„Ik ben ongelooflijk bevoorrech t man ilë £ctdóc6oota/nt et succesverhaal van een beleggingsfonds en zijn topman Robeco: "50jaar ibeleggen KENSCHETS VAN DE ROBECO GROEP PROF. SCHOLTEN: ZATERDAG 2 JULI 1983 p I yraag een willekeurige Neder- I ander de namen van grote kapi- I aalkrachtige ondernemingen in >ns land en hij noemt zonder nankeren Philips, Shell, Unile- ■B^rer, Hoogovens, Heineken, Akzo, :en paar banken, enkele verzeke- icia, fingsmaatschappijen en als het :hikbnoet nog een hele rits bedrijven, gradoiraarvan we de produkten alle- -haal kennen. De kans evenwel lat hij een van de vijf onderne- ningen noemt die tot de Robeco üroep behoren, is niet bijzonder 16/; ROTTERDAM Als we voor de iweede keer binnen een paar baanden plaatsnemen aan de ron- ïe, witte vergadertafel in het kan- faor van Robeco-topman Scholten ggjs het vermogen dat zijn onderne- ning beheert met maar liefst meer lan één miljard gulden gestegen. leel begrijpelijk dus dat hij breed- lit begint te lachen wanneer we ipmerken dat het goed gaat met de nter^obeco Groep. „Ja vooral met de 0iandelenfondsen Robeco en Rolin- 'o gaat het natuurlijk fantastisch, i|Jiaar ook Rodamco vertoont een groei en zelfs de koers van iet obligatiefonds Rorento stijgt. Jat is heel bijzonder. Vooral als je ■fin aanmerking neemt dat de beleg gingen in Nederlandse staatsobliga- ies de afgelopen tijd tien punten meer zijn gedaald. We doen het tennelijk heel goed". ■Windhandel? /oor degenen die niet dagelijks de "■ïoteringen aan de effectenbeurzen en tjijhouden: het gaat niet alleen de inerRobeco Groep voor de wind. De I b'i coersen van vrijwel alle aandelen ch,-:ijn sinds augustus vorig jaar fors jestegen. De Dow Jones Index bij voorbeeld, de som van de koersen van de dertig voornaamste Ameri- industrieaandelen waaraan stemming op de Newyorkse appóeurs wordt ontleend, rukt op naar n.o\j|e 1300, tegen nog geen 800 medio etcjugustus. In het voetspoor van New York volgen Amsterdam en le andere effectenbeurzen. Een re- 14, yen voor de spectaculaire koersstij- ging lijkt evenwel nauwelijks aan- Als gevolg van de met vorig aar vergeleken sterk gedaalde ren- e zijn de bedrijfsresultaten wel ^^erbeterd, maar de winsten van iet bedrijfsleven staan niet in ver ft^ ïouding tot de hoogte van de aan- ^.ielenkoersen. Is er misschien spra- ■Mte van windhandel?, vroegen we jrof. Scholten. .Nee, dat is niet mijn taxatie. De bedrijfsresultaten hier in Neder land mogen dan misschien nog niet sterk gestegen zijn, maar in de Staten, waar we als Ro- Groep een groot deel van ons chVermogen beleggen, ligt dat toch ^meer dan een nuance anders. De t automobielbedrijven daar verkopen ;cht meer. Met IBM gaat het weer >f nog hoe je het maar noemen ntleVilt fantastisch. Daar staan wel ncidentele tegenvallers als bijvoor- )eeld Texas Instruments tegenover, naar een flink aantal grote bedrij- l^en daar heeft duidelijk betere re- lultaten geboekt. De verwachting van de beleggers dat het ook hier itraks beter gaat, hebben de koer- ien zo doen stijgen. Als de sanerin- ^!en eenmaal uitgewerkt zijn, de Rentedaling doorzet, de export weer ^■pleeft dan zullen de winsten bij R'hilips en de andere bedrijven echt gaan. En gezien de kosten van de ondernemingen de winsten spectaculair imhoog springen. Soms wel met ïonderden procenten. De beurs oopt daar op vooruit. lJ moet ook niet vergeten: we heb ben een periode van tien jaar ach- er ons, waarin met de koersen he emaal niets is gebeurd. De Dow k fones Index stond eind '72 al op Juizend, is daarna gezakt tot onder le achthonderd. Als je de inflatie .lekent die inmiddels is opgetreden 6Kn je neemt de ontwikkeling van le bedrijfsresultaten dan acht ik iet heel goed denkbaar, dat de toersstijging in Amerika nog heel 'eel verder doorgaat. Als de feite- ^jjke ontwikkeling het huidige ver- k Touwen bevestigt dan is het zeer vel mogelijk dat de Dow Jones In- ~"~lex naar de vijftienhonderd gaat". ei/er wachting )p grond waarvan eigenlijk besluit Ie Robeco Groep te kopen en te 0ferkopen? Scholten: „Er stroomt groot. Toch beheren deze vijf naamloze vennootschappen een vermogen van maar liefst zeven tien miljard gulden. Dat is bijna twee keer zo veel als de beurs waarde van alle aandelen van bijvoorbeeld Philips, bijna drie keer zoveel als die van Unilever, ruwweg zes keer zo veel als die van Heineken en wel tientallen malen zo veel als die van de KLM. Wat betreft het aantal per soneelsleden evenwel behoort de Robeco Groep tot de kleine on dernemingen in ons land. Net aan 200 man heeft ze in dienst. En dat aantal zinkt volledig in het niet bij de personeelsterkte van bijvoorbeeld Philips (350.000), Unilever (300.000) en Shell (160.000). Verreweg de meeste medewerkers van de Ro beco Groep zijn dan ook niet in geschakeld bij de fabricage of verkoop van consumptiegoede ren. Ze beheren aandelen, hou den daarvoor de noteringen bij van alle effectenbeurzen in de wereld, geven aan- en verkoopor ders. Telefoon en telex en com puter zijn hun voornaamste at tributen. Een „papieren" zaak derhalve met een kapitaal van pakweg 80 miljoen gulden per medewerker. Kassa. En dat ge beurt nog niet eens allemaal in een eigen gebouw of pand, maar bijna verscholen op een huur-eta- ge van de Katshoek, een kan toorkolos aan de Heer Bokelweg in Rotterdam, waarop aan de buitenkant zelfs de naam Robeco ontbreekt. Toch bestaat de onderneming al een halve eeuw. Ze werd vijftig jaar geleden opgericht door een paar Rotterdamse zakenmensen met als doel de spaargelden van grote en kleine beleggers te bun delen, om zo een deskundig be heer betaalbaar te maken. De Robeco Groep is thans de groot ste zelfstandige beleggingsorga nisatie ter wereld, exclusief de Verenigde Staten. Aan negentien effectenbeurzen staan haar aan delen genoteerd. De eerste directeur, de heer Rau- wenhoff, ging op de fiets de klantjes af. De huidige voorzit ter van de raad van bestuur, prof. dr. Th. M. Scholten, zou daar geen tijd voor hebben. Hij is een druk bezet man. We pro beerden medio maart met hem een afspraak te maken voor een vraaggesprek. Dat lukte: ruim een maand later, op 26 april, mochten we een uurtje langs ko men. Dat gesprek liep een kwar- Prof. dr. Theodorus Martinus Schol ten is voorzitter van de raad van bestuur van de Robeco Groep. Zijn levensloop is net zo'n succesverhaal als dat van de on derneming waaraan hij sinds 1980 leiding geeft. Dat geeft hij ook openhartig toe: „Ik beschouw me zelf als een ongelooflijk bevoor recht man. Dat meen ik echt uit de grond van mijn hart. Bevoor recht, omdat ik alle essentiële din gen niet zelf heb gemaakt. Mijn gezonheid, mijn verstand, mijn ouders. Dat zijn allemaal dingen die ik gekregen heb, waar ik niks voor gedaan heb. Het heeft me verder enorm meegezeten in het leven. Met mijn vrouw, met mijn kinderen. Met mijn banen. Dat is allemaal met geen pen te beschrij ven". Toch een poging: Theo Scholten werd op 14 juni 1927 geboren in wat hij het „boerenland" van Spanbroek noemt, een dorpje in Noord-Holland, tien kilometer ten westen van Hoorn. Komt uit een familie die graag het woord voert. Mijn vader zat in de bouwmate- rialenhandel, maar misschien zegt meer, dat hij voorzitter was van alle verenigingen die het dorp tel de en dat waren er zeven". Het gezin (met negen kinderen, waar van de oudste een meisje en de rest jongens) verhuisde voor de oorlog eerst naar Voorschoten en later naar Leidschendam. Theo deed als jongen van dertien jaar al op de fiets inkopen in Leiden en leerde zo met geld omgaan. Was geen uitgesproken ster op de mulo, maar werd serieuzer toen zijn oudste broers in de oorlog wegvielen. Hij slaagde met cijfers die in de familie opzien baarden. Ging direct daarna werken. Eerst bij het gemeentelijk gas- en licht- bedrijf, daarna na bij de Vereeni- ging ter Behartiging van den Ne derlandsehen Aardappelhandel. Hij deed in zijn vrije tijd Duitse