1 De romance van Rosemary Rogers
ïnafe
Nooit
duiken
ZATERDAG 4 JUNI 1983
!W YORK Arme Neder-
idse schrijver. Het eerste
t je 'denkt, als je over de
empel komt bij mevrouw
>semary Rogers. Ook een
irijfster. Geen wereldschok-
inde naam. Geen naam die
in enig literatuurhandboek
lt tegenkomen, terwijl je
op de recensiepagina's
n de kranten vergeefs zult
eken naar een gefundeerd-
itische blik op, zoals daar
„Liefdes boze listen",
[et Hart is Ontembaar",
[et Ongetemde Verlangen".
titels doen hun verhaal
If: de „kasteelroman" vlak
de buurt, de mooie maar
ichte mannen, te vondeling
legde kinderen die op de
itste bladzijde een fortuin
jken te bezitten, boezems
voortdurend zwoegen voor
Verkeerde Jacob, en ten-
tte de vingers die zich in el-
ar strengelen voor het Hap-
End.
me Nederlandse schrijver. Want
fs al doet die ogen en geweten
ht en schrijft hij de ene romanti-
e paskwil na de andere, hij zal
>it bereiken wat Rosemary Ro-
s heeft bereikt: een appartement
t een onbetaalbaar uitzicht op de
>elbaan die Roosevelt Island met
nhattan verbindt, enkele riante
bnhuizen aan de andere kant
n Amerika, een eigen „wordpro-
por" (computer) voor alweer een
uw boek en een bankrekening
n een miljoen, anderhalf miljoen,
be miljoen? De secretaresse, die
twee mislukte huwelijken met
r kinderen onder haar hoede
r eigen boontjes moest doppen
f I een boek schreef (Sweet Savage
i ve), zag zich in 1973 van de ene
g op de andere opgenomen in de
ib van best-sellende Amerikaan-
j romanschrijvers. Een club die
i de laatste jaren hevig aan het
breiden is.
„escapees" zijn in. „Ontvluch-
jsboeken", boeken met de ro-
ïtische avonturen die nooit eni-
ïuisvrouw zelf zal beleven, met
dat beetje slechtigheid dat haar
mend doet knikken „zie je wel
een rotzooi het in de wereld
en tenslotte het lang-en-geluk-
dat sinds Moeder de Gans en de
iders Grimm garantie is voor
ilucht ademend dichtslaan,
e sexistisch-kwade bedoelingen
iter dat „huisvrouw" vermoedt,
le voor mijn part „huisman" in),
feit is het dat in Amerika dat
■t boeken alleen goed loopt als
..door vrouwen zijn geschreven.
;r hartstochten schrijven met
voornaam als Jaap of Klaas
t er gewoon niet in. Vandaar
Amerika al enkele mannelijke
>urs telt die ook inhaakten op
commercieel lucratieve zucht
r ontvluchten van de werkelijk-
i, maar die zich wél eerst van
vrouwennaam als pseudoniem
rzagen. Geld is een belangrijke
or achter die nieuwe roman-
In de Verenigde Staten i
seller schrijven, betekent rijk
den. Vandaar dat je daar vorige
irjd een karavaan vrouwelijke
rijvers langs de grote steden kon
i trekken, die gezamenlijk voor
n parochie kwamen preken.
I bundeling heldinnen van de
antiek op zoek naar nog meer
rs. Van krant naar krant, van
-show naar talk-show. Met aan
hoofd de autrice van het boek
e schrijf ik een romance en
d ik rijk". Zij komt open en
»t op de televisie vertellen hoe
Itkelijk het is: „Het zijn'allemaal
èpoester-verhaaltjes. Je mag je
Jn variatie bedenken, als ze el-
aan het slot maar krijgen",
ag: moet je daarvoor kunnen
lijven? Antwoord: „Welnee, je
II het net zo op papier zetten als
et aan je kinderen zou vertel*
De uitgevers halen de fouten
/el uit. En het levert per jaar
ien- tot twintigduizend dollar
Een redelijk jaarsalaris, voor
„schnabbeltje" van de huis-
uw. Vandaar de belangstelling.
