SI 2- TT Zuid-Korea verkoopt 38e breedtegraad als toeristische Dagjesmensen maken halt en front in voormalige vuurlinie Deze week was het dertig jaar geleden, dat er een einde kwam aan de barbaarse oorlog in Korea, waarbij twee mil joen mensen de dood vonden, onder wie 1222 Nederlandse VN-militairen, een veelvoud van dit aantal gewond of ver minkt werd en meer dan tien miljoen Koreaanse gezinnen huis en haard verloren en zwervend een nieuw bestaan moesten opbouwen. Na de wapenstilstand, die op 27 juli 1953 een feit werd, is de vrede tussen de twee br.oedervol- keren op het Koreaanse schiereiland echter tot op de dag van vandaag een utopie gebleven. Aan weerszijden van de 38e breedtegraad, die de macabere grens vormt tussen Noord- en Zuid-Korea, blijft de nachtmerrie van een op nieuw oplaaiende oorlog onverminderd actueel, zo als onze verslaggever Leo Thuring onlangs zelf kon vaststellen tijdens zijn bezoek aan het niemandsland rondom Panmoenjon. In zijn „Kleine Kroniek van Zuid-Korea" bericht hij over dit „land van de serene ochtend", dat ontredderd en ver woest binnen dertig jaar kans heeft gezien om vanuit een ogenschijnlijk verloren positie een moderne en redelijk welvarende staat te worden, die erfvijand Japan naar de kroon steekt. KLEINE KRONIEK VAN ZUID-KOREA DOOR ZATERDAG 30 JULI Aan het einde van de tafel slchoc twee standaards met daaraartye e vlaggen van beide landen. DieCan Noord-Korea is enige centim? langer, maar op die van Zuid?.. rea staat weer een aanzienlijk W"* tere piek. Lekker puh, jen t De sfeer is om te snijden. Drevel panners blijven koortsachtig fenv graferen, terwiil sergeant Bill 9je v stijf toekijkt. Als ik mijn camei|k,,to tafel leg omdat ik mijn handenjL-, vertrouw voor een puntgave tij**1 name, schieten van links en r®onc militairen toe, die, wijzend opNedë toestel, sissen: „Weg, weg. Stifoch verboden". De tafel blijkt taar te zijn, waaraan alleen de? gepriesters van de God Mars? opruiende diensten mogen celcL^i Als ik na vijf minuten weer bu( sta voel ik me als een voyeur,) zojuist de laatste eer heeft bewq aan een overledene, die hij nietl kend heeft. Efteling In ganzepas met sergeant Bill vj op gaat de groep vervolgens rj de andere kant van de weg, v| de Zuid-Koreanen hun „Huis de vrijheid" hebben gebouwd, is een sierlijke volière, die op terrein van de Efteling niet misstaan. Onder het achtkan dak volgt een Zuidkoreaanse 1 poraal onafgebroken met zijn i rekijker de verrichtingen van ti Noord-Koreanen, die op w* staan voor een imposant geboj dat in werkelijkheid een bedrj lijk decorstuk blijkt te zijn. Aca de gevel is verder niks en wie a de voorname poort naar bin[ gaat staat dan ook gelijk weer ten. Van tijd tot tijd pakt de Zi| Koreaan een fototoestel met lens van het bureaublad en enige opnamen. De reactie 1 Noord-Koreanen laat niet lang| zich wachten: ook zij serie foto's. Je krijgt steeds sterker het gevj dat je de opname bijwoont science-fictionfilm met een plot. Dit kan namelijk niet de roerloze soldaten lij) daarvoor te veel op robots, die r vergeten heeft op te winden. I het landschap heeft nauwel raakpunten met de aarde, dip^uiz' vertrouwd is. van met Maaiveld Dat gevoel wordt nog sterkeri^ beklemmender als je op het t>°'l(jurv groeiing. Geen boom, geen striPc^c Alleen in de verte steken de cfant touren van een flink dorp boiPet het maaiveld uit. Maar de tienfaa* len huizen, die je ziet, zijn leetf~wa alleen gebouwd om het spookT^001 de propaganda aan onderdak J*6" helpen. 