handelscorrespondentie, haalde ook maar het diploma boekhou den en deed vervolgens staatsexa men hbs-b „omdat ik wel besefte dat als je wat wilde bereiken in het leven je tenminste middelbare school moest hebben". Op 19-jari- ge leeftijd werd hij adminstrateur van Nutswoningen, toen de groot- ste woningbouwvereniging van Den Haag. „Dat was me een grap. De penningmeester (een bankier), noch de hoofdadministrateur (diens procuratiehouder) kon boekhouden. Ik moest ze de ba lans leren lezen". De volgende stap was een studie bedrijfsecono mie aan de Hogeschool in Rotter dam. Nog voor zijn kandidaats ging hij bij het accountantsbureau Klynveld Kraayenhof werken. Studeerde in '51 af, maakte met zijn aanstaande vrouw plannen om naar het buitenland, Brazilië, te emigreren, maar bleef toch maar in eigen land toen hij in die tijd van woningnood een pracht van een woning kreeg aangebo den en ook nog een telefoontje kreeg met de vraag of hij hoofdas sistent aan de Nederlandse Econo mische Hogeschool wilde worden. „Er brak een prachtige tijd voor me aan. Het voorbereiden en het het geven van colleges was name lijk in die tijd lang geen volledige baan. Ik ben daarom maar aan een proefschrift begonnen en volgde ook zangles aan het con servatorium. Ik hield een ijzeren dagindeling aan: om negen uur begon ik met een half uur piano spelen, daarna een half uur zang, van tien tot twaalf werkte ik aan mijn proefschrift, van twaalf tot half een deed ik solfège, daarna eten en om half twee begon ik weer .van voren af aan. Zo ging dat door tot 's avonds elf uur, elke dag weer". Tussendoor volgde Theo Scholten ook nog een cursus theologie en was hij jarenlang zeer actief in de toendertijd zeer progressieve, oocumenische actie groep van pater Simon Jelsma in Den Haag, de zogenaamde Plein- groep. Hij was voorts betrokken bij de oprichting van de NOVIB, de Nederlandse Organisatie voor Ontwikkelingssamen werking. Zijn vrouw en hij kregen vier kinderen, twee zoons, twee doch ters. Dat allemaal stond zijn maat schappelijke carrière niet in de weg. In 1962 promoveerde hij op de dissertatie „De liquiditeit van de onderneming", was achtereen volgens directeur van een textiel- inkoopcombinatie, lid van de raad van beheer van de Exploita tie Maatschappij Scheveningen, maakte carrière in de top van de Steenkolen Handels Vereniging, werd in '71 buitengewoon hoogle raar bedrijfskunde in Delft, had enkele commissariaten en tal van onbetaalde banen. Zo was hij on der meer jarenlang lid van de so ciale commissie van de Raad van Kerken en bestuurslid van het Nationale Park De Hoge Veluwe, het Rijksmuseum Kroller-Miiller en het Utrecht Symfonie Orkest. Sinds kort zit hij ook in het dage lijks bestuur van de ANWB. Thuis in Bilthoven heeft hij een om vangrijke collectie moderne beel den. Zijn kantoor bij Robeco in Rotterdam is daar bij wijze van spreken een filiaaltje van. Aan de muur hangen een wandkleed van Vasarely en een portret van zijn vrouw, getekend door Paul Ci troen. Verder staan er sculptures van o.a. Wessel Couzijn, de Haag se beeldhouwer Theo van der Nahmer, de Duitser Bertholt, de in België wonende Hongaar Ko- vacs en de Oostenrijker Schlem- mer. „Ach, ik heb van huis een paar dingen meegenomen, die ik passend vond voor de sfeer van deze kamer". In politiek is hij wel geïnteres seerd, is lid van het CDA en be zoekt af en toe daarvan een con gres, maar heeft nooit de behoefte gehad actief mee te doen. „Dat zou mijn vrouw ook niet willen". Vindt wel dat politici hebben ge- potverteerd van de aardgasop brengsten. „Daar ondervinden we nu de gevolgen van". Over zijn inkomen wil hij niet in details treden. Verwijst daarvoor als reden onder meer naar de op hef rond de gouden handdrukken bij Ogem en RSV. „Stikker van RSV verwijten ze nu mis-manage- ment, maar hoeveel schade wordt er soms niet door vakbondsleiders en politici aangericht? Als die op stappen kunnen ze jarenlang wachtgeld krijgen. Hoor je