R^—I I" Kwaliteit van leven staat voorop" naie Weinig kans op erkenning voor chelatie- therapie MARY ZELDENRUST-NOORDANUS: woor ZATERDAG 4 JUNI 1983! Mary Zeldenrust-Noordanus (54) is, voor wie de jaren zestig bewust heeft meegemaakt, onlosmakelijk verbonden met de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH). Ze liep voorop in de propaganda de Nederlandse vrouw „voor haar eigen vrijheid en bestwil" aan de pil te krijgen en anti conceptiemiddelen uit de taboesfeer te halen. Ze wil er nu liever niets meer over horen: „Ik ben er een beetje flauw van altijd maar weer aan die tijd herinnerd te worden". ROTTERDAM Haar werkkamer kijkt uit op reusachtige eiken langs een smalle singel. Een rustige groe ne buitenwijk van 's werelds ha venstad is al vele jaren het thuis front van Mary Zeldenrust-Noor danus. Ze deelt de ruimte van het herenhuis met haar man en een be vriend echtpaar. Een ideale plek, maar haar hart is in Amsterdam, waar ze opgroeide en studeerde (psychologie). Nog liever zou ze verhuizen naar Frankrijk, waar ze een schitterend landhuis met een enorme lap grond bezitten, maar ziekte heeft hun toekomstplannen drastisch gewijzigd. Haar man Dick Zeldenrust, eveneens psycholoog, onderging een hartoperatie. Mary kreeg dit jaar te verwerken dat de medische behandeling tegen haar borstkanker heeft gefaald en uit zaaiingen in haar longen zijn ge constateerd. „Geen reden om de moed op te geven. Ik voel me goed. Dat is het belangrijkste, maar om nu in Frankrijk te gaan wonen, ver van een ziekenhuis, is wat al te ris kant". Na haar studie begon ze haar loop baan in Rotterdam bij het Bouw centrum. Ze deed er onderzoek naar de psychologie van de wo ninginrichting. „Een leuk onder zoek om op te promoveren". Dat gebeurde in 1956. In die tijd was ze ervan overtuigd dat mensen „func tionele meubelen" móesten kiezen. Ze ontdekte dat het onmogelijk was „mensen, die voor het eerst in hun leven een bankstel konden kopen, een keukentafel en stoelen aan te smeren, omdat dat zo functioneel Onderzoek doen was haar goed be vallen. Daarom besloot ze zelf een bedrijfje op te richten. Het moest een aardig bedrijf worden; onder geschikt was de doelstelling. Na tuurlijk zou het iets met psycholo gisch onderzoek te maken moeten hebben, want dat is haar vak. Zo ontstond een kwart eeuw gele den het Instituut voor Psycholo gisch Marktonderzoek in Rotter dam. „Een jaar na de oprichting vroeg mijn vader of mijn bedrijf groot of klein moest zijn. Daar had ik nog nooit over nagedacht. In mijn onschuld zei ik: groot natuur lijk. Het bedrijf is betrekkelijk klein gebleven met 35 medewer kers en zestig free-lance onderzoe kers. Een klein bedrijf heeft enor me voordelen. Je kunt flexibel blij ven, betpr samenwerken zonder hiërarchische structuren. Toch is onze club ook weer groot genoeg om steeds vernieuwend bezig te zijn". Een eigen bedrijf bood mevrouw Zeldenrust de gelegenheid „eigen baas" te blijven. „Een chef of baas Mary Zeldenrust-Noordanus: „De kwaliteit van het leven staat nu voorop' liet vallen, zijn veel belangrijker geworden. De kwaliteit van het le ven staat nu voorop. Een hoogle raar in Rotterdam, Marco de Vries, zei eens: „Het is niet de vraag of er een leven na de dood is, maar of er een leven vóór de dood is". Die uit spraak heeft diepe indruk op me gemaakt". Verdriet verkroppen Voordat ze verder op de vraag van leven en dood ingaat, wil ze eerst een waarschuwing kwijt: „Ik had een knobbel. „Laat maar zitten, niet kwaadaardig", zei de dokter, maar die knobbel werd groter en toen was het te laat. De okselklie- ren waren al aangetast. Ik wil mijn huisarts niets verwijten, maar van de hele organisatie klopt niets. Vol gens mij zijn huisartsen zelf ook bang om eraan te denken, maar ik wil dit taboe doorbreken. Nu het eenmaal toch zo ver is, wil ik ero ver praten. Niet om het slachtoffer te spelen, want dat ben ik niet. Ik wil nagaan en dat hebben we ook in ons onderzoek gedaan in hoeverre