Dr. Harm Kuipers ook zonder
schaatsen een topper
aiport weer
t'^varm"
scanbevolen
"i Iran
Shina lonkt
laar grote
ioogten
ZATERDAG 16 JULI 1983
ASTRICHT Het compe-
-element is bij Harm Kui-
nog altijd aanwezig. Een
tal jaren geleden trainde
10 verschrikkelijk hard om
lerlands wielerkampioen
de artsen te worden, dat
»ens ooggetuigen de ket-
kast van zijn fiets sprong.
hoeft nauwelijks betoog
de titel bij hem terecht
am. Hij gaat elke dag op de
s van zijn woonplaats Sib-
onder de rook van Val
burg, naar zijn werkter-
in Maastricht. Als hij
rbijgestreefd wordt door
hobbyfietser, bezig met
ochtendtraining, kan
■orn Kuipers het niet laten
het wiel van de nietsver-
—^dende te blijven hangen,
■volgens begint een spelle-
van demarreren en aanha-
L Het eind van het liedje is
>vast, dat de steeds nijdiger
rdende recreant de moed
ar opgeeft. Harm Kuipers
dS'ft weer eens gezegevierd.
TEHERAN Voetbal, tijdens
het bewind van de sjah met
afstand de populairste sport in
Iran, viert momenteel on
danks verzet van de heersen
de geestelijkheid een specta
culaire comeback. Voor de
eerste keer sedert de revolutie
trekt de massa weer naar de
voetbalarena's. Zelfs vriend
schappelijke wedstrijden wor
den in Teheran door 100.000
geestdriftige toeschouwers be
zocht. De idolen van vroeger
worden weer toegejuicht.
De mullahs brandmerken de terug
keer van de voetbalsport als een te
ken voor de groeiende oppositie te
gen de regering. „De jongeren gaan
tegenwoordig liever naar een voet
balwedstrijd dan dat zij hun dage
lijkse gebedsdienst volgen", klaag
de ayatollah Ali Nadi kortgeleden
in een redevoering tot het parle
ment. „Die tendens kan gevaarlijk
zijn voor de ondermijning van de
islam".
De afkeer van de voetbalsport
werd hoogst persoonlijk ingegeven
door de politieke en geestelijke lei
der in Iran, ayatollah Khomeini.
Hij kwalificeerde het voetbal al in
1978, toen hij nog in Parijs in bal
lingschap leefde en Iran zich tot
groot enthousiasme van de bevol
king plaatste voor de WK-eindron-
de in Argentinië, als een „anti-isla
mitische daad". Khomeini defi
nieerde het spel als een „Ameri
kaanse uitvinding", die de aan
dacht van de moslem-jeugd afleid
de van de ware levenswaarden.
Het was dan ook niet verwonder
lijk, dat het nieuwe regime na de
val van de sjah radicaal optrad te
gen het voetbal. Tot de eerste
slachtoffers, die geëxecuteerd wer
den, behoorde Nader Jahanbani, de
voorzitter van de nationale voet
balbond. Alle honderd voetbalclubs
werden opgeheven; het merendeel
van de managers en spelers, die
niet de vlucht namen, gevangen
gezet. Zo leven op dit moment twee
van de populairste spelers uit 1978,
Hassan Rowshan en Qelich Khani
en Heshmat Mohajeriani, de bonds
coach van het WK-elftal, in bal
lingschap.
Khomeini schijnt zich „bekeerd" te
hebben. In de Iraanse hoofdstad
gaan geruchten, dat de geestelijk
leider zelf verantwoordelijk is voor
de comeback van de voetbalsport.
Met als doel de sport voor de bevol
king als bliksemafleider te laten
fungeren van de economische pro
blemen. In die opzet lijkt Khomeini
te slagen.
Andere sporten
Niet alleen het voetbal, ook andere
takken van sport, profiteren van
het aangepaste standpunt van de
ayatollah. Worstelen, een sport
waarin Iran nog niet zo lang gele
den tot de wereldtop behoorde,
wordt van officiële zijde warm aan
bevolen. Bovendien worden onder
toezicht van de revolutionaire gar
de nieuwe sportverenigingen opge
richt, die vooral de sportieve vor
ming van de jeugd tot doel hebben.