f-
stsellerjacht
jendien is de Amerikaanse boe-
markt sinds de ontkoppeling
„hard cover"- en „paperback"-
jracten jachtig op zoek naar
Bellers en bereid grote bedra-
jte betalen voor de pocketuitga-
maar naar een uitgever gestuurd
wiens naam met een A begon („de
eerste uit de Gele Gids"), bracht de
schok der herkenning bij een groot
publiek. Plus de dollars. Ze kon
haar kinderen opeens in plaats van
een kwartje snoepgoed een auto ca
deau geven. En ze gaat door met
schrijven (voornamelijk 's nachts)
van boeken vol liefde en een stevi
ge vleug lust.
De fanmail komt op gang, lezers
schrijven „uw boeken hebben mijn
sex-leven verruimd" of „hoe kan
een vrouw zulke smerige dingen
schrijven" twee uitersten die een
doorgewinterd lezer van Neder
landse literatuur er overigens nau
welijks aan afleest. De meest gebe
zigde zin in interviews, wil ze dan
ook wel kwijt: „Iedereen wil dat al
tijd weten: hebt u dat allemaal
meegemaakt? Ja, zeg ik dan, in m'n
fantasie. Vrouwen hebben een heel
grote fantasie. Ik vind het best als
mannen een mooie vrouw die ze
zien in gedachten uitkleden. Laat
ze maar. Zolang ze tenminste besef
fen dat wij dat andersom ook
Al kun je de 50 jaren in feite best
aan haar afzien, toch houdt ze iets
meisjesachtigs in hoe ze zich be
weegt en wat ze zegt. Een lage
stem, met een accent dat heel licht
iets van haar geboorte-eiland Cey-
Ion verraadt (van Nederlands-En-
gels-Italiaans-Spaanse komaf, meis
jesnaam Jansz.) en een zacht gie-
cheltje in haar stem. Ze gedraagt
zich in elk geval niet volgens de i
geijkte normen van wat hoort op
haar leeftijd: in dure Franse restau
rants bestelt ze zonder pardon een
fles tabasco waarmee ze zelfs de
duurste spijzen besprenkelt („dat -
versterkt de smaak, dan lijkt het op
de currey's die ik thuis maak) en
riskeerde het al diverse malen ver-
achtelijk de deur gewezen te wor
den. Ze gaat naar disco's en dat
zijn wat andere gelegenheden dan
in ons land die naam dragen en
als het moet danst ze iedereen de
vloer af. „Je hebt van die mensen
die staan maar op en neer te sprin
gen en die denken dat het dansen
is. Ik kan dansen op de vierkante
meter en als iemand me niet be
valt, bekijk ik hem of haar van bo
ven naar beneden met een gezicht
van: wat doe jij hier? Dan zie je
zo'n stel met elkaar fluisteren en ze
houden onmiddellijk op met sprin
gen. Of ze verdwijnen. Ik creëer
ruimte om me heen. M'n zoon zegt
altijd: moeders horen niet te dan
sen. M'n dochter: hoe krijg je dat
voor elkaar? Het is net voetbal, zeg
ik dan, af en toe je elleboog gebrui
ken".
Al lijkt ze een lichtgewicht moeder,
ze ventileert degelijke uitspraken \v
over het familieleven: „Ik heb al-
tijd met m'n kinderen over alles -
kunnen praten. Sex, drugs. M'n
dochter van achtentwintig is m'n 5
allerbeste vriendin. Ik vind het ge-
zin een van de belangrijkste dingen
in dit leven. Tegenwoordig moet je
oude mensen maar meteen in te
huizen stoppen, kinderen moeten
zo vroeg mogelijk de deur uit, op
eigen benen staan. Ik hou van veel
mensen om me heen, van een ste
vige familieband. Van mensen die
van elkaar houden en proberen el- -
kaar te begrijpen, zonder dat er een
dominerende vader of moeder
hoeft te zijn".