je zelf de hand hebt ge had in de ontwikkeling van die ziekte". „Voor mij staat het vast, dat je ze ker een bijdrage hebt geleverd door zoveel jaren onder spanning te werken. Te weinig voor jezelf op komen, verdriet verkroppen en te weinig praten zijn factoren, die meehelpen zo'n ziekte de ruimte te geven. De meeste mensen worden doorverwezen naar een specialist, maar ik denk dat je héle zijn, je le ven erbij betrokken moet worden en niet alleen je lichaam. Ik wil niet zeggen, dat we met ons onder zoek een alternatieve geneeswijze willen bevorderen, maar wél dat je met een andere stijl van leven meer kansen hebt". Mevrouw Zeldenrust neemt nu de tijd voor zichzelf. Ze is met de na tuur bezig. „Gek, maar een tijd ge leden ben ik weer begonnen met schilderen". Ze toont een werkstuk, dat in een hoek achter een stoel is verborgen. Een boom met vele ge zonde wortels. „Het was mijn be doeling tussen die wortels leuke dingetjes, beestjes en zo, te schilde ren, maar het zijn allemaal enge wezentjes geworden. Was dat een voorteken of misschien gewoon een gebrek aan techniek?" Ze is in haar tuin bezig. „Jammer, dat we geen huis hebben met een erf rondom, een eigen terrein". Ze haalt het onkruid eruit, stekt plan tjes, die ze dan weer aan vrienden geeft. „Je bent er steeds mee bezig: leven en dood". En later in het ge sprek: „Jammer dat je voor zo'n confrontatie met jezelf eerst moet horen, dat je kanker hebt. Het zou eerder moeten gebeuren. Nu pas wil ik meer weten over leven, ook over ervaringen van mensen die schijndood waren. Ik hoef niets te weten over het leven na de dood, ik wil er alles aan doen deze ziekte de baas te blijven en intussen de kwaliteit van dit leven te verbete- Manager Mary Zeldenrust heeft volgens ei gen zeggen geboft. Ze groeide op in een milieu waar studeren normaal was en waar ouders van kinderen verwachten dat zij „een leuke baan" weten te veroveren. Een psychologe met een eigen bedrijf, beantwoordde precies aan die ver wachting. Ze heeft alle kansen ge had. „Ik erken dat vrouwen wor den gediscrimineerd, maar daarom hoef ik er zelf nog geen last van te hebben. Mannen zijn ook in onmo gelijke posities gedrukt. Ze komen er niet uit, omdat ze zich meestal nog vrij comfortabel voelen ook". Mary Zeldenrust is een van de wei nige vrouwelijke managers in het land. „De meeste vrouwen willen zo'n functie niet eens, omdat ze dikwijls de voorkeur willen of moeten geven aan het opvoeden van kinderen. Zolang de bedrijven met een achturige werkdag als vast gegeven blijven draaien, zal het voor vrouwen moeilijk zijn aan top te komen. Het is onzin, achturige werkdag. We hebbei toch ook ploegendiensten bij politü en brandweer. Waarom zou er dar ook in bedrijven niet in twee ploe gen van twee maal vier uren kun nen worden gewerkt? Onzin, da hogere functies niet gedeeld kun nen worden. We zijn het niet wend. .Het vraagt een gigantisch»' omschakeling". j Ze is voorzitter van de Voorlopig» Begeleidingsgroep voor Emancipa tie-Onderzoek (VBEO), die dez». maand haar eindadvies heeft uitge bracht. De VBEO adviseert onde meer een stimuleringsfonds eman cipatiezaken in het leven te roepen waaruit emancipatie-onderzoe! moet worden betaald. Een defini tieve begeleidingsgroep moet dal zorgen voor de organisatie grammering rond die onderzoeken Het klinkt weinig concreet, als er een definitieve Begeleidings groep* Emancipatie-Onderzoelhi (BEO) komt, dan is Mary Zelden rust alleen bereid voorzitter te wor >ts den als er ook geld beschikbaa komt. „Anders ben je met niets zig en daarvoor heb ik geen tij» meer". Ze voelt zich niet specifielei in een bepaalde stroming van d al i vrouwenbeweging thuis. „Je heb elkaar nodig, de onderzoekers de vrouwen in de frontlinie. Het mijn taak die groepen met elkaa in gesprek te houden en elkaar nodeloos te verketteren". MARSCHA VAN NOESEJ& Andere zaken zijn belangrijk geworden. Ze heeft haar directeursfunctie bij het Instituut voor Psychologisch