MAGAZUN-UEEGVERKOOR PROFITEER T/M 23 JULI VAN 20 TOT 80% KORTING! Dagboek van Julien Green: reis door de twintigste eeuw Kwaliteitsmeubelen uit actuele collectie. I a „Mystiek is het tegendeel van vlucht uit de wereld nrj 5er ZOKOMTUIN PUNACKER SwartmeubelverhopkantoorBY ,De eenzaamheid die hier in het Westen zÈ heb ie in Afrika niet )t BOEKEN £eid^(2oma*if DINSDAG 19 JÜLI1983 PAC Bibliotheek van de literaire reiziger De zomerse vakanties zijn er, uitgeverij Meulenhoff haakt daarbij in: een reeks literaire boeken gewijd aan landen, ste den en streken, waar wij met z'n allen heentrekken in de hoop dat het nog warmer, leu ker, vrijer, ontspannender zal zijn dan in ons eigen land. Zo is de „Bibliotheek voor de lite raire reiziger" opgezet, mis schien als vervolg van de in het afgelopen jaar verschenen literaire boeken over Neder landse provincies, plaatsen, streken, dorpen, wat al niet. Er zijn drie delen uit: „Ier land", waarvoor Marten Toon der een inleidend verhaal schreef, „Dordogne", met een dergelijke inleiding van Henk Komijn Meijer en „New York", waarin Hans Keiler dat inleidende verhaal voor zijn rekening nam. In elk deeltje: verhalen en an dere teksten van zeer uiteenlo pende auteurs, veelal vertaald. Waarschijnlijk aardiger voor na de vakantie. „Het eeuwige moment" Maarten 't Hart publiceert een bundel essays, of wat hij daar voor door laat gaan, in de *-eeks Synopsis. „Het eeuwige moment" bevat twaalf opstel len, waarvan er twee gewijd zijn aan Vestdijk en zijn innige relatie met de muziek. Verder komen Emily Brontë, Charles Dickens, Kierkegaard, Hjal- mar Söderberg. Elias Canetti en enkele anderen aan bod. Het titel-essay is, zoals men dat wel noemt, een omgeval len boekenkast. Maarten 't Hart somt hier een hele reeks boeken op, citeert eruit, deelt erover mede. Boeken met een gemeenschappelijk kenmerk: er komt iets belangrijks in voor wat met muziek te ma ken heeft. Dus Tolstois „Kreutzersonta", Vestdijks „De Koperen tuin" en 't Harts eigen boek „Stenen voor een ransuil". En maar citeren. Met als een van de conclusies: „Kunst wekt agressie". Bij wie ■en waarom wordt verder niet vermeld. Ook niet of dat een kwaliteit of een zegen of een zonde is. Weinig onverwachts bij Maar ten 't Hart. Zijn voorkeuren en passies op literair gebied (zoals ten opzichte van Dickens) worden weer als stokpaardjes bereden. Werkelijk inzicht in de besproken auteurs haal je er niet uit, want Maarten 't Hart schrijft over wat en wie dan ook met het doel en de uitkomst, dat hij over zichzelf schrijft. Maarten 't Hart Couperus Uitgeverij Veen is bezig met een reeks fraaie Couperus- boeken, waarin nu een aantal aardige teksten is verschenen. Teksten, die je niet zomaar te rugvindt in de bekende uitga ven. Het meest recente deeltje is „Legenden van de Blauwe Kust", een reeks van impres sies en schetsen, geschreven over de Rivièra, gebaseerd op het verbljf van de auteur al daar, geheel in rijke ledigheid en alle gemak van dien. De vriend van de verteller, Or lando, voert hem door de casi no's en andere oorden van vermaak. Voordien verschenen in deze reeks de Couperus-boeken „Op reis", „Epigrammen" en „Aan de weg der vreugde". Neel Doff Ze is beter bekend als Keetje Tippel. Neel Doff, de Neder landse schrijfster, van wie de autobiografische boeken „Da gen van honger en ellende" en „Keetje Tippel" grote bekend heid kregen, zozeer dat ze zelfs onderwerp van een Neder landse speelfilm werden: „Keetje Tippel". Neel Doff leidde een merk waardig leven. Na een duistere jeugd in