„Ik ben ongelooflijk
bevoorrech t man
ilë
£ctdóc6oota/nt
et succesverhaal van een beleggingsfonds en zijn topman
Robeco:
"50jaar
ibeleggen
KENSCHETS VAN DE ROBECO GROEP
PROF. SCHOLTEN:
ZATERDAG 2 JULI 1983
p
I yraag een willekeurige Neder-
I ander de namen van grote kapi-
I aalkrachtige ondernemingen in
>ns land en hij noemt zonder
nankeren Philips, Shell, Unile-
■B^rer, Hoogovens, Heineken, Akzo,
:en paar banken, enkele verzeke-
icia, fingsmaatschappijen en als het
:hikbnoet nog een hele rits bedrijven,
gradoiraarvan we de produkten alle-
-haal kennen. De kans evenwel
lat hij een van de vijf onderne-
ningen noemt die tot de Robeco
üroep behoren, is niet bijzonder
16/;
ROTTERDAM Als we voor de
iweede keer binnen een paar
baanden plaatsnemen aan de ron-
ïe, witte vergadertafel in het kan-
faor van Robeco-topman Scholten
ggjs het vermogen dat zijn onderne-
ning beheert met maar liefst meer
lan één miljard gulden gestegen.
leel begrijpelijk dus dat hij breed-
lit begint te lachen wanneer we
ipmerken dat het goed gaat met de
nter^obeco Groep. „Ja vooral met de
0iandelenfondsen Robeco en Rolin-
'o gaat het natuurlijk fantastisch,
i|Jiaar ook Rodamco vertoont een
groei en zelfs de koers van
iet obligatiefonds Rorento stijgt.
Jat is heel bijzonder. Vooral als je
■fin aanmerking neemt dat de beleg
gingen in Nederlandse staatsobliga-
ies de afgelopen tijd tien punten
meer zijn gedaald. We doen het
tennelijk heel goed".
■Windhandel?
/oor degenen die niet dagelijks de
"■ïoteringen aan de effectenbeurzen
en tjijhouden: het gaat niet alleen de
inerRobeco Groep voor de wind. De
I b'i coersen van vrijwel alle aandelen
ch,-:ijn sinds augustus vorig jaar fors
jestegen. De Dow Jones Index bij
voorbeeld, de som van de koersen
van de dertig voornaamste Ameri-
industrieaandelen waaraan
stemming op de Newyorkse
appóeurs wordt ontleend, rukt op naar
n.o\j|e 1300, tegen nog geen 800 medio
etcjugustus. In het voetspoor van
New York volgen Amsterdam en
le andere effectenbeurzen. Een re-
14, yen voor de spectaculaire koersstij-
ging lijkt evenwel nauwelijks aan-
Als gevolg van de met vorig
aar vergeleken sterk gedaalde ren-
e zijn de bedrijfsresultaten wel
^^erbeterd, maar de winsten van
iet bedrijfsleven staan niet in ver
ft^ ïouding tot de hoogte van de aan-
^.ielenkoersen. Is er misschien spra-
■Mte van windhandel?, vroegen we
jrof. Scholten.
.Nee, dat is niet mijn taxatie. De
bedrijfsresultaten hier in Neder
land mogen dan misschien nog niet
sterk gestegen zijn, maar in de
Staten, waar we als Ro-
Groep een groot deel van ons
chVermogen beleggen, ligt dat toch
^meer dan een nuance anders. De
t automobielbedrijven daar verkopen
;cht meer. Met IBM gaat het weer
>f nog hoe je het maar noemen
ntleVilt fantastisch. Daar staan wel
ncidentele tegenvallers als bijvoor-
)eeld Texas Instruments tegenover,
naar een flink aantal grote bedrij-
l^en daar heeft duidelijk betere re-
lultaten geboekt. De verwachting
van de beleggers dat het ook hier
itraks beter gaat, hebben de koer-
ien zo doen stijgen. Als de sanerin-
^!en eenmaal uitgewerkt zijn, de
Rentedaling doorzet, de export weer
^■pleeft dan zullen de winsten bij
R'hilips en de andere bedrijven echt
gaan. En gezien de kosten
van de ondernemingen
de winsten spectaculair
imhoog springen. Soms wel met
ïonderden procenten. De beurs
oopt daar op vooruit.
