Een vlucht uit de tredmolen; negen maanden op pad in Azië Daar ligt het: zo wit als poedersuiker en veertien kilometer lang een (nog) onontdekt strand in de Philippijnen. Bij een langere reis hoort een speurtocht naar dergelijk braakliggend terrein. Tibetaanse tempel in Kathmandu. Hier treffen de Neckermannen hun shabby landgenoten. 1001 nacht, wat weet ik goedbe schouwd van dit continent Ik heb een hoop spullen bij me. Te veel, kom ik al gauw tot de ontdek king. Een peperdure regencape, een degelijk kampeermes, een kompas, slaapzak, in boetieks op hun gewicht geselecteerde modieu ze kleren, een waterkan, polshorlo ge, survival-handboek. Ik had er zelfs nog aan gedacht een nood rantsoen mee te nemen, maar daar zag ik op het laatste moment toch maar van af. Ik moet toegeven: ik was bang. Waarom anders al die spullen mee genomen In een regencape in de vrije natuur, geplaagd door een tro pische regenbui, een noodrantsoen verorberen Gewapend met een Zwitsers mes dieven van het lijf houden Kompas bij de hand, waar ligt Delhi Polshorloge op lokale tijd, maar wat is vijf minuutjes op een jaar? Na een slokje water in het survival-handboek kijken hoe je van boomschors en smakelijke vegetarische entrecóte kunt bak ken Onzin toch zeker Natuurlijk wordt het allemaal heel anders aan ik me had voorgesteld. De eerste uren in India breng ik door in een plastic stoeltje op het vliegveld, verwachtingsvol uitkij kend naar de zonsopkomst. In Bombay moet ik over moeders, kinderen, bedelaars, invaliden, le pralijders en bejaarden heenstap pen om een raamloze hotelkamer op de derde verdieping te bereiken. Want als je negen maanden wilt reizen, kun je je geen Hilton ver oorloven. De volgende ochtend word ik gewekt door een goed doorvoede rat die aan mijn- Hol landse Marie-biskwietjes zit te knabbelen. Het donzen dekbed en dubbel ge veerde matras zijn verruild voor harde beddeplanken, waarop ver weerde schudzakken die op bedlui- zen geïnspecteerd moeten worden. De stevige Hollandse gehaktbal (met jus) en het volkorenbrood moeten wijken voor een onbe trouwbaar vegetarisch prakkie dat zo stevig gepeperd is dat de vullin gen uit je kiezen vallen. Mes en vork ontbreken in de restaurants, eten doe je met je rechterhand. Voor de deur wacht een heilige koe onwelriekend op de restan ten. Al dat ongerief wordt heroïsch geaccepteerd. Daar ben je toch ze ker voor in een ander land Klerencode Zoals je in Europa op campings koopkrachtige families ziet worste len met tentstokken en primitief kookgerei en er een vreemd soort verbondenheid groeit onder de toe risten die het comfort thuis ont vlucht zijn, zo is er in Azië een cir cuit van jonge globetrotters die één ding gemeen hebben: het goedkope en ongemakkelijke reizen. In de armste landen ter wereld keren deze welvaartskinderen hun stui vertjes meermalen om want elke gespaarde gulden maakt de reis een beetje langer. Daarvoor moet dan wel een prijs betaald worden. Je vindt de nieuwe zigeuners in eet stalletjes van twijfelachtige allure, in hotelkamertjes die met eigen hangsloten tegen inbraak worden beveiligd, in de volgepakte tweede of derde klas van treinen met de plaatselijke bevolking min of meer op schoot en geduldig wachtend op afgereden bussen. Men kleedt zich in kleurrijke handgemaakte Aziati sche stofjes en adverteert aldus de afgelegde kilometers: jasje uit Ne pal, vest uit India, broek uit Sri Lanka, schoudertas uit Burma en kralenkettingen uit Thailand. Een ervaren reiziger kan de klerencode met gemak ontrafelen. Deze club van wereldburgers vormt een gezelschap waarin het nooit aan gespreksstof ontbreekt. Velen zijn alleen aan een wereld reis begonnen, maar eenmaal in het verre Azië is het niet moeilijk gelijkgestemden te vinden. De mooiste verhalen