Father JoHilders: een half leven missionaris leraar en geëerd notabele James Bond weer ouderwets op dreef 4r £eid&<2owuvnt I Vooi Piel je Precies. ïgdEÏDEN/REGIO w Jonge rokkenjagers nu in de kazerne JA. GeidóaQowiant VRIJDAG 8 JULI 1983 PAGINA 5 RESUMENA VIJFTIG JAAR PRIESTERSCHAP WAARVAN VEERTIG IN TUMULTUEUS OEGANDA Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk vertéllen wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 - 12 22 44 op toestel 10. Als Idi Amin elf jaar ge leden niet zo verdraaid vervelend was geweest met dat buiten de deur zetten van alle Europese missionarissen zonder verblijfsvergunning, had reverend father John Henry Hilders nog best een jaartje of vijf op zijn vaste stek in het stadje Soroti in Oeganda geze ten. Hij is destijds wegge jaagd en vandaag vind ik hem in een comfortabel appartement in blok 3 van het complex Eiken horst, Lisse. „Als u uw handen wilt wassen, ga gerust uw gang", zegt hij zich bedienend van een Engels idioom na een urenlang gesprek met zoveel appelsap me nend, dat ik eindelijk weieens „naar achteren", naar de „restroom" zou willen. Het Engels is na genoeg vijftig jaar lang j zijn voertaal geweest, „so I ik kan het niet laten nog I in die termen te den- I ken". Vijftig jaar lang is I „pater" Johannes („In Oeganda zeiden ze Jan tegen me. en hier zeggen I ze Jo") Henricus Hilders I (73) ook priester. Laten 1 we daar vanuit gaan. Zondag, 10 juli, is het een gouden feest in de En gelbewaardersparochie, Lisse, Beekbrug, waar father Jo Hilders al jaren kind aan huis is als gele genheidsassistent van pastoor A.Spronk. Johannes H.Hilders is Lisse- naar van geboorte. Wilde als knaapje al missionaris wor den. Hoe dan ook. Hij werd een gewillige „prooi" van fa ther Lefeber, die in de 20-er jaren, zo gauw hij er lucht van kreeg, de jongens die missionaris wilden worden afliep en ze vaak ving voor Mill Hill, de Engelse congre gatie van wereldgeestelijken. Father Lefeber werd niet i voor niets de „kinderrover" genoemd. Een beminnelijk man overigens, die later in Hoorn een klein-seminarie van Mill Hill zou stichten. In '33 werd Jo Hilders in Mill Father Jo Hilders in Lisse: met een loodzwaar, uit het hardste da op schoot... hout gesneden, stuk Oegan- Hill. bi-j Londen, priester ge wijd. Het is een congregatie met nog steeds een (geringer wordende) aanwas; ongeveer 900 leden tellend, voorname lijk (voor tweederde) Neder landers, vee) Tirolers, en En gelsen. Schotten en Ieren. Inspraak ..Op de dag van mijn wijding kreeg ik m'n benoeming. Na 't ontnuchterende ontbijt en de koffie. Dan werd ook jouw naam door de algemeen overste afgelezen: father Hil ders gaat naar Oeganda. Je had geen inspraak. En daar ging ik, na drie maanden va kantie". In de vertrekken van father Hilders in de Ei kenhorst is Oeganda duide lijk aanwezig met allerlei in heemse kunst, van wapens tot gesneden beelden en beeldjes. Hoe kan het anders? Deze nog jonge staat is hem niet in de kouwe kleren gaan zitten, in al die bijna veertig jaren, 1000 meter boven de zeespiegel; „wel warm, maar nooit benauwd". „Ik begon in Oost Oeganda, in het semi-hamitisch gebied. Eerst de taal leren, anders kon je je werk niet doen en in die tijd sprak nog bijna niemand van de lui daar En gels. Op drie verschillende plaatsen deed ik parochie werk en als jonge kapelaan kreeg ik ook hét schoolon derricht. Na vijf jaar ging ik in het Bantoegedeelte een kweekschooltje met twee klassen leiden, onderwijzers kweken voor de eerste vier klassen van de lagere school". Wat jaren later werd missio naris Hilders hoofd van een grote kweekschool en gaf er les in didactiek, methodiek. de theorie van het onderwijs. Toen weer vijf jaar zielzorg in een parochie. Tot hij in '61 op verzoek van zijn bisschop in Soroti terechtkwam. Waar hij bleef, bloeide en gelukkig was. Op niveau in Oeganda, dat na het Britse bewind te gen '63 zelfstandig werd on der de eerste president dr. Obote. „Het was een storm achtige ontwikkeling, na de oorlog. Ik gaf godsdienston derwijs aan de openbare mid delbare staatsschool van So roti. Ik verzorgde er een apart