MAGAZUN-UEEGVERKOOR
PROFITEER T/M 23 JULI
VAN 20 TOT 80% KORTING!
Dagboek van Julien Green:
reis door de twintigste eeuw
Kwaliteitsmeubelen uit actuele collectie.
I
a
„Mystiek is het tegendeel van vlucht uit de wereld
nrj
5er
ZOKOMTUIN
PUNACKER
SwartmeubelverhopkantoorBY
,De eenzaamheid die
hier in het Westen zÈ
heb ie in Afrika niet
)t
BOEKEN
£eid^(2oma*if
DINSDAG 19 JÜLI1983 PAC
Bibliotheek van
de literaire
reiziger
De zomerse vakanties zijn er,
uitgeverij Meulenhoff haakt
daarbij in: een reeks literaire
boeken gewijd aan landen, ste
den en streken, waar wij met
z'n allen heentrekken in de
hoop dat het nog warmer, leu
ker, vrijer, ontspannender zal
zijn dan in ons eigen land. Zo
is de „Bibliotheek voor de lite
raire reiziger" opgezet, mis
schien als vervolg van de in
het afgelopen jaar verschenen
literaire boeken over Neder
landse provincies, plaatsen,
streken, dorpen, wat al niet.
Er zijn drie delen uit: „Ier
land", waarvoor Marten Toon
der een inleidend verhaal
schreef, „Dordogne", met een
dergelijke inleiding van Henk
Komijn Meijer en „New
York", waarin Hans Keiler dat
inleidende verhaal voor zijn
rekening nam.
In elk deeltje: verhalen en an
dere teksten van zeer uiteenlo
pende auteurs, veelal vertaald.
Waarschijnlijk aardiger voor
na de vakantie.
„Het eeuwige
moment"
Maarten 't Hart publiceert een
bundel essays, of wat hij daar
voor door laat gaan, in de
*-eeks Synopsis. „Het eeuwige
moment" bevat twaalf opstel
len, waarvan er twee gewijd
zijn aan Vestdijk en zijn innige
relatie met de muziek. Verder
komen Emily Brontë, Charles
Dickens, Kierkegaard, Hjal-
mar Söderberg. Elias Canetti
en enkele anderen aan bod.
Het titel-essay is, zoals men
dat wel noemt, een omgeval
len boekenkast. Maarten 't
Hart somt hier een hele reeks
boeken op, citeert eruit, deelt
erover mede. Boeken met een
gemeenschappelijk kenmerk:
er komt iets belangrijks in
voor wat met muziek te ma
ken heeft. Dus Tolstois
„Kreutzersonta", Vestdijks
„De Koperen tuin" en 't Harts
eigen boek „Stenen voor een
ransuil". En maar citeren. Met
als een van de conclusies:
„Kunst wekt agressie". Bij wie
■en waarom wordt verder niet
vermeld. Ook niet of dat een
kwaliteit of een zegen of een
zonde is.
Weinig onverwachts bij Maar
ten 't Hart. Zijn voorkeuren en
passies op literair gebied (zoals
ten opzichte van Dickens)
worden weer als stokpaardjes
bereden. Werkelijk inzicht in
de besproken auteurs haal je
er niet uit, want Maarten 't
Hart schrijft over wat en wie
dan ook met het doel en de
uitkomst, dat hij over zichzelf
schrijft.
Maarten 't Hart
Couperus
Uitgeverij Veen is bezig met
een reeks fraaie Couperus-
boeken, waarin nu een aantal
aardige teksten is verschenen.
Teksten, die je niet zomaar te
rugvindt in de bekende uitga
ven. Het meest recente deeltje
is „Legenden van de Blauwe
Kust", een reeks van impres
sies en schetsen, geschreven
over de Rivièra, gebaseerd op
het verbljf van de auteur al
daar, geheel in rijke ledigheid
en alle gemak van dien. De
vriend van de verteller, Or
lando, voert hem door de casi
no's en andere oorden van
vermaak.
Voordien verschenen in deze
reeks de Couperus-boeken
„Op reis", „Epigrammen" en
„Aan de weg der vreugde".
Neel Doff
Ze is beter bekend als Keetje
Tippel. Neel Doff, de Neder
landse schrijfster, van wie de
autobiografische boeken „Da
gen van honger en ellende" en
„Keetje Tippel" grote bekend
heid kregen, zozeer dat ze zelfs
onderwerp van een Neder
landse speelfilm werden:
„Keetje Tippel".
