Iskar Aribo leeft voor de muziekals ze maar niet van Wagner is Omwegen Heineken gaat eigen elektriciteit opwekken SPRIETLOPEN IN RIJPWETERING Eeidae (Sou/tont WOENSDAG 22 JUNI 1983 PAGINA 5 ALS TRADITIONELE PAGE NOG DROMEND VANEEN BRANDEND FRANS VERLEDEN Op mijn omwegen door stad en land I kom ik graag mensen tegen. U kunt I mij telefonisch of schriftelijk vertellen I wie u graag in deze rubriek zou willen I tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 I - 12 22 44 op toestel 10. door Ton Pielers Als je, onverwacht, door de heer Aribo wordt uit genodigd voor een lange, exquise lunch, verlucht met Franse kazen, frisse blozende aardbeien, yog hurt met of zonder sui ker, en een goed glas rode wijn of twee zwarte koffie en melk kunnen ook geserveerd worden en „toetjes" (die hijzelf in zijn loopbaan zo vaak gegeven heeft), zijn evenmin uitgesloten wel, als dit intieme con sumptieve feest je over komt, moet je beneden wezen. Ongeveer ter hoogte van het lente- koele souterrain. In het met marmer gestutte he- renhuiselijke pand aan het kronkelende Leidse Plantsoen waren hier vroeger de vertrekken van de meid en even tueel ander personeel. Downstairs. Upstairs woonde een Leidse madame, mogelijk ook monsieur, „et les enfants de la maison". Een om geving, genoegzaam toe bereid voor monsieur le comte, madame la com- tesse, en de kleine kon tjes. De gedienstigen, evenwel, zijn allang ver trokken, en sinds Iskar Aribo er zijn intrek nam, vele jaren geleden, heeft hij op de begane grond een pied a terre, waar karrevrachten boeken quasi nonchalant op de vloer gestapeld staan in afwachting van een re delijke opslag tegen de wanden, met uitzicht op de keuken. Er staat ook zijn kunst-afdeling te kijk: alles over beelden de cultuur, uitgegeven in vele cultuurtalen. Aribo moet met z'n interessen wel raad weten. Maar kijk uit, in de gang, als je in dit privatelijke domein wilt aanschuiven voor een, uitgesteld, twaalf uurtje op niveau; want je dondert zó van een stenen afstapje af. „De vertrekken hier zijn aangepast", heet dat volgens de gastheer. Maar de poespas heerst er niog, als je tenmin ste in aanmerking wilt ne men, dat grote „Poes" zonder enig pardon, dus „rücksicht- los", over de met brie be pleisterde boterhammen, de verse groengekroonde zo- merkoninkjes en de sesam- bolletjes springt. Poes doet verder geen kwaad, laat mis schien ook geen haren ach ter, en Aribo praat intussen over de „mensen met uitstra ling" die hij in zijn leven heeft ontmoet en die dat le ven ook voor een groot deel hebben bepaald. Hij is zelf zulk een mens met uitstra ling. Zelfs als hij een sinaas appel van de schil ontdoet. Maar we komen voor de mu ziek, en voor de man die in zijn koordirectie fantasie en gers al meer dan een halve eeuw lang tot in alle wind streken de vleugels en piano fortes analyserend en trefze ker heeft beheerst: Iskar Ari bo, volgende maand 75. Beethoven Het huis aan het Plantsoen kraakt welhaast onder het gewicht van boeken, verza melde kunstobjecten en in strumenten. Op een „over loop" boven liggen op schap pen duizenden koorpartitu ren. Dat is een „terzijde", te genover een „Fries mecha niek" uit Londen, een „pia no" van rond 1860. Ontstemd en zwaar te hanteren. „Hoe is het mogelijk hè?; op een der gelijk instrument is Beetho ven tekeer gegaan. Eigenlijk kon hij z'n eigen muziek niet behoorlijk spelen. Beethoven had een voor zijn tijd onaan vaardbare pianistiek en de techniek was daarvoor niet berekend. Pas Czerny, een wonderleerlingetje van Lud- wig, werkte 's meesters be doelingen om in z'n etudes, en het was eigenlijk Czerny's leerling Franz Liszt die Beet hoven „speelbaar" maakte". Aribo gaat me door een smal le corridor vóór, naar een groot, verlengd vertrek. Voor de dagelijkse arbeid staan daar twee grote vleugels: een geëvolueerde Bechstein („niet zo dik van toon meer en goed bruikbaar voor Franse muziek") en een oude Steinway. Vreemd: alles wat Frans is, geeft hier zo'n beet je de toon aan, maar geen Pleyel. „Nee", zegt Aribo, „nee, m'n beste, dat merk is opgekocht; er bestaat geen Pleyel-fabrikaat meer, maar dat is niet erg". „Weet u, ik dacht, ik hoopte, dat ik van u het eerst in deze omgeving Jardins sous la pluie zou horen". Mogelijk negeert Aribo die hint, meen ik. Maar hij gaat zitten blij verrast, lijkt wel op z'n le deren speel- en praatkruk en Debussy's tuinen druipen al gauw in de druilerige maar charmante, transparante re gen. Wonderlijk, met die kleine vingers, gestaald door discipline. In toom gehouden pedaalwerk. Het vurige ros bedwongen. En Aribo praat erbij, vanwege de continuï teit: „Ik herinner me nog, dat ik met Toonkunst, een jaar of vijftien geleden, in de Stads gehoorzaal Britten's Ceremo ny of Carols uitvoerde. U vertelde me toen, dat u die voor de derde keer hoorde en deze uitvoering de beste vond. Een compliment". Pfff; ik herinner 't me, onder de tijddruk, niet meer zo best, maar ik lig al vrij snel aan de voeten van Benjamin Britten met z'n gepassioneerde fleg- Leven in muziek In het zuiden houdt de regen het nooit zo lang vol, en voor deze gelegenheid ook niet aan het Plantsoen. In de zaal- grote kamer kun je overal zitten en wegzakken. Aribo moedigt dit zelfs aan, met in z'n handen achterop de rug een aantal „bewijsstukken". Het wordt tijd voor een be geesterd doch ongeregeld ge sprek. Over een leven in mu ziek. Iskar Aribo, voordat hij vergeten is, nog een keer in „the picture". Een Nederlan der die eigenlijk niet past in een landschap waar alles plat is. Vanuit Frankrijk tot aan Brussel gaat het nog een eind goed, maar dan wordt het tobben met ingeplante roer selen die geest en omhulsel tot een samenspraak willen brengen. En als Parijs er niet was geweest, hadden we ook geen Aribo, Iskar, gekend. Iskar Aribo werd in 1908 in Rotterdam geboren als de zo veelste Isaac Cohen. Die bleef hij dan maar tot in het begin der jaren '30. Thuis kreeg de muziek vat op hem en hij studeerde piano-aan, pianissimo, ook wel aanzwel lend tot forte en dan weer di minuendo, en was een goede leerling van Willem Pijper, „die gecharmeerd op mij was". Deed er viool en wald hoorn bij, vanwege de direc tiemogelijkheden. Toen kwam 1930: Parijs, een paar jaar, Engeland, België. „Maar ik bleef in Parijs, in Frank rijk, waar alle kunsten met elkaar als in een band ver bonden zijn. Dat was vor ming. Ik speelde er premiè res van, onder anderen, Georges Migot, Messiaen, de jonge garde. Kreeg naam in Frankrijk. Totdat Eckstein, directeur van een gramo- foonplatenmaatschappij, me vroeg platen van Debussy's muziek te gaan maken. Dat heb ik gedaan, maar op zeke re dag zei Eckstein tegen me: goede vriend, die platen van je zijn niet aan de man te brengen: er zijn in Parijs al zeven Cohen's die muziek maken..." Bisschop Aribo Nu was er, rond 1075, een ze kere Aribo die bisschop van Luik was, maar in elk geval veel voor de muziek bete kende. „Ik dacht, dat het op een Nederlandse afkomst wees. Beiers ook, want je had netzogoed een graaf van Ari bo in de Dolomieten. In Pa rijs werd ik Aribo, en Cohen kon je wel vergeten. Iskar is een anagram: Isaac, met een r toegevoegd". Zo werd Isaac opnieuw geboren en zijn pla ten zijn als florissante bloe men uitgekomen. Het was een „grote tijd in Frankrijk, tot '39. In de Nederlandse kranten werd over mij als pianist geschreven, en ik leefde in het hart van de De- bussy-tradities". Recensies loofden hem aller- wege en waarschijnlijk niet eens buitensporig: in de Lon- dense Daily Telegraph („...his playing is Highly compe tent"), The Times, Le Temps; ook na recitals in Nederland: „vurig temperament, groot kunstenaar, teer toucher, hartstochtelijke muzikaliteit, meeslepend musiceren in de Kleine Zaal van het Concert gebouw.." Terug in Parijs: Florent Schmitt, toch niet de eerste de beste (sinds ik qua- tre mains van hem speel), schreef: „...un vrai musicien avec un toucher délicieux et net dans Debussy en Ravel, de la force et du tempera ment dans Beethoven et Ba- lakirew". Aribo doet net of ie Iskar Aribo achter de piano in zijn woning aan het Plantsoen. het nooit gehoord of gelezen heeft, maar de knipsels sta pelen zich voor me op als rij ke, een stelling ondersteu nende testimonia. Debussy en Ravel: de peetooms van Ari- bo's eigen sage, leven in de geest met Iskar mee. Toetji es In het vooroorlogse Parijs „de navel van een wereld" bouwde Iskar Aribo een car rière op. „Ik gaf er concer ten, met minstens zeven toet jes; je hebt daar als pianist niet het recht meteen naar huis te gaan, men eist van je, dat je je helemaal geeft. Het leven brandt veel harder in Frankrijk. Wij zijn een stuk introverter". Maar daar had je ook, niettegenstaande de toetjes, september '39. Oorlog met Duitsland. Vreemdelin gen het land uit. Sans doute. Aribo kwam met z'n vrouw naar Nederland. „Als er geen oorlog geweest was, was ik in Frankrijk gebleven". Mobili satie. In Leiden kreeg hij al snel leerlingen, ook dienst plichtige knapen onder de wapenen. Weer later de moeilijke onderduiktijd. Bin nenshuis toch concerten: „Er was een honger naar kunst". Aribo droeg een overwogen snor, die hem ouder dan 40 moest maken. „Met de hulp van de ondergrondse is ons gezin er levend afgekomen. Dat begrijp ik nu nog niet". Intussen ligt er weer een par tituur vóór me: eerste druk (1875) van Verdi's Requiem a Madame Garfounkel". Ik dacht het al: Aribo is een fer vent verzamelaar; ook van exotische instrumenten ove rigens. Maar het spelen maakt nog steeds een deel van zijn levensritme uit. Voor de Franse muziek heeft hij een sterke voorkeur. „Ik hou trouwens van alle mu ziek, behalve van Wagner, een genie dat de muziek naar zijn eigen hand zette, met z'n „Trucschlüsse": steeds weer zo'n bedriegelijk slot, en dan maar weer door, tot in het oneindige. Als ik Wagner hoor, doe ik aan masochis- Nee, Aribo heeft tientallen Franse componisten in zijn vingers. Zijn opvatting is ge worteld in de groep Franse traditionalisten met Debussy- overleveringen: „Debussy anders spelen dan de meeste mensen doen. Zijn leerling Georges Migot heeft me dat bijgebracht: spelen zoals De bussy dat wilde. Als je de middentonen versterkt, krijg je andere klanken. Dan wordt het pas Debussy: feër- iek, zwevend naar oneindig, als in de heldere, harde luch ten van het zuiden". De we reld ook van Aribo en zijn lijnenspel, geen begoocheling maar een artistiek aanwen sel. Directie-lust Na de oorlog beving hem een hevige lust tot dirigeren. „Vooral van religieuze wer ken. Die gelegenheid heb ik gekregen. Dat is ook een vorm van mijn leven". In het bijzonder Leiden heeft daar van geprofiteerd. Een kleine greep uit zijn directiepakket: 10 jaar dirigent van De Stem des Volks, 24 jaar leider van het Toonkunstkoor Leiden. Hij dirigeerde ook 4 jaar „Halleluja" in Rotterdam, deed dat 14 jaar met het Rot terdams Barok Ensemble, 12 jaar met het Kralingsch Vrouwenkoor. Iskar Aribo was voorzitter van de Kon. Mij. voor Toonkunst, afdeling Leiden, voorzitter van AVRO's Koorfestival, jury voorzitter bij tal van koorfes tivals, lid van de Culturele Raad voor Zuid-Holland. En dan die tientallen premières waar hij gestalte aan gaf, en al de grote werken voor koor en orkest (14 keer de Hohe Messe van Bach, bijvoor beeld). Onder hem zong ook (Honegger's en Paul Clau- del's) Jeanne d'Arc, vlak vóór de brandstapel: „Een korreltje van uw (tarwe) bloem, een eitje van uw hoen". Het is stiller geworden rond Iskar Aribo. Vijf jaar geleden is hij gestopt met zijn bezit van een openbaar kunstle ven. Er is heel wat in mijn jaren gepasseerd. Maar ik blijf studeren, geef wat pia nolessen. Ik erger me niet meer aan lieve mensen die toch niet verderop zullen ko men. Stel je voor: al die (be taalde) uren aan ellende. Concerten geef ik nog wel, als ik gevraagd word. Ik heb één leerling die voortreffelijk is; die is voor het vak. In Lei den blijf je niet rondhangen; als je goed bent ga je weg voor het vak, naar Den Haag, Amsterdam, Utrecht. Ik heb wel oudere leerlingen en veel gesprekken over muziek. Je contact is heel belangrijk. Zo kun je ze veel verder bren gen in het waarderen van muziek. Dat is je taak als pe dagoog: ze zo opvangen dat ze leren spelen, en ze verder verdieping ten aanzien van de muziek bijbrengen". Poes waagt nog eenmaal een sprong over de vlaflip en komt, als bij toeval, naast de camembert op z'n poten en eeltkussentjes terecht. Het toetje voor vandaag is een door Wagner geïnspireerd deel uit „de" ballade van Grieg. De romantiek gaat nooit verloren. Iskar Aribo zit rechtop: 75 jaar. Met de open kraag, de sjaal en de al lure van een Herbert von Karajan. RIJPWETERING Voor de elfde maal worden zondag de na- ionale sprietloopwedstrijden in Rijpwetering gehouden. Dit aarlijkse festijn waarbij de deelnemers over een zeventien me er lange spriet over de sloot langs de Pastoor Van der Plaat- straat moeten lopen, trekt elke keer weer enkele duizenden be- loekers. Ge; me> B .Vorig jaar hadden we een beetje pech", vertelt organisator ,nHenk Zonderop. „Toen waaide het te hard en haalde er bijna jtiiemand de overkant. Als er een klein briesje staat, dan begint paal te wiebelen. Vorig jaar was het net even teveel. De een na de ander dook het water in. We hopen dit jaar dat de spriet wat minder beweegt want anders is het te snel afgelopen en Iraaien we geen flinke omzet met de consumptietent". De op- irengst van deze schenkerij gaan samen met de deelnamegelden tl een pot voor de vereniging Geestelijk Gehandicapt Kind in Mkemade. Vorig jaar kwam er 2200 gulden binnen. Deze keer is ie opbrengst bestemd voor een boottochtje op 9 juli met daaraan .n vooraf een etentje in Avifauna voor zo'n 70 gehandicapten van llie leeftijden. De hoofdprijs voor de sprietlopende volwassenen is een half 'arken voor de heren, en de andere helft voor de dames. Uiter- geen doormidden gehakt dier, maar wel het gewicht van varken. Gratis aan huis gebracht, voor in de vriezer. En dat om aardige hoeveelheden. De winnaar moet op zo'n veertig Jtilo varkensvlees rekenen. Naast de vleessurprise krijgen de minnaars een wisselbeker. Behalve de dames en heren-catego- ieën, kunnen ook jongens en meisjes tot en met veertien jaar >r needoen. Voor hen is er een beker. Deelname kost vijf gulden 'oor de volwassenen, de jeugd betaalt een rijksdaalder. Toe ehouwers kunnen voor een gulden het evenement bijwonen, linderen voor half geld. De wedstrijden beginnen om half twee. dit 'ard imlet Energietentoonstelling Wethouder P. Bordewijk, onder meer verantwoordelijk voor milieuzaken, opende gistermiddag de tentoonstelling 'Tegen de stroom in'. De expositie geeft een beeld van het energievraagstuk en het ontstaan ervan en geeft voorbeelden van alternatieve energievoorzieningen. De tentoonstelling werd ingericht door de Stichting Milieu Educatie en is nog twee weken te bezichtigen in de biblio theek aan de Nieuwstraat. ZOETERWOUDE Hei neken en Shell gaan op het terrein van de Heine ken bierbrouwerij in Zoe- terwoude gezamenlijk een warmte-kracht-installatie bouwen. Met deze instal latie, die 20 miljoen gul den kost, kan jaarlijks te gen de vijf miljoen gulden aan energiekosten worden bespaard. Verwacht wordt dat de installatie eind 1984 gereed is en in de loop van 1985 in gebruik kan worden genomen. De machines worden ge plaatst binnen de bestaan de machinekamer en het ketelhuiscomplex van de brouwerij. De warmte-kracht-installatie benut de restwarmte die bij het proces van het bierbrou- wen vrijkomt. Met behulp van gasturbines en generato ren kan elektriciteit worden opgewekt met gebruikma king van minder gas dan het elektriciteitsbedrijf doet. Er wordt 11 megawatt aan ver mogen opgewekt. In feite stijgt het gasverbruik van Heineken, maar daar staat tegenover dat het elektrici teitsbedrijf geen gas meer hoeft te gebruiken om de bierbrouwerij van stroom te voorzien, zodat er uiteinde lijk 11 miljoen kubieke mete: per jaar aan gas wordt be spaard. Heineken en Shell zullen op gelijke basis in de financie ring van het project deelne men. Er wordt gebruik ge maakt van de kennis en er varing die Shell bij gelijk soortige installaties heeft op gedaan. De begeleiding van de bouw komt in handen van Shell Industrial Energy Management BV, een bedrijf dat is opgezet ten behoeve van industriële samenwer king op energiegebied. De warmte-kracht-installatie zal geen extra arbeidsplaatsen opleveren, omdat deze volle dig in het technische gedeel te van het bedrijf kan wor den geïntegreerd. Over de consequenties van de ingebruikneming van de installatie is contact met het Energiebedrijf Rijnland en de Gasunie. Heineken is één van de grootste afnemers van het Energiebedrijf Rijn land, met een produktie van zes miljoen hectoliter bier per jaar (37 procent van de landelijke bierproduktie) en 2076 werknemers in Zoeter- woude.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 5