„Wie
één leven
redt,
die redt de
hele
wereld"
male
Petjes
DE GOEDE DUITSER
OSCAR SCHINDLER
ZATERDAG 14 MEI
Zijn naam was Oscar Schindler. Hij
leidde een concentratiekamp, maar
hij ligt begraven in Jeruzalem. Wie
was deze Duitser die 1.200 joden
van de gaskamers redde?
Wie was deze playboy en indus
trieel, die met omkoping en list
zand strooide in de vernietigings
machine van de SS? „Hij was", ver
telt een van de Schindler-joden na
de oorlog, „onze vader en onze
moeder, onze enige hoop. Hij liet
ons nooit in de steek". Oscar
Schindler voerde een verbeten een-
mansoorlog tegen de nazi-staat.
Een oorlog, die hem zijn hele ver
mogen kostte. Bijna vergeten sterft
Schindler oktober 1974 in een klein
appartement in het centrum van
Frankfurt. Hij zou nooit meer de
aandacht hebben gekregen die hij
verdient als de Australische schrij
ver Thomas Kenealy niet in 1980
een winkel in Los Angeles was bin
nengestapt om een nieuwe aktetas
te kopen. Als eigenaar Leo Page
hoort dat Kenealy schrijver is, doet
hij hem „een goed verhaal" aan de
hand. Page, wiens eigenlijke naam
Pfefferberg is, is een van Schind
ler-joden.
Kenealy's boek, verschenen na
twee jaar onderzoek, is een bestsel
ler in Amerika en in het najaar
komt het in Nederland uit. Het
verhaal van een goede Duitser.
BONN Als nazi-beulen de
.joden uit heel Polen gaan de
porteren naar het vernieti
gingskamp Auschwitz, is er in
het geteisterde land nog maar
één vluchtheuvel. De plek
waar de joden nog enige hoop
kunnen koesteren is de Deut
sche Emailwaren Fabrik
(DEF). Deze fabriek in Kra
kau, geleid door de jonge Herr
Direktor Schindler, maakt
potten en pannen voor de
vechtende Duitsers aan het
oostfront. Uiterst gewiekst en
met gevaar voor eigen leven
slaagt Schindler er in 1.200
joodse personeelsleden af te
schermen van de bureaucra
ten des doods. Als een eerbe
wijs aan hun redder noemen
de overlevenden, die op alle
continenten wonen, zich tot
op de dag van vandaag
Schindler-joden.
Het is geen held volgens het boek
je, deze Oscar Schindler. Kenealy
beschrijft hem als een bon-vivant,
speculant en charmeur. In Krakau
leefde hij, meestal gescheiden van
zijn vrouw Emilie, samen met zijn
Duitse vriendin Ingrid. Verder
heeft hij een affaire met zijn Poolse
secretaresse en daarnaast nog aller
lei vluchtige contacten. Van zijn
gescharrel maakt hij geen geheim,
maar evenmin loopt hij ermee te
koop. „Gelukkig", zo zegt een van
de geredde joden, „was hij ons
trouwer dan zijn vrouw".
Afschuw
Deze vrouwenheld, drinker en ket
tingroker, die in 1938 in Südeten-
-Duitsland lid van de nazi-partij
was geworden, ontpopte zich al
snel tot een vastberaden tegenstan
der van het systeem. De razzia's in
het getto van Krakau, die hij van
nabij meemaakt, vervullen hem
met diepe afschuw. Onder de in
druk van de wreedheden die hij
gezien heeft komt hij terug in de
fabriek. „Jullie zijn veilig als je
hier werkt. Wie hier werkt over
leeft de oorlog", belooft hij zijn per
soneel.
Als Schindler de failliete potten- en
pannenfabriek in 1939 overneemt
werken er 45 mensen. Met de aan
koop, voor een appel en een ei,
heeft Schindler een goede zet ge
daan. Hij rekent terecht op grote
opdrachten van het leger. Hoofd
van de inkoopdienst van het leger
is ene generaal Schindler. Geen fa
milie, maar Oscar laat de naam her
en der regelmatig vallen als dat zo
uitkomt. Bovendien lijmt hij ieder
een die wat te vertellen heeft rijke
lijk met drank, sigaretten, etentjes
en zonodig met juwelen.