Neel Doff leidde een merk
waardig leven. Na een duistere
jeugd in Amsterdam, vol ar
moede, kwam zij tot prostitu
tie, waarvan zij in de bekende
boeken een verslag geeft. Na
een huwelijk met een rijke
Brusselse uitgever, die vroeg
sterft, kan zij een heel ander
leven leiden. Haar boeken
schreef zij in het Frans.
Nu is er een uitgave in het Ne
derlands van een boekje ver
halen, impressies, schetsen,
onder de titel „Bittere armoe
de in de Kempen". Het ver
haal van de jongen Thijske uit
de Kempen, zijn ontwikkeling,
zijn groei, tot hij weggaat uit
het vertrouwde land en arbei
der wordt in de mijn. Geen
lieflijke toestanden, maar bit
tere armoe, leed, viezigheid,
domheid en wantrouwen.
Max Frisch
De belangrijke Zwitserse au
teur Max Frisch heeft in
„Blauwbaard" het verhaal ge
schreven van de grote ellende
die ontstaat als je wordt vrijge
sproken van de beschuldiging,
je zesde vrouw te hebben ver
moord. Hoofdpersoon van deze
korte roman is de arts Felix
Schaad, een man van 54 jaar
oud, die dit overkomt. Tot zijn
rampspoed, want zijn sociale
contacten is hij door deze el
lende kwijt. Wordt hij toch
schuldig aan iets waar hij geen
schuld voor draagt? Hoe ver
schuift in zijn gedachtenwe-
reld de schuldvraag? Een
boekje dat met groot meester
schap tot stand is gekomen.
Frisch is ook hier een van de
groten van de Europese litera
tuur.
„De mimitators"
De belangrijke Engelstaligen
auteur van Caraïbische af
komst, V.S. Naipaul, wordt
langzamerhand steeds meer in
het Nederlands vertaald en
uitgegeven. Bij de Arbeiders
pers verscheen de vertaling
van „De mimitators" een ro
man over een reeks toestan
den op een eiland in het Ca-
raïbisch gebied, aangeduid met
de naam Isabella.
Een prachtig relaas over het
verwerven van onafhankelijk
heid, de problemen die dat
brengt aan de bevolking en de
leiders. Hoofdpersoon is een
topfiguur geweest op dat
eiland, die na allerlei verwik
kelingen wegtrekt om in Lon
den zijn herinneringen aan
zijn carrière op te schrijven.
Een man zonder illusies, een
spijtoptant zonder toekomst,
die alleen leeft op zijn verle
den en dat is veel te gering.
Wat blijft er over?
JAN VERSTAPPEN
Bibliotheek voor de literaire
reiziger. „Ierland", „Dordog
ne" en „New York". Uitg.
Meulenhoff. Prijs per deel
25.-.
Maarten 't Hart: „Het eeuwi
ge moment". Uitg. Synopsis,
Arbeiderspers. Prijs 29,50.
Louis Couperus: „Legenden
van de Blauwe Kust" en an
dere delen. Uitg. Veen. Prijs
per deel plm. 27,50.
Neel Doff: „Bittere Armoede
in de Kempen". Uitg. Meu
lenhoff. Prijs 26,50.
Max Frisch: „Blauwbaard -
een vertelling". Uitg. Meu
lenhoff. Prijs 26,50.
V.S.Naipaul: „De mimita
tors". Uitg. Meulenhoff.
AMERIKAANS/NEDERLANDSE PRIESTER HENRI NOUWEN BOEKSTAAFT KLOOSTERERVARINGEN
„Wat het meest pleit voor
het christelijk geloof", aldus
de katholieke priester Henri
Nouwen, „is het feit dat de
liefde voor God, mits volle
dig doorleefd, altijd leidt tot
een grote, onbaatzuchtige
toewijding aan de naaste.
Mystici kunnen, nadat ze de
meest extatische ervaringen
hebben gehad, dikwijls een
ongelooflijke activiteit ont
wikkelen. Paulus is daarvan
het beste voorbeeld, maar
ook bij Augustinus, Teresa
van Avila, Catharina van
Siena en vele anderen, vin
den we dit vermogen. Mys
tiek is het tegendeel van een
vlucht uit de wereld. De
diepste eenwording met God
leidt tot een uiterst creatieve
betrokkenheid bij de wereld
waarin we staan".