Desondanks blijven er sporttakken,
die in de ogen van de ayatollah
geen genade vinden. Bergbeklim
men wordt verboden, omdat het
„tot ontuchtige handelingen in de
afzondering van het gebergte"
prikkelt. Schaken staat op de zwar
te lijst, omdat het „voor te lange
tijd de aandacht van Allah afleidt"
en zwemmen wordt afgewezen,
omdat het „de verheerlijking van
het lichaam" voorrang verleent.
Mannen mogen zich slechts in
„adequate kleding" in het water
begeven. Voor vrouwen blijven bij
na alle sporten verboden terrein.
Uitzonderingen vormen tafeltennis
en volleybal. Beide sporten worden
echter alleen' op scholen onderwe
zen, waarbij beide geslachten
streng gescheiden blijven. Toch zijp,
er in Iran veranderingen in de be
nadering van de sport waar te ne
men. Voetbal is de opvallendste
aanwijzing daarvoor. Zelfs gaan de
gedachten al uit naar een intensie
ve voorbereiding op het wereld
kampioenschap in 1986 in Mexico.
De Volksrepubliek China
gaat met reuzenpassen af op
de top van de sportwereld.
Die opwaartse beweging werd
onlangs weerspiegeld in het
wereldrecord hoogspringen,
dat voor het eerst in handen
van een Chinees kwam met
2,37 meter. De 20-jarige Zhu
Jianhua symboliseerde daar
mee in Peking de plannen
van zijn land. Hij bewees let
terlijk, wat binnen korte tijd
in de Roodchinese sportwe
reld te gebeuren staat: een
snelle, maar berekende
sprong naar de wereldtop.
China heeft zich in de afgelopen ja
ren met de vasthoudendheid van
een terriër vastgebeten in veel tak
ken van sport om uiteraard
hoger, verder en sneller te geraken
na een sportieve „leegte" van tien
jaar, gedurende de Culturele Revo
lutie van 1966 tot '76. Het enige
waar het land van (destijds) Mao
Zhe Dong bekend om stond en
nog staat was tafeltennis, waar
mee zelfs op politiek niveau op
hoog niveau werd gespeeld. Het
was immers de zogenaamde ping-
-pong-diplomatie die voor de toe
nadering tussen de Amerikaanse
e.i Chinese regeringsleiders Nixon
en Mao zorgde. De tafeltennissers
vormden de eerste groep Amerika
nen die officieel werd uitgenodigd
China te bezoeken.
Op sportgebied is China lange tijd
beschouwd als het ondergeschoven
en zwakste kindje van Azië. De
vrijwel geruisloze overname van de
31-jarige overheersing van Japan
bij de Aziatische Spelen van 1982 in
New Delhi wordt door de Chinese
media nu al een „historisch speer
punt" in de sportgeschiedenis van
het land beschouwd. De nieuwe
prikkel voor de Chinese sporters,
nu Japan is ingehaald, bestaat uit
het kweken van internationale
klasse om daarmee de wereldtop te
bereiken.
Sinds de terugkeer in de interna
tionale olympische beweging in
1979 is China begonnen met een
behoedzame aanpak van de zaken
op basis van een tienjarenplan. Dat
plan beoogt onder meer de accom
modaties op peil te brengen en de
training te verbeteren: de twee
zwakke plekken in de Chinese
sport. Sinds de revolutie van 1949
zijn er wel stadions, sporthallen en
zwembaden gebouwd (zo'n 4000 in
totaal), maar dit aantal is veel te
klein voor een land met meer dan
een miljard inwoners.
De recrutering van talenten heelt
plaats op de lagere scholen. De toe
komstige atleten worden vervol
gens op een speciale school, waar
studie en sport optimaal worden
gecombineerd, opgeleid op kosten
van de staat. China kent momen
teel 3300 van die studie-sportcen
tra, waar 220.000 studenten worden
onderwezen door 13.000 (sportlera
ren.
De Chinese minister van onderwijs,
He Dongchang, heeft onder meer
de scholen verplicht twee uur sport
per dag op het rooster te zetten.
Zwaartepunt
Li Menghua, de minister van sport,
heeft gezegd dat er snel een betere
opzet van wedstrijden en trainin
gen komt. Hij onderstreepte dat het
zwaartepunt zal liggen bij de atle
tiek, het zwemmen en het voetbal.