De fabriek floreert en Oscar vraagt
de SS om steeds meer joodse ar
beidskrachten uit het getto van
Krakau en uit het concentratie
kamp Plaszow bij de stad. Voor een
gezonde vakman moet Schindler de
SS 7,5 mark per dag betalen. Onge
schoolden en vrouwen doen 6
mark. Teneinde de fabriek nog
meer gewicht te geven bij het le
ger, begint hij ook een kleine mu
nitie-afdeling. Uiteindelijk werken
er bij Schindler 1.200 joden.
Cognac
Op zijn 34e verjaardag, 28 april
1942, verschijnt hij met drie flessen
cognac op de werkvloer. Hij drinkt
met zijn mensen en kust, goedge
luimd, een joods meisje. Een ernstig
vergrijp voor een Ariër in het Po
len van 1942. Schindler, verraden,
wordt de volgende dag door de Ge
stapo gearresteerd. De machtige re
laties, die Schindler in het leger
heeft verworven, zorgen er echter
voor dat hij al snel weer op vrije
voeten komt. Zij zullen nog twee
maal in actie moeten komen om de
gevangenispoorten weer voor hem
te openen.
Voor de gezondheid van zijn men
sen probeert Schindler goede maat
jes te blijven met commandant
Amon Goth van het concentratie
kamp Plaszow. De levensgenieter
Goth is een sadist van de ergste
soort. Hij begint de dag meestal met
vanaf het balkon van zijn villa in
het kamp een gevangene dood te
schieten met zijn jachtgeweer. Een
moeder en dochter die in de keu
ken van zijn huis aardappels zitten
te schillen doen dat te langzaam,
vindt hij. Mikkend door het raam
schiet hij de nietsvermoedende
vrouwen dood. Als Oscar Schindler
weer om nieuwe arbeidskrachten
vraagt en een 18-jarige jongen be
deesd tegen Goth opmerkt dat hij
een goede metaalbewerker is, krijgt
hij ter plekke de kogel.
's Avonds wil Goth vergeten. In
het begin is hij sentimenteel. Hij
slaat grote hoeveelheden drank
achterover. De gevangen joodse
musici Henry en Leo Rosner moe
ten voor de Oostenrijker wijsjes
spelen uit zijn geliefde Wenen. La
ter op de avond wordt hij agressief.
De vrouwen die hij uit Krakau aan
laat rukken „betere Poolse hoe
ren", moeten het dan ontgelden.
Oscar walgt van Goth, maar hij
kan toch goed met hem overweg.
Beide mannen houden van de goe
de dingen des levens. De indus
trieel paait de kampcommandant
met drank en iuwelen. Schindler
slaagt er niet alleen in de Rosners
als „metaalarbeiders" naar zijn fa
briek te halen, maar ook Goth's
doof geslagen dienstmeisje Helen
Hirsch. Het dienstmeisje wint hij
van Goth bij een luguber kaartspel.
Slachter
Bij Schindler werken tenslotte
kooplui, artsen, rabbi's en musici
als „geschoolde metaalarbeiders",
's Morgens worden ze vanuit Plas
zow naar de fabriek gebracht en
's avonds weer gehaald. Omdat het
verblijf vah zijn mensen bij de on
berekenbare slachter Goth steeds
riskanter wordt, besluit Schindler
een nachtverblijf te bouwen op hei
fabrieksterrein. Voor 300.000 mark
laat hij barakken neerzetten. Met
een kostbaar rijzadel heeft hij de
corrupte Goth voor zijn plan ge
wonnen. Ook de SS-autoriteiten
hogerop de ladder vooreiet hij van
blijken van dankbaarheid. Uitein
delijk krijgt zijn fabriek de status
van een sub-kamp van Plaszow.
Hij weet gedaan te krijgen dat de
SS-bewakers buiten de omheining
blijven en de fabriek niet betreden.
Dan zouden de mensen maar
schrikken en zou de o zo heilige
oorlogsproduktie in gevaar komen,
zo houdt hij de SS voor. In de fa
briek zijn de joden relatief veilig.
Er zijn geen honden, geen afram
meling, geen executies en de soep is
er dikker dan in Plaszow. Bij de
SS-ers voor de fabriekspoort houdt
Schindler de stemming erin met
drank en sigaretten.