Henri Nouwen schreef deze
regels in 1974 toen hij voor een
retraite van zeven maanden
onderdak had gevonden in de
Trappistenabdij Genesee in
senburg volgde. Vanuit Rijs- Is het geen vlucht, geen luxe
senburg verhuisde hij naar ontsnapping, om je temidden
Nijmegen om er gedurende zes van een lijdende wereld terug
jaar psychologie te studeren, te trekken in een comfortabel
Daarna belandde hij in de klooster in een mooie land-
Verenigde Staten en in dit streek in de VS en daar van de
land geniet hij wel degelijk
Upstate, New York. Daarvoor een grote bekendheid. Hij pu-
en n daarna was hij als docent bliceerde er een (Engelstalig)
verbonden aan verschillende oeuvre op het grensgebied van
Amerikaanse universiteiten.
Deze maand vestigde hij zich
theologie, psychologie en mys
tiek en behaalde grote opla-
Peru om er parochiewerk te gen. Ondermeer met een dag- wegen die de mensen bewan-
doen voor de Amerikaanse
morgen tot de avond Gods lof
te zingen? Nee, zegt Nouwen
en vraagt daarbij een groot
houten wagenwiel in gedach
ten te nemen. De naaf van dat
wiel is God. De spaken zijn de
missie-orde Mary Knool.
De faam van de nu 50-jarige
Nouwen reikt hier te lande
niet verder dan de kring van
vrienden en familie. Hij is een
neef van mgr. Toon Ramselaar
onder wiens presidentschap hij
in de jaren vijftig de colleges
aan het groot-seminarie Rijs-
boek dat hij bijhield over zijn delen op weg naar hem toe.
verblijf in de Trappistenabdij. Naarmate ze dichter bij de
Dit is nu in het Nederlands naaf komen, komen ze ook
vertaald onder de titel:
„Vreemdeling in het paradijs".
dichter bij elkaar.
Nouwens dagboek, dat door
De vraag naar de verhouding Margreet Stelling voortreffe-
tussen contemplatie en enga
gement, tussen bidden en wer
ken, vormt er een
langrijkste thema's
lijk is vertaald, geeft naast in
spirerende levensbeschouwe-
de be- lijke overwegingen, een goed
sfeerbeeld van het reilen en
zeilen in een klooster. „Hier is
het ritme anders", schrijft
Nouwen. „Niet enkel de zon
dagen zijn verschillend, alle
weekdagen hebben hun eigen
kleur, bepaald door de psal
men en liederen die we zin
gen, de schriftlezingen die we
horen en vooral de eucharis-
tie-vieringen waar we aan
deelnemen. In het begin was
ik me er ternauwernood van
bewust dat ik langzaam werd
binnengevoerd in een nieuwe
levensstijl, een nieuwe manier
van omgaan met de tijd en een
nieuwe wijze van ervaren van
Gods aanwezigheid. Maar nu
ik ruim een maand heb deel
genomen aan het dagelijkse
ritme van deze gemeenschap,
met een minimum aan contact
met mijn vroegere bestaan, be-
BN -
ontsla
|n ziji
merk ik bij mezelf dat 3)
over de heilige Drie^
het leven van Christu|
Johannes de Doper,
tus, de heilige Bonavft bep
over een telkens terugkniet
evangelielezing, een
psalm, een treffende
uit een levensbeschrijvflang*
een heilige. Het is of i d
zaam word opgetild uitende
ze saaie, wat eentonijjn lie
reldse kringloop van
naar een uiterst klej
bonte reeks gebeurt®
waarin statigheid en i
heid, vreugde en
ernst en lichtvoetigheid"
voortdurend afwisselen'
H.Nouwen: „Vreemde!
het Paradijs". Uiti 4
Haan. Prijs: 27,5&
Op 17 september 1928
nam de Frans-Ameri
kaanse schrijver Julien
Green zich voor een dag
boek bij te houden. Anno
1983 schrijft Greene, even
oud als deze eeuw, nog
steeds met grote regel
maat en blijkbaar met
veel voldoening aan zijn
dagboek. Het moet inmid
dels vele duizenden pagi
na's tellen. Steeds publi
ceert hij na verloop van
enkele jaren daaruit een
selectie, hetgeen dit jaar
voor de twaalfde maal ge
beurde. Het bestrijkt de
periode 1978-1982 en de
titel ervan luidt La Lu-
mière du Monde (Het
Licht der Wereld).