1llstc Het lijkt allemaal te kinderac|8ee' om echt waar te kunnen zijn. helaas is het geen fictie, grr luchtspiegeling. De werkèlijkBj"Vsc is, dat zich rondom Panmoerjhet tientallen Noordkoreaanse divi}r"e* hebben ingegraven. En elke bër*UI' ging die zij maken wordt feil)dan geregistreerd door meterslangëi^ s' lelenzen en doorgeseind naar! generaals in Seoel. Terwijl die het hoofd breken over de ttc; vraag, wat Noord-Korea nu'wt*"fr in zijn schild voert, braken meté hoge luidsprekers in de vlakte ^aa.r en nacht stromen verwens!ni01- uit, die de Amerikanen en Koreanen gaandeweg eveiv \j^a trouwd zijn geworden als het e 'eri wige ruisen van de zee. Ze véii|Jn de geluiden wel op, maar horen lang niet meer, wat er geschreeu- wordt. den 1 (bij! Ereronde - De Tot besluit maakt de bus nog;i.pJ: ereronde langs.de „bridge of no turn". Op deze plaats moesten ëel Koreanen in 1953 beslissen" r welke kant van de 38e brees i?Sf graad zij voortaan wilden ley Als zij eenmaal over de brug Vva lee: was er geen terugkeer meer mc lijk. Tien miljoen Koreaanse" fa lies werden op die manier üi^ kaar gerukt en tot op de dagf v£e! vandaag niet meer herenigd: £e| Bij de rivier staat een vrèchtWa( kei met draaiende motor klaar dril "e een onverhoedse aanval V Noordkoreaanse kant de trail I doorgang over de brug te versf ren, zodat wij in de bus genoeg zullen hebben te ontsnappen. Dr maatregel is genomen na 18 aug- tus 1976, toen twee Amerikaanse ficieren, die toezicht hielden bij omhakken van een populier, d een Noordkoreaanse patrou r werden overvallen en met bijl gen werden vermoord. Van be* tot eind werd deze gruwelijke v beurtenis vanuit drie uitkijkpos Ji via telelenzen gevolgd en op f f: vastgelegd. Toen admiraal Markv Frudden de dag er na, z1 met dit bewijsmateriaal, in derhandelingsbarak eiste, dat moordenaars gestraft zouden w den, kwam er van de andere ki, van de tafel geen enkele reactie--. Sergeant Bill is zichtbaar opgelu als hij rond drie uur voor „Klooster van de dolle monniki f afscheid neemt van onze groep, beladen met T-shirtjes, petten wandborden met „Panmoenjc erop, de plaatsen in de bus w opzoekt. Tot in Seoel wordt daal' door niemand meer één woord zegd. Wat ook te verwachten was. zojuist is ontnapt uit een nachtm - rie die echt blijkt te zijn, is pig met stomheid geslagen. LEO THURI I Op weg naar de camping of het ap partement, dat in de folder nog zo riant bemeten toonde, maken de meeste vakantiegangers graag een omweg voor zo'n uitje. In België beklimmen zij welgemoed een heu vel voor een beter uitzicht over de glooiende akkers, waar Napoleon zijn Waterloo vond. En in de buurt van Verdun zoeken zij koortsachtig naar de linies, waar het Franse le ger in veertien-achttien door de op permachtige Duitse laars werd ver trapt. Onbegonnen werk, zoals zij algauw bemerken, want er zijn vrijwel geen aanknopingspunten meer. die hun fantasie op weg kun nen helpen. De bunkers zijn opge blazen. het mosterdgas is verwaaid in de tijd en in de schuttersputten schuilen nu duinkonijnen. Humus Wat resteert er nog van de slag om Arnhem, het offensief in de Arden nen, de woestijnoorlog bij El Ala- mein? Een handvol kruisen, een gedenkboek en een jaarlijkse reü nie. bijgewoond door ooggetuigen met de dood op hun hielen. Dat is alles. De rest is door de natuur barmhartig onder de aarde geschof feld en humus geworden voor bit tere herinneringen. Toch blijkt het meer dan voldoende te zijn geweest deze plaatsen, teza men met de wildwaterbaan en de klompenmakerij, in het excursie pakket op te nemen. Sinds name lijk een inventieve geest ontdekt heeft, dat na een oorlog het bijbe horende front als een lucratieve trekpleister tot in lengte van jaren kan worden uitgebuit, woedt elke strijd ook na een moeizaam bereikt vredesakkoord onverminderd voort ten behoeve van de plaatselij ke VVV. En op zon- en feestdagen ziet de directeur tot zijn innig ge noegen, dat