Marktonderzoek (IPM) vroegtijdig moeten overdragen, omdat ze vorig jaar plotseling werd geconfronteerd met een ernstige ziekte, kanker. Die confrontatie heeft haar toekomstperspectief ingrijpend veranderd. Dat is ook het onderwerp van het lustrumcongres dat het IPM bij gelegenheid van het 25- jarig bestaan en bij het afscheid van Mary Zeldenrust-Noordanus als directeur op 10 en 11 juni houdt in de Medische Faculteit van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Het is het resultaat van een jaar praten met mensen, die met een ernstige ziekte werden geconfronteerd. In een vraaggesprek met verslaggeefster Marscha van Noesel vertelt Mary Zeldenrust over haar confrontatie en over haar leven, waarin steeds de strijd om „in vrijheid te kiezen" centraal staat. boven me zou me ontzettend be lemmeren in mijn vrijheid. Ik ben erg gebonden aan die vrijheid om mijn werk ook een eigen stijl te kunnen geven". In die jaren zestig begon zij ook met haar werk voor de NVSH. „Dat is me lang niet overal in dank afgenomen. Het heeft ons instituut ook belangrijke opdrachten gekost. Mensen trokken zich gewoon terug, omdat ze ontdekten dat ik, de di recteur, „die van de NVSH" was. Zo'n stempel wilden zij niet op hun bedrijf. Dat was jammer, maar ik heb me niet teruggetrokken. Ik ge loof niet in een instituut, dat zich door opdrachtgevers laat inperken. Onderzoekers moeten eigenzinnig zijn". Bij het vijftienjarig bestaan van het IPM werd voor het eerst een on derzoek in eigen beheer gedaan. „Ik zeg dat trots, omdat het voor onderzoekinstituten niet gebruike lijk is ook op eigen initiatief werk te doen. Maar tot nu toe was de re actie op dat werk teleurstellend". Bij het twintigjarig bestaan ver scheen het IPM-onderzoek over jeugdwerkloosheid. Het is evenals net resultaat van het eerste eigen werk in de la verdwenen. „Geen verloren tijd en geld. Wij waren onze tijd vér vooruit. Nu pas is jeugdwerkloosheid actueel". Met het derde onderzoek in eigen beheer hoopt het IPM meer weer klank te vinden. „Confrontatie en Toekomstperspectief" is de titel van het rapport dat op 10 en 11 juni op een congres in de Erasmusuni- versiteit wordt gepresenteerd. Een jaar geleden is het onderwerp vast gesteld toen Mary Zeldenrust net zelf in het ziekenhuis lag en gecon fronteerd werd met borstkanker. „Ze vroegen me wat het onderwerp van ons ondèrzoek voor het vijfde lustrum zou moeten worden. Wat kon ik anders antwoorden dan kanker. We hebben besloten daar bij ook mensen met multiple sclero se, hart- en vaatziekten en slachtof fers van een verkeersongeval die blijvend invalide zijn te betrek ken". Kwaliteit Wat gebeurt er met je leven? Die vraag houdt Mary Zeldenrust bezig. Voor haar kwam de mededeling to taal onverwacht. „Bij welk percen tage hoor je? Is het toevallig, dat ik dat heb gekregen? Hoe kan het nu verder lopen? Hoe kun je je eigen ziekte beïnvloeden?" Haar leven is veranderd. Behalve dat ze vroegtij dig haar directeursfunctie heeft moeten neerleggen, zijn ook alle andere plannen op losse schroeven komen te staan. Het belangrijkste is, dat ze al het materiële is gaan relativeren. „De vrienden, bij wie je vroeger nog wel eens een steekje Tot voor kort had niemand van de chelatietherapie gehoord. Vorig jaar nog vroeg een arts aan de redactie van het Neder lands Tijdschrift voor Genees kunde wat deze therapie in 's hemelsnaam moest voorstel len. Het zou helpen tegen ader verkalking. „Is er iets bekend over resultaten en bezwaren?", luidde vraag 20 in dat blad. Welnu. Sinds 3 mei kent u in elk geval één bezwaar: bij die behandeling kunnen doden vallen. Op zich hoeft dat geen reden te zijn om een behandeling te verbieden. Per slot van rekening vallen ook in de reguliere geneeskunde geregeld doden. Soms door fouten dat komt dan uitgebreid in de krant ir meestal omdat sommige be handelingen nu eenmaal riskant zijn. Bijvoorbeeld: hartoperaties zijn riskant er vallen dcxien bij maar de kans op overleven is groter