lJ moet ook niet vergeten: we heb
ben een periode van tien jaar ach-
er ons, waarin met de koersen he
emaal niets is gebeurd. De Dow
k fones Index stond eind '72 al op
Juizend, is daarna gezakt tot onder
le achthonderd. Als je de inflatie
.lekent die inmiddels is opgetreden
6Kn je neemt de ontwikkeling van
le bedrijfsresultaten dan acht ik
iet heel goed denkbaar, dat de
toersstijging in Amerika nog heel
'eel verder doorgaat. Als de feite-
^jjke ontwikkeling het huidige ver-
k Touwen bevestigt dan is het zeer
vel mogelijk dat de Dow Jones In-
~"~lex naar de vijftienhonderd gaat".
ei/er wachting
)p grond waarvan eigenlijk besluit
Ie Robeco Groep te kopen en te
0ferkopen? Scholten: „Er stroomt
groot. Toch beheren deze vijf
naamloze vennootschappen een
vermogen van maar liefst zeven
tien miljard gulden. Dat is bijna
twee keer zo veel als de beurs
waarde van alle aandelen van
bijvoorbeeld Philips, bijna drie
keer zoveel als die van Unilever,
ruwweg zes keer zo veel als die
van Heineken en wel tientallen
malen zo veel als die van de
KLM. Wat betreft het aantal per
soneelsleden evenwel behoort de
Robeco Groep tot de kleine on
dernemingen in ons land. Net
aan 200 man heeft ze in dienst.
En dat aantal zinkt volledig in
het niet bij de personeelsterkte
van bijvoorbeeld Philips
(350.000), Unilever (300.000) en
Shell (160.000). Verreweg de
meeste medewerkers van de Ro
beco Groep zijn dan ook niet in
geschakeld bij de fabricage of
verkoop van consumptiegoede
ren. Ze beheren aandelen, hou
den daarvoor de noteringen bij
van alle effectenbeurzen in de
wereld, geven aan- en verkoopor
ders. Telefoon en telex en com
puter zijn hun voornaamste at
tributen. Een „papieren" zaak
derhalve met een kapitaal van
pakweg 80 miljoen gulden per
medewerker. Kassa. En dat ge
beurt nog niet eens allemaal in
een eigen gebouw of pand, maar
bijna verscholen op een huur-eta-
ge van de Katshoek, een kan
toorkolos aan de Heer Bokelweg
in Rotterdam, waarop aan de
buitenkant zelfs de naam Robeco
ontbreekt.
Toch bestaat de onderneming al
een halve eeuw. Ze werd vijftig
jaar geleden opgericht door een
paar Rotterdamse zakenmensen
met als doel de spaargelden van
grote en kleine beleggers te bun
delen, om zo een deskundig be
heer betaalbaar te maken. De
Robeco Groep is thans de groot
ste zelfstandige beleggingsorga
nisatie ter wereld, exclusief de
Verenigde Staten. Aan negentien
effectenbeurzen staan haar aan
delen genoteerd.
De eerste directeur, de heer Rau-
wenhoff, ging op de fiets de
klantjes af. De huidige voorzit
ter van de raad van bestuur,
prof. dr. Th. M. Scholten, zou
daar geen tijd voor hebben. Hij
is een druk bezet man. We pro
beerden medio maart met hem
een afspraak te maken voor een
vraaggesprek. Dat lukte: ruim
een maand later, op 26 april,
mochten we een uurtje langs ko
men. Dat gesprek liep een kwar-
Prof. dr. Theodorus Martinus
Schol ten is voorzitter van de raad
van bestuur van de Robeco
Groep. Zijn levensloop is net zo'n
succesverhaal als dat van de on
derneming waaraan hij sinds 1980
leiding geeft. Dat geeft hij ook
openhartig toe: „Ik beschouw me
zelf als een ongelooflijk bevoor
recht man. Dat meen ik echt uit
de grond van mijn hart. Bevoor
recht, omdat ik alle essentiële din
gen niet zelf heb gemaakt. Mijn
gezonheid, mijn verstand, mijn
ouders. Dat zijn allemaal dingen
die ik gekregen heb, waar ik niks
voor gedaan heb. Het heeft me
verder enorm meegezeten in het
leven. Met mijn vrouw, met mijn
kinderen. Met mijn banen. Dat is
allemaal met geen pen te beschrij
ven".
