Moeizaam begin van uitstekende beeldplaat Hoe de fotografie zaak van de massa werd |oaaiAlgiNiiill010d| Super-acht verliest terrein maar zal nooit verdwijnen HONDERD JAAR OUDE PLATEN VERDIENEN BEWONDERING Fotowedstrijd met als onderwerp de voetganger (FQTOIPriLIT'E Donderdag 19 mei 1983 PAGINA 10 Het spelen met de beeldplaat en diens afspeler is een ongekende verrassing: men legt een tamelijk grote en zeer glimmende plaat in een afspeler en op het scherm van het tv-toestel wordt een film ver toond waarvan de beeldkwaliteit uitstekend is. En er is meer. Op af stand bediend kunnen passages snel worden opgezocht en in ver schillende snelheden worden afge speeld; (versneld) terugdraaien is mogelijk, het beeld kan storingvrij worden vastgehouden en elke op dracht wordt met verbluffende snelheid uitgevoerd. Er is een overeenkomst met de film op vi deo. Maar met het grote verschil dat het werken met de beeldplaat sneller gaat, volkomen geruisloos en kwalitatief op hoger niveau. Bestaat er belangstelling voor? Philips houdt zich aan de voor zichtige kant, zolang de prijzen van de platen aan de hoge kant zijn. Philips: „Onlangs zijn in Ne derland, na Duitsland en Enge land, de platen en afspelers in de handel gebracht. De platen kosten nu nog vijftig tot honderd gulden per stuk en dat zal voor velen een bezwaar zijn. Ergo: worden er wei-, nig platen verkocht, dan zal de prijs hoog blijven, maar naarmate er meer worden verkocht, zal de prijs dalen. In de toekomst ver wachten we die daling in prijs en toename van de verkoop. Maar in welke getallen en wanneer, dat hebben wij niet in de hand". Optisch De beeldplaat (VLP: Video Long Play) is een optisch systeem voor videoweergave. Beeld en geluid De beeldplaat: mooi en probleemloos, maar nog lang geen gemeengoed. zijn vastgelegd op een plaat die er uit ziet als een glimmende gram mofoonplaat. De informatie in de plaat wordt met een kleine laser lichtstraal contactloos uitgelezen, waardoor een hoge beeld/geluids kwaliteit wordt verkregen en plaatslijtage wordt voorkomen Ook stof, krasjes en vingerafdruk ken zijn niet van invloed. De plaat wordt in twee uitvoerin gen op de markt gebracht: met een speelduur van tweemaal (tweezij dig afspeelbaar) dertig minuten en twee maal zestig minuten. Tot dusver zijn ongeveer honderd films op de beeldplaat vastgelegd, waarvan de meeste in het Engels; er zijn acht Nederlands gesproken films, maar daar kunnen bij wor den opgeteld achttien films met Nederlandse ondertiteling en acht kinderfilms. Titels van de Neder lands gesproken films zijn „Bak ken aan de bar", „Het beest", „Het debuut", „Een vrouw als Eva", „Ik ben Joep Meloen", „Het meisje met het rode haar", „Mysteries" en „Sabine". Voorts zijn er sport-in- structiefilms (golf, tennis en wind surfen) en een relatief groot aantal kinderprogramma's waaronder Barbapapa, Hans en Grietje, Lie verdjes uit Amsterdam, Oom Fer dinand en de toverdrank en Peppi en Kokki. De beeldplaat en afspeler gaan be paald nog niet als warme broodjes over de toonbank. Eerder koopt of huurt men film op video; dan krijgt men óók film voor een relatief lage prijs en de recorder had men al. Bovendien is het aan bod op video aanzienlijk groter. De belangstelling bij particulieren voor de beeldplaat lijkt daardoor voorlopig op de allerlaagste stand van de waakvlam; men is op de hoogte, maar tot aanschaf gaat men nog niet over, op een enkele consumptie-pionier na die de af speler kan betalen: rond 2.000,-. Bij Philips wordt niettemin ver wacht dat na een langzame start er toch filmliefhebbers komen die waarde hechten aan de hoge kwa liteit van de beeldplaat; de afspeler kan immers ook worden aangeslo ten op hi-fi-apparatuur, waardoor het vastgelegde geluid uitstekend tot zijn recht komt. Dat kan met name een rol spelen bij de liefheb bers van opera en musical. In het Engels zijn titels beschikbaar als „All that jazz", „Blue Hawaii", „Cliff Richard" en „The sound of music". De handel ziet er voorlopig geen bloeiend bedrijf in en heeft nog maar weinig voorraad. „Misschien later. Als men zich een afspeler heeft aangeschaft en het huren van films op beeldplaat een nor male zaak is geworden, zoals dat nu het geval is bij film op video. Misschien is het gewoon een kwes tie van wennen, al is het aanbod in film op band of plaat wat verwar ringwekkend aan het worden. We wachten af, hebben alles in huis, maar wat betreft de beeldplaat, met mondjesmaat". De super-acht camera zal nooit verdwijnen, al zal de video-camera steeds meer terrein winnen. Na de introductie van de video-camera is het verval in smalfilmen (op su per-acht) de afgelopen vijf jaar te schatten op vijftien tot twintig pro cent en dat zal zich nog wel voort zetten. Dat is de verwachting van de film- en fotovakhandel, die ziet dat bedrijven in elektronica een stuk film overnemen, maar niet in berusting toekijkt. Een handelaar: „Natuurlijk is en wordt filmen met de video-camera bijzonder aantrekkelijk. De tijd van de loodzware accu's en recor der is voorbij met de komst van de compact-apparatuur, die bij elkaar niet meer dan twee en een halve kilo weegt: camera en losse recor der met accu Om de prijs van de film zelf hoeft men het niet meer te laten: anderhalf uur filmen kost negenentwintig gulden. En als straks de camera op de markt komt, waarin de videofilm zit, dan zal het filmen op video (te wissen voor nieuwe opnamen) het hele maal van het smalfilmen winnen. Toch is de super-acht-camera niet weg te denken Montage Er zijn verschillende redenen aan te voeren, waarom de super-acht- camera (vermoedelijk) nooit zal verdwijnen. De kosten van een ge middelde' camera met projector zijn ongeveer 550,-met geluid komt er zo'n tweehonderd gulden bij; voor de meesten nog te beta- Het prijsverschil met video is (nog) erg groot. Voor filmen op video is men aan apparatuur ongeveer vijf duizend gulden kwijt, nog afgezien van de recorder en het tv-toestel die men thuis moet hebben voor het afspelen. Prijsverschil is er ook in de film zelf: super-acht kost bijna twintig gulden voor drie minuten filmen, terwijl men op video hetzelfde be drag kwijt is voor anderhalf uur. De handel: „Het gaat dus om twee uitgangspunten: heeft men er het geld voor over om lange films te maken?, en: heeft men behoefte aan zulke lange films?". Conclusie: wie voor zo'n honderd gulden een kwartier vakantiefilm per jaar maakt en dat voldoende vindt, zal dat blijven doen met re latief goedkope apparatuur. Bo vendien kan men bij smalfilm monteren, wat met video niet mo gelijk is. Bovendien kan smalfilm later op video worden overge schreven. Terughoudend Dat de consument zich de laatste tijd wat terughoudend toont wan neer het gaat om de aanschaf van filmapparatuur, begrijpt de handel heel goed: „De fabrikanten hou- den de mensen warm met sugges tieve advertenties. De eerste vi deo-camera met film dus zonder losse opname-recorder en accu is op een vakbeurs in Duitsland al door één fabrikant getoond, maar is nog niet in de handel. De ver wachting bestaat dat deze nieuwe camera snel terrein zal winnen. Maar dan nog blijft het bezwaar van de prijs bestaan en zal de vi deo-camera voorlopig alleen in handen komen van mensen die van filmen een hobby maken, zo als er ook foto-hobbyisten zijn met een donkere kamer. Een rol voor het behoud van de smalfilm (super-acht) speelt bo vendien mee, dat de nazorg dertig jaar voortduurt, vanaf het moment dat de laatste super-acht-camera de fabriek heeft verlaten. En dat moment zal nog heel lang op zich laten wachten. Uiteraard zal video-filmen een wijde vlucht nemen. Er zullen steeds meer mensen komen die hun eigen film gaan maken en geen genoegen nemen met film pjes van een paar minuten met of zonder geluid Overigens raakt de film met geluid steeds meer inge burgerd sinds de mensen gewend zijn geraakt aan het hele video-ge- beuren. Gevecht De film- en fotohandel voorziet wel een gevecht met de elektroni- cahandel; wie zal de bron van het geheel worden? Tot dusver kocht men video-systemen bij het elek tronicabedrijf en filmapparatuur bij de filmhandel. De foto- en filmvakhandel: „Recorders kan men bij ons en bij de elektronica bedrijven kopen. Camera's ook. Maar bij ons kan men alle voor lichting verwachten die het filmen zelf betreft: niet alleen de techniek van het filmen zoals zoomen en camerastanden, maar ook belich tingsfactoren, die in huis bij video zwaardere eisen stellen. We krij gen daar niet voor niets aparte in- structiedagen in Amersfoort voor". Smalfilmen (met geluid) zal voor de meesten nooit verdwijnen. Donderdag 19 mei 1983 PAGINA 3 In pak-weg een hal ve eeuw is fotogra feren de normaalste zaak van de wereld geworden. Je hoeft geen duizendpoot meer te zijn om een redelijke foto te produceren. De eerste foto toestellen waren doorgaans hou ten kisten, on handelbaar zwaar, met aan één kant een ko ker waarin een bolle lens was gemonteerd die een beeld projec teerde op de ach terwand van de kist. Of eigenlijk: op de plaats waar die achter wand zou moe ten zitten. De wand ontbrak. Op die plaats kon een lichtge voelige plaat worden gezet. Dat moest ge beuren zonder dat er licht bij kwam, want het enige licht dat erop mocht val len moest door de lens komen. Vandaar dan ook die toestand met een grote licht dichte doek ach terop het appa raat. De foto graaf kon daar met zijn boven lijf onder dui ken, zodat hij zijn goocheltoe ren met de licht gevoelige platen min of meer in het duister kon uitvoeren. Bij het maken van een foto kwam veel meer kijken dan nu. Zo moest de fotograaf de pedagogische kwa liteit hebben levende onderwerpen een haast onmogelijk lange tijd stil te laten zitten tijdens de belichting van de plaat om onscherpte te voorkomen. Menige studiofoto graaf werkte dan ook met stokken en steunen om de te fotograferen dames en heren bij het stil zitten letterlijk een steuntje in de rug te bieden. Fotograferen was een zaak voor de enkeling, vanaf de uitvinding er van (zo rond 1840) tot een flink eind na de eeuwwisseling. Een fo tograaf was een bezienswaardig heid, voor wie een dorp of wijk uitliep als ie kwam. Op veel ker missen was de fotograaf een grote attractie. Na een halve eeuw Intussen mag nu het aantal huisge zinnen waar niet tenminste één camera aanwezig is, heel klein worden geschat. In pak-weg een halve eeuw is fotograferen de nor maalste zaak van de wereld ge worden. Allengs werden de came ra's ook handelbaarder: je hoefde geen duizendpoot meer te zijn om een redelijke foto te produceren. De platen en films werden veel lichtgevoeliger, zodat veel kortere belichtingstijden mogelijk waren. De lichtsterkte van de lenzen werd verbeterd en ja hoor zowel vóór, achter als tussen de lenzen bedachten de uitvinders vernuftige sluitersystemen, die be paalde belichtingstijden mogelijk maakten. Kodak introduceerde de rolfilm, een van de belangrijkste voor waarden voor de popularisering van het fotograferen. Maar rond de eeuwwisseling bleef een camera voor „het gemene volk" nog onbe taalbaar. Een fototoestel kostte toen in Amerika vijfentwintig dol lar. Voor dat bedrag moest „John Modal" vijf tot zes weken werken. Dé grote doorbraak kwam ook van Kodak, met de Brownie boxcame ra's. De eerste waren van karton en hout en kostten één dollar, grofweg te vergelijken met hon derd gulden nu. „U drukt op de knop, wij doen de rest", adverteer de Kodak toen. Eigen portemonnee Niet alleen Kodak, maar veel an dere fabrikanten van camera's aanvankelijk vooral in Duitsland, tegenwoordig ook in Japan hebben zich enorm ingespannen om het fotograferen tot een