Telkens wanneer er een nieuw
deel van Greens dagboek uit
komt, is dat een literaire ge
beurtenis van de eerste orde in
Frankrijk. Een schrijver die al
zo lang het wel en wee van
onze eeuw noteert, heeft er
blijkbaar recht op met meer
dan gewone belangstelling te
worden beluisterd.
Toch beschouwt Green zich
zeker niet op de eerste plaats
een chroniqueur van het we
reldgebeuren. Aan zijn per
soonlijk wedervaren kent hij
zeker zoveel gewicht toe. De
'actualiteit dringt zijn dagboek
weliswaar voortdurend bin
nen, maar speelt toch slechts
een rol in de marge. De kracht
van zijn dagboek is dat die
twee elementen op vloeiende
wijze met elkaar zijn ver
groeid.
Superheldere stijl
Het uitgeven van dagboeken
en opnieuw publiceren van
reeds verschenen dagboeken is
tegenwoordig een ware hausse.
Het „ik" staat in de literatuur
tot vervelens toe centraal, ook
in talloze romans, maar het
bijzondere van Greens dag
boek is nu juist dat zijn schrij
ven niet ontaardt in die sterie
le navelstaarderij die alleen
maar bedoeld lijkt eigen ge
wicht te vergroten. Al hele
maal moet men niet intimitei
ten zoeken in zijn dagboeken.
Greens dagboeken, geschreven
in een superheldere stijl zoals
alleen de werkelijk grote
schrijvers dat kunnen, hebben
niets met bekentenisliteratuur
te maken.
Zijn afkeer van egotripperij
maakt Green in feite zeer on
Frans. Wellicht werkt hier
zijn puriteins Amerikaans-pro
testantse afkomst nog in door
(Green werd in Parijs geboren
Julien Green.
uit Amerikaanse ouders en
studeerde enige tijd in de Ver
enigde Staten).
Temidden van het wereldge
beuren is het dagboek voor
Green vooral een uitwijkplaats
vanwaaruit hij vaak op bril
jante en onconventionele wijze
over het wereldgebeuren re
flecteert. Wat Green schrijft,
verrast bijna altijd. De maar al
te menselijke neiging van
schrijvers tot uitweiden of zeu
ren weet hij meesterlijk onder
controle te houden.
Wie iets meer van het werk
van Green kent, constateert
echter dat zijn grootste obses
sies in de dagboeken niet of
nauwelijks voorkomen. Wie de
verborgen zijde van Green op
het spoor wil komen, nqpet
daarom zijn romans lezen. In
zijn dagboek zegt Green daar
over „Mijn romans zijn mijn
dromen. Dank zij hen heb ik
mij weten te handhaven".
Dat het om dromen gaat, is
maar zacht uitgedrukt, het zijn
eerder stuk voor stuk beklem
mende nachtmerries. Zo ook
weer zijn laatste roman Le
Mauvais Lieu (De plaats van
verdoemenis), waarvan het
lijkt of de laatste twinig jaar
daaraan voorbij zijn gegaan.
In het boek staat een klein
meisje centraal dat belaagd
wordt door volwassenen die in
haar een toonbeeld zien van
zuiverheid. Sexualiteit is -een
doodlopend spoor, een bezoe
deling tegen wil en dank die
nodig is om het zuivere ideaal
te bereiken. De geremdheid
van de figuren draagt bij tot
een klimaat van verstikking,
dat zo kenmerkend is voor
Greens romans.
Het zou niet juist zijn te veron
derstellen dat de romans van
Green slechts de beschrijving
zijn van een achterhaalde
mentaliteit, van een samenle
ving die zich ontdaan heeft
van sexuele taboes. Voor wie
de taboes niet meer tellen,
blijft het bijzondere van
Greens romans de kracht
waarmee deze verstikking
wordt opgeroepen.
Er is al vaak gezegd dat Green
zijn demonen kost wat kost in
stand hield om zijn romans te
kunnen blijven schrijven. Op
een opmerking van een psy
chiater dat hij Green gemak
kelijk door middel van behan
deling van zijn angsten zou
kunnen bevrijden, antwoordde
hij in zijn dagboek dat
men die angsten wel zou kun
nen wegnemen, maar dat men
maar moest afwachten welke
andere angsten daarvoor in de
plaats zouden komen.