Dat zijn de drie sporten waarin de
Chinezen internationaal nog wei
nig voorstellen, hoogspringer Zhu
Jianhua daargelaten. Hij is onge
twijfeld de beste atleet in zijn land,
hoewel ook hink-stap-springer Zou
Zhenxian (Aziatisch recordhouder
met 17,34 meter) van hoog niveau
is. Hij is echter al 28 jaar. De Chi
nese hoop op klinkende prestaties
op korte(re) termijn ligt bij het tur
nen, schoonspringen, schieten en
damesvolleybal.
Bij de vijfde aflevering van de
„Nationale Spelen" komende
september in Sjanghai hoopt
men weer nieuwe talenten te ont
dekken die in staat zijn de op
waartse beweging in de sportpres
taties tenminste te handhaven en,
zo mogelijk, door te zetten.
Volleybal en turnen zijn al aardig
op de goede weg. De eerste sport
belooft het snelst tot een meervou
dig succes te komen. Na het beha
len van de wereldtitel bij de dames
in 1982 in Argentinië, hoopt China
bij de Spelen in Los Angeles op
nieuw een gouden plak te behalen.
Bij het turnen heeft China twee be
langrijke troeven in de strijd tegen
de Oosteuropese dames: Li Ning (20
jaar), die vorig jaar bij de strijd om
de wereldbeker in Zagreb zes keer
goud greep, en Wu Jiani (16 jaar),
die daar tot drie eerste plaatsen
kwam.
De verantwoordelijke personen in
China stellen dat de weg naar de
top nog lang is en dat het nog ge
ruime tijd zal duren voordat de
Volksrepubliek zich zal kunnen
meten met de andere twee groot
machten, de Verenigde Staten en
de Sovjet-Unie. De eerste echte
krachtmeting ligt volgens hen pas
bij de Olympische Spelen van 1988
in Seoel. Daar immers ook komen
twee sporten op het programma
waarin de Chinezen uitblinken: ta
feltennis en badminton. De blikken
op succes staan zelfs nog veel ver
der gericht; op het jaar 2000. Dan
wordt China geacht overal de top
te bezetten op sportgebied
v^anks zijn grote staat van dienst
Je topsport hij was naast we-
^jgkampioen schaatsen twee keer
lerlands kampioen en behaalde
S pde, derde en vierde plaatsen
Hjle Europese titeltoernooien
I Harm Kuipers nimmer een
'Wdidool, zoals Ard Schenk en
sasste Verkerk dat waren. Zijn wat
>olmeesterachtig uiterlijk stond
daarbij wellicht in de weg. Hij
pi zonder twijfel ook een tik-
LjJje eigenwijs over, maar had
achteraf gezien alle reden toe.
jwas theoretisch bijzonder goed
lerjerlegd in het schaatsen en leer-
an er snel bij. Het hoe en waarom
30.1 falen of slagen boeide hem ma-
.enps. Dat doet het nog steeds. Zijn
>n: kngstelling is nog intenser ge-
15 Jden en niet meer specifiek op
.m,I topsport gericht. Zijn proef-
irfift: „Variaties van prestatiever-
enjten bij de rtiens", waarmee arts
3en[pers vorige maand promoveer-
evijot doctor in de (sport-)fysiolo-
m, lis daarvan een bewijs,
in peren en het bedrijven van top-
It jh zouden niet samengaan. Dat
wel kan, heeft Harm Kuipers
i getoond. „Een kwestie van or-
Wliseren", zegt hij simpel, on-
B, ks het feit dat het schaatsen een
grander trainingsintensieve sport
It de studierichting die hij koos
we, niet tot de eenvoudigste moet
ntej^en gerekend. Hij volgde aan
jenjroningse universiteit de oplei-
nisi voor chirurg met het doel or-
,r medisch chirurg te worden. Naar
ngJiouding ging hem dat betrekke-
gemakkelijk af. Alleen om zijn
■Jewens in vervulling te doen
n, moest hij een opleidings-
its, om de vereiste drie jaar al-
lene chirurgie te doen, bemach-
n. Die plaatsen lagen echter
voor het opscheppen. Slechts
Ie Randstad was er plaats, maar
trok hem allerminst. Hij had
taal een stokpaardje achter de
E(d, de fysiologie ofwel de leer
e (levensverrichting. Een adver-
lorjie in een medisch tijdschrift
1 hem attent op een vacature
Lal het Biomedisch Centrum van
1 tjlimburgse universiteit,
inkwam precies op het juiste mo-
jgejU. Men was daar bezig een
ïn pp te vormen voor onderzoek op
paigebied van de inspanningsfy-
^gie. Met mij hadden ze iemand
wejaan topsport had gedaan en nog
>in(
arts was ook. Dat klikte meteen. Ik
studeerde in juli 1976 af en kon op
dezelfde dag in Maastricht aan de
slag. Een beetje was dat natuurlijk
ook te danken aan naambekend
heid. Een indirect voordeel van het
bedrijven van topsport".