Amsterdam, vol ar moede, kwam zij tot prostitu tie, waarvan zij in de bekende boeken een verslag geeft. Na een huwelijk met een rijke Brusselse uitgever, die vroeg sterft, kan zij een heel ander leven leiden. Haar boeken schreef zij in het Frans. Nu is er een uitgave in het Ne derlands van een boekje ver halen, impressies, schetsen, onder de titel „Bittere armoe de in de Kempen". Het ver haal van de jongen Thijske uit de Kempen, zijn ontwikkeling, zijn groei, tot hij weggaat uit het vertrouwde land en arbei der wordt in de mijn. Geen lieflijke toestanden, maar bit tere armoe, leed, viezigheid, domheid en wantrouwen. Max Frisch De belangrijke Zwitserse au teur Max Frisch heeft in „Blauwbaard" het verhaal ge schreven van de grote ellende die ontstaat als je wordt vrijge sproken van de beschuldiging, je zesde vrouw te hebben ver moord. Hoofdpersoon van deze korte roman is de arts Felix Schaad, een man van 54 jaar oud, die dit overkomt. Tot zijn rampspoed, want zijn sociale contacten is hij door deze el lende kwijt. Wordt hij toch schuldig aan iets waar hij geen schuld voor draagt? Hoe ver schuift in zijn gedachtenwe- reld de schuldvraag? Een boekje dat met groot meester schap tot stand is gekomen. Frisch is ook hier een van de groten van de Europese litera tuur. „De mimitators" De belangrijke Engelstaligen auteur van Caraïbische af komst, V.S. Naipaul, wordt langzamerhand steeds meer in het Nederlands vertaald en uitgegeven. Bij de Arbeiders pers verscheen de vertaling van „De mimitators" een ro man over een reeks toestan den op een eiland in het Ca- raïbisch gebied, aangeduid met de naam Isabella. Een prachtig relaas over het verwerven van onafhankelijk heid, de problemen die dat brengt aan de bevolking en de leiders. Hoofdpersoon is een topfiguur geweest op dat eiland, die na allerlei verwik kelingen wegtrekt om in Lon den zijn herinneringen aan zijn carrière op te schrijven. Een man zonder illusies, een spijtoptant zonder toekomst, die alleen leeft op zijn verle den en dat is veel te gering. Wat blijft er over? JAN VERSTAPPEN Bibliotheek voor de literaire reiziger. „Ierland", „Dordog ne" en „New York". Uitg. Meulenhoff. Prijs per deel 25.-. Maarten 't Hart: „Het eeuwi ge moment". Uitg. Synopsis, Arbeiderspers. Prijs 29,50. Louis Couperus: „Legenden van de Blauwe Kust" en an dere delen. Uitg. Veen. Prijs per deel plm. 27,50. Neel Doff: „Bittere Armoede in de Kempen". Uitg. Meu lenhoff. Prijs 26,50. Max Frisch: „Blauwbaard - een vertelling". Uitg. Meu lenhoff. Prijs 26,50. V.S.Naipaul: „De mimita tors". Uitg. Meulenhoff. AMERIKAANS/NEDERLANDSE PRIESTER HENRI NOUWEN BOEKSTAAFT KLOOSTERERVARINGEN „Wat het meest pleit voor het christelijk geloof", aldus de katholieke priester Henri Nouwen, „is het feit dat de liefde voor God, mits volle dig doorleefd, altijd leidt tot een grote, onbaatzuchtige toewijding aan de naaste. Mystici kunnen, nadat ze de meest extatische ervaringen hebben gehad, dikwijls een ongelooflijke activiteit ont wikkelen. Paulus is daarvan het beste voorbeeld, maar ook bij Augustinus, Teresa van Avila, Catharina van Siena en vele anderen, vin den we dit vermogen. Mys tiek is het tegendeel van een vlucht uit de wereld. De diepste eenwording met God leidt tot een uiterst creatieve betrokkenheid bij de wereld waarin we staan". Henri Nouwen schreef deze regels in 1974 toen hij voor een retraite van zeven maanden onderdak had gevonden in de Trappistenabdij Genesee in senburg volgde. Vanuit Rijs- Is het geen vlucht, geen luxe senburg verhuisde