doen de ron de, zoals het verhaal van de Rat op het Hoofdkussen, of de Wandelen de Schoen die door handgrote kak kerlakken op de rug werd geno men. Reizigerslatijn. En wie draagt er niet een blocnote op zak waarin actuele tips kunnen worden geno teerd „Bij Big Sim in Chulia Street kun je voor 80 cent jezelf tot de kraag voleten", „In Chiang Mai moet je naar John vragen, een goeie en goedkope gids". Door ie mand die pakkend van zijn reizen kan verhalen, veranderen zich doe len. Want het reizen is immers doel op zich. Waarheen, dat doet er niet zoveel toe. Toilettentoeristen In het globetrotterswereldje heeft zich een eigen gedragscode ontwik keld. Over „toilettentoeristen" (mensen die een paar weken geor ganiseerd door het Verre Oosten reizen en zich dan over de hygiëne beklagen) wordt met enige minach ting gesproken. Hoe lang ben jij al onderweg An derhalf. En jij Twee. En jij daar links in die hoek Drie. Jaar Beschroomd worden de ogen neer geslagen. Nee, weken. Ik ben met Holland International. Een soortgelijke rangorde wordt vastgesteld voor de meegenomen bagage. Hier geldt: hoe minder, hoe beter. Eenieder met meer dan tien kilo krijgt het predikaat „onerva ren pakezel". Het compacte schou dertasje van zo'n kilo of vijf dwingt respect af. De volledig onthechte „traveller" reist met alleen een tandenborstel en een bundeltje be taalcheques. Maar hij maakt zich daarmee wel afhankelijk van beter uitgeruste reizigers. Vrijheid-blijheid Contacten worden in het reizigers wereldje snel gelegd. En snel ver broken. Met iemand die je 's mid dags ontmoet kun je 's avonds een hotelkamer delen. Soms reist een groep van vijf of meer mensen sa men. Zo lang het goed gaat, natuur lijk. Ver van huis kun je je niet de luxe veroorloven lange tijd met ie mand samen te blijven die je „niet ziet zitten". En waar wegen zich splitsen wordt lichtvoetig afscheid genomen. Het is tenslotte de vrij heid-blijheid, waar het om begon nen was. Men zoekt en wordt ge vonden. Ook met sexuele contacten neemt men het niet zo nauw. De Aziatische bevolking heeft op de druk betreden reizigerspaden met „fingerspitzengeftlhl" op de behoeften en wensen van het inter nationale reizigersvolk ingespeeld. Op de mooiste stranden zijn in overvloed bamboe Robinson Cru- soë-hutjes gebouwd ivaar het goed koop overnachten is. In de restau rantjes worden 's ochtends „Ham and eggs, porridge en sandwiches" geserveerd. Er zijn winkeltjes waar tweedehands boeken kunnen wor den ingeruild, kleermakers die badmode op wens naaien. Enkele „budgetreizigers" hebben een eigen handel opgezet om de reiskosten" wat te drukken. Ze werken in res taurants tegen kost en inwoning, of knippen het haar van hun reisge noten tegen geringe vergoeding. Overal in Azië zijn er van die „trefpunten". Veel reizigers gaan daar heen om van de vermoeienis sen bij te komen en en-passant nieuwe mensen te leren kennen. Ze rollen hun rubber isolatiematje uit en zitten daar als prins Hoessein op zijn vliegend tapijt. Kathmandu (Nepal) is bekend om zijn gezellige taartwinkeltjes en cafeetjes. In Ma nilla (Philippijnen) wordt gestapt in het zwoele Ermita; in de slaapza len' van de goedkopere hotels in Jaipur „Indiërs niet toegestaan" worden joints rondgereikt; de streek rond het Toba-meer op Su matra is bekend om zijn fruitsala des; in Hikkaduwa (Sri Lanka) haal je een bruin kleurtje en „ie dereen gaat toch naar Koh Sa- mui (Thailand), zoals een reis gids adverteert. Baksheesh Op dergelijk trefpunten wordt de westerse vrijbuiter regelmatig aan geklampt door de inwoners van het land. De „travelier" vertegenwoor digt al ziet hij er wat shabby uit een duizelingwekkend kapitaal en wordt daarom soms direct om „baksheesh" (een aalmoes) ge vraagd, maar vaker op subtielere