finale
Voor tekenaar
Anton Pieck is
air
bronzen tijdperk
aangebroken
Hebben
vrouwen
uimtelijk
inzicht?
ZATERDAG 7 MO 1983
ïetBEELDHOUWER KEES VERKADE NAM
KOPZORGEN VAN BLOEMEND AAL OVER
Beeldhouwer Kees Verkade: „Pieck is nog steeds een statige, galante heer, op wie niets aan te merken valt".
WW li if *!l
1^1
i
'Wa*. t+WtL'/A
ver was, was het karwei in een
paar uur gepiept".
Typetjes
„Met het beeld van Ton van Duin
hoven heb ik indertijd heel wat
meer last gehad, herinner ik me.
Die wilde met alle geweld in mijn
atelier het wordingsproces volgen.
Maar na een paar uur hield ik het
met hem niet meer uit en heb ik
geschreeuwd: „Ga in godsnaam
naar huis. Want je maakt me hart
stikke gek".
„Weet je wat namelijk de moeilijk
heid is met Van Duinhoven? Die
man blijft ook tijdens het poseren
acteur en probeert je op alle moge
lijke manieren af te leiden. Als ik
hem aankeek trok hij gauw een an
dere bek en maakte hij een nieuw
typetje. En op die manier liet hij
me binnen de kortste keren ontspo
ren. Moedwillig maakte hij er een
grote grap van. En het resultaat
was een kop, die nergens op leek.
Dat had ook de bakker om de hoek
kunnen zijn. Of Fernandel. Ik heb
die bonk klei gelijk met een hamer
in gruzels geslagen".
„Met Pieck heb ik die problemen
niet gehad. Want die man is con
stant zichzelf en straalt een grote
zelfstandigheid uit. Anders gezegd:
hij werkte con amore mee en ging
niet pesterig dwarsliggen zoals
vaak gebeurt. Alleen daarom kon
ik een kop maken, die leek op het
origineel. Dat is dus niet mijn ver
dienste, maar het werk van Pieck.
Die wist waar het om ging".
Dubben
Burgemeester Weekhout van Bloe-
mendaal zit ondertussen nog steeds
avondvullend te dubben over de
hamvraag, op welke plaats in Bloe-
mendaal of Overveen de kop van
Pieck, die momenteel bij de brons
gieter is, het best tot zijn recht zal
komen. Zelf aarzelt hij tussen het
driehoekige Nachtegalenplantsoen
met de statige koninginnebomen en
de groenstrook op de Ter Hoffste-
deweg.
Het comité „Eerbetoon Anton
Pieck", dat het streefbedrag nog bij
lange na niet binnen heeft, volgt
zijn verrichtingen met argusogen.
Woordvoerder Buys meldt grim
mig: „Waar het uiteindelijk komt
zal me een zorg zijn. Het belang
rijkste is, dat het beeld er nu einde
lijk komt. Het werd wel tijd, zou ik
zo denken. Pieck is 88. En als ze
dus nog langer gewacht hadden,
was het waarschijnlijk een postuum
monument geworden".
De man, om wie het uiteindelijk
gaat, wacht in zijn villa rustig af en
breidt zijn oeuvre nog steeds gesta
dig uit. Hij heeft nooit een druppel
sterke drank genuttigd en nooit ge
rookt. En volgens hem is dat de' ij-
zersterke reden, waarom hij nog
steeds een vaste hand heeft, die zijn
nostalgische dromen trefzekere
contouren geeft.
„Noem me asjeblieft geen kunste
naar", stelt hij voor, „want dat vind
ik met permissie een te zw^ar bela
den woord. Ik ben gewoon teke
naar. Meer niet. En dat vak hoort
thuis in het rijtje bakker, smid en
timmerman. Ik probeer voor gewo
ne mensen mooie plaatjes te ma
ken. Niets meer en niets minder.
Een winkel met zoethout en kandij,
een winterlandschap in de scheme
ring, een gracht met lieve, oude
huizen, dat zijn de onderwerpen,
die me interesseren".
„En laten de heren critici maar
roepen, dat romantisch tekenen
misdadig is. Dat ik niet eerlijk ben,
niet hard genoeg. Zoeken jullie het
maar uit, denk ik op zo'n moment,
maar ik verander mijn stijl toch
niet. Ik blijf mezelf. Want wie te
gen zijn zin zijn mentaliteit aanpast
vermoordt zijn persoonlijkheid".
Onaangepaste dromer
„De critici hebben trouwens gelijk,
als ze zeggen, dat Pieck niet in deze
tijd thuishoort. Zo voel ik het zelf
ook. Ik ben in feite verdwaald in
een eeuw, die me hoegenaamd niet
interesseert. Want in mijn hart blijf
ik een onaangepaste dromer uit de
negentiende eeuw, die hunkert
naar de ouderwetse Hollandse ge
zelligheid".