de voormalige vuurli nie wederom zwart ziet van de mensen. Die slag is voor hem. Troeven Ook in Zuid-Korea behoort een dergelijke geharnaste dagtocht tot de-toeristische troeven, die de reizi ger onmiddellijk na aankomst in tweede Oorlogsmonument, waar de bus wederom stopt voor een extra hersenspoeling. Vandaar gaat de reis verder naar de wrakke brug van de vrede, waar het pas goed menens wordt. Zuidkoreaanse mili tairen stampen schreeuwend door het middenpad van de bus en con-, troleren nauwgezet en tergend langzaam de paspoorten. Minuten lang vergelijken ze de foto's daarin met de corresponderende hoofden. Wat in mijn geval voor de hand ligt. want ik heb een paspoort, dat tien jaar geleden door de burge meester van Rijswijk is afgegeven. En op het portret daarin heb ik veel weg van mijn jongste broer, die in het geheel niet op mij lijkt. Stapvoets kruipt de bus na dit op onthoud door een bruin maanland schap zonder blikvangers. Links en rechts een gestolde cake-walk van gladde heuvelruggen met daarin de glinsterende littekens van bergbe ken, die radeloos naar de vaalgele rivier beneden in het dal stromen: de schepping op de eerste dag, toen God nog moest beginnen met zijn invuloefening. Dolle monniken Het bliksembezoek aan de demar catielijn op de 38e breedtegraad wordt voorafgegaan door een lunch op de Amerikaanse basis, die als een wildreservaat met grachten en metershoge hekken van de buiten wereld is gescheiden. In de kanti ne, die er uitziet als een blokhut in een wild-westfilm en met fijnzinni ge Amerikaanse legerhumor is om gedoopt tot „Het klooster van de dolle monniken", serveren Zuidko reaanse tieners in recordtijd ham burgers, die vanwege hun uitzon derlijke taaiheid een plaats in het Guinness Book of Records ten volle verdienen. De dranken coke, die onbarmhartig met ijsblokken is bekogeld of bier. rechtstreeks ge ïmporteerd uit Holland zijn niet bij de prijs van de trip (50 gulden) inbegrepen en dienen onmiddellijk te worden betaald met dollars. Na dit galgemaal in jeugdherberg- stijl neemt sergeant Bill het com mando over. Aan de hand van lichtbeelden legt deze getrimde reus uit, welke gevaren er dreigen van de kant van de Noord-Korea nen, die hij met trillende stem en kele malen ontmaskert als „bloed dorstige beroepsmoordenaars". Als dat gebeurd is, deelt hij formulie ren uit, waarop de deelnemers zwart op wit moeten verklaren, dat de tocht naar de grens van het nie mandsland op eigen risico gemaakt wordt. Ten overvloede krijgt ieder een ook nog een plastic identiteits kaart. die zichtbaar op de borst moet worden gespeld. Pianola Voor sergeant Bill is het duidelijk een routineklus, die hij met de voorspelbaarheid van een pianola opknapt. In de bus pakt hij gelijk de microfoon en drukt ons nog maals op het hart, dat de Noord- Koreanen licht ontvlambaar zijn en het kleinste gebaar, dat hun niet bevalt, onmiddellijk zullen opvat ten als provocatie. „Onderneem daarom niks, dat hen zou kunnen irriteren", zegt hij, „doe maar net of je ze niet ziet". De sight-seeing begint met een be zoek aan de barak, waar sinds 1953 vruchteloos onderhandeld wordt. Het is een kale, benauwde ruimte met een tafel, die door de onzicht bare demarcatielijn in twee gelijke stukken is verdeeld. De linkerhelft is Zuid-, de rechter Noord-Korea. Officieel is deze tafel de enige plaats, waar beide partijen met el kaar praten. Want de hot-line, die in 1953 geïnstalleerd werd tussen de presidentiële paleizen in Noord- en Zuid-Korea is sinds 1973 zo dood als een pier In het niemandsland tussen Noord- en Zuid-Korea krijgt de bezoeker steeds sterker het gevoel, dat hij de opname bijwoont van een science-fictionfilm met een magere plot. De