Wat ze over zichzelf zegt klinkt
ook al weinig uit de band springe
rig („Of ik gelukkig ben? Ik geloof
dat ik mezelf meestal een tevreden
mens kan noemen" „Ik zal echt
niet meer trouwen, maar als ik een
relatie heb is eerlijkheid daarin
voor mij het belangrijkste ele
ment"), daarentegen werkt ze
nachten lang, slaapt tot in de mid
dag en wekt zichzelf met muziek
waarop ze zich dansend de dag in
beweegt.
Zonder schrijven kan ze niet. „Dat
heb ik altijd gedaan en zal ik blij
ven doen. Of het nu hier is op mijn
computer die rechtstreeks verbin-
ding heeft met m'n uitgever of op -
straat of in restaurants. Want ik
ben een mensenbekijkster. Ik kan
urenlang ergens zitten en hele ver-
halen achter mensen bedenken. Ik
hoor mensen praten en het verhaal
begint te komen. Ik doe met vrien-
dinnen vaak een spelletje. We zit
ten aan een tafeltje, we horen een
flard van een gesprek. En dan
wedden we dat ik daar in vijf mi-
nuten een levensverhaal van heb
gemaakt".
Ik denk niet dat ze een titelsugges-
tie nodig heeft. Maar wat denkt
Rosemary Rogers van: „Laaiend -
van Liefde Lacht het Leven me
toe"?
BERT JANSMA I
Romantiek
goed
voor
miljoenen
Schrijven
als vlucht
uit de
realiteit
zag verhuizen. Grof geld. Dan mag
Maarten 't Hart in Nederland
schrijvend een aardige boterham
verdienen, naar Amerikaanse
maatstaven krijgt hij er „peanuts"
op.
Pudding
Terug bij Rosemary Rogers. Niet
dat ze zichtbaar wentelt in luxe,
maar een opmerking hier en daar
geqft wel aan dat ze zich niet al te
hinderlijk zorgen hoeft te maken.
Ze heeft net een ontwerpster over
de vloer die bezig is aan een jurk
waarvoor Rosemary zelf uit kunst
tijdschriften het ontwerp heeft ge
haald: „Een beetje middeleeuws,
met 'veel olijfgroen, koper- en
goudkleur en wijde lange mou
wen". Die jurk moet haar dienst
doen tijdens het „opera-ball" in de
Metropolitan die zaterdag. „De
Royals komen ook", zegt Rosemary
Rogers en dat wil zeggen dat er zo
nen, kleinzonen of achterkleinkin
deren van Europese koningshuizen
of obscure ex-vorstendommen over
de vloer komen. „Daarna geef ik
die jurk aan een museum".
Bij haar vijftigste verjaardag werd
ze door haar vrienden getracteerd
op een tochtje naar Times Square
alwaar de immense lichtreclame
haar in kleur toeschreeuwde: „Ro
semary, we love you, you Sweet
Savage".
De grote wijnglazen op tafel dragen
de namen van haar succesromans.
En net als je gaat denken dat het
allemaal wat decadent klinkt, komt
Rosemary met een pakje Neder
landse bitterkoekjespudding uit de
keuken en de vraag of we de ge
bruiksaanwijzing kunnen vertalen.
Tegenstellingen.
Volbloed romantiek
De flaptekst van haar „Liefdes
boze listen" luidt „deze meeslepen
de nieuwe roman begint in een
karmelietenklooster niet ver van
de Spaanse stad Toledo, waar het
adellijke meisje „Marisa" een on
derdak gevonden heeft na haar
verschrikkelijke ervaringen in het
Parijs van de Franse revolutie.
Maar lang duurt haar rust niet,
want haar vader en oom hebben
besloten haar uit te huwelijken aan
een man dié zij niet kent. Geholpen
door zigeuners weet ze te ontvluch
ten. Haar vlucht voert haar naar
het hof van Napoleon in Parijs,
naar de harem van een sultan en
tenslotte naar het verre Louisiana
aan de Golf van Mexico. Hier zal
„Marisa" eindelijk het zo gewenste
geluk en de rust vinden naast haar
Dominic Challenger".
Dat is nog eens proza, denk je dan.
Volbloed romantiek, daar kunnen
die Nederlandse schrijvende dames
toch niet aan tippen. De Jannetjes
Visser-Roosendaal of Jossen van
Manen-Pieters mogen dan op het
platteland nog zo vlijtig hun best
doen op romans, de streken van
Rosemary overtreffen hen in
bloemrijkheid. Toch ontkent de in
Amerika „queen of rape and ro
mance" genoemde schrijfster dat ze
alleen maar liefdesgeschiedenissen
op papier zet. „Dat soort boeken
dat ik schrijf is altijd al geschreven.
Gejaagd door de Wind was toch net
zo'n boek? Alleen vandaag beden
ken ze hokjes voor je. En mij heb
ben ze in het hokje van de „roman
ce" gestopt. Maar wat mij interes
seert zijn karakters en avonturen.
Ik heb een uitgebreide bibliotheek
met een hoop antieke boeken en
die helpen me in mijn research
voor m'n werk. Ik wil m'n lezers
vermaken. Ik wil ze even een
vlucht geven uit de werkelijkheid
van vandaag. Schrijven is voor mij
zelf ook zo'n vlucht. Dat is het al
tijd geweest. Ik schrijf al vanaf m'n
tiende en al kwam die eerste ro
man laat, ik had voordien al heel
wat stapels papier volgepend. Je
leest de kranten, ziet alle ellende
op de tv, en je wilt wel eens iets an
ders. Een andere tijd, een andere
ruimte. Dat zijn mijn boeken".
Gele Gids
Als iemand kan zeggen dat schrij
ven haar leven veranderd heeft is
dat Rosemary Rogers. Ze nam in
het begin van de jaren zeventig nog
brieven op van een baas, tegen een
bescheiden loontje waarvan ze nau
welijks haar vier kinderen kon on
derhouden, twee uit haar eerste
huwelijk met een Aziatische cou
reur, twee uit haar huwelijk met
een zwarte oficier uit het Ameri
kaanse leger. Het eerste boek, zo
ven. Want was je als auteur vroe
ger in een en hetzelfde contract je
rechten kwijt voor de gebonden
editie van je werk plus de eventue
le pocketuitgave daarvan, aan het
eind van de jaren zestig begon dat
te veranderen. Auteurs en voor
al hun agenten .bedongen dat
beide rechten apart verkocht moes
ten worden. Dus indien een boek
levensvatbaarheid bewijst in z'n al
lereerste prachtband, dan begint
het spel der vrije economische
krachten op de pocket/paperback-
markt. In sommige gevallen wisten
literaire agenten meer dan 50 pro
cent van de opbrengst voor hun
schrijvende klanten in de wacht te
slepen. Was in 1968 de 410.000 dol
lar die uitgever Fawcett aan colle
ga Putnam betaalde voor Mario
Puzo's The Godfather nog een on
gehoord bedrag, in '75 betaalde
Bantam Books 1.850.000 dollar voor
Doctorows Ragtime. Voor de slap-
pe-kaft-rechten van William Sty-
rons Sophie's Choice werd ander
half miljoen dollar neergeteld, ter
wijl Judith Krantz met haar ro
mance-novel Prinses Daisy zelfs
een recordbedrag van 3.208.875 dol
lar van de ene bank naar de andere
BRUSSEL De taalstrijd in
België is een serieuze zaak, waar
de buitenlander en zeker de
Nederlander zich beter buiten
kan houden. De strijd heeft al te
vaak geleid tot handgemeen en is
er, economisch en
organisatorisch, zeker schuld aan
dat alles binnen het koninkrijk
der Belgen niet zo reilt en zeilt
als de Vlamingen en Walen zelf
zouden willen.