Nonchalant
Zijn werkterrein is nu het Biome
disch centrum van de Universiteit
van Limburg, dat ondergebracht is
op het ziekenhuiscomplex in Maas
tricht. In een lelijk modern gebouw
deelt Harm Kuipers met een colle
ga een kantoor dat een nonchalante
indruk maakt. In de hoek liggen
een paar sokken, de wanden wor
den opgesierd door een tweetal di
ploma's, waaronder eentje van het
American College of Sports Medici
ne.
Ook twee kranteknipsels maken
deel uit van het behang. Boven het
grootste staat de kop: „Harm Kui
pers vindt sportkeuring een slechte
zaak". Als contrast staat boven het
andere artikel: „Kritiek Kuipers
ongenuanceerd". Binnen de vak
groep Fysiologie vormt hij met
twee collega's een subgroep die zich
bezighoudt met de inspanningsfy-
siologie, het onderzoeken van het
lichaam tijdens belasting.
„Variaties van prestatievermogen
bij de meiis" kan eenvoudigweg
worden vertaald met „Goede en
slechte dagen bij de mens", een
simpel gegeven dat desondanks
volgens de onderzoekingen van o.a.
Harm Kuipers totaal anders moet
worden beoordeeld dun het geval
was.
Kuipers: „Als iemand een slechte
dag had, werd gezegd, dat zit niet
in je bol maar .n je lijf. Maar was
dat ook werkelijk zo? Je gaat zoe
ken naar literatuur, maar die blijkt
dan nauwelijks voorhanden te zijn.
Ik nam waar dat de testen die ik
onderging, dienden om mijn presta
tievermogen te bepalen. Maar soms
bleek uit die gegevens dat mijn
conditie ontzettend achteruit was
gegaan, terwijl ik later op die dag
wel een persoonlijk record reed.
Dat was tegenstrijdig. Er zijn in de
loop der jaren allerlei testen ont
worpen om je prestatievermogen te
schatten. Er wordt dan meestal aan
de hand van veranderingen in de
resultaten gezegd of je voor- of
achteruit bent gegaan. Of dat in
werkelijkheid ook zo is heb ik ge
tracht aan te tonen".
Testen
In het Biomedisch Centrum zijn de
faciliteiten aanwezig tot het doen
van een uitvoerig onderzoek waar
van de groep met Kuipers dank
baar gebruik heeft gemaakt. „Als je
een laboratoriumtest doet en je laat
daar mensen tot het uiterste gaan,
kun je dat als een prestatie be
schouwen. In het laboratorium
kunnen dus prestaties worden ge
meten die je tegelijkertijd herhaal
baar en controleerbaar kunt ma
ken. We hebben een aantal men
sen, onder wie ik, bereid gevonden
een normale test af te leggen om te
kijken waar het vermogen op het
eind ligt. De uitkomst daarvan is
dat prestatievermogen inderdaad
zekere schommelingen vertoont en
dat die schommelingen individueel
bepaald zijn. Dat betekent dat som
migen heel stabiel presteren en an
deren sterke fluctuaties vertonen.
Je ziet dat in de sport ook, sommi
gen leveren een zeer variabele
prestatie, anderen niet. De variaties
vonden wij heel duidelijk terug in
fysiologische grootheden, dat wil
zeggen dat die prestatieveranderin
gen in je lichaam biologisch wor
den bepaald".