sight-seeing begint met een bezoek aan de barak, waar sinds 1953 vruchteloos onderhandeld wordt. Seoel worden opgedrongen. Het verschil met soortgelijke excursies in andere landen is echter, dat in Zuid-Korea de deelnemers aan zo'n trip 'niet geconfronteerd worden met een huiveringwekkend brok voltooid verleden tijd, maar halt en front maken op de 38e breedte graad, waar de strijd elk moment weer kan oplaaien. De lont is blij ven smeulen, de tijdbom staat op scherp en vriend en vijand zijn geen schimmen uit een voorbije pe riode, maar maken met hun provo cerende aanwezigheid nog steeds deel uit van het murw gebeukte landschap. Ze staan links en rechts, voor en achter je, wiegen hun mi trailleurs in een tuigje voor hun buik en staren van tijd tot tijd door hun verrekijkers naar elkaar. Tus sen hen in gaapt een stuk nie mandsland, waar het gras met dui delijke tegenzin groeit en een smal grintpad een doodlopende weg is van Noord naar Zuid. De stilte is hartverscheurend en de weinige vogels, die in de bomen en struiken nestelen hebben uit voorzorg ge luiddempers op hun snavels ge monteerd. zodat ze elkaar zonder gerucht het hof kunnen maken. Monty Python Als je niet beter wist, zou je mogen vermoeden, dat er een openlucht voorstelling aan de gang is, waar het team van Monty Python over duidelijk de hand in heeft gehad. Het thema „oorlog", hardhandig vervormd tot een operette met een onafwendbaar gruwelijke apotheo se. „Lach of ik schiet" tegen een decor van barakken, uitkijktorens, manshoge prikkeldraadversperrin gen en mijnenvelden, waar de dood zijn grijnzende kop met lege oog kassen om de honderd meter op een bord heeft laten schilderen. Zo dat niemand achteraf kan volhou den. dat hij niet wist, wie de baas is in dit voorgeborchte van de hel. De dood heeft deze vier kilometer brede kaalslag tussen Noord- en Zuid-Korea dertig jaar geleden voorgoed geannexeerd en staat sindsdien met de levenden om hem heen op gespannen voet. Tussen 1950 en 1953 hebben zijn handlan gers kans gezien twee miljoen men sen over de kling te jagen in een barbaarse oorlog tussen broeders, die elkaar met steun van China, Amerika en troepen van de Vere nigde Naties de neerschappij over het duizend kilometer lange Kore aanse schiereiland betwistten. Toen beide partijen op 27 juli 1953 einde lijk een moeizaam afgedwongen wapenstilstand overeenkwamen, werd de strijdbijl niet begraven, maar open en bloot door de dood als geheugensteun op de onderhan delingstafel gelegd. Met dat gebaar maakte hij de overlevenden duide lijk, dat hij hen met de grootst mo gelijke tegenzin in Panmoenjon duldt en ondertussen blijft loeren op een kans om ook hen in te lijven bij zijn fladderende Hades-brigade. Op rozen De trip naar de gedemilitariseerde zone, die zich over een afstand van 243 kilometer in grillige bochten heuvel op heuvel af van de Gele naar de Japanse Zee slingert, was ook ditmaal binnen de kortste ke ren uitverkocht. Wat te verwach ten was, want wie investeert in de ziekelijke nieuwsgierigheid van zijn medemensen zit geheid op ro- De bus, die vertrekt vanaf de par keerplaats bij het luxueuze Lotte Hotel in het centrum van Seoel, is vandaag voornamelijk gevuld met Japanners, die hun derde oog op de borst wijd open houden om elke onverhoedse reflexbeweging attent te kunnen registreren. Hun vrou wen reiken ondertussen gestadig zakken met kleffe zuurtjes aan, waardoor de tocht algauw begint te lijken op een schoolreisje van leer lingen, die gezien hun leeftijd on verantwoord vaak zijn blijven zit- Japanners, blijkt ook nu weer, zijn verwoede rezigers met een duidelij ke voorkeur voor landen, die ooit onder het Japanse juk hebben ge zucht. Met Korea is dat