wijze om de tuin geleid of spullen afhandig gemaakt. De meeste ken nismakingen met de plaatselijke bevolking dragen daarom meestal in het begin een zweem van wan trouwen. Op de prikborden in ho tels wordt gewaarschuwd voor „Thai's die in de tweede klas trein slaapmiddeltjes in je drankje doen en je dan beroven" of: „Ga niet naar New China Hotel, tenzij je de deur met een eigen slot af kunt grendelen. De leiding is onbe trouwbaar". Veel Aziaten zijn niettemin oprecht geïnteresseerd in de westerse cul tuur, die in het Oosten nog ongenu anceerder wordt geadoreerd dan het mysticisme van het Oosten hier in Europa. Maar de conversaties verlopen wat eentonig. „Waar kom je van daan?", wordt gevraagd. Holland. „AhhhhhhGoeie koeien, goeie koeienJa, wij exporteren veel melk. „Ben je getrouwd Nee. „Ben je niet eenzaam U bent er toch. En zo gaat het door: Hoeveel ver dien je Wat kost dat horloge Heb ie een vriendin? Waarom ben je hier? Met de nodige inspanning kunnen zich nog leuke gesprekken ontwik kelen, maar als de meligheid de vermoeide reiziger overmeestert gaat het zo: „Hoe heet je Tarzan, king of the apes. „Waar kom je vandaan Oekwambibi. „Is dat in Europa?". Afrika. „Waar ga je naartoe Naar de maan. „AhhhhJe maakt een grapje met me. Je bent een grapjasHahahahah „Bezoek de Philippijnen, waar Azië glimlacht", adverteert het rijk van de 7000 eilanden. Maar voor een gulle lach hoef je niet speciaal in de Philippijnen te zijn. Bij een langdu rige reis hoort altijd de speurtocht naar braakliggend terrein, afgele gen dorpen of onontdekte stranden, ver weg van de „toeristenghetto's". Daar is de moderne zwerver dan opeens een bezienswaardigheid. De plaatselijke bevolking is misschien nog gefasci neerder van zijn ver schijning, dan dat de wereldreiziger onder de indruk is van wat hij zo juist ontdekt heeft. Hij wordt onge wild tot acteur. De constant op hem gerichte aandacht wordt beant woord met ongewoon gedrag. Ik zit met de Australiër Henry in een restaurant in Madurai, zuid-In- dia. Op ons bord een bananeblad een berg kleverige rijst en di verse groenteprutjes. Om ons heen staan zeker vijftien Indiërs, volko men in de ban van twee Westerlin gen die een maal verorberen. Plot seling steekt Henry zijn gezicht in de berg riist. Hij wroet er met zijn neus doorheen als een varken. In tussen gromt hij vervaarlijk. „Grrrrrrr, scrunch, smak, slurp, grrrrr". Homerisch gelach om ons heen. Ie dereen weer gelukkig. Aeroschrot Overal waar mensen zijn is een openbaar vervoersysteem. Het be hoort tot de specialiteit van de rei ziger daar economisch gebruik van te maken. Behalve spotgoedkoop (veertien gulden voor 1000 kilome ter met de trein), biedt het trans port in de Derde Wereld ook een aantrekkelijke variatie. Indiase scooters, kamelen met bijwagen, os- sekarren, Burmese postkoetsen, zuchtende stoomtreinen, met sisal- touw bijeengebonden vissersbootjes, omgebouwde legerjeeps, lawaaiige tuk-tuk's: elk gebied heeft zijn ei gen attracties. En dan zijn er natuurlijk de vlieg tuigen, die de doorgewinterde we reldburger even geroutineerd ge bruikt als een hoogspringer zijn polsstok. Het is een hele kunst de goedkoopste tickets te bemachtigen, en een beetje reiziger ziet er niet tegen op „stand-by" op zijn vlucht te wachten. Hij rolt zich op in zijn lakenzak en legt zich op het ge schrobde marmer van de luchtha vens te rusten, dromend van de Aziaten hebben handig ingespeeld op de wensen en behoeften van het relzlgersvolk. In een Nepalese „donkerbruine" kroeg worden ervaringen genoteerd bij een kopje chocolade en een punt appeltaart. nieuwe doelen die op hem wach ten. In driedelig grijs gestoken he ren moeten wat beschroomd over het slapende proletariaat heenstap pen. Het vertrek, de beweging tegen