Hij vervolgt: „Er kan een vergelij
king worden gemaakt met sommi
ge dagen waarop je als het ware
met de handrem erop moet preste
ren. Dat kost meer energie. Wij
konden duidelijk aantonen dat die
slechte dagen niet psychisch maar
lichamelijk werden bepaald, um de
invloed van je gevoel mee te ne
men, hebben wij de mensen elke
keer gevraagd wat ze dachten te
kunnen presteren. Het bleek dat
mensen die geen zin hadden toch
maximaal presteerden. Personen
die van tevoren zeiden in prima
vorm te zijn, bakten er niets van.
Er was geen peil op te trekken.
Daaruit bleek haarscherp, dat je ge
voel niet zoveel te betekenen heeft,
dat zie je ook in de sport. Ik heb
ook wedstrijden gereden waarin ik
mij puik voelde om dan toch slecht
te presteren en andersom. Dus die
psychische component van een goe
de of slechte dag is aanzienlijk
minder belangrijk dan het lichame
lijke. De goede of slechte dagen
worden biologisch bepaald".
Vrouwen
„Wij hebben ook vrouwen in het
onderzoek betrokken. Wat wij tot
dusver niet konden aantonen was
of de menstruatie-cyclus van in
vloed op de prestaties was. Wij zijn
tot de slotsom gekomen dat bij
vrouwen die kortdurende presta
ties leveren, de menstruatie-cyclus
nauwelijks een belemmering voor
het leveren van topprestaties is. Er
zijn echter wel aanwijzingen dat dit
bij marathons wel het geval is. Wat
wij bovendien in onze testen kon
den meenemen, hoewel het niet in
het proefschrift staat vermeld, zijn
de bioritmen. Dat bleek klinkklare
nonsens te zijn. Er is geen enkel
verband tussen bioritmen en pres
taties".
„Wij zijn tot de conclusie gekomen
dat uiterste voorzichtigheid moet
worden betracht met het doen van
uitspraken aan de hand van één of
twee testen. Verandering bij het
testresultaat wil beslist niet zeggen
dat je voor- of achteruit bent ge
gaan.
ïn z'n algemeenheid kan wor
den gesteld dat bij mensen met
een betere test-uitslag de prestaties
ook wel iets beter zijn. Maar dat is
geen automatisme. Een veel ge
bruikte methode is bijvoorbeeld de
test waarbij mensen op een lage be
lasting worden gezet voor zes mi
nuten. Daarbij wordt de hartfre-
quentie gemeten en aan de hand
daarvan wordt voorspeld wat ze
maximaal kunnen presteren. Dat
levert evenwel bij sommigen forse
afwijkingen op. Het is daarom aan
te bevelen minimaal één keer een
belastingtest van laag naar hoog te
maken om eventuele systematische
fouten op te sporen. Sommige men
sen worden over- of onderschat,
dat weet je maar nooit. Door een
keer vooral ook de maximale hart-
frequentie-curve te maken, kunnen
de kansen op fouten worden ver
kleind".
Paard
Onder het betoog van Harm Kui
pers ratelt de telefoon. Het gesprek
gaat over paarden en mondt uit in
een verdere stap bij het onderzoek
naar belasting en overbelasting van
spierweefsels. Duidelijk in zijn nop
jes legt hij uit waarover het ging:
„Een paard is een proefdier dat ons
uitstekend van pas komt. De belas
ting bij draverijen en concoursen is
enigszins vergelijkbaar met die bij
de mens. Een paard heeft geweldi
ge spiermassa's waar je vrij veel
mee kunt doen. Een kennis heeft
nu de beschikking gekregen over
faciliteiten, waarover wij ook kun
nen beschikken. Dat doen wij dus
Het voorval tekent een beetje het
toekomstbeeld voor Harm Kuipers.
Gedreven door de bezetenheid die
de wetenschapper en voormalig
topsporter eigen is, is het doel het
steeds meer ontdekken van het
menselijk lichaam. Na elk opgelost
mysterie wacht zonder twijfel een
volgend. Een finish komt nooit in
zicht.
DIRK VAN DER KAAP
„Psychische
aandeel in
een goede of
slechte dag
aanzienlijk
minder
belangrijk dan
lichamelijke
Oud-wereldkampioen dr. Harm Kuipers, aan het werk in zijn laboratorium, zegt: „Prestaties zijn in deze omgeving controleerbaar'