ook ge beurd. Eeuwenlang hebben de le gers van de goddelijke keizer van Nippon geprobeerd dit wormvor mige aanhangsel op de rechter flank van het grote Chinese rijk onder de voet te lopen. Na een lan ge reeks van nederlagen lukte het eindelijk in 1910. Vanaf dat moment was Korea een Japans wingewest, dat 35 iaar lang bestuurd en ge brandschat zou worden vanuit To kio. Pas in 1945 kwam er een einde aan die overheersing, nadat twee Amerikaanse atoombommen op Hi- rosjima en Nagasaki het opper machtige Japan tot een onvoor waardelijke capitulatie hadden ge dwongen. Hersenspoeling Het is de Japanners in de bus niet aan te zien, dat ze van die periode een schuldcomplex hebben overge houden. Waarom zouden ze ook? Bij een oorlogsmonument langs de weg, waar een kwartier gepauzeerd wordt om de deelnemers aan de tocht vast in de vereiste krijgshafti ge stemming te brengen, zijn zij de eersten, die zich op een holletje naar de sokkel spoeden, waarop enige Zuidkoreaanse militairen met volle gevechtsbepakking samen drommen, die bij hun opmars naar het Noorden door de bronsgieter verrast zijn. De meeste Japanners laten zich daar, stijfjes leunend op het rechterbeen van een der gra naatwerpers, vereeuwigen voor het familie-album. Datzelfde ritueel wordt een half uur later nogmaals herhaald bij een PANMOENJON Tot de zeer weinigen, die van oorlogen finan cieel wijzer worden, behoren zeker de directeuren van VVV's, die het geluk hebben een lap van hun va derland te mogen promoten, waar ooit een strijd heeft gewoed, die tot de verplichte examenstof van de middelbare scholen behoort. Als het krijgsgehuil eenmaal verstomd is en het zinloos vergoten bloed eerst geronnen en vervolgens ver bleekt is tot wat oppervlakkig be keken ook heel goed een roestplek zou kunnen zijn, wordt elk slagveld automatisch een gewild reisdoel, dat tussen de dagtochten van de spoorwegen hoge ogen gooit en in de vakantiepiek geregeld de oor zaak is van kilometerslange files op de aanvoerwegen. Er is vrijwel geen land ter wereld, waar de vreemdeling niet onop houdelijk via borden met werven de teksten wordt aangespoord on verwijld een bezoek te brengen aan een naburig museum met enkele roestende kanonnen en een verza meling doorboorde helmen, die de herinnering levend houden aan een knokpartij, waarin uiteindelijk alle strijdende partijen op een of andere manier het onderspit heb ben gedolven. Als zo'n gevecht van recente datum is wordt de bezoeker doorgaans rondgeleid door een oor logsveteraan met één arm of een glazen oog, die omstandig aan de hand van een maquette op schaal 1 tot 100 de plaatsen aanwijst, waar de vijandelijke bataljons in de pan zijn gehakt. Met zijn stok wijst hij vervolgens de loopgraven aan, waar de eigen troepen onder moor dend spervuur de aanvalsgolven van een tankdivisie met vrijwel niets anders dan de blote vuisten tot staan hebben gebracht. Een por tret van de luitenant, die daarbij zowel het commando voerde als sneuvelde, staat in een van de vi trines tussen granaatscherven en een gedemonteerde landmijn. De lijst, die aan de bovenkant beden kelijk schilfert, houdt een bleke jongen van amper twintig jaar ge vangen met een wilskrachtige blik, die men ook wel aantreft op affi ches in stations, waarop het stude ren in de avonduren wordt gesti muleerd. Onder het achtkantige dak van het „Huis van de Vrijheid" volgt een Zuidko reaanse militair onafgebroken met zijn verrekijker de verrichtingen van de Noord-Koreanen. Het „Huis van de Vrijheid", dat de Zuid- Koreanen in het niemandsland hebben gebouwd. Het oorlogs monument, waarop enige Zuidkoreaanse militairen met volle gevechts bepakking.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 12