over de stilstand, het gewoon on derweg zijn, is elke keer weer een opwindende ervaring. Evenals de massatoerist, trekt de reiziger van bezienswaardigheid naar beziens waardigheid: de Taj Mahal in Agra, Durbar-square in Kathmandu, Royal Palace in Bangkok, de Shwe- Dagaon-pagode in Rangoon, rijst- terrassen in Banaue, en China Town in Singapore. Daar treffen de georganiseerde Neckermannen zehn minuten für dieser Tempel hun jongere landgenoten, het lange haar in een streng gedraaid. Maar er is een verschil. De globetrotters laten zich niet snel tot een jachtig toerisme verleiden. Want tijd is er genoeg. Maanden, soms jaren. Na negen maanden gemak en on gemak, fascinatie en verveling, ontmoeting en afscheid, ontspan ning en stress, gezond zijn en ziek zijn, lief en agressief zijn, lawaai en stilte, regenwoud en luchtvervui ling, lyrisch en blasé zijn .na ne gen maanden komt de laatste moei lijkheid die overwonnen moet wor den: de terugreis. Eerder terugge keerde vrienden schrijven met af schuw over de „tredmolen" waar ze in terecht gekomen zijn. De ver veling, de bekrompenheid, het ver loren vrijheidsgevoel. Ouders schrijven: „We missen je, kom te rug". Nederland lijkt iets heel vers en onbekends. Naar Australië en daar een baan zoeken of toch maar weer de Riouwstraat In de familie is ruzie om een geërfd servies. Twee nicht jes hebben allebei een kind ge- om andere dingen te doen." Reizen, stel ik vast, is het mooiste wat een mens in zijn leven kan doen. Ik had mijn geld nog nooit zo verstandig geïnvesteerd. Is het daarom zo moeilijk terug te gaan Heb ik mijn „thuis", in Azië gevon den, in Nederland verloren Mis schien is dat het. Ik koop toch maar een ticket' terug. En souve- niertjes. Tja, souveniertjes. Mazzel Ik heb geluk gehad. Ik ben nu al weer een maand in Nederland. Kreeg mijn oude baan toch weer terug. „Er is bii toeval een vacature", zegt de hoofdredacteur. Zo word ik weer journalist. Er worden snel knopen doorge hakt. M'n oude etage kan ik alleen terugkrijgen als ik het hele pand koop. De hypotheekbank is er goed voor. Dia's worden ingeraamd. Vrienden weer opgezocht. En bijna iedereen vindt: „Goh, wat ben je veranderd „Je lijkt wel een hippie!", meent een collega. „Je bent veel rustiger geworden", zegt een vriendin. „Ehhh, heb je nu, ik bedoelben je nu bij een guru geweest vraagt een kennis. „Snik...", doet de moeder. En thuis wordt een Tibetaans ge bedskleed opgehangen, boeddha neergezet en gaat goudbrokaat uit Varanasi over de tafel. De radio gaat aan. Jawel. Weer Andre Hazes. „Een beetje verliehiehiefd!" bralt hij. Nou ènGezellig toch? PAUL KOOPMAN Waarom besluit een gevestigd burger het bijltje erbij neer te gooien, zijn welvaartsprivileges op te geven en de drassige Rijndelta te verlaten met pakweg tien kilo schamele bezittingen, enkele reis India? We leven toch in een tijd van groeiende onzekerheid; wie is er niet bang voor de ww Verslaggever Paul Koopman pakte toch maar zijn plunjezak, nam ontslag bij onze krant en reisde vervolgens negen maanden door Azië. Hij begaf zich onder de internationale nomaden en trok een moeizaam spoor door India, Nepal, Burma, Thailand, de jtc Philippijnen, Singapore, Maleisië en Sri Lanka, jaar! Hieronder zijn relaas, hing) zit hier heel alleen kerstfeest te se pèhieren", snottert André Hazes hebh thuis na een vermoeiende an Vjrkdag de radio wordt aangezet, •e njn maar televisie. Reclame. Een st sageschoren dertiger worstelt zich kerkleen jeep door de iungle. Tanden lensi elkaar. Wat een leven, denk ik. bruisende rivier wordt een onder de borstelige „Go your own way", dames van Coca Cola iet zrvolgens. Na Loekie de Leeuw Reaéi quiz. De volgende dag koop I Ch reisboek over India, de htslag, dag baan, dag huis, dag 'an »d, dag