hij naar ontsnapping, om je temidden Nijmegen om er gedurende zes van een lijdende wereld terug jaar psychologie te studeren, te trekken in een comfortabel Daarna belandde hij in de klooster in een mooie land- Verenigde Staten en in dit streek in de VS en daar van de land geniet hij wel degelijk Upstate, New York. Daarvoor een grote bekendheid. Hij pu- en n daarna was hij als docent bliceerde er een (Engelstalig) verbonden aan verschillende oeuvre op het grensgebied van Amerikaanse universiteiten. Deze maand vestigde hij zich theologie, psychologie en mys tiek en behaalde grote opla- Peru om er parochiewerk te gen. Ondermeer met een dag- wegen die de mensen bewan- doen voor de Amerikaanse morgen tot de avond Gods lof te zingen? Nee, zegt Nouwen en vraagt daarbij een groot houten wagenwiel in gedach ten te nemen. De naaf van dat wiel is God. De spaken zijn de missie-orde Mary Knool. De faam van de nu 50-jarige Nouwen reikt hier te lande niet verder dan de kring van vrienden en familie. Hij is een neef van mgr. Toon Ramselaar onder wiens presidentschap hij in de jaren vijftig de colleges aan het groot-seminarie Rijs- boek dat hij bijhield over zijn delen op weg naar hem toe. verblijf in de Trappistenabdij. Naarmate ze dichter bij de Dit is nu in het Nederlands naaf komen, komen ze ook vertaald onder de titel: „Vreemdeling in het paradijs". dichter bij elkaar. Nouwens dagboek, dat door De vraag naar de verhouding Margreet Stelling voortreffe- tussen contemplatie en enga gement, tussen bidden en wer ken, vormt er een langrijkste thema's lijk is vertaald, geeft naast in spirerende levensbeschouwe- de be- lijke overwegingen, een goed sfeerbeeld van het reilen en zeilen in een klooster. „Hier is het ritme anders", schrijft Nouwen. „Niet enkel de zon dagen zijn verschillend, alle weekdagen hebben hun eigen kleur, bepaald door de psal men en liederen die we zin gen, de schriftlezingen die we horen en vooral de eucharis- tie-vieringen waar we aan deelnemen. In het begin was ik me er ternauwernood van bewust dat ik langzaam werd binnengevoerd in een nieuwe levensstijl, een nieuwe manier van omgaan met de tijd en een nieuwe wijze van ervaren van Gods aanwezigheid. Maar nu ik ruim een maand heb deel genomen aan het dagelijkse ritme van deze gemeenschap, met een minimum aan contact met mijn vroegere bestaan, be- BN - ontsla |n ziji merk ik bij mezelf dat 3) over de heilige Drie^ het leven van Christu| Johannes de Doper, tus, de heilige Bonavft bep over een telkens terugkniet evangelielezing, een psalm, een treffende uit een levensbeschrijvflang* een heilige. Het is of i d zaam word opgetild uitende ze saaie, wat eentonijjn lie reldse kringloop van naar een uiterst klej bonte reeks gebeurt® waarin statigheid en i heid, vreugde en ernst en lichtvoetigheid" voortdurend afwisselen' H.Nouwen: „Vreemde! het Paradijs". Uiti 4 Haan. Prijs: 27,5& Op 17 september 1928 nam de Frans-Ameri kaanse schrijver Julien Green zich voor een dag boek bij te houden. Anno 1983 schrijft Greene, even oud als deze eeuw, nog steeds met grote regel maat en blijkbaar met veel voldoening aan zijn dagboek. Het moet inmid dels vele duizenden pagi na's tellen. Steeds publi ceert hij na verloop van enkele jaren daaruit een selectie, hetgeen dit jaar voor de twaalfde maal ge beurde. Het bestrijkt de periode 1978-1982 en de titel ervan luidt La Lu- mière du Monde (Het Licht der Wereld). Telkens wanneer er een nieuw deel van Greens dagboek uit komt, is dat een literaire ge beurtenis van de eerste