mèt een hartoperatie dan zonder. Het sterfgeval in Zwolle door de chelatietherapie is dus al leen maar te rechtvaardigen als die therapie ook echt helpt. De ham vraag: helpt chelatietherapie tegen aderverkalking? Eerst iets over de geschiedenis van deze behandeling. Chelatietherapie hoort al heel lang tot het gebruike lijke medische arsenaal. Cheleren- de stoffen, er zijn er een stuk of vijf van, worden al jaren gébruikt om giftige metalen uit het lichaam te halen. Het spul dat ze in Zwolle toepassen EDTA helpt tegen lood-, plutonium-, thorium-, urani um-, vanadium- en zinkvergiftigin- gen. EDTA gaat een onschuldige verbinding met die metalen aan en wordt vervolgens met metaal en al uitgeplast. Zonder risico is de be handeling niet, maar nood breekt in dat soort gevallen wet. Nu zit in verstoppingen van de bloedvaten calcium, ook al een me taal. EDTA is in staat om ook calci um uit het lichaam te halen. Nu moet u een licht opgaan. Chelatie- therapeuten proberen met EDTA- infusen het calcium uit de verstop pingen van de bloedvaten te halen. Is het calcium daar uit, dan valt de verstopping vanzelf wel uit elkaar, denken ze. Daarvoor zijn twee be handelingen per week nodig, tien tot vijftien weken achtereen en dat allemaal bij vooruitbetaling van f 4000,-. Op dit moment worden honderdvijftig mensen op deze ma nier behandeld. Geen genade De chelatietherapie heeft nooit ge nade kunnen vinden in de ogen van de officiële medische wereld. Dat bleek wel uit het antwoord van de redactie op die vraag 20 aan het begin van dit stukje. Een anonieme deskundige voor dit soort geval len worden altijd zeer bekwame deskundigen uitgezocht somde de bezwaren op. Het metaal calci um is geen wezenlijk onderdeel van een verstopping in de bloedva ten. Het wordt alleen in heel oude proppen aangetroffen nadat het kwaad allang is geschied. Verder: als het bloedvat verstopt is, hoe kan het geneesmiddel die verstop ping dan bereiken? Bovendien is nooit aangetoond dat een laag calci- umgehalte van het bloed aderver kalking tegengaat. Een paar afleveringen van het art senblad later was het oorlog tussen de voorstanders van chelatiethera pie en de redactie. Dr. Kunst se cretaris Werkgroep Chelatiethera pie reageerde verontwaardigd. „Met verbazing heb ik de weten schappelijke argumentatie gelezen waaruit moet blijken dat chelatie therapie niet rationeel lijkt te zijn", schrijft hij en legt vervolgens op alle slakken zout. Helaas gaat hij één brandende kwestie wijseljk uit de weg: helpt de chelatietherapie ja of nee? Laatste woord Hij wordt in een gepeperd ant woord prompt bediend. In 1960 paste de Amerikaan Clarke chela tietherapie voor het eerst toe bij pa tiënten met ziekten van hart- en bloedvaten. Een paar jaar later kon ene Mitchell aantonen dat déze be handeling bij deze patiënten niets uithaalt. Vervolgens verboden de Amerikaanse autoriteiten deze be handeling. Sindsdien heeft nie mand hard kunnen maken -dat df>® chelatietherapie de beweerde v king heeft. „Reeds meer dan l.., jaar is in de VS het laatste woor»®n over deze therapie gezegd", beslui ;r de redactie zijn weerwoord, „en he j is daarom betreurenswaardig da deze wel zeer antieke koe de sloot wordt gehaald". Tot slot even nog een misverstanP wegwerken. In TROS-Aktu kwam chelatoloog dr. Nauta uitleg gen dat je deze behandeling „kun 1 rekenen onder de allerbeste tuurlijke geneeswijzen". Dat zei letterlijk „natuurlijke geneeswij zen" want ik zat met het penne tje klaar. Je vraagt je af of dez ome dokter weet waar hij het ove heeft. Chelerende stoffen als EDTi zijn chemotherapeutica, het sooie^°P geneesmiddelen dat in alternatiev kringen grote afschuw opwek Daar worden ze niet „natuurlijk genoemd, maar „chemische troep' De chelatietherapie is dan ook geel alternatieve geneeswijze, maar eer der een onecht kind van de medi sche wetenschap. De kans dat he ooit nog eens erkend wordt, verwaarlozen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 20