Superieure rust
In tegenstelling tot de meesten
van ons is de wereld van
Green een mauvais lieu geble
ven, een plaats van verdoeme
nis. Er is wel een loutering
mogelijk, maar Green acht
zich niet geroepen die ook te
beschrijven: het gevaar is im
mers levensgroot aanwezig dat
wat als loutering wordt opge
vat, slechts een surrogaat
blijkt te zijn. Het is zeer indis
creet de omstandigheden toe te
lichten waaronder de terug
keer tot het wezenlijke heeft
plaats gevonden, zo schrijft
Green in de inleiding tot zijn
dagboek.
Wie Greens hele verhaal wil
kennen, komt dat ook niet
volledig te weten met behulp
van de dagboeken. Green
toont zich daarin vooral de
laatste vijftien jaar een over
tuigd katholiek. Over hoe de
wereld reilt en zeilt is hij wei
nig gelukkig. In 1968 noteerde
hij: „Noch op straat, noch in
het parlement bloeit veel ta
lent en op de beeldbuis valt
niets te zien of te horen, dat
van een werkelijk indrukwek
kend peil is". Maar pessimis
tisch is hij niet, zoals alleen al
blijkt uit de titel van zijn laat
ste dagboekdeel, La Lumière
du Monde. Het is niet zijn stiel
te moraliseren, daarvoor heeft
hij te veel talent en is zijn
mensenkennis te groot. Na de
absurditeit van het bestaan
doorgrond te hebben, heeft hij
de „dwaasheid" van het geloof
omhelsd om de tijd te kunnen
verstaan. Het is blijkbaar
vooral deze „dwaasheid" die
hem ondanks het overal hoor
bare tumult zo'n superieure
rust schenkt. Iedere buiten
staander moet hem die wel be
nijden.
PAUL VAN VELTHOVEN
Een selecties uit de dagboeken
van Green zijn verschenen bij
de Arbeiderspers in Amster
dam onder de titel Journaal en
Journaal 1946-1976. Het laatste
deel „La Lumière du Monde"
is uitgegeven door Ed. du Seuil
ADVERTENTIE
11 if
-Z02-
ItpsvFGAuwotin !*1 1
Emmastraat 151, Pijnacker, tel. 01736-5940.
Buchi Emecheta ®r'
ïn
NIGERIAANSE SCHRIJFSTER BUCHI EMECSen
(ar
Jar
m
eei
AMSTERDAM Een brede glimlach en instemmend ge#iie
de reactie van de Nigeriaanse Buchi Emecheta, wanneer hdat
de ontmoeting in een Amsterdams hotel wordt voorgesteld „O
lopig niet te praten over de thema's die zij in haar boeki
handelt. Het korte bezoek van de Nigeriaanse aan ons lan n0j
doeld om promotie te maken voor haar bij Wereldvenster^
verschenen boek „De zegeningen van het Moederschap"len"
vol met interviews en voordrachten, dat zij de mogelijkhij
over andere onderwerpen te spreken met beide handen lijjn",
te grijpen. Bn
Honderd meter verderop de Prinsengracht en twee kopjes Ma;
later blijkt echter dat het levensverhaal van Buchi Emechh
de belevenissen van de hoofdpersonen in haar boeken zfem
in elkaar grijpen, dat van het oorspronkelijke voornemCg
vooral over Nederland en Amsterdam te spreken weini|^n
terécht komt. gr I
Buchi Emecheta werd 39 jaar geleden geboren in eean.
dorpje in de omgeving van Lagos, de tegenwoordige hoede
van Nigeria. De preciese datum is niet bekend. De gebooq de
een meisje was voor de familie immers een grote teleursye
omdat vrouwen toen, maar in veel gevallen ook nu t
op het tweede plan komen. Desondanks slaagde Buchi Em^
er in haar school af te maken, waarna zij trouwde met d
die vijf jaar tevoren al voor haar was uitgezocht. Een pai
later reisde zij haar inmiddels naar Londen verhuisde
noot achterna. Op 21-jarige leeftijd liet zij zich van hem
den, omdat hij zijn werk en gezin verwaarloosde maar
het inkomen van zijn vrouw bleef teren.