orde in Frankrijk. Een schrijver die al zo lang het wel en wee van onze eeuw noteert, heeft er blijkbaar recht op met meer dan gewone belangstelling te worden beluisterd. Toch beschouwt Green zich zeker niet op de eerste plaats een chroniqueur van het we reldgebeuren. Aan zijn per soonlijk wedervaren kent hij zeker zoveel gewicht toe. De 'actualiteit dringt zijn dagboek weliswaar voortdurend bin nen, maar speelt toch slechts een rol in de marge. De kracht van zijn dagboek is dat die twee elementen op vloeiende wijze met elkaar zijn ver groeid. Superheldere stijl Het uitgeven van dagboeken en opnieuw publiceren van reeds verschenen dagboeken is tegenwoordig een ware hausse. Het „ik" staat in de literatuur tot vervelens toe centraal, ook in talloze romans, maar het bijzondere van Greens dag boek is nu juist dat zijn schrij ven niet ontaardt in die sterie le navelstaarderij die alleen maar bedoeld lijkt eigen ge wicht te vergroten. Al hele maal moet men niet intimitei ten zoeken in zijn dagboeken. Greens dagboeken, geschreven in een superheldere stijl zoals alleen de werkelijk grote schrijvers dat kunnen, hebben niets met bekentenisliteratuur te maken. Zijn afkeer van egotripperij maakt Green in feite zeer on Frans. Wellicht werkt hier zijn puriteins Amerikaans-pro testantse afkomst nog in door (Green werd in Parijs geboren Julien Green. uit Amerikaanse ouders en studeerde enige tijd in de Ver enigde Staten). Temidden van het wereldge beuren is het dagboek voor Green vooral een uitwijkplaats vanwaaruit hij vaak op bril jante en onconventionele wijze over het wereldgebeuren re flecteert. Wat Green schrijft, verrast bijna altijd. De maar al te menselijke neiging van schrijvers tot uitweiden of zeu ren weet hij meesterlijk onder controle te houden. Wie iets meer van het werk van Green kent, constateert echter dat zijn grootste obses sies in de dagboeken niet of nauwelijks voorkomen. Wie de verborgen zijde van Green op het spoor wil komen, nqpet daarom zijn romans lezen. In zijn dagboek zegt Green daar over „Mijn romans zijn mijn dromen. Dank zij hen heb ik mij weten te handhaven". Dat het om dromen gaat, is maar zacht uitgedrukt, het zijn eerder stuk voor stuk beklem mende nachtmerries. Zo ook weer zijn laatste roman Le Mauvais Lieu (De plaats van verdoemenis), waarvan het lijkt of de laatste twinig jaar daaraan voorbij zijn gegaan. In het boek staat een klein meisje centraal dat belaagd wordt door volwassenen die in haar een toonbeeld zien van zuiverheid. Sexualiteit is -een doodlopend spoor, een bezoe deling tegen wil en dank die nodig is om het zuivere ideaal te bereiken. De geremdheid van de figuren draagt bij tot een klimaat van verstikking, dat zo kenmerkend is voor Greens romans. Het zou niet juist zijn te veron derstellen dat de romans van Green slechts de beschrijving zijn van een achterhaalde mentaliteit, van een samenle ving die zich ontdaan heeft van sexuele taboes. Voor wie de taboes niet meer tellen, blijft het bijzondere van Greens romans de kracht waarmee deze verstikking wordt opgeroepen. Er is al vaak gezegd dat Green zijn demonen kost wat kost in stand hield om zijn romans te kunnen blijven schrijven. Op een opmerking van een psy chiater dat hij Green gemak kelijk door middel van behan deling van zijn angsten zou kunnen bevrijden, antwoordde hij in zijn dagboek dat men die angsten wel zou kun nen wegnemen, maar dat men maar moest afwachten welke andere angsten daarvoor in de plaats zouden komen. Superieure rust In tegenstelling tot de