„Natuurijk weet ik donders goed,
dat voor die gezelligheid allang
geen plaats meer is. Maar is het een
misdaad om te doen alsof? Om je
ogen te sluiten voor de ellende om
je heen?"
„Ik geef ruiterlijk toe: ik zie alleen
wat ik wil zien. En dat teken ik. Ik
kijk ook zo min mogelijk naar de
televisie. Want dat leidt me maar
af en brengt me in grote verwar
ring. De romantiek en de gezellig
heid zijn trouwens door diezelfde
televisie stelselmatig kapot ge
maakt. En als Nederland zich met
huid en haar aan dat medium blijft
verkopen komen ze nooit meer te
rug".
Sinds de dood van zijn vrouw Jo,
die enkele weken geleden op 90-ja-
rige leeftijd is overleden, heeft hij
zich nog verder afgesloten in zijn
eigen, door hem persoonlijk ver
zonnen wereld. „Ik was eenenzes
tig jaar met haar getrouwd", zegt
hij zacht, „en samen hebben we het
meest schitterende leven gehad, dat
een mens zich kan wensen. Het
was daarom fijn geweest als we nog
wat langer van elkaar hadden kun
nen genieten. Want voor degene
die alleen achterblijft is het leven
een barbaarse opgaaf".
„Dat ervaar ik nu elke dag. Er is
nog veel te doen, er zijn nog zoveel
mooie dingen, die ik zou kunnen
tekenen. Maar het valt me steeds
zwaarder om 's morgens aan mijn
tekentafel te gaan zitten".
„Ik begrijp nu ook beter, waarom
zoveel mensen zich verbazen, als ze
horen, dat ik nog leef. Pieck, dach
ten ze, ligt al jaren op het kerhof.
Een jaar geleden kon ik om zulke
verhalen nog hartelijk lachen.
Maar ook dat breng ik niet meer
op. Als je op dat punt in je leven
bent aangekomen kun je beter een
monument zijn".
„Ik ben blij, dat het er eindelijk
van gekomen is".
LEO THURING
hoe meer hersenen je er voor nodig
hebt. Welnu, vrouwen zijn kleiner.
Als je daarmee rekening houdt,
hebben ze precies evenveel brein
als de man, de verhouding herse-
nen-lichaamsgewicht is bij man en
vrouw gelijk. Overigens zegt herse
ninhoud niet alles. Einstein, het ge
nie van deze eeuw, bleek na zijn
dood niet over een overdadig groot
denkraam te beschikken.
Schaken
Vorig jaar stond weer eens een ar
tikel over het verschil tussen man
nelijke en vrouwelijke hersenen in
een vooraanstaand Amerikaans
artsenblad. Hoe komt het nou, zo
vroegen de onderzoekers Crowley
Hier zich af, dat er zo weinig
vooraanstaande vrouwelijke archi
tecten, componisten, schakers en
wiskundigen zijn? Over het feit zelf
is iedereen het eens. Niet over de
reden ervan.
Nature or nurture: is „typisch"
vrouwelijk denken de vrouw aan
gepraat of aangeboren? Voor scha
ker Jan Hein Donner is het duide
lijk: meisjes kunnen schaken totdat
zo rond de puberteit de vrouwelijke
hormonen toeslaan. (Je reinste
apartheid, vonden vooral vrouwen.
Hoezo, reageerde Donner, ik heb
toch niet gezegd dat negers niet
kunnen schaken? Negerinnen, die
kunnen er niks van!)
Merkwaardig genoeg komen de on
derzoekers Crowley en Hier tot on
geveer dezelfde conclusie: hormo
nen hebben een grote invloed op de
ontwikkeling van de hersenen. Ze
onderzochten 19 mannen die geen
normale puberteit hadden doorge
maakt bij gebrek aan het mannelijk
geslachtshormoon testosteron. En
inderdaad. Al die mannen vertoon
den een mindere mate van ruimte
lijk inzicht dan andere „normale"
mannen en die eigenschap is on
ontbeerlijk bij het oplossen van ab
stracte problemen. Ook vrouwen
hebben minder ruimtelijk inzicht
dan mannen, bovendien zijn ze in
de „abstracte vakken" met een
kaarsje te zoeken. Ligt dat aan de
opvoeding, omdat meisjes met pop
pen leren spelen en jongetjes met
meccanodozen? „Nee", menen
Crowley en Hier, „waarschijnlijk
spelen geslachtshormonen een be
langrijke rol". Het mannelijk ge
slachtshormoon pept in de puber
teit het ruimtelijk inzicht van man
nen op.
Maar zo eenvoudig ligt het niet. Dr.
Anne Peterson van de Universiteit
van Chicago had een paar jaar
daarvoor een soortgelijk onderzoek
gedaan. Volgens haar is er geen
rechtlijnig verband tussen manne
lijk geslachtshormoon en ruimtelijk
inzicht. „Mannelijkheid" is geen
garantie voor genialiteit. Juist de
minder mannelijke jongens (min
der spierballen, minder borsthaar)
en minder vrouwelijke meisjes
(minder curven) konden zich veel
beter ruimtelijk oriënteren.
Aanpraten
en ander af te dingen. De redactie
van de New England Journal of
Medicine liet dat ook niet na. Het
grootste probleem bij dit soort on
derzoek is of je ook wel meet wat je
denkt te meten. De onderzoekers
dachten een erfelijke (dus manne
lijke of vrouwelijke) eigenschap
van de hersenen te meten. Maar is
dat wel zo? Het is psychologen wel
bekend, zegt het blad, dat mensen
eerder opgeven als ze weinig over
tuigd zijn van eigen kunnen. Aller
lei bezigheden waarbij je ruimtelijk
inzicht gebruikt schaken, wis
kunde, handig zijn met techniek
zijn van oudsher nooit iets voor
vrouwen geweest. Wel voor man
nen. Het zou dus goed kunnen zijn
dat de onderzoekers geen aanleg,
maar het effect van aanpraten heb
ben gemeten. Voor die 19 proefper
sonen die uitgezocht waren op hun
gebrek aan mannelijkheid geldt
hetzelfde. „Het blijft mogelijk dat
de hypothese van Crowley en Hier
waar is", zegt de Journal aan het
eind van haar verhaal, „maar het
echte bewijs ontbreekt vooralsnog".
3VERVEEN Het begon vorig jaar met een spon-
ane woede-aanval van beeldhouwer Kees Verkade.
lij was even uit zijn riante jetset-nest in Monte Carlo
eruggekeerd naar zijn geboortestad Haarlem en
laar ving hij terloops het bericht op, dat burgemees-
er Gerrit Weekhout van Bloemendaal en Overveen
ïindelijk ontwaakt was uit een verkwikkende, amb-
elijke sluimer en zich op dat moment gerealiseerd
ïad, dat binnen zijn gemeentegrenzen sinds mensen-
ïeugenis kunstenaar Anton Pieck woonde, die nog
iteeds geen eigen standbeeld had gekregen op een
ommerrijke plek binnen de dorpskom. „Daar gaan
ve subiet wat aan doen", riep hij strijdlustig tegen
;ijn vroedschap, „heeft er soms iemand een bruik-
>aar idee?".
Welnu, daar hadden de razend in
ventieve bestuurderen geen enkele
noeite mee. En spontaan borrelde
lit hun krenterige breinen een in-
lant-oplossing omhoog, die nauwe-
ijks een deuk zou veroorzaken in
cle gemeentekas: aan Pieck zou per
imgaande gevraagd worden om
;en portret van zichzelf te pense-
en, dat vervolgens een fraaie
ilaats zou worden toebedacht in
iet stadhuis.
Toen Verkade dat hoorde schudde
hij ontzet zijn grijze manen en ont
stak in hevige toorn. „Dat kun je
die man niet aandoen", meende hij,
„een zelfportret als eerbetoon is be
lachelijk. Dat is een kromme en
Poryvolstrekt verwerpelijke manier om
i vO'tié verdiensten van een talentvolle
.plaatsgenoot te belonen. Als het zo
a®elmoet kunnen B en W van Bloe-
hiendaal beter niks doen".
l0ö,Waar wat dan? Na ruggespraak met
9n pkele vrienden op de geestgron-
Sen van het KennemeHand besloot
de kopzorgen van Bloe-
hendaal op zijn eigen bult te ne-
"Jien en een monument te boetse-
(en, dat Pieck waardig is. Omdat
hij echter wel steengoed, maar ze
ker niet gek is, bood de nerveus ge
profileerde chef van het plaatselij
ke huis-aan-huis blad „De Koe
rier", Udo Buys, hem aan om via
een bliksemactie onder zijn lezers
het rechtvaardige loon voor deze
noeste arbeid veilig te stellen.
deel j
IET KLEINE
7ÈRSCHIL
'j Begrip
icw
ker^Op een avond ben ik met Buys
haar het huis van Pieck in Over
voeden gegaan om de zaak rond te
van ireien", zegt Verkade, „ik had de
en tfaan nog nietfeerder ontmoet. Ken-
eelHe hem alleen van zijn onvoorstel-
>are produktie. Pieck was in mijn
eugd al een begrip. Zijn kalenders
lingen bij ons thuis op het toilet.
Sn op Kerstmis stuurde mijn moe-
;r altijd kwistig kaarten van
.ieck rond, die topzwaar waren
be^an de paksneeuw en de boogbrug-
etjes. Ik wist dus, dat Pieck de ho
lepriester van de romantiek is, de
'leV€ mbassadeur van de negentiende
oms euw Maar wat ik me nou precies
bellij zo'n brok levend verleden moest
foorstellen was me toch niet geheel
wluidelijk".
Ik kan alleen maar zeggen, dat
J'iet een uiterst plezierige ontmoe
ting is geworden. Pieck blijkt nog
ge teeds een statige, galante heer te
lijn, op wie niets aan te merken
alt. En als je mocht denken, dat
ben lij onderhand een anachronisme is
eworden, een ouwe man uit een
bs, i oltooid verleden tijd, heb je het le-
b ikjjk mis. Hij weet verduveld goed,
eve rat er in 1983 te koop is. Maar hij
ben eeft alfeen geen trek om zich te
v°° emoeien met een samenleving,
vandaar hij geen enkel raakpunt mee
;em< leeft. En dat is zijn goed recht,
t em ind ik. Dat moet je die man gun-
u is. en".
.eeftijdloos
he /eet je wat ik nou het meest op-
allende aan Pieck vind? Zijn
hoofd. Hij mag Methusalem allang
tutoyeren, maar toch heeft hij geen
ouwe kop. Integendeel. Zijn hoofd
is leeftijdloos en zijn ogen weten
van wanten. De blik van een doe
ner was voortdurend op mij ge
richt. En dat stond mij aan. Dat zal
ook de reden zijn, waarom ik met
zijn beeld geen enkele moeite heb
gehad. Dat is in een zucht ontstaan.
Een fluitje van een cent zogezegd".
„Nee, hij heeft niet voor me gepo
seerd. Daar hebben hij en ik trou
wens geen tijd voor. Pieck zit nog
elke dag zes tot acht uur aan zijn
tekentafel en kan zich dus de luxe
niet veroorloven om een middagje
met de handen over elkaar bij Ver
kade te lummelen. Eerlijk gezegd
kan ik ook geen mensen om me
heen hebben als ik werk. Die zitten
me dan in de weg en leiden me
maar af. Mijn vrouw Ludmilla en
mijn dochter Casmira kan ik nog
net verdragen. Die twee zijn me zo
vertrouwd, dat ik er geen hinder
van heb. Maar voor de rest wens ik
met rust te worden gelaten. Geen
pottekijkers dus in mijn atelier.
Laat mij nou maar in mijn eentje
prutsen. Dan voel ik me jofel".
Kneuterig
„Bij die eerste ontmoeting heb ik
uren naar Pieck gekeken. Zijn
vrouw Jo ging ondertussen wel
doende rond met geurige koffie en
brosse koek. Op die manier ont
stond er gaandeweg zo'n zelfde
kneuterige sfeer, die je ook op de
tekeningen van Pieck aantreft. Ik
heb ook nog een serie foto's van
hem gemaakt. En met die buit ben
ik teruggegaan naar Monte Carlo".
„Met zijn portretten heb ik me
daarna twee weken heel intensief
beziggehouden. Ik had ze op de
wanden van mijn atelier geprikt.
En kijkend en loerend naar die ge
louterde kop van puur graniet
werd ik stukje bij beetje zelf een
beetje Pieck. De man begon voor
me te leven. Ik kroop onder zijn
huid en kende hem tenslotte van
haver tot gort. Toen ik eenmaal zo-
Man en vrouw het zal u niet
ontgaan zijn vertonen anatomi
sche verschillen. Diverse huiska
merfilosofen hebben daaruit het
„wezen" van de vrouw proberen te'
verklaren. Vrouwen ziin zacht, in
tuïtief, kunnen niet abstract den
ken, enzovoort. Waarom? Zo zijn ze
geboren en daarmee basta. Ook
medici hebben zich tot heden niet
onbetuigd gelaten.
iHonderd jaar geleden beweerde
een Duitse neuroloog dat vrouwen
niet abstract kunnen denken omdat
ze te weinig hersens hebben. Vrou
wen en daar had deze Teutoonse
geleerde gelijk in hebben inder
daad 150 cc hersenen minder. Maar
hersenen dienen ook voor de bestu
ring van het lichaam: hoe meer lijf
Aan het eind van de vorige eeuw de
batteerde de Franse Kamer van Af
gevaardigden over het vrouwenkies
recht. Waarom niet?, zo vroeg een
geachte afgevaardigde zich af, want
tussen man en vrouw is slechts een
klein verschil: une petite différence.
Een ouwe schuinsmarcheerder inter
rumpeerde vanaf $le achterbanken
met: „Vive la petite différence". Hij
kreeg de lachers op zijn hand en het
vrouwenkiesrecht was van de baan.
J. Paalman