zaak van de massa te maken. Uiteraard niet alleen om de massa een ple zier te doen, maar ook met het oog op de eigen portemonnee Agfa en Kodak waren na de oor log de gangmakers. Agfa introdu ceerde de overbekende Clack (6x9 cm) en Click (6x6), successen waar in Europa Kodak met zijn Brownie 44A onvoldoende weerwoord op had. Dat weerwoord kwam pas met de introductie van de Insta- matic-camera's in 1963. Die waren vooral een succes omdat het pro bleem van het film-indraaien niet meer bestond: de film werd in één cassette afgedraaid en opgewon den, er kon niets meer scheef gaan Kodak kwam in 1972 met een vol komen nieuwe ontwikkeling op de markt, die het fotograferen pas werkelijk tot een massazaak heeft gemaakt: de Pocket Instamatic-ca- mera. De werking had hetzelfde systeem als de gewone instamatic: filmcassette inleggen en knippen maar. Vrijwel alle camerafabri kanten namen dit systeem over. Volgende grote stap Wie verwachtte dat Afga of een Japanse fabrikant na de Pocket Instamatic van Kodak wel met een opzienbarende nieuwe ontwikke ling in de popularisering van het foto's maken zou komen, kwam bedrogen uit. Vorig jaar was het opnieuw Kodak die de volgende grote stap zette met de disc-came ra's. Die ontstonden al op de te kentafels van de Eastman Kodak Company toen in 1972 met veel tamtam de Pocket Instamatic werd gelanceerd. In augustus 1982 kwam het toestelletje in Neder land in de handel. Door de inge bouwde automatisch doserende elektronenflitser, door het automa tische filmtransport na elke opna me, door het altijd scherp ingesteld zijn van de lens en door de simpele inleg van de filmschijf is eindelijk Kodaks kreet van een eeuw gele den: „U drukt op de knop, wij doen de rest" werkelijkheid ge worden. De laatste twintig jaar geeft Japan de toon aan waar het gaat om ver nieuwingen op cameragebied. Op het gebied van het noodzakelijke aanvullende materiaal als films en ontwikkelaars blijft Japan echter achter. Daar lijkt nu verandering in te komen. Fuji kondigt aan dat deze onderneming een nieuwe kleurenfilmemulsie heeft aange kondigd die alle emulsies die tot nu toe worden gebruikt in de scha duw stelt. Aardig daarbij is, dat er geen prijsverhoging valt te ver wachten voor dit nieuwe produkt in vergelijking met de huidige kleurenfilms. Fuji heeft sinds kort een eigen produktiebedrijf in Tilburg. Ook daar zal de nieuwe film worden geproduceerd. Tegen de zomer zal, zo is de verwachting, de levering een aanvang nemen. Er komen twee gevoeligheden: 100 en 400 ASA De formaten: 110 pocket, in stamatic, kleinbeeld en 120 rolfilm. Kodak heeft de laatste tijd vooral de aandacht gericht op de massafo tografie met zijn nieuwe Disc-ca- mera's. Nu komen de kleinbeeld- werkers weer wat meer aan hun trekken. Op stapel staat een hoog- gevoelige kleuren-negatieffilm. de VR 1000. Hij komt in cassettes voor 12 en 24 opnamen op de markt. Ook de bestaande bekende negatieffilms Kodacolor II en Ko- dacolor 400 worden door moderne re versies opgevolgd, respectieve lijk de VR 100 en de VR 400. Daar tussenin komt de VR 200, twee keer zo gevoelig als de huidige Ko dacolor II, maar net zo scherp en- fijn van korrel. De Vereniging Bescherming Voetgangers VBV die dit jaar dertig jaar bestaat, heeft een fotowedstrijd georganiseerd, waaraan amateurfotografen tot 14 augustus kunnen mee doen. Ze kunnen een kleur- of een zwartwit-foto of een dia inzenden, die moet uitbeelden dat iedereen wel eens voetgan ger is. Dje kwetsbare positie van de voetganger mag daarin tot uitdrukking komen, even als het ongemak dat veel men sen lopend op straat vaak on dervinden. Voor de 29 beste inzendingen wordt totaal 4300 gulden aan prijzen beschik baar gesteld. De prijswinnaars worden in het leden-voorlich tingsblad van de VBV, „Men sen op Straat", bekend ge maakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 20