In 1942 neemt een zionisten-orga
nisatie in Istanboel via verbin
dingsmensen in Boedapest contact
op met Schindler. De Duitse indus
trieel wordt gevraagd naar Boeda
pest te komen om joodse vertrou
wensmannen te informeren over
de vervolgingen in Polen. Verstopt
tussen pakken van de nationaal-so-
cialistische krant „Völkische Beo-
bachter" reist Schindler in een goe
derentrein naar Hongarije. De jo
den in Boedapest luisteren adem
loos naar zijn verhaal. De gruwe
lijkheden die hij vertelt stuitten
echter af op een muur van onge-
Het concentratiekamp Krakau-Plaszow in 1943. Schindler vroeg de SS arbeiders uit dit kamp voor zl]n potten- an pannenfabriek. Wie het geluk
had bij Schindler te kunnen gaan werken overleefde de oorlog.
Bezeten
In zijn drang het nationaal-socialis
tische systeem te overwinnen, was
Schindler op den duur „niet alleen
lichtzinnig, maar op het bezetene
af", schrijft Kenealy.
Als in de herfst van 1944 de Duit
sers het oostfront niet meer kun
nen houden, is het allang duidelijk
dat zij de oorlog verloren hebben.
De Russen rukken steeds verder
op. Het concentratiekamp Plaszow
en de Schindler-fabriek moeten
worden opgeheven. Schindler weet
wat dat betekent: alle joden wor
den naar Auschwitz gebracht.
Auschwitz, waarvan commandant
Hoss regelmatig tegenover SS-pro-
minenten pocht dat „het een capa
citeit heeft van 9.000 per dag als
alle installaties goed werken".
Angst en beven in de fabriek. Had
Herr Direktor niet beloofd: „Ik
haal jullie er allemaal uit?" Zou hij
zijn belofte dan toch niet waar
kunnen maken? Maar Schindler
geeft de moed niet op. Hij gaat he
lemaal over op de produktie van
munitie- en oorlogsmaterieel, zo
laat hij weten. Tegelijk vraagt hij
om overplaatsing van zijn fabriek
met mensen en machines naar het
Rijksprotectoraat Bohemen en Mo-
ravië.
Op de zwarte markt laat hij de
duurste delicatessen kopen. Hij
werkt weer volgens het stramien
dat vijf jaar lang zijn waarde bewe
zen heeft. Iedere klerk en iedere
officier die de aanvrage moet bekij
ken krijgt voor zijn gewaardeerde
mening enkele stoffelijke blijken
van dankbaarheid toegeschoven.
En zie: het lukt opnieuw. Schindler
krijgt alle vergunningen. Hij mag
vertrekken.
Met enkele medewerkers stelt
Schindler dan de lijst op van men
sen die hem naar Brünnlitz in Mo-
ravië kunnen volgen. Het is de le
vensreddende lijst, die Schindler in
vreselijke tijdnood klaar moet ma
ken. Hij pijnigt zijn hersens, want
een aantal namen wil hem almaar
niet te binnen schieten. Als hij er
dan toch iedereen op heeft staan
schampert een hoge SS-officier dat
Schindler kennelijk ook kinderen
nodig heeft voor zijn munitie-pro-
duktie. De directeur is niet uit het
veld geslagen. Met hun lange, dun
ne, vingers zijn de kinderen bijzon
der geschikt om het binnenste van
patroonhulzen te polijsten, ant
woordt hij. Of het geloofd werd, of
dat de autoriteiten geen zin hadden
het de ontwapenende charmeur
Schindler al te moeilijk te maken,
blijft onduidelijk.
Diamanten
In oktober 1944 komen de 800 jood
se mannen en jongens in Brünnlitz
aan. De 300 vrouwen en meisjes
blijven eerst een tijd steken op het
tussenstation Auschwitz. Als hun
verblijf daar langer duurt dan vei
lig is, stuurt Schindler een jonge
medewerkster met een koffer vol
levensmiddelen en enkele diaman
ten naar Auschwitz om de leiding
van het kamp te paaien. Kort daar
na komen ook de vrouwen in
Brünnlitz aan.
Tegen het einde van de oorlog
haait Schindler nog een kunststuk
je uit. Bij SS-chef Rasch van Mora-
vië weet hij een arsenaal geweren
en handgranaten los te peuteren.
Hij vreest, zo vertelt hij, een op
stand van zijn joodse arbeiders als
de Russen naderen. Als kleine at
tentie schuift Schindler een ring
met briljanten voor mevrouw
Rasch naar de andere zijde van de
tafel. In werkelijkheid heeft
Schindler de wapens nodig omdat
hij bang is dat de SS-bewakers ie
dereen op de valreep zullen doden.
