MARTIN SCHRÖDER finale vijfentwintig jaar in stijgende lijn Martinair I VÈ B v, n 1ir. Succes Een vliegtuig verkopen op de vee markt. Het typeert voor een niet onbelangrijk deel het succes van de nu 52-jarige J. Martin Schroder en zijn maatschappij. Zakelijk inzicht, Fingerspitzengefühl, geluk, snel en alert, en bovenal flexibel. Zonder die eigenschappen, ook bij zijn ruim achthonderd medewerkers, was Martinair nooit een van 's we relds drie grootste chartermaat schappijen geworden met negen tien vliegtuigen, waaronder vier DC-10's, en had men geen drie pe perdure Airbussen A310-200 in be stelling. „Ja, je moet inderdaad een beetje gek zijn. Gek zijn om zo keihard te willen werken. Anders bereik je niets in dit vak". Alert en vlug. Voorbeelden daar van zijn er te over in de loopbaan van Schröder, de man die de naam van Nederland letterlijk en figuur-» lijk hoog houdt. Alert en snel: in de zomer van 1971 stortte er een vlieg tuig neer op een Duitse Autobahn. „Zoiets vind ik verschrikkelijk. Ónze eerste telex naar die getrof fen maatschappij was er een van deelneming, maar de tweede was een offerte. We kregen de opdracht voor die maatschappij in te vallen". Zijn zakelijk inzicht, gepaard aan een gezonde zuinigheid, is perfect. Dat was al zo in de beginjaren, toen Martin Schröder met twaalfhon derd, in zijn luchtmachttijd ge spaarde guldens, zijn Dutch Air craft Company oprichtte. Daaruit groeide later het Nederlands ZATERDAG 7 MEI AMSTERDAM Waar ligt eigenlijk het begin van de charter- en luchtvrachtgigant Martinair? Was dat op 24 mei 25 jaar geleden in een onderhuis aan de Amsterdamse Sarphatistraat 58, waar de oprichting van Martin's Air Charter (MAC) werd voorbereid? Of was het al vijf jaar daarvoor toen J. M. Schröder, ook wel bekend als „de lange" (1,96 meter) of „de baas" bij de Kