DAVID BOWIE
ma
lë
AAN BEGIN EUROPESE TOURNEE:
„Als ik vijftig zal ik me
nog steeds 'n jonge kerel voelen
Is jnjNDEN David Robert Jo-
alias het Engelse popidool
lus? rid Bowie, heeft er een-
rl»jk t achter gezet. Hij is nu 36
£ot jp die leeftijd ben je, voor
CQ^jjet zelf weet, een antieke
uitjformist. „Ik ben er niet
oorlpr op uit te choqueren",
n ïkt deze gewezen trendsetter,
ter in de jaren zeventig een
OOo3 invl°edrijkste en ex-
e wjtriekste rockmuzikanten
Wij jwereld was. Toen creëerde
vjvie praktisch doorlopend
/an üwe stijlen en personages.
ge^ veie vreemd geklede en
^gXlerling doende navolgers
?n? i tegenwoordig, lijken wel
erprjvns, die rechtstreeks uit
i D iji zijn ontstaan,
egetj
^^Wmale gang van zaken in ver-
a hP? met ouder worden
jnt David Bowie niet te
-intrusten. „Tegenwoor-
/an ova^ ner6ens moer
zegt het gevierde pop-
-klJI. ..Ik ben normaal ge
ver P en doe ^eel 6ewoon-
•el a? iedereen van mÜo
r lijd. Het tempo is nu
t minder jachtig. Een
idee's' die naar de veertig
ni^* verbest onderweg een flink
jg van zijn vitaliteit".
gis dus uit met het exotische
istarf0 van Zi2£y Stardust, de bi-
we rele extraverte figuur, die een
1 uitrrPak droeS« °P 2Ün snoet een
re 'aa^ malce"uP uitsmeerde en
de '•j(jl)renkoge hakken liep. Ook de
jJj White Duke, de broodmagere,
ntobde Witte Hertog, die zich
dat ]l°Pend belabberd voelde omdat
uitkUestel ondermÜnd werd door
ie ffnegebruik. heeft afgedaan,
dat^nieuwe Bowie deinst er zelfs
öflvoor teruS een alledaags kos-
e tof1 en een overbemd met strop-
an ate draSen- **ij z'et er gezond
sterv zij het een beetje mager en
t -!k, en doet kennelijk zijn best
jnette heer te zijn. Praktisch ie-
unn|en geeft toe, dat David Bowie
niet ds er? ^nap 's- met een be"
viize^nswaardig verstandebjk ver
star" en verbazend veel talent,
vat r* ^e' dat ze'*s niet onaardig
Jdert?", vragen Engelsen, die
kunrf ®oed kennen. ..Daar is hij in
t zeCAn^eles mee begonnen",
te arrmate ouder werd, ben ik
zf aandacbt gaan besteden aan
feven en de toekomst van mijn
zegt David ernstig. „Zowie is
ïlf jaar. Hij woont bij mij. Als
je ouder (Bowie is al zeven jaar
neiden) ben ik volledig verant-
rdelijk voor hem. Vooral dit
HBte bepaalt sedert een jaar of
promijn nieuwe gedragslijn. Ook
bl eigen benadering van de mu-
pvin wordt er door beïnvloed".
ZATL'KDAG 14 MEI 1983
fout j wig jong.1'
e ècfenflÉBBi
lemkhien ^omt er n°g een lijd' dat
riieF ®owie zÜn do^e verleden zal
rineruren' Hl^ ze^1 a^: "Dat eroti*
ts ml ^edoe op de Btlhne was een
DOlj|rdeel van mijn streven voor
;lf als popzanger een eigen
het handels-
produkt. Ei-
meer verrassen
de praktijk werd
choque-element echter vaak
Jlonderdeel van de factor verras-
i J' Bowie heeft kennelijk ge-
|n van dergelijke vertoningen.
zic^ daar nu te oud voor
r e^tekent het misschien, dat zijn
asie en produktie-capaciteit af-
jjmd worden door het feit, dat
»zorgel°ze" jongeman
oomF IS?
gd^td Robert Jones lacht vrolijk.
bet blijkbaar een goede
„Als ik vijftig ben, zal ik me
schfteeds a*s een i°nee kerel voe-
t t beweert hij. „De jaren zullen
p ^niet doen stilzitten. Ik zal op
hee blijven gaan en mijn zoe-
oietsnaar nieuwigheden niet opge-
%ezat ^aar ben 'k zeker van!".
in r in juli 1973 zei je al, dat je
l-and-roll-zanger in ruste wilde
Was je toen echt van plan die
wereld van de popmuziek een
■^ïeidsgroet toe te wuiven?
ie grinnikt. „Tuurlijk! ïk meen
ver J wat ik zeg. Als je intens leeft,
z>} ik, leef je van moment tot mo-
hei, met het gevolg dat alleen het
eeplige ogenblik werkelijk belang
ori Wanneer je dan op de koop
te ï°ng
gie
:r zifle
ver'1.
z'^
heff'1
PPTv'g€
verder te
w is, besef je'
illen tc"0' uai ïe 20 moe kunt zijn
v(je een beetje rust nodig hebt.
je denkt maar dat je er genoeg
wojhebt en dat dit het einde is. Je
er mee> amen en
rpptfdaag de da^ doe 'k bet anders,
ins wanneer het te veel voor
ordt, trek ik mij een paar
den terug. Zo gek als vroeger
nooit meer zijn. Toen moest
iu ik een ster worden. Roem
leerde mijtot heel de we-
mij kende. Sedert die tijd pro-
j, ik geregeld er voor mezelf
tr *o waarom ik eigen
ben geworden. Tel-
ik een beetje in de
mij afvraag wat ik
„i, T»eer uitspook, kom ik daar bij
korï" °P
i stefmomd
Ppft^CL
t hij kon ook niet weerstaan
erkt/het verlangen om zelf op te
ena bn en een vedette te worden.
- schuchterheid wist hij te over-
fien door zich letterlijk te ver-
Op het podium was hij
BSg®jzichzelf, maar iemand anders.
ïmuJ^nder was niet verlegen en kon
toefde vernederende trauma van
gemakkelijk door-
Vandaag de dag
wordt van Bowie
gezegd, dat hij een
geheimzinnig, on
genaakbaar persoon
is, die in schier com
f»lete afzondering
eeft. Hij ontkent het
met veel aandrang. „Ik
vind het verschrikkelijk
dat de mensen dit van
mij denken, want zo ben
ik niet meer. Ik houd van
mijn medemensen en kan
met bijna iedereen goec
overweg. Een tijdje geleden
was ik inderdaad tamelijk
moeilijk te benaderen. Maar
tegenwoordig houd ik mij niet
meer op afstand".
Een bewijs daarvz
we wereldtournee. Bowie's
sluit om daarmee door te zetten,
contrasteert scherp met vroegere
verklaringen van hem, waarin hij
een grondige afkeer uitsprak voor
concertreizen. Nu zegt David, dat
hij van mening is veranderd. Zijn
nieuwe tournee
die op 18 en 19
mei in België be
gint, zal bijna zes
maanden duren.
Op 25 en 26 staat
hij in de Rotter
damse Kuip.
Bowie: „Ik geloof
dat die rondreis
mij best zal beval
len. Als je nagaat
dat ik in Europa
al zes jaar niet
meer op een podi
um heb gestaan,
mag je wel aan
nemen, dat het
voor mij weer
een grote beleve
nis zal zijn. Se- In 1969 in het Avro-
dert ik op Broad- programma Doebi-
way de hoofdrol doe.
speelde in „The
Elephant Man" kan ik alles aari".
Als David Bowie over „The Ele
phant Man" praat, wordt hij ly
risch. De bijval, die hij in 1980 met
die vertolking genoot, was een ver
diende beloning voor zijn veelzijdig
talent. „Ik vond het fijn in een Ne-
wyorks theater te kunnen optre
den, zonder iets vooraf te gebrui
ken dat mij een extra kick moest
geven. Als rock-and-roll-zanger
drink je voor de show altijd wel
enkele pilsjes. Maar in „The Ele
phant Man wilde ik zes maanden
lang spelen zonder een beneveld
verstand en mij achteraf elke voor
stelling kunnen herinneren. Het is
mij gelukt ook".
Dit succes op het toneel en vóór
die tijd in twee films („The Man
Who Fell to Earth" en „Just a Gi
golo") heeft van David Bowie een
gezochte acteur gemaakt. Twee
nieuwe films, waarin hij de hoofd
rol speelt, komen dit jaar uit. In
„The Hunger" zijn de vrouwelijke
hoofdrollen toevertrouwd aan Cat
harine Deneuve en Susan Saran-
don. „Merry Christmas, Mr. La
wrence" is een Anglo-Japanse film,
waarin hoofdzakelijk Engels ge
sproken wordt. Beide films dingen
momenteel mee naar de Gouden
Palm van het filmfestival in Can-
Boven: In 1973
vlak voor zijn
„laatste"
zaaloptreden.
Bowie vertelt van zichzelf,
r flhij jongeman ontzettend
.^gen en teruggetrokken
iemand die het niet aan-
le in het openbaar te zingen.
„Merry Christmas, Mr. Lawrence"
werd afgelopen jaar in ongeveer
acht weken gemaakt op het eiland
Raratonga, dat dicht bij Nieuw-
Zeeland ligt. Het scenario is geba
seerd op „The Seed and the Sower"
(het zaad en de zaaier), een in 1963
gepubliceerde roman van de Zuida-
frikaanse auteur Sir Laurens van
der Post, die tijdens de Tweede
Wereldoorlog jarenlang op Java in
een Japans kamp voor krijgsgevan
genen zat.
Rechts: In
1974 in het
Amsterdamse
Amstel Hotel,
waar hij uit
handen van
zijn vriend Ad
Visser een
Edison kreeg
voor zijn elpee
ziggy
Stardust.
Van der Post was in de jaren twin
tig in Japan geweest en had daar
goed Japans geleerd. Hij koesterde
grote bewondering voor de cultuur
en de beschaving van dat land en
wist later, in de bergen van Java,
zijn leven te redden door de Japan
se soldaten tot hun grote verbazing
op een uitzonderlijk beleefde en
Boven: In
1979 met
Sydne Rome
na de
Londense
première van
„Just a
Gigolo".
Links: In
1980 tijdens
een repetitie
voor het
toneelstuk
The Elephant
Man.
in 1976 tijdens zijn
Young-
Americanperiode.
Cannes
vlotte manier aan te spreken in
hun eigen taal. Hoewel hij daar
door niet noodzakelijk beter be
handeld werd dan de andere
krijgsgevangenen, kon Van der
Post de Japanse mentaliteit en
handelwijze beter dan wie ook
doorzien. In „The Seed and the So
wer" beschrijft hij hoe vertegen
woordigers van twee compleet ver
schillende culturen elkaar toch
wisten te benaderen, ondanks het
feit, dat dit geregeld in strijd was
met hun zeerverschillend georiën
teerde eergevoel.
Het boek van
Laurens van der
Post verscheen in
1978 in Japan. Dat
jaar ontving de Ja
panner Nagisa Oshi-
ma in Cannes, waar
„Merry Christmas, Mr.
Lawrence" deze maand
in wereldpremière gaat,
de prijs van beste regis
seur voor zijn „Empire of
Passion". De Japanse ver
taler van het boek was een
goede vriend van Sir Lau
rens en van Oshima, die, na
dat hij het zeven maal gele
zen had, de vurige wens uit
sprak er een film van te mogen
maken. Laurens van der Post
reisde speciaal naar Japan om de
zaak met hem te bespreken.
Oshima heeft 21 zuiver Japanse
films op zijn naam staan. „Merry
Christmas, Mr. Lawrence" is zijn
eerste buitenlandse produktie.
Ruim zes miljoen dollar heeft hij
er aan besteed.
Voor de held van
het verhaal, een
nobele Engelse
officier, Jack
Celliers, die om
verschillende re
denen een soort
Christus-figuur is
en later een bizar
einde kent, viel
de keuze van de
Japanse regisseur
op David Bowie.
„Ik had hem in
New York in
„The Elephant
Man" gezien",
zegt Oshima. „Ik
wist toen onmid
dellijk dat hij
voor de rol van
Jack Celliers ge
knipt was. Het is
een kwestie van spirituele eigen
schappen, die je alleen in een
man zoals David Bowie vindt".
De rol van een van Davids tegen
spelers, een Japanse officier, luiste
rend naar de naam Yonoi, werd
door Oshima toevertrouwd aan
Ryuichi Sakamoto. Hij is lid van
het .Yellow Magic Orchestra", de
enige Japanse rockgroep die een
grote schare Westerse fans heeft
opgebouwd na een tweetal tour
nees door West-Europa en de Vere
nigde Staten.. Oshima engageert
voor acteurwerk erg graag roek-
muzikanten, omdat die goed weten
wat de grote massa vandaag de dag
nodig heeft. „Het zijn echte show
mensen, die hun antennes goed in
gesteld hebben", zegt hij. „Het kan
hun niet schelen dat zij zich met
grote intensiteit van de ene fictieve
situatie in de andere moeten stor
ten en dan proberen alles zo echt
mogelijk te doen schijnen".
Beckenham
Oshima's stijl heeft bij David Bo
wie het verlangen opgewekt om
zelf ook regisseur te worden. Hij
staat aan het hoofd van een nieuwe
video- en filmmaatschappij, die in
de toekomst beeldbanden met to
neelstukken van dertig minuten
onder zijn regie op de markt hoopt
te kunnen brengen. Want David
Bowie is ook een echte zakenman.
Zijn contract met de platenfirma
EMI zou hem 17,5 miljoen dollar
opgebracht hebben.
Zijn vroegere firma RCA heeft hij
vaarwel gezegd omdat zij verre van
gelukkig was met zijn laatste drie
experimentele albums, Lodger,
Low en Scary Monsters. RCA wil
de hem zelfs een flat in Philadel
phia cadeau doen in ruil voor nog
een album zoals Young Americans.
Maar David Bowie gaf de voorkeur
aan de „zwarte funk"-stijl van New
York en bracht met de hulp van
zijn co-producer, gitarist Nile Rod-
gers van Chic, de snelst verkopen
de elpee aller tijden „Let's Dance"
uit.
In Groot-Brittannië is iedereen
daarover in de wolken. Het week
blad „Bromley and Kentish Times"
dat in Zuid-Londen uitgegeven
wordt, schreef kort na het verschij
nen van „Let's Dance" dat het een
meesterwerk was. „Waarschijnlijk
voor de eerste maal vertelt Bowie
wat hij aanvoelt in plaats van wat
hij denkt. Wat een artiest zoal op
zo'n plastic schijfje kan toveren, is
werkelijk adembenemend", aldus
die krant.
Maar de „Bromley and Kentish Ti
mes" behoort niet tot de weekbla
den, die over het werk van David
Bowie een onpartijdig oordeel kun
nen vellen. Tot in het begin van de
jaren zeventig woonde dit wereld
beroemde popidool namelijk
in Beckenham, een dorpje
dat administratief bij het
grote Zuidlondense district
Bromley hoorde. Voor
„Bromley and Kentish Ti
mes" is David Bowie dus
nog steeds „local-boy" (een
jongen van ons) die het ver
geschopt heeft in de wereld.
Tegenwoordig verblijft Bo
wie meer in Zwitserland dan in
Engeland, waar Beckenham trou
wens geen erg diep stempel op zijn
leven heeft gedrukt. Bowie's ge
boorteplaats Brixton bleek dat wel,
daar woonde hij tot hij elf jaar was.
„Lang genoeg", zegt David, „om er
sterke herinneringen aan te heb
ben". Alle bekende ska- en bluebe-
at-clubs waren gevestigd in Brix
ton, de Zuidlondense gemeente die
sedert het einde van de jaren ze
ventig internationaal berucht is
door haar vrij geregeld oplaaiende
rassenrellen, die bijna altijd ernsti
ge gevolgen hebben.
David Robert Jones was nog een
tiener toen hij geregeld met vrien
den naar Brixton terugkeerde om
daar in die plaats van de muziek te
kunnen genieten. Sedert zijn der
tiende jaar speelde hij saxofoon. Dit
instrument had hij van zijn vader
gekregen. Deze exploiteerde des
tijds in Soho, de tamelijk rosse in
ternationale wijk in het centrum
van Londen, een beruchte worstel-
club. Die werd niet alleen bezocht
door worstelaars, maar ook en
meestal nog meer door gang
sters.
Na verloop van tijd verkocht vader
Jones, die zelf geen boef was, zijn
worstelclub. Hij diende een poosje
in het Britse leger en werd vervol
gens perschef van dr. Bernado's
Homes for Children, een bekend
menslievend genootschap dat zich
ontfermt over weeskinderen. Jones
stierf toen David ongeveer twintig
was. Bowie zegt, dat hij meer aan
zijn vader te danken heeft dan aan
zijn moeder. „Naarmate ik ouder
werd en mijn weg zocht, gaf hij mij
meer morele en financiële steun".
Mimiek
Toen David Jones zestien jaar ge
worden was en niet langer school
plichtig, vond hij op een plaatselijk
advertentiebureau vast werk. Het
was de jongste bron van „mogelijk"
nieuwe ideeën. In zijn vrije tijd
speelde David tenorsaxofoon met
een jazzband. Na verloop van tijd
stapte hij over naar een „rhythm
and blues"-band, maar hij zong niet
graag over Amerika. „Ik wilde zin
gen over mijn eigen milieu", zegt
Bowie nu.
In het midden en tegen het einde
van de jaren zestig raakte David
verzeild in de zogeheten onder
grondse beweging van Londen. Hij
verhuisde naar de Londense wijk
Notting Hill die toen een sterke
aantrekkingskracht uitoefende op
de rebellerende jeugd. Lindsay
Kemp bracht hem er toe zich voor
een periode van twee jaar aan te
sluiten bij zijn bekende mimische
theatergroep. „Dit was hoofdzake
lijk een gevolg van het feit, dat ik
me gevleid voelde", zegt Bowie.
„Tijdens een pauze speelde Kemp
wat van mijn muziek. Hij zag me
en zei: „Als jij voor mij muziek
schrijft, zal ik jou mimiek leren".
Dat was het begin van Bowie's gro
te belangstelling voor de samen
smelting van theater en rockmu
ziek. Eerst trad hij met diverse
groepen alleen in „ondergrondse"
clubs op. Pas in 1972 kreeg hij meer
moed. Van toen af waagde hij zich
in grote zalen. Bowie verscheen
steeds in vreemde vermommingen
op het podium. Het publiek kon
nauwelijks raden of hij mannelijk,
vrouwelijk of onzijdig was.
Over Davids mislukte huwelijk
met de bi-sexuele Angela een
mislukte actrice doen nog steeds
bijzonder wilde verhalen de ronde.
In de helft van de jaren zeventig,
de periode van zijn grootste com
merciële succes, woonde Bowie in
Los Angeles. Hij werd er bijna gek,
niet alleen ten gevolge van ver
slaafdheid aan drugs, maar ook om-
familie tamelijk veel gevallen van
ernstige geesteszwakte voorkomen.
Zijn vrienden stuurden David Bo
wie naar Berlijn, waar hij na ver
loop van tijd weer de oude werd.
Sedertdien is zijn wilde periode de
finitief voltooid verleden tijd en
woont hij in Zwitserland. Ook de
koele luchtstroming die hem vroe
ger geheel placht te omgeven, is
volledig verdampt.
„Ik ben nu tot in hart en nieren
een optimist", lacht David Bowie,
„en ik blijf een speelse snaak. Een
genie? Ach, ze noemen mij zo, maar
het weegt zwaar door op mijn ge
moed. Misschien was ik vernieu
wer, maar geen enkele nieuwe
kunst is langzaam en gracieus tot
ontplooiing gekomen. Iemand die
wil innoveren, heeft het niet ge
makkelijk. Soms is alles wat ik doe
een mislukking; bij een andere ge
legenheid straalt het een magische
kracht uit. Ik wou dat het altijd zo
was, want een vernieuwer heeft
het niet gemakkelijk".
ROGER SIMONS