In Brünnlitz wordt nauwelijks
meer iets geproduceerd. Dat wist
Schindler op voorhand. In zo'n
korte tijd kan hij de fabriek niet
opnieuw op poten zetten. Maar ver
velen doet hij zich niet. Als twee
joden zich willen verfrissen in een
watertank bovenop een steiger,
constateren ze dat de tank al bezet
is. Schindler en een knappe
SS-blondine, allebei naakt. Terwijl
beide mannen excuses mompelend
zich terugtrekken „schatert er bo
ven hun hoofden Oscar als een
Griekse god".
Goud
Na de Duitse capitulatie laat
Schindler Churchills overwin
ningstoespraak door de luidspre
kers over het fabrieksterrein schal
len. Daarna spreekt hij iedereen
toe. De SS-bewakers dankt hij dat
ze zich onthouden hebben van ex
cessen. Ze druipen zwijgend af. Zijn
Schindler-joden wenst hij veel ge
luk in het „nieuwe Europa". Uit
het goud van hun eigen tanden
smeedden de joden een ring voor
hun weldoener. Er wordt een oude
joodse spreuk ingegraveerd: „Wie
één leven redt, die redt de hele we
reld".
Boerderij
Vrouwe Fortuna, zo bestendig aan
zijn zijde in de oorlog, laat Oscar
Schindler na 1945 in de steek. Hij is
alles kwijt. Met financiële hulp van
zijn Schindler-joden begint hij een
boerderij in Argentinië. In 1957
gaat hij failliet. Dan neemt hij een
cementfabriekie over in Frankfurt.
Maar ook dat loopt na 4 jaar uit op
een faillissement. Ontmoedigd en
alleen, leeft hij in een klein appar
tementje in Frankfurt.
De ene helft van het jaar woont hij
in Duitsland, de andere helft bij ve
teranen uit zijn fabriek in Tel
Aviv. In Israël wordt hij als „recht
vaardige uit de volkeren" geëerd.
Hij krijgt de Martin-Bubervrede-
sprijs. In Amerika worden straten
naar hem genoemd. Maar tot 1968
moet hij soebatten voordat hij een
mager pensioentje van 500 mark
per maand van de deelstaat Hessen
krijgt. De stad Frankfurt doet er
nog 146 mark bij.
Op straat in Duitsland wordt hij
nageroepen. „Jodenkusser",
schreeuwt een arbeider. Schindler
verkoopt de man een klap. De man
doet aangifte en Schindler wordt
door de rechter tot een flinke geld
boete veroordeeld.
In 1974 sterft hij op 66-jarige leef
tijd. Volgens zijn laatste wens
wordt hij in Jeruzalem begraven.
De man die met verbetenheid,
sluwheid en virtuositeit 1.200 men
sen het leven redde, vond na de
oorlog eigenlijk nooit meer zijn
draai. Misschien omdat alleen het
gruwelijke decor van een oorlog
niet alleen het slechtste maar ook
het beste in de mensen boven doet
komen.
GERARD KESSELS
WASHINGTON Een
moet iets, dus ik beu petjesï
sparen. Amerikaanse petje)
heb er al vijf.
Sinds ik het voorrecht belee\
sen Amerikanen te wonen,
wonder ik me over de voor\
van dit samengeraapte mik,
hoofddeksels. Hier orr dc hq
de supermarkt zie i< gen
ernstige heren, die voor het
rige ook netjes zij het na.
lijk niet modieus gei
gaan, met grote cowboyhc
op, hun karretjes volladend
zakken zoete aardappelen
plastic gallons dieet-pepsi.
Laatst passeerde ik in het a
lijk duister van een Washin
se buitenwijk een wande
dame die een witte kunstst
bouwvakhelm droeg waaroi W.
blauw zwaailicht was ge
teerd, dat elke seconde aa
wijde omgeving de precieze^™
tie van mevrouw doorseind
peddelen ook veel wielr
door mijn woonomgeving m
hun voorhoofd een zon nek IN
waaruit een dun staafje steel
aan het uiteinde de fietsei
achteruitkijkspiegeltje van pt
veer 1 bij 1 cm voorhoudt. jlH
Maar het meest fascinerend
Amerikaanse hoofddekseh
is toch wel dat alle Amerih
nou ja, zeg drie op de
mannen zo'n baseballpet
hun hoofd hebben staan,
ballcap zeggen ze hier, of 1
weg cap (spreek uit:
„Where is my cap", vraagt
als hij 's ochtends op het 1
staat in zijn Lincoln Contiq
naar kantoor of fabriek
den. En als z'n cap onvindb,
leent hij een van de petjei
zoonlief, die intussen in de i
Studebaker al naar school i'sfc
Wanneer het precies mode l
worden om dit sportkledings,
ook in het dagelijkse AmeriM
se leven te gaan dragen,
niet helemaal duidelijk. Het 1
kort na de Tweede WereldoS
zijn geweest. De VS-burgen
ik ernaar vroeg, weten zich
anders te herinneren of\
straatbeeld is altijd al verg
geweest van de petjes. En de
servator van het Nationaali
seum voor Amerikaanse Gesj^'
denis, bij wie ik officieel heL,nta
informeerd naar het ontstaai^Qe
dit karakteristieke cultuufèn{
schijnsel, zou het voor me oj
ken, maar heeft nooit fe/r
beid.
kennis terzake, kan ik u
eigen waarneming melden,ov
het Amerikaanse petje een dj
heeft van ongeveer 8 cm 7ek'r e,
wat een enorme afstand is, &|e
dat als een soort verlengde wFgen
brauw boven je ogen hebt [hoor
gen. De bol of koepel vanaceei
petje is volslagen asymmetfosen
bestaat uit een wel 10 cm hotjet z
vrijwel recht „voorhoofd")rdoe
vervolgens scherp naar ach brom*
buigt en in een veel vloeiep aa
gebogen lijn naar de nek 7£s- d
Bovenop op de nok
petje met een klein rond knë
bekroond.
De achterkant van het per. op
zonder twijfel het interessLe™{-
Daar is uit de bol een bijna jfaie^
cirkel (segment) uh£espjnflai
waarvan de basis wordt gevL ^j(
door twee 1 cm brede plastic
jes, welke dank zij gaatjes die
ene en bobbeltjes in het a/#n
op diverse „standen" aan eJr b(
kunnen worden gehecht. TapYL
dit handige sluitinkje en disj1® B
derrand van het petje door, w
een flinke pluk haar van de^ 'mj
gëf. epte
Die pluk heeft in veel gev^ he
een niet te onderschatten sufèh c
teitsfunctie, want het A tie mc
kaanse petje wordt bij vooriiilde
te hoog op het hoofd gedryant
Het staat meer bovenop de p vei
senpan dan dat het die omvgen e
Overbodig te zeggen dat hef jn eei
dus zo onelegant mogelijk ^ssele
te „zitten" (of „staan' als u jre|f
Als je zou moeten zeggen: ,PS h<
dorie wat staat hem dat t.dou
goed", dan is er iets niet in g(j
Zelf heb ik hier in Amerika?:,
dekt dat er iets met mijn Ar en
niet in orde is (of juist wel). orr
welk petje ik ook opzet, op wjn te
sluitingsstand ook, het valt fcet r
tot over mijn oren, terwijl helor et
juist wel een halve decimetede op
ven de hoorschelpen hoort <jt we
houden. Trouwens, het zijnop
rotdingen, want ze nemen dé hebt
uit het nog veel te witte gelaste en
zijn al gauw te warm en ze' slee;
stikken de haardos tot een jfl"
kerig plaidje. Maar een bu:
lander moet zich nu eenjislu
aanpassen aan het land waarnmm»
gastvrijheid geniet, dus ik irai»
wil ook eigenlijk niet onde\tbe]
petje uit. Ik heb intussen 4 c3e e
winterpetje, een zomerpetje,ggen
deeltelijk van opengew^ b,
gaasachtige stof), een spijkerls\ukt
en dan nog twee kleurbp de
exemplaren met Washingtondrage
en met Virginia Beach (wainxt w
moest zijn in verband met c/eïeds
ste wielerronde van Amerikf*r gc
het front. De verzameling zè wat
makkelijk tienduizend ver# dat.
lende stukken kunnen gaanP
vatten, want elk bedrijf, c/oijln ha
club geeft wel een eigen baseT "^a;
pet uit. De volgende die /F
aanschaffen wordt een heel Sfoc
van lichtbruine rib, die ze h/fc
de drugstore verkopen. Mssa mi-n
dat die wat hoger zal valleLa
dus eindelijk goed slecht zi{dat c
staat. Ie opd
j ooit
MARC DE KONUhr te.