meesten van ons is de wereld van Green een mauvais lieu geble ven, een plaats van verdoeme nis. Er is wel een loutering mogelijk, maar Green acht zich niet geroepen die ook te beschrijven: het gevaar is im mers levensgroot aanwezig dat wat als loutering wordt opge vat, slechts een surrogaat blijkt te zijn. Het is zeer indis creet de omstandigheden toe te lichten waaronder de terug keer tot het wezenlijke heeft plaats gevonden, zo schrijft Green in de inleiding tot zijn dagboek. Wie Greens hele verhaal wil kennen, komt dat ook niet volledig te weten met behulp van de dagboeken. Green toont zich daarin vooral de laatste vijftien jaar een over tuigd katholiek. Over hoe de wereld reilt en zeilt is hij wei nig gelukkig. In 1968 noteerde hij: „Noch op straat, noch in het parlement bloeit veel ta lent en op de beeldbuis valt niets te zien of te horen, dat van een werkelijk indrukwek kend peil is". Maar pessimis tisch is hij niet, zoals alleen al blijkt uit de titel van zijn laat ste dagboekdeel, La Lumière du Monde. Het is niet zijn stiel te moraliseren, daarvoor heeft hij te veel talent en is zijn mensenkennis te groot. Na de absurditeit van het bestaan doorgrond te hebben, heeft hij de „dwaasheid" van het geloof omhelsd om de tijd te kunnen verstaan. Het is blijkbaar vooral deze „dwaasheid" die hem ondanks het overal hoor bare tumult zo'n superieure rust schenkt. Iedere buiten staander moet hem die wel be nijden. PAUL VAN VELTHOVEN Een selecties uit de dagboeken van Green zijn verschenen bij de Arbeiderspers in Amster dam onder de titel Journaal en Journaal 1946-1976. Het laatste deel „La Lumière du Monde" is uitgegeven door Ed. du Seuil ADVERTENTIE 11 if -Z02- ItpsvFGAuwotin !*1 1 Emmastraat 151, Pijnacker, tel. 01736-5940. Buchi Emecheta ®r' ïn NIGERIAANSE SCHRIJFSTER BUCHI EMECSen (ar Jar m eei AMSTERDAM Een brede glimlach en instemmend ge#iie de reactie van de Nigeriaanse Buchi Emecheta, wanneer hdat de ontmoeting in een Amsterdams hotel wordt voorgesteld „O lopig niet te praten over de thema's die zij in haar boeki handelt. Het korte bezoek van de Nigeriaanse aan ons lan n0j doeld om promotie te maken voor haar bij Wereldvenster^ verschenen boek „De zegeningen van het Moederschap"len" vol met interviews en voordrachten, dat zij de mogelijkhij over andere onderwerpen te spreken met beide handen lijjn", te grijpen. Bn Honderd meter verderop de Prinsengracht en twee kopjes Ma; later blijkt echter dat het levensverhaal van Buchi Emechh de belevenissen van de hoofdpersonen in haar boeken zfem in elkaar grijpen, dat van het oorspronkelijke voornemCg vooral over Nederland en Amsterdam te spreken weini|^n terécht komt. gr I Buchi Emecheta werd 39 jaar geleden geboren in eean. dorpje in de omgeving van Lagos, de tegenwoordige hoede van Nigeria. De preciese datum is niet bekend. De gebooq de een meisje was voor de familie immers een grote teleursye omdat vrouwen toen, maar in veel gevallen ook nu t op het tweede plan komen. Desondanks slaagde Buchi Em^ er in haar school af te maken, waarna zij trouwde met d die vijf jaar tevoren al voor haar was uitgezocht. Een pai later reisde zij haar inmiddels naar Londen verhuisde noot achterna. Op 21-jarige leeftijd liet zij zich van hem den, omdat hij zijn werk en gezin verwaarloosde maar het inkomen van zijn vrouw bleef teren. pa; i Reeks baantjes Door middel van een hele reeks baantjes en heel hard vT^ slaagde Buchi Emecheta er in, haar inmiddels tot vijf kir gegroeide gezin te onderhouden én sociologie te stu „Vraag niet