daar weieens wat van? Ze hebben het nooit over mis-vakbond of mis- politiek". Een beetje boos kan hij zich ma ken over de jacht van de fiscus op het zwarte geld. „Dat getuigt van een hypocrisie, daar zijn geen woorden voor. Vrijwel iedereen heeft er zelf of in zijn directe om geving mee te maken. Heel veel klusjes gebeuren zwart. Wanneer bijvoorbeeld de horeca zich aan alle regels zou houden zou ze be ter kunnen ophouden. Een te groot aantal mensen kan zijn creativiteit alleen kwijt in het zwarte circuit. De overheid houdt zich nu alleen met een symptoom- verschijnsel bezig. Ze hoort de oorzaak van het zwarte geld weg te nemen „Jarenlang is hier een politiek gevoerd, die het bedrijfsleven als een nood zakelijk kwaad beschouwde". hier een grote hoeveelheid infor matie binnen, die van de bedrijven zelf afkomt: jaarverslagen en zo, maar wat betreft Amerika en Ja pan zijn onze aan- en verkoopbe slissingen voornamelijk gebaseerd op de marktanalyses, die we krij gen van de grote makelaars in met name de VS, de zogenaamde bro kershuizen. Dat geldt in mindere mate voor Nederland. Hier moet je goed je oren te luisteren leggen, de krant lezen, kijken wat er zoal in de maatschappij gaande is. Aande len zijn voor ons artikelen met een prijs, waarbij niet alleen vraag en aanbod een belangrijke rol speelt, maar ook de verwachting. We heb ben de laatste tijd nogal wat in Ja pan belegd. Niet, omdat het daar nu zo goed gaat, maar omdat we verwachten, dat de vraag naar Ja panse aandelen gaat stijgen. En als we aandelen ruimen betekent dat nog niet, dat we het met de bedrij ven daarvan niet meer zien zitten. We hebben bijvoorbeeld recentelijk nog Olies en Philips verkocht. Niet omdat we aannemen dat het daar mee slechter zal gaan, maar omdat we aandelen wilden kopen van an dere bedrijven, waarvan we ver wachten dat de aandelen het nog beter zullen gaan doen". Macht Robeco wordt een „open end fund" genoemd. Dat wil zeggen dat het consortium aandelen uitgeeft wan neer er vraag naar is en dat het zijn eigen aandelen inneemt wanneer er meer op de beurs worden aange boden dan anderen opvragen. Net als bij andere nv's wordt de directie op voorspraak van commissarissen door de aandeelhoudersvergade ring benoemd. De aandelen van de Robeco Groep zijn wereldwijd ge spreid zijn en relatief maar weinig aandeelhouders doen moeite de jaarlijkse vergadering in Rotterdam te bezoeken. Hoe ver reikt de macht van voorzitter Scholten ei genlijk? Kan hij als hij kwaad wil een bedrijf kapot manipuleren door bijvoorbeeld in een keer alle aan delen van dat bedrijf op de beurs te gooien? „Nee, want dan zouden de koersen zakken en zouden we ons zelf naar de verdoemenis helpen en dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Het kan bovendien ook niet, omdat ons aandelenbezit zeer gespreid is. Alleen in Shell hebben we een groot belang. Van de in doorsnee 400 andere fondsen waarin we deelnemen, zijn er zeker 390 waar van we minder dan twee procent van de aandelen beziten en wel 350 waarvan minder dan één procent. We willen volstrekt vrij zijn. Dat vraagt ook het karakter van een beleggingsmaatschappij. Hoe meer je in één maatschappij belegt hoe meer je jezelf blokkeert en omdat we dat niet willen hebben we een zeer grote spreiding van het aande lenbezit en hebben we in elk be drijf waarin we deelnemen maar een heel klein percentage van de aandelen. Daarbij komt: ik bemoei me nooit met de beleggingen. Wel natuurlijk met de vraag: zullen we minder in Amerika beleggen en meer in Japan? Of meer in de elec- tronica en minder in de consuptie- middelenindustrie? Stel, dat ik een broker zou bellen en zou zeggen: koop dit of koop dat. Ik denk dat hij onmiddellijk mijn collega's zou bellen met de vraag of ze wel we ten wat ik aan het doen ben. We werken hier met heel weinig men sen. De interne controle is geweldig groot. Ik kom ook nooit op de beurs. Wat zou ik daar moeten doen? Ik weet wel hoe het er