pa; i
Reeks baantjes
Door middel van een hele reeks baantjes en heel hard vT^
slaagde Buchi Emecheta er in, haar inmiddels tot vijf kir
gegroeide gezin te onderhouden én sociologie te stu
„Vraag niet hoe ik het gedaan heb, maar het is gelukt'ypr
ervaringen in Londen (de botsing tussen verschillende cuj^b
de discriminatie en haar persoonlijke ontwikkeling) heeft»
Emecheta onder meer beschreven in „In the Ditch" (1ST js
„Second Class Citizen" (1975). us
Dat waren de eerste twee van een reeks gedeeltelijk autol(]et
fische boeken. Sindsdien is haar ster langzaam maar gestai^
ven stijgen en begin dit jaar werd zij in Engeland gekofe
een van de twintig meestbelovende, jonge schrijvers. Zhpt
beert elk jaar een nieuwe roman en twee kinderboe^^
schrijven, die zij vervolgens in eigen beheer uitgeeft. Daacri
werkt zij mee aan een tv-serie van de BBC. ]en
Buchi Emecheta schrijft met name over het dagelijks leve^n
mensen in Nigeria. Daarom is het opmerkelijk dat zij haar)ra(
successen buiten Afrika boekte. In de Scandinavische l£]
West-Duitsland, Tsjechoslowakije en de Verenigde Statet^
al langere tijd bekend. Maar nu begint men haar boekei^.
ook in Afrika steeds meer te lezen. „Ik schrijf mijn boeLei
het Engels. Het is dus een voordeel dat er veel Engelsspr&pe
Afrikaanse landen zijn. Men hoeft ze dan niet in allerjg
heemse talen te vertalen. Het is wel een vreemd idee dalta(
boeken ook in Zuid-Afrika worden gelezen. Maar ik schj,
eenmaal voor iedereen. Daarin maak ik geen ondersch^ g
zou alleen niet naar dat land toegaan", aldus Buchi Eme( Wl
De hoofdpersoon in „De zegeningen van het moederschap')(je
Ego, is een stereotiep voorbeeld van de Afrikaanse vroi^
gendom van haar vader, eigendom van haar man en zijn^
lie, een vrouw die slooft voor haar kinderen en bijna vo^
rend zwanger is. „God, wanneer schept u nu eens een vrov^ei
zichzelf genoeg is, een compleet mens, niet iemands aai^t
sel", „Ik weet niet hoe ik moet praten tegen een vrouw
kinderen. Als je de kinderen van me afneemt is het of je qjja
leven afneemt dat ik altijd gekend heb, het leven waar^an
gewend ben", verzucht Nnu Ego op een gegeven ogenbli),
De vrouwen die niet aan dit vrouw-beeld voldoen kunh vc
was (is) vaak de redenatie in Afrika, niets anders dan
tuées zijn. Maar wanneer Nnu Ego voor de tweede maal isap(
huwelijkt (het eerste huwelijk mislukt omdat zij geen kiifo c
kreeg) en in de grote stad (Lagos) woont, probeert zij, on^,
mend als zij is, op haar manier vooruit te komen. In dejj
stad vervagen immers de vaste gebruiken en gewoonten ui^
geboortedorp. Zonder ophouden tracht zij voor haar kiifo
een goede toekomst te verzekeren. 'j
Maar Nnu Ego's man profiteert van haar ondernemingqje
terwijl hij haar tegelujkertijd ook kwalijk neemt dat zij niLt
het traditionale beeld van de vrouw wenst te voldoen. <f
eind van het boek is Nnu Ego eigenlijk weer terug op het
punt, waarna zij uit de grote stad terugkeert naar haar geb
dorp. (IE
„De zegeningen van het moederschap" is niet alleen als vi
de moeite van het lezen waard, het boek biedt ook een il^i
gend beeld van de Afrikaanse samenleving, zowel van heb.
in een klein dorp als dat in de grote stad.
Terwijl zij van boven een kop koffie kijkt naar de gehaaste-
elkaar snellende mensen op de Amsterdamse Prinsengraek
Buchi Emecheta daarover: „Er is zo'n groot verschil tuss»
leven van alledag in het Westen en in Afrika. Toen ik vo A
eerst in Londen kwam vond ik de stad koud en donk( L
mensen leven anoniem, langs elkaar heen. De eenzaamhj
het isolement dat je hier zo vaak ziet, kom je daar nauv
tegen".
JOS TIM)
Buchi Emecheta: De Zegeningen van het moeders
Uitg.: Wereldvenster/Novib. Prijs: 22,50. LL