Handen er van af dus en van de
ene verbazing in de andere
vallen als die taalstrijd ons voert
tot lachwekkende dagelijkse
situaties.
Zo'n alledaagse gebeurtenis deed
zich voor in de gemeente Hove.
Hoog op een ladder stond daar
een man de kozijnen te
schilderen van een derde
verdieping. Het had kort tevoren
uitbundig gehageld en jawel, de
ladder gleed weg en de schilder
smakte ter aarde.
Een Vlaamse buur had het gezien
en belde om een ambulance.
Maar ook een Waals sprekende
buurman was ooggetuige en ook
hij belde om hulp.
Het duurde enkele minuien,
maar toen kwamen er van twee
kanten, met gillende sirenes,
twee ambulances aangegierd. Nog
voor de wagens tot stilstand
waren gebracht, sprongen de
broeders (hier ambulanciers
geheten) eruit, rukten de
draagbaar (hier draagberrie) uit
de auto en stortten zich op het
slachtoffer. Er ontstond een
gevecht van twee Walen tegen
twee Vlamingen met als inzet een
gewonde schilder.
Terwijl het slachtoffer van het
arbeidsongeval krijsend van de
pijn op de grond lag, ging men
elkaar twee tegen twee te lijf,
want beide partijen meenden het
recht te hebben de gewonde over
te brengen naar een ziekenhuis
van hun keuze. De strijd werd
beslist in het voordeel van de
bemanning van de Vlaamse
ambulance om twee redenen: een
van de Waalse broeders werd
dusdanig toegetakeld dat hij zich
onder behandeling van een arts
moest stellen, en het tweede
voordeeltje voor de Vlamingen
was gelegen in het fait dat het
slachtoffer Vlaams bleek te
spreken en dus liever met een
Vlaamse ambulance vervoerd
wilde worden.
Wat ik u ook niet mag onthouden
is het verhaal van de
vleeskeurder Brusselmans. Hij
had gesolliciteerd naar de
aanlokkelijke functie van
vleeskeurder in het slachthuis
van Zele. Om helemaal op zeker
te spelen had hij zijn
sollicitatiebrief, oorspronkelijk in
het Vlaams gesteld, door een
tweetalige buurman in het Frans
laten vertalen, waardoor er op
het gemeentehuis twee brieven
van de aspirant-vleeskeurder
arriveerden. Beide brieven
gingen hun weg via het
kronkelige pad van de taalstrijd.
Vandaar dat er op een dag in het
Staatsblad een ministerieel
besluit gepubliceerd werd,
waarin de benoeming van de
vleeskeurder een feit werd.
Vandaar ook, dat er veertien
dagen later in het Staatsblad
opnieuw een ministerieel besluit,
nu tot stand gekomen via de
Franstalige lijn, gepubliceerd
werd, waaruit bleek dat Zele een
nieuwe vleeskeurder had:
dezelfde Brusselmans.
Brusselmans sprak in het café de
hoop uit dat hij ook tweemaal
betaald zou worden, maar omdat
cijfers geen onderscheid maken
tussen Vlaams en Waals werd
hem die rijkdom bespaard.
In het ondanks de slagregens
voor dit zomerseizoen geopende
openluchtbad in een Vlaamse
gemeente hing bij het diepe, dat
niet dieper ging dan 1.75 meter,
een bordje met daarop de
waarschuwing: „duiken is zeer
gevaarlijk". Een muurschilder
spoot met de verfbus daaronder:
„behalve aan Walen". Hoewel hij
in de beste Belgische tradities het
verkeerde voorzetsel gebruikte,
was de boodschap duidelijk
genoeg voor de geadresseerden.
Ik zei het al, wij Nederlanders
kunnen ons beter niet in de
taalstrijd mengen. Wij moeten
doen, zoals Nederlanders al
eeuwen doen, Frans in België
spreken als we daar voordeel uit
halen en Nederlands als wij er
beter van worden. Maar we
moeten bovenal in Belgische
zwembaden nooit duiken.
AAD JONGBLOED