hoe ik het gedaan heb, maar het is gelukt'ypr ervaringen in Londen (de botsing tussen verschillende cuj^b de discriminatie en haar persoonlijke ontwikkeling) heeft» Emecheta onder meer beschreven in „In the Ditch" (1ST js „Second Class Citizen" (1975). us Dat waren de eerste twee van een reeks gedeeltelijk autol(]et fische boeken. Sindsdien is haar ster langzaam maar gestai^ ven stijgen en begin dit jaar werd zij in Engeland gekofe een van de twintig meestbelovende, jonge schrijvers. Zhpt beert elk jaar een nieuwe roman en twee kinderboe^^ schrijven, die zij vervolgens in eigen beheer uitgeeft. Daacri werkt zij mee aan een tv-serie van de BBC. ]en Buchi Emecheta schrijft met name over het dagelijks leve^n mensen in Nigeria. Daarom is het opmerkelijk dat zij haar)ra( successen buiten Afrika boekte. In de Scandinavische l£] West-Duitsland, Tsjechoslowakije en de Verenigde Statet^ al langere tijd bekend. Maar nu begint men haar boekei^. ook in Afrika steeds meer te lezen. „Ik schrijf mijn boeLei het Engels. Het is dus een voordeel dat er veel Engelsspr&pe Afrikaanse landen zijn. Men hoeft ze dan niet in allerjg heemse talen te vertalen. Het is wel een vreemd idee dalta( boeken ook in Zuid-Afrika worden gelezen. Maar ik schj, eenmaal voor iedereen. Daarin maak ik geen ondersch^ g zou alleen niet naar dat land toegaan", aldus Buchi Eme( Wl De hoofdpersoon in „De zegeningen van het moederschap')(je Ego, is een stereotiep voorbeeld van de Afrikaanse vroi^ gendom van haar vader, eigendom van haar man en zijn^ lie, een vrouw die slooft voor haar kinderen en bijna vo^ rend zwanger is. „God, wanneer schept u nu eens een vrov^ei zichzelf genoeg is, een compleet mens, niet iemands aai^t sel", „Ik weet niet hoe ik moet praten tegen een vrouw kinderen. Als je de kinderen van me afneemt is het of je qjja leven afneemt dat ik altijd gekend heb, het leven waar^an gewend ben", verzucht Nnu Ego op een gegeven ogenbli), De vrouwen die niet aan dit vrouw-beeld voldoen kunh vc was (is) vaak de redenatie in Afrika, niets anders dan tuées zijn. Maar wanneer Nnu Ego voor de tweede maal isap( huwelijkt (het eerste huwelijk mislukt omdat zij geen kiifo c kreeg) en in de grote stad (Lagos) woont, probeert zij, on^, mend als zij is, op haar manier vooruit te komen. In dejj stad vervagen immers de vaste gebruiken en gewoonten ui^ geboortedorp. Zonder ophouden tracht zij voor haar kiifo een goede toekomst te verzekeren. 'j Maar Nnu Ego's man profiteert van haar ondernemingqje terwijl hij haar tegelujkertijd ook kwalijk neemt dat zij niLt het traditionale beeld van de vrouw wenst te voldoen. <f eind van het boek is Nnu Ego eigenlijk weer terug op het punt, waarna zij uit de grote stad terugkeert naar haar geb dorp. (IE „De zegeningen van het moederschap" is niet alleen als vi de moeite van het lezen waard, het boek biedt ook een il^i gend beeld van de Afrikaanse samenleving, zowel van heb. in een klein dorp als dat in de grote stad. Terwijl zij van boven een kop koffie kijkt naar de gehaaste- elkaar snellende mensen op de Amsterdamse Prinsengraek Buchi Emecheta daarover: „Er is zo'n groot verschil tuss» leven van alledag in het Westen en in Afrika. Toen ik vo A eerst in Londen kwam vond ik de stad koud en donk( L mensen leven anoniem, langs elkaar heen. De eenzaamhj het isolement dat je hier zo vaak ziet, kom je daar nauv tegen". JOS TIM) Buchi Emecheta: De Zegeningen van het moeders Uitg.: Wereldvenster/Novib. Prijs: 22,50. LL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 6