toe gaat, maar ik heb er niets te zoe ken. Naar welke beurs zou ik bo vendien toe moeten? U denkt mis schien aan Amsterdam, maar New York en Tokio zijn voor ons veel belangrijker. Dat zou al niet te or ganiseren zijn". Commissarissen In de raad van commissarissen van Robeco zitten tal van kopstukken. Niet alleen ex-ministers als Witte- veen en Van Trier, maar onder an deren ook Walter Scheel, oud-pre sident van de Duitse Bondsrepu bliek en Simone Veil, de oud-voor zitter van het Europese Parlement, terwijl een man als McNamara, achtereenvolgens oud-president van het Ford-automobielconcern, oud-minister van Defensie van de VS en ex-president van de Wereld bank, permanent als adviseur op treedt. Waarom die voorkeur voor al deze grote namen? „We vragen hen zeker niet alleen vanwege hun naam, ook niet om hen te plezieren. We screenen ze heel zorgvuldig op kwaliteit. Zo'n mevrouw Veil bijvoorbeeld. Haar fort is niet dat ze zo'n geweldig fi- nancieel-economisch expert is. Maar ze komt uit en kent Frank rijk en wordt daar zeer geacht. En nou is dat land op dit moment hele maal niet zo belangrijk voor ons op het punt van beleggingen, maar de Franse beleggers hebben wel zo'n kleine vijfentwintig procent van het aandelenkapitaal van ons obli gatiefonds Rorento. Ik ben ervan overtuigd, dat we dat mede te dan ken hebben aan onze oud-commis sarissen Marjolin, de oud-EG-com- missaris, en Schweitzer, oud-direc teur van het Internationale Mone- )e Robeco Groep bestaat uit vier beleggingsfondsen en een spaar bank. Het oudste fonds is naam gever Robeco; bij uitstek een londs voor beleggers die weinig isico willen lopen. Het belegt K tamelijk in aandelen van goed lekend staande ondernemingen. Gestreefd wordt naar een combi- tatie van een redelijk contant mi|ividend en een waardestijging i2^an het aandeel. Ruim veertig van het vermogen is be-, Jegd in Noord-Amerika, rond injlwintig proéent in Nederland, l)>ijna vijftien procent in Japan zafn de rest elders. Rolinco is meer een fonds voor degenen die wat meer risico wil len nemen. Het belegt namelijk in de aandelen van veelbeloven de ondernemingen, waarbij het accent ligt op waardestijging. Rorento daarentegen belegt al leen in obligaties en andere vas te rentedragende waardepapie ren, in verschillende valuta's. Er worden geen dividenden uitge keerd. De inkomsten worden herbelegd en groeien mee in de koers. Rodamco belegt louter in com mercieel onroerend goed, zoals kantoorgebouwen, industriehal len en winkelcentra. Bijna de helft daarvan in de Verenigde Staten, een kwart in Nederland en de rest elders. De jongste loot aan de Robeco- stam is Roparco, een spaarbank zonder filialen en zonder kasver- keer. Stortingen en opnamen kunnen alleen plaatshebben via andere banken en via de postgi ro. De eerste storting moet ten minste duizend gulden bedragen, elke volgende storting ten min ste honderd gulden. Daar staat tegenover dat tegoeden onmid dellijk opvraagbaar zijn, de ren te relatief hoog is en de reke ninghouders delen in de winst. Om het de aandeelhouders mak kelijk te maken heeft de Robeco Groep een paar jaar geleden de beleggersgiro geïntroduceerd. Die werkt niet meer met de tra ditionele aandeelbewijzen. Bij deze giro is alleen nog maar sprake van een tegoed in aande len Robeco, Rolinco, Rorento of Rodamco. Ook hierbij geen kas- verkeer. Stortingen en opnamen kunnen alleen via bank- of post girorekening. Tussen de dertig en veertig procent van de aan deelhouders maakt daarvan ge bruik. tiertje uit, was toen nog lang niet afgelopen, maar kon geluk kig vorige week alsnog worden afgerond. Vandaag de samenvat ting van die twee gesprekken over Robeco én zijn topman. Want diens loopbaan is evenzeer een succesverhaal als dat van de onderneming zelf. Gesprekken derhalve over jeugd en opvoe ding, over carrière en geld, over beleggen en macht. En uiteraard over de actuele situatie op de ef fectenbeurzen. „Als vertrouwen wordt bevestigd zie ik Dow Jones stijgen tot 1500" taire Fonds. Dat zijn first class, out standing mensen, die hoge posten hebben bekleed, waarvoor men bij het Franse gouvernement echt de deur wagenwijd openhoudt. En dat is natuurlijk met mevrouw Veil ook het geval. Een paar weken geleden nog zat hier aan deze zelfde tafel McNama ra. We hopen met hem de Ameri kaanse beurscommissie te kunnen bewerken om een notering van onze aandelen aan de Newyorkse effectenbeurs te krijgen. Een moei lijke zaak, want tot nu toe laten de Amerikanen geen buitenlandse be leggingsmaatschappijen tot hun beurzen toe. Maar komt het een maal zo ver dan nemen onze kan sen op expansie geweldig toe". Volkskapitalisme Op de Amsterdamse effectenbeurs opereert sinds betrekkelijk kort het beleggingsfonds Optimix, dat be stuurlijk niets met de Robeco Groep te maken heeft, maar dat wel kan worden beschouwd als een soort fanclub. Optimix staat name lijk voor een optimale mix van. Ro- beco-fondsen en wekt associaties met optimist. Dat laatste slaat op het door de oprichters beoogde doel: een nóg betere beleggingsre sultaat voor de deelnemers berei ken dan de afzonderlijke Robeco- managers behalen. Optimix springt als het ware van het ene Robeco- fonds naar het andere om zo te pro fiteren van de verschillende ken merken van deze fondsen, die, af hankelijk van de economische en beurssituatie, verschillende resulta ten boeken. Deelnemers in Optimix moeten minimaal tienduizend gul den inleggen. Dat staat dus nogal ver af van de doelstelling van Ro beco, die al jarenlang inhoud tracht te geven aan het begrip „volkskapi talisme", al wordt die term thans door de Groep nauwelijks meer ge bruikt. Prof. Scholten: „Beleggen is ons vak en een zo groot mogelijk sprei ding van het aandelenbezit is uiter aard nog steeds onze intentie. Ik zie niet in waarom dat elders wel kan en hier niet. In Amerika bijvoor beeld is er een veel grotere sprei ding van aandelenbezit dan in Ne derland. Opmerkelijk daarbij is dat het aandelenbezit onder vrouwen zo groot is. Zowel onder werkende als onder huisvrouwen. Ik vind wel, dat voor beleggen op een bepaald niveau zo'n hoeveel heid kennis en belangstelling wordt vereist, dat je niet alle men sen zomaar kunt aanraden dat te gaan doen. Ons type vennootschap is nu juist in grote mate geschikt om de beperkt geïnformeerde, be perkt geïnteresseerde man in de straat met aandelen vertrouwd te maken". Fiscus Robeco is daar anders nog niet zo erg in geslaagd. Volgens de jongste onderzoeken bezit maar drie pro cent van alle Nederlanders aande len of obligaties. Er wordt tien keer zo veel gespaard als belegd. De heer Scholten: „Wat wilt u ook in een land waarin jarenlang een politiek is gevoerd die het bedrijfs leven als een noodzakelijk kwaad beschouwde? Bedrijven waren ver vuilers, ondernemers lui die winst maakten. Dat was ook al een vi^s woord. De winstpositie van het be drijfsleven werd bovendien uitge hold door loonontwikkelingen. Dat was bepaald geen politiek om een optimaal bezit van aandelen te be vorderen. Maar als het waar is, dat we wat dat betreft een andere tijd tegemoet gaan, dat er weer wat verdiend kan worden in het bedrijfsleven, dat de erkenning doorbreekt dat voor de werkgelegenheid het bedrijfsleven het eerste draagvlak is, dan maakt spreiding van het aandelenbezit meer kans. En zeker als de over heid een handje zou helpen door bijvoorbeeld faciliteiten voor kleine beleggers te scheppen. Zoals in Frankrijk, Belgie en Zweden, waar de aankoop van aandelen fiscaal aftrekbaar is. Dat zou pas een echte stimulans zijn om de kleine man met effecten vertrouwd te maken. De akelig grote financieringspro blemen van het bedrijfsleven zou den daarmee belangrijk verlicht worden. Er zou een andere betrok kenheid bij het bedrijfsleven ko men en daarmee zou de waarde ring voor het bedrijfsleven toene men. JAN LEUNE ^oto's: CEES VERKERK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 15