vak bij; bijbelstudie. Dat was geen „godsdienst", maar het zat in het keuze pakket voor het eindexamen. Van alles deed daar examen in: hindoes, moslims, christe nen. Het ging om het bestu deren van een „boek" Ik had goeie leerlingen in dat vrije vak, moet ik zeggen, en ik kon best met die jongens en meisjes opschieten. Een heel rijk leven heb ik er ge had, in Soroti". Notabelen Father Hilders „er is zelfs een school in de stad naar mij vernoemd" was als hoofd van een school in Soroti een gezien man, „één van de no tabelen". Als er hoog bezoek kwam was hij er steeds bij, als „chief guest". Zo maakte hij Elizabeth II en prinsés Margaret mee, was aanwezig als de gouverneur kwam of, later, dr. Obote. Hij gaf lezin gen voor de Lion's Club of Soroti, frequenteerde cock tailparty's in smetteloos wit pak, of je zag hem 's avonds, converserend en nuttigend op een receptie, een party door de onverbeterlijke En gelse kolonialen „sundow ner" genoemd. Vaak dron ken de heren bier, zo warm mogelijk, door heel lange rietjes uit een centrale bowl. Toen kwam Amin. Meerma len werd hij in Soroti gesig naleerd, en father Hilders, die zoals steeds in de buurt was, filmde eens de potentaat („toen nog een redelijke man") terwijl die aan het dansen was. „Ik kan nog zitten nagenie ten", vertelt father Hilders tevreden, onderwijl enthou siast bladerend in grote dik ke albums vol foto's, inge plakte uitnodigingskaarten en „diploma's". Daar had je die meetings met de Scouts' Council, de padvinderstop van Soroti (waarop de father steevast een slotgebed moest verrichten), de vererende ge tuigschriften bij zowat elke gelegenheid, „certificates of honour". Een enkele keer was father Hilders erbij als de Agha Khan kwam, „leider van een grote islamitische secte, door zijn 15 miljoen volgelingen meer vereerd dan de paus door de katholie ken. Een groot leider, ook re gerend op 's werelds bekend ste renbanen. Toen hij 60 jaar was, werd zijn gewicht in platina gewogen, op z'n 70ste in diamanten, allemaal bij eengebracht door zijn gelovi gen over de hele wereld. Ik zag ook de begum en Ali Khan met zijn vrouw Rita Hayworth, die ook een isla mitische dochter heeft. Ze is nu dood7 Ach, dat is sneu; dat wist ik niet. Maar goed, ook die grote Khan's meden Soroti, althans de hoofdstad Kampala, niet". „Ja, ik hoorde er helemaal bij, en dat was toch leuk. Omdat ik schoolhoofd was; die school, Madra, had een ontaard goeie naam daar. En dat ik de talen sprak was ook erg voornaam. Is trouwens een van m'n hobby's, talen. Ik kon de mentaliteit van de bevolkingsgroepen, van de oosterlingen ook, aanvoelen. Zelfs een bijnaam had ik: „Abola", dat is een 10 cent stuk in het hamitische deel en bij de Bantoe onbekend, maar het was een woord dat ik veel gebruikte, en voor elke kinderachtige reden krijg je daar een bijnaam. Ja, ik had er een heel speciaal leven, hoor". Ruim tien jaar is father Jo te rug in het vaderland. Om de twee jaar gaat hij naar Grea ter London om op zijn hoofd kwartier in Mill Hill („in een prachtige „Wassenaarse" om geving") geestelijk even bij te komen en oude contacten met confraters te onderhou den. Daar kan hij praten over dingen die de mensen die Afrika niet kennen on derscheiden van de geheide werkers in de missie. Oegan da kan father Hilders wel dromen: „Ik ben niet meer de kritische westerling, te genover de oosterling die niet analyseert maar slechts aan neemt: wat er is, is er, en dat zal altijd zo blijven. Daar stoppen ze hun ouders op leeftijd niet in bejaardenflats, nee, alles blijft bij elkaar wo nen: heel grote families. Ooms en tantes en neven en nichten kennen ze niet; het zijn allemaal vaders en moe ders. broers en zusters. Iede re Afrikaan is religieus, hoe dan ook. Er is geen atheïsme, geen scepticisme zoals in het westen. Er is altijd wel „een God Geen bijeenkomst van betekenis, of voorgangers van alle voorkomende gees telijke stromingen spreken er hun gebeden en zegewensen uit". Midden '72 konden „pater" Hilders en z'n Europese me debroeders opkrassen. Idi Amin kreeg een gloeiende hekel aan de Europeanen die zich keerden tegen zijn be sluit om alle Aziaten het land uit te zetten. Ook de Europe se zendelingen zonder ver blijfsvergunning dienden zonder verwijl te vertrekken. „Op die verblijfsvergunning hadden wij al eerder aange drongen; daar had de bis schop voor moeten zorgen. Is helaas niet gebeurd. Latere pogingen hielpen niet meer. Binnen tweemaal 24 uur moesten we het land uit zijn. Met spijt in het hart ben ik naar Nederland terugge gaan". Jo Hilders kan in Lisse best uit de voeten. Liefhebberijen genoeg. „Ik vertaal nog veel in het Engels, of vanuit het Engels in het Nederlands. Ik heb ook documenten ver taald voor de Nederlandse kerkprovincie. En dan fiet sen, bijna elk middag. Ik heb nog m'n postzegels en ik lees om bij te blijven. Dat móet je toch, nietwaar? Ik zou graag nog eens teruggaan naar Oe ganda. Ik zou zó kunnen; ze hebben me al uitgenodigd. Maar het is er zo'n bende hè. helemaal niet veilig. Bandie ten all over the place. Drie jaar terug werd er nog een oud-kapelaan van mij door struikrovers doodgeschoten. Een andere Mill-Hiller, Leo van der Zalm uit Zoeterwou- de, kreeg een kogel in z'n zij. Nee, Oeganda in levende lij ve is voor mij achter de rug Overmorgen dus feest in „de Engel". Pastoor Spronk zet zich in voor z'n trouwe assis tent. Om half elf plechtige hoogmis en daarna receptie; 's avonds intiem voor de fa milie. 's Morgens wordt het een concelebratie met een heel stel Mill Kill-collega's: „Zeker een man of tien. maar het priesterkoor is groot zat. Man, dat wordt pas een vie ring. Daar kijk ik haar uit! Tja, het zit er bijna op. Van mijn klas met zevenentwintig wijdelingen zijn er nog acht over: vijf Nederlanders, twee Engelsen en een Tiroler..." PT. „En ze hebben nog een school naar mij vernoemd ook!": Hilders' Primary School, Soroti. Geheimagent James Bond is ,1 onverwoestbaar. Ook in de ogen van het publiek, dat om steeds méér vraagt en tussen tijds ook nog steeds in drom men naar de oudere Bond- avonturen gaat kijken. ,\Oc- topussy" is, als we „Casino Royal" dat pure slapstick werd niet meetellen, de der tiende Bond-film en het laat ste verhaal van Ian Fleming. Maar geen nood, al is de voorraad op er zijn genoeg handige scenarioschrijvers die de serie kunnen voortzet ten Van „The spy who loved me" werd tenslotte ook al leen maar de titel gebruikt. Roger Moore is weer 007 en de nu 54-iarige acteur mag dan evenals zijn voorganger Sean Connery zeggen dat hij er mee stopt, omdat hij zo lang van huis weg moet, als producent Albert Broccoli oren zijn. Traditiegetrouw begint de film reeds voor de fantasie rijke begintitels van Maurice Binder met een daverende stunt, die met de rest van de film niets te maken heeft. Bond vernietigd een vijande- 36' lijke wapenfabriek en ont- snapt in een Acrostar Jet, een handig zakvliegtuigje, herkend en vermoord, maar stervend heeft hij een met ju welen bezet paasei op de Britse ambassade kunnen be zorgen. Bond moet nu van zijn chef M ditmaal Robert Brown in plaats van Bernard Lee uitzoeken wat daar achter zit. Daarbij stuit hij tij dens een veiling op een Af ghaanse prins Kamal Louis Jourdan die alles in het werk stelt om het kleinood in zijn bezit te krijgen. Dan blijkt dat de Russische gene raal Orlow in het geniep de Russchische kroonjuwelen in het westen wil verkopen en ze vervangt door vervalsin gen. Via Kamal laat hij een mysterieuze vrouw, Octupus- sy, de juwelen vanachter het ijzeren gordijn smokkelen. Óctopussy heeft ergens in In- dië een drijvend eiland, waar ze met een heleboel meisjes een soort secte er op na houdt. Dat is slechts camou flage voor haar smokkel- praktijken, die zij via een cir cus dat in West-Europa rond trekt, verricht. Dus zien we Bond in wilde achtervolgingen in de smalle straatjes van Udaipur achter volgd door de beulen van Kamal, als circusclown een bom onschadelijk maken door de oorlosgzuchtige Or low in, een Amerikaans le gerkamp geplaatst om het westen te treiteren, ja zelfs te paard een vliegtuig besprin gen. Verbazingwekkend stunt werk dat wel niet door Roger Moore zelf, maar door ande ren zal zijn verricht. De lief desscènes en die zijn er meer dan iri andere Bond-films doet hij in ieder geval wel zelf en naast vele andere mooie vrouwen zien we voor het eerst een oude bekende terug. Fotomodel Maud Adams, in „The man with LIDO I en EUROCINEMA I en II (Alphen) Óctopussy Met Roger Moore en Maud Adamt (12 jaar). the golden gun" door een dwerg vermoord, keert terug als „Óctopussy" en zij mag dit keer op het nippertje gered door James Bond de film „uitleven". Naast de aan dit genre ver bonden voor iedereen zicht bare grappen toen Roger,, the Saint" Moore de 007-rol overnam werden het er dui delijk meer zitten er ook zogenaamde „inside-jokes in de film. Zo speelt Bond met tegenstander Kamal backgammon, het spel waar producent Broccoli en Moore tussen de opnamen „The man with the golden gun" aan verslaafd raakten. MILO James Bond 007 (Roger Moore) aan de deur gepind door een messenwerper in „Óctopussy". Maar ook zijn dertiende avontuur loopt goed af. de Dan begint het eigenlijke ucpuiu UCl eigenlijke ZIJ; verhaal dat zo gecompliceerd üR is, dat je het beter heel su- Uij mier kunt navertellen, jaBond's collega 009 is ver- niomd als circusclown toch EUROCINEMA IV (Alphen aan den Rijn) Hot Bubble- gum in het leger (16 jaar). Regie: Boaz Davidson. „Private Popsicle" zoals de oorspronkelijke titel van' „Hot bubblegum in het leger" is een vervolg op „Lemon Popsicle" „Going steady" en „Hot Bubblegum" en gaat weer over de drie jongens Benji, Bobby en Huey die alleen maar aan sex kunnen denken. Het succes van de serie is moeilijk te verklaren. Het zijn kinderlijke films, die in ons land prompt voor 16 i'aar en ouder worden ge- ceurd. Maar de Israëlische producent Manehem Golan, die ook wel eens serieuzere films maakte, schijnt er goed aan te verdienen anders had hij scenarioschrijver-regis seur Boaz Davidson nooit de kans gegeven nóg een ver volg te maken. „Hot bubblegum in het leger" is een ouderwetse soldaten- klucht, zich afspelend in een Israëlisch legerkamp. De drie kleine voyeurs uit de vorige afleveringen moeten in dienst en benutten deze gele genheid om zo snel mogelijk contact te zoeken met hun vrouwelijke collega's, zeer tot ongenoegen van sergaent Ra mirez, die het zelf met de ze den niet zo nauw neemt. De Kenau met de bijnaam Mars- hmellow verdedigt haar re- cruten tegen het glurende drietal. Het hangt een beetje van je gevoel voor humor af en die van Boaz Davidson is niet de mijne. Jongens die hun uni formen verwisselen voor da meskleding en als zodanig optreden, een sergeant die op een van hen verliefd wordt, het zijn grappen die mis schien, in een flits gebracht, nog leuk kunnen zijn, maar nu zo worden uitgesponnen dat het vervelend wordt. De muziek uit de jaren vijftig en zestig doet het beter dan de film zelf. Trouwens het hele programma schijnt daar op ingesteld want voor de hoofdfilm zijn „The star sis ters" in een filmpje te zien en te horen. MILO Anjeractie brengt bijna 12 mille op LEIDEN De Anjercollectie van vorige week heeft 11.904,96 gulden opgebracht. Dit is een record-opbrengst, waarmee Leiden zich als collectestad in Zuid-Holland aan de top heeft geplaatst, meldt het Anjercomité. De actie werd gevoerd met behulp van muziekkorpsen, toneelverenigingen, majorettekorpsen, koren en volksdansers. Het Anjerfonds is een belangrijke subsidiegever op het gebied van de amateuristische kunstbeoefening en onder steunt ook initiatieven op het gebied van natuur- en cultuurbe houd. De afgelopen tien jaar heeft het Anjerfonds aan Leidse verenigingen, groepen en organisaties op cultureel gebied zo'n 150.000 gulden gegeven. Dit setje mini schroevedraaiers, variërend in maat van 0,8 tot 3,8 mm, krijgt u toegestuurd als dank voor de moeite van het aanbrengen van een nieuwe abonnee. van de Leidse Courant als nieuwe abonnee - Postcode/Plaats Betaald wordt per maand (met automatische afschrijving) per kwartaal Stuur een schroevedraaierset naar: Naam. Adres Plaats/Postcode I Telefoon Stuur deze bon in open envelop -geen postzegel plaikken- naar: Leidse Courant, Antwoordnummer 232, 2500 VG Den Haag

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 5