vrienden en familie. Hallo hoojdia. Een vlucht Ben ik op de atisoicht voor mezelf, of op zoek naar epufezelf? Dorst ik naar het onbe- •hafjnde, of voel ik onbehagen met ipagit alledaagse Een gevecht om de jijheid, of word ik gedreven door 1 u/rer aar<*se ..reizigerskoorts", zoals Wj Brabander die zijn bloed voelt e*°iiebelen als de eerste carnavals krakers beginnen te schallen in pjet een lichtgewicht rugzak maak ,Iedj een proefwandelingetje door de r ®Tagse Riouwstraat. Jawel, met Plunders in de maag. Twijfels. Maar m^k de zekerheid: als ik het nu niet ureie, doe ik het nooit. 20 «arom misschien. Pin uur 's middags. Ergens in juli. 'anltae maanden opzegtermijn, dus ?el It moet er nu maar van komen, naakj de hoofdredacteur op het matje. "rat week in de knieën, maar toch istberaden. „Ik kom mijn ontslag tot^nbieden", hoor ik mezelf zeggen, heb voldoende geld gespaard stond voor de keuze: öf een luwe auto, öf de wijde wereld in. eêejRheb voor het laatste gekozen". I z*i is verbaasd, maar wil me niet s r^n het avontuur afbrengen. Zegt in (el: „Ik zie je met spijt vertrekken, at zpis je wel op je gezondheid ijn i Azië op je gezondheid passen, n. fear zeg je me wat. Slangen, insec- virussen, voedselvergiftiging, ilzuchthet Verre Oosten is een enge bedoening. Maar in n Haag loop ik 's winters rond t een voorhoofdsholte-ontste- ig. in het voorjaar heb ik last n hooikoorts. In het drukke ver- r ontsnap ik soms op een haar aan een ernstig ongeluk. Nou Waar zou ik me druk over laken volgen drie maanden van druk (organiseer. Tussen de bedrijven oor, want het werk moet blijven oorgaan. Injecties worden ge aaid, een afscheidsborrel georga- diseerd, ticket gekocht en visa aan- rwitvraagd. Ouders, vrienden, colle- artVs en bekenden worden op de huipogte gebracht. Overal krijg ik he ezelfde reactie: ionl'n vader: „Jongen, ik geef je geen meihgelijk. Toen ik terugkwam van chiidië, wilde ik ook de wereld door- stabekken. Maar het is er niet van ge ïnd imen. Ik ben met je moeder ge- A ouwd". zil'n moeder: „Ik had nooit de kans. aar van jou had ik zoiets wel ver- itsjacht. Je schrijft toch wel elke eek een brief? Anders ga ik me •jirgen maken". Gesnik, anden collega: „Nou, nou: jij durft! tièie baantjes liggen niet voor het op- f e ipen, hoor. En ga je helemaal al- rle| en Ben je niet bang voor de een zijn amheid Tja, ergens zou ik ook el willen". ijen vriend: „Ik hoor er niet van ïtir). Nee echt niet. Sodeju, dat is buch hartstikke mooi, zo vrij zijn als chi in vogeltje. Ik zou zó wel meewil- (i n. Als ik niet (Ms ik niet, als ik nietIk kom t de ontdekking dat vrijwel ie- ew freen er wel van droomt uit de s vedmolen te stappen en het toneel in de ganse wereld te betreden, li aar er is iets dat de meeste men- hia n ervan weerhoudt. Planken- Dorts Of gebrek aan geld Nee, it laatste kan het bijna niet zijn. J 'ie heeft er niet een parketvloer, gei iravan, zeilbootje of open haard inj oor het geld dat daarin wordt ge- oken kun je minstens een half ar door Azië reizen, et is moeiliik de beslissing te ne en, dat voel ik ook wel. Maar als echt wilt a Dan vind je wel werk in deze d", zepen vaders tegen hun kin- bei tren die van school af komen. >ati ls je echt wilt, dan zorg je wel er i oor kansen om te kunnen reizen, ze enk ik. De meeste mensen willen ge aarschijnlijk niet echt. cin 'rie september 1982, tien uur 's- k. ochtends beklim ik een beetje ner- er eus, maar met het élan van paus n "oytila-op- staatsbezoek, de trap- e f fn van een Air-France toestel, d, nkele reis Bombay. Daar zal ik f.vee uur 's nachts aankomen. En m e eerste onzekere pasjes in een olkomen onbekende wereld zet- jAl (n. Want, behalve de sprookjes uij ZATERDAG 9 JULI 1983

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 13