Toch een poging: Theo Scholten
werd op 14 juni 1927 geboren in
wat hij het „boerenland" van
Spanbroek noemt, een dorpje in
Noord-Holland, tien kilometer ten
westen van Hoorn. Komt uit een
familie die graag het woord voert.
Mijn vader zat in de bouwmate-
rialenhandel, maar misschien zegt
meer, dat hij voorzitter was van
alle verenigingen die het dorp tel
de en dat waren er zeven". Het
gezin (met negen kinderen, waar
van de oudste een meisje en de
rest jongens) verhuisde voor de
oorlog eerst naar Voorschoten en
later naar Leidschendam. Theo
deed als jongen van dertien jaar al
op de fiets inkopen in Leiden en
leerde zo met geld omgaan. Was
geen uitgesproken ster op de
mulo, maar werd serieuzer toen
zijn oudste broers in de oorlog
wegvielen. Hij slaagde met cijfers
die in de familie opzien baarden.
Ging direct daarna werken. Eerst
bij het gemeentelijk gas- en licht-
bedrijf, daarna na bij de Vereeni-
ging ter Behartiging van den Ne
derlandsehen Aardappelhandel.
Hij deed in zijn vrije tijd Duitse
handelscorrespondentie, haalde
ook maar het diploma boekhou
den en deed vervolgens staatsexa
men hbs-b „omdat ik wel besefte
dat als je wat wilde bereiken in
het leven je tenminste middelbare
school moest hebben". Op 19-jari-
ge leeftijd werd hij adminstrateur
van Nutswoningen, toen de groot-
ste woningbouwvereniging van
Den Haag. „Dat was me een grap.
De penningmeester (een bankier),
noch de hoofdadministrateur
(diens procuratiehouder) kon
boekhouden. Ik moest ze de ba
lans leren lezen". De volgende
stap was een studie bedrijfsecono
mie aan de Hogeschool in Rotter
dam. Nog voor zijn kandidaats
ging hij bij het accountantsbureau
Klynveld Kraayenhof werken.
Studeerde in '51 af, maakte met
zijn aanstaande vrouw plannen
om naar het buitenland, Brazilië,
te emigreren, maar bleef toch
maar in eigen land toen hij in die
tijd van woningnood een pracht
van een woning kreeg aangebo
den en ook nog een telefoontje
kreeg met de vraag of hij hoofdas
sistent aan de Nederlandse Econo
mische Hogeschool wilde worden.
„Er brak een prachtige tijd voor
me aan. Het voorbereiden en het
het geven van colleges was name
lijk in die tijd lang geen volledige
baan. Ik ben daarom maar aan
een proefschrift begonnen en
volgde ook zangles aan het con
servatorium. Ik hield een ijzeren
dagindeling aan: om negen uur
begon ik met een half uur piano
spelen, daarna een half uur zang,
van tien tot twaalf werkte ik aan
mijn proefschrift, van twaalf tot
half een deed ik solfège, daarna
eten en om half twee begon ik
weer .van voren af aan. Zo ging
dat door tot 's avonds elf uur, elke
dag weer". Tussendoor volgde
Theo Scholten ook nog een cursus
theologie en was hij jarenlang
zeer actief in de toendertijd zeer
progressieve, oocumenische actie
groep van pater Simon Jelsma in
Den Haag, de zogenaamde Plein-
groep. Hij was voorts betrokken
bij de oprichting van de NOVIB,
de Nederlandse Organisatie voor
Ontwikkelingssamen werking.
Zijn vrouw en hij kregen vier
kinderen, twee zoons, twee doch
ters. Dat allemaal stond zijn maat
schappelijke carrière niet in de
weg. In 1962 promoveerde hij op
de dissertatie „De liquiditeit van
de onderneming", was achtereen
volgens directeur van een textiel-
inkoopcombinatie, lid van de
raad van beheer van de Exploita
tie Maatschappij Scheveningen,
maakte carrière in de top van de
Steenkolen Handels Vereniging,
werd in '71 buitengewoon hoogle
raar bedrijfskunde in Delft, had
enkele commissariaten en tal van
onbetaalde banen. Zo was hij on
der meer jarenlang lid van de so
ciale commissie van de Raad van
Kerken en bestuurslid van het
Nationale Park De Hoge Veluwe,
het Rijksmuseum Kroller-Miiller
en het Utrecht Symfonie Orkest.
Sinds kort zit hij ook in het dage
lijks bestuur van de ANWB. Thuis
in Bilthoven heeft hij een om
vangrijke collectie moderne beel
den. Zijn kantoor bij Robeco in
Rotterdam is daar bij wijze van
spreken een filiaaltje van. Aan de
muur hangen een wandkleed van
Vasarely en een portret van zijn
vrouw, getekend door Paul Ci
troen. Verder staan er sculptures
van o.a. Wessel Couzijn, de Haag
se beeldhouwer Theo van der
Nahmer, de Duitser Bertholt, de
in België wonende Hongaar Ko-
vacs en de Oostenrijker Schlem-
mer. „Ach, ik heb van huis een
paar dingen meegenomen, die ik
passend vond voor de sfeer van
deze kamer".
In politiek is hij wel geïnteres
seerd, is lid van het CDA en be
zoekt af en toe daarvan een con
gres, maar heeft nooit de behoefte
gehad actief mee te doen. „Dat
zou mijn vrouw ook niet willen".
Vindt wel dat politici hebben ge-
potverteerd van de aardgasop
brengsten. „Daar ondervinden we
nu de gevolgen van".
Over zijn inkomen wil hij niet in
details treden. Verwijst daarvoor
als reden onder meer naar de op
hef rond de gouden handdrukken
bij Ogem en RSV. „Stikker van
RSV verwijten ze nu mis-manage-
ment, maar hoeveel schade wordt
er soms niet door vakbondsleiders
en politici aangericht? Als die op
stappen kunnen ze jarenlang
wachtgeld krijgen. Hoor je daar
weieens wat van? Ze hebben het
nooit over mis-vakbond of mis-
politiek".
Een beetje boos kan hij zich ma
ken over de jacht van de fiscus op
het zwarte geld. „Dat getuigt van
een hypocrisie, daar zijn geen
woorden voor. Vrijwel iedereen
heeft er zelf of in zijn directe om
geving mee te maken. Heel veel
klusjes gebeuren zwart. Wanneer
bijvoorbeeld de horeca zich aan
alle regels zou houden zou ze be
ter kunnen ophouden. Een te
groot aantal mensen kan zijn
creativiteit alleen kwijt in het
zwarte circuit. De overheid houdt
zich nu alleen met een symptoom-
verschijnsel bezig. Ze hoort de
oorzaak van het zwarte geld weg
te nemen
„Jarenlang is hier een politiek gevoerd, die het bedrijfsleven als een nood
zakelijk kwaad beschouwde".
hier een grote hoeveelheid infor
matie binnen, die van de bedrijven
zelf afkomt: jaarverslagen en zo,
maar wat betreft Amerika en Ja
pan zijn onze aan- en verkoopbe
slissingen voornamelijk gebaseerd
op de marktanalyses, die we krij
gen van de grote makelaars in met
name de VS, de zogenaamde bro
kershuizen. Dat geldt in mindere
mate voor Nederland. Hier moet je
goed je oren te luisteren leggen, de
krant lezen, kijken wat er zoal in
de maatschappij gaande is. Aande
len zijn voor ons artikelen met een
prijs, waarbij niet alleen vraag en
aanbod een belangrijke rol speelt,
maar ook de verwachting. We heb
ben de laatste tijd nogal wat in Ja
pan belegd. Niet, omdat het daar
nu zo goed gaat, maar omdat we
verwachten, dat de vraag naar Ja
panse aandelen gaat stijgen. En als
we aandelen ruimen betekent dat
nog niet, dat we het met de bedrij
ven daarvan niet meer zien zitten.
We hebben bijvoorbeeld recentelijk
nog Olies en Philips verkocht. Niet
omdat we aannemen dat het daar
mee slechter zal gaan, maar omdat
we aandelen wilden kopen van an
dere bedrijven, waarvan we ver
wachten dat de aandelen het nog
beter zullen gaan doen".
Macht
Robeco wordt een „open end fund"
genoemd. Dat wil zeggen dat het
consortium aandelen uitgeeft wan
neer er vraag naar is en dat het zijn
eigen aandelen inneemt wanneer
er meer op de beurs worden aange
boden dan anderen opvragen. Net
als bij andere nv's wordt de directie
op voorspraak van commissarissen
door de aandeelhoudersvergade
ring benoemd. De aandelen van de
Robeco Groep zijn wereldwijd ge
spreid zijn en relatief maar weinig
aandeelhouders doen moeite de
jaarlijkse vergadering in Rotterdam
te bezoeken. Hoe ver reikt de
macht van voorzitter Scholten ei
genlijk? Kan hij als hij kwaad wil
een bedrijf kapot manipuleren door
bijvoorbeeld in een keer alle aan
delen van dat bedrijf op de beurs te
gooien?
„Nee, want dan zouden de koersen
zakken en zouden we ons zelf naar
de verdoemenis helpen en dat kan
natuurlijk niet de bedoeling zijn.
Het kan bovendien ook niet, omdat
ons aandelenbezit zeer gespreid is.
Alleen in Shell hebben we een
groot belang. Van de in doorsnee
400 andere fondsen waarin we
deelnemen, zijn er zeker 390 waar
van we minder dan twee procent
van de aandelen beziten en wel 350
waarvan minder dan één procent.
We willen volstrekt vrij zijn. Dat
vraagt ook het karakter van een
beleggingsmaatschappij. Hoe meer
je in één maatschappij belegt hoe
meer je jezelf blokkeert en omdat
we dat niet willen hebben we een
zeer grote spreiding van het aande
lenbezit en hebben we in elk be
drijf waarin we deelnemen maar
een heel klein percentage van de
aandelen. Daarbij komt: ik bemoei
me nooit met de beleggingen. Wel
natuurlijk met de vraag: zullen we
minder in Amerika beleggen en
meer in Japan? Of meer in de elec-
tronica en minder in de consuptie-
middelenindustrie? Stel, dat ik een
broker zou bellen en zou zeggen:
koop dit of koop dat. Ik denk dat
hij onmiddellijk mijn collega's zou
bellen met de vraag of ze wel we
ten wat ik aan het doen ben. We
werken hier met heel weinig men
sen. De interne controle is geweldig
groot. Ik kom ook nooit op de
beurs. Wat zou ik daar moeten
doen? Ik weet wel hoe het er toe
gaat, maar ik heb er niets te zoe
ken. Naar welke beurs zou ik bo
vendien toe moeten? U denkt mis
schien aan Amsterdam, maar New
York en Tokio zijn voor ons veel
belangrijker. Dat zou al niet te or
ganiseren zijn".
Commissarissen
In de raad van commissarissen van
Robeco zitten tal van kopstukken.
Niet alleen ex-ministers als Witte-
veen en Van Trier, maar onder an
deren ook Walter Scheel, oud-pre
sident van de Duitse Bondsrepu
bliek en Simone Veil, de oud-voor
zitter van het Europese Parlement,
terwijl een man als McNamara,
achtereenvolgens oud-president
van het Ford-automobielconcern,
oud-minister van Defensie van de
VS en ex-president van de Wereld
bank, permanent als adviseur op
treedt. Waarom die voorkeur voor
al deze grote namen?
„We vragen hen zeker niet alleen
vanwege hun naam, ook niet om
hen te plezieren. We screenen ze
heel zorgvuldig op kwaliteit. Zo'n
mevrouw Veil bijvoorbeeld. Haar
fort is niet dat ze zo'n geweldig fi-
nancieel-economisch expert is.
Maar ze komt uit en kent Frank
rijk en wordt daar zeer geacht. En
nou is dat land op dit moment hele
maal niet zo belangrijk voor ons op
het punt van beleggingen, maar de
Franse beleggers hebben wel zo'n
kleine vijfentwintig procent van
het aandelenkapitaal van ons obli
gatiefonds Rorento. Ik ben ervan
overtuigd, dat we dat mede te dan
ken hebben aan onze oud-commis
sarissen Marjolin, de oud-EG-com-
missaris, en Schweitzer, oud-direc
teur van het Internationale Mone-
)e Robeco Groep bestaat uit vier
beleggingsfondsen en een spaar
bank. Het oudste fonds is naam
gever Robeco; bij uitstek een
londs voor beleggers die weinig
isico willen lopen. Het belegt
K tamelijk in aandelen van goed
lekend staande ondernemingen.
Gestreefd wordt naar een combi-
tatie van een redelijk contant
mi|ividend en een waardestijging
i2^an het aandeel. Ruim veertig
van het vermogen is be-,
Jegd in Noord-Amerika, rond
injlwintig proéent in Nederland,
l)>ijna vijftien procent in Japan
zafn de rest elders.
Rolinco is meer een fonds voor
degenen die wat meer risico wil
len nemen. Het belegt namelijk
in de aandelen van veelbeloven
de ondernemingen, waarbij het
accent ligt op waardestijging.
Rorento daarentegen belegt al
leen in obligaties en andere vas
te rentedragende waardepapie
ren, in verschillende valuta's. Er
worden geen dividenden uitge
keerd. De inkomsten worden
herbelegd en groeien mee in de
koers.
Rodamco belegt louter in com
mercieel onroerend goed, zoals
kantoorgebouwen, industriehal
len en winkelcentra. Bijna de
helft daarvan in de Verenigde
Staten, een kwart in Nederland
en de rest elders.
De jongste loot aan de Robeco-
stam is Roparco, een spaarbank
zonder filialen en zonder kasver-
keer. Stortingen en opnamen
kunnen alleen plaatshebben via
andere banken en via de postgi
ro. De eerste storting moet ten
minste duizend gulden bedragen,
elke volgende storting ten min
ste honderd gulden. Daar staat
tegenover dat tegoeden onmid
dellijk opvraagbaar zijn, de ren
te relatief hoog is en de reke
ninghouders delen in de winst.
Om het de aandeelhouders mak
kelijk te maken heeft de Robeco
Groep een paar jaar geleden de
beleggersgiro geïntroduceerd.
Die werkt niet meer met de tra
ditionele aandeelbewijzen. Bij
deze giro is alleen nog maar
sprake van een tegoed in aande
len Robeco, Rolinco, Rorento of
Rodamco. Ook hierbij geen kas-
verkeer. Stortingen en opnamen
kunnen alleen via bank- of post
girorekening. Tussen de dertig
en veertig procent van de aan
deelhouders maakt daarvan ge
bruik.
tiertje uit, was toen nog lang
niet afgelopen, maar kon geluk
kig vorige week alsnog worden
afgerond. Vandaag de samenvat
ting van die twee gesprekken
over Robeco én zijn topman.
Want diens loopbaan is evenzeer
een succesverhaal als dat van de
onderneming zelf. Gesprekken
derhalve over jeugd en opvoe
ding, over carrière en geld, over
beleggen en macht. En uiteraard
over de actuele situatie op de ef
fectenbeurzen.
„Als vertrouwen
wordt bevestigd
zie ik Dow Jones
stijgen tot 1500"
taire Fonds. Dat zijn first class, out
standing mensen, die hoge posten
hebben bekleed, waarvoor men bij
het Franse gouvernement echt de
deur wagenwijd openhoudt. En dat
is natuurlijk met mevrouw Veil
ook het geval.
Een paar weken geleden nog zat
hier aan deze zelfde tafel McNama
ra. We hopen met hem de Ameri
kaanse beurscommissie te kunnen
bewerken om een notering van
onze aandelen aan de Newyorkse
effectenbeurs te krijgen. Een moei
lijke zaak, want tot nu toe laten de
Amerikanen geen buitenlandse be
leggingsmaatschappijen tot hun
beurzen toe. Maar komt het een
maal zo ver dan nemen onze kan
sen op expansie geweldig toe".
Volkskapitalisme
Op de Amsterdamse effectenbeurs
opereert sinds betrekkelijk kort het
beleggingsfonds Optimix, dat be
stuurlijk niets met de Robeco
Groep te maken heeft, maar dat
wel kan worden beschouwd als een
soort fanclub. Optimix staat name
lijk voor een optimale mix van. Ro-
beco-fondsen en wekt associaties
met optimist. Dat laatste slaat op
het door de oprichters beoogde
doel: een nóg betere beleggingsre
sultaat voor de deelnemers berei
ken dan de afzonderlijke Robeco-
managers behalen. Optimix springt
als het ware van het ene Robeco-
fonds naar het andere om zo te pro
fiteren van de verschillende ken
merken van deze fondsen, die, af
hankelijk van de economische en
beurssituatie, verschillende resulta
ten boeken. Deelnemers in Optimix
moeten minimaal tienduizend gul
den inleggen. Dat staat dus nogal
ver af van de doelstelling van Ro
beco, die al jarenlang inhoud tracht
te geven aan het begrip „volkskapi
talisme", al wordt die term thans
door de Groep nauwelijks meer ge
bruikt.
Prof. Scholten: „Beleggen is ons
vak en een zo groot mogelijk sprei
ding van het aandelenbezit is uiter
aard nog steeds onze intentie. Ik zie
niet in waarom dat elders wel kan
en hier niet. In Amerika bijvoor
beeld is er een veel grotere sprei
ding van aandelenbezit dan in Ne
derland. Opmerkelijk daarbij is dat
het aandelenbezit onder vrouwen
zo groot is. Zowel onder werkende
als onder huisvrouwen.
Ik vind wel, dat voor beleggen op
een bepaald niveau zo'n hoeveel
heid kennis en belangstelling
wordt vereist, dat je niet alle men
sen zomaar kunt aanraden dat te
gaan doen. Ons type vennootschap
is nu juist in grote mate geschikt
om de beperkt geïnformeerde, be
perkt geïnteresseerde man in de
straat met aandelen vertrouwd te
maken".
Fiscus
Robeco is daar anders nog niet zo
erg in geslaagd. Volgens de jongste
onderzoeken bezit maar drie pro
cent van alle Nederlanders aande
len of obligaties. Er wordt tien keer
zo veel gespaard als belegd.
De heer Scholten: „Wat wilt u ook
in een land waarin jarenlang een
politiek is gevoerd die het bedrijfs
leven als een noodzakelijk kwaad
beschouwde? Bedrijven waren ver
vuilers, ondernemers lui die winst
maakten. Dat was ook al een vi^s
woord. De winstpositie van het be
drijfsleven werd bovendien uitge
hold door loonontwikkelingen. Dat
was bepaald geen politiek om een
optimaal bezit van aandelen te be
vorderen.
Maar als het waar is, dat we wat
dat betreft een andere tijd tegemoet
gaan, dat er weer wat verdiend kan
worden in het bedrijfsleven, dat de
erkenning doorbreekt dat voor de
werkgelegenheid het bedrijfsleven
het eerste draagvlak is, dan maakt
spreiding van het aandelenbezit
meer kans. En zeker als de over
heid een handje zou helpen door
bijvoorbeeld faciliteiten voor kleine
beleggers te scheppen. Zoals in
Frankrijk, Belgie en Zweden, waar
de aankoop van aandelen fiscaal
aftrekbaar is. Dat zou pas een echte
stimulans zijn om de kleine man
met effecten vertrouwd te maken.
De akelig grote financieringspro
blemen van het bedrijfsleven zou
den daarmee belangrijk verlicht
worden. Er zou een andere betrok
kenheid bij het bedrijfsleven ko
men en daarmee zou de waarde
ring voor het bedrijfsleven toene
men.
JAN LEUNE
^oto's: CEES VERKERK