprijs Filmen doet Fons namelijk zélf. Van al zijn ondernemin- f;en maakte hij op zestien mil- imeter een filmverslag. „Moet je weten dat ik dat de eerste keer heb gedaan zonder dat ik ooit tevoren een zestien milli meter-camera in handen had gehad. Wist ik veel". Veel misschien niet, maar toch genoeg om de film van zijn eerste vlotreis bekroond te zien met de eerste prijs op het documentaire-festival van Monte Carlo. Zo'n reis met drie man op een beperkt aantal meters vergt ongetwijfeld veel van het per soonlijke aanpassingsvermo gen. Als er onenigheid is, kun je niet eenvoudig de deur ach ter je dicht slaan met de mede deling „Ik ga een blokje om". Want alleen de cabine van de Van Gend Loos-wagen is de plaats waar je je even kunt te rugtrekken. Fons daarover: „Mijn vrouw Kee en ik zijn op de diverse reizen al op elkaar ingespeeld. Hoe het met' de tiet le ps [epla /oor 'en a derde man aan boord 'n n gaan Je weet het nooit va^00^ voren, maar ik heb er wel trouwen in". ha tans: Globetrotter Uigt Kee Arens is overigens #ooi zo'n globetrotter als haar nfwijt Ze begon haar zwerftocWan c toen ze nauwelijks negenpiarii was. Reisleidster in Nooriomp gen en Zwitserland, zes méjise I den in een kibboets in Isrpok druiven plukken in Frankrl baan bij de KLM en nog jpl paar avontuurlijke zijstra^^-i Toen ze Fons leerde ken)^ heeft ze met hem een fij J tocht door de Verenigde 8 ten gemaakt. Dat doen ze tl maar liever niet nóg een kt Fons: „Het land is te giKAT voor een fiets. Na vijfhondÊpari kilometer fietsen merk je ifein eens dat je bent opgeschoten Zes tot acht weken geen kpoys takt met de buitenwerpele maakt dat de eenzaamljoonc niet groter Fons: „We hebierda kontakt met zendamateurs i^uis mijn ON4AXA/MM. Dat is^erk enige. En mocht het nodig ^opar dan hebben we nog een nol zender aan boord". Dat Bij terugkomst, begin oktolpppei zet Fons zich aan het schrijflet b van een boek en aan het mitaalt teren van de films die hijloch deze tocht gaat schieten, flet hoewel de tocht nog moet fan gin nen. heeft hij al planAVoul voor een volgende reis, mren) ditmaal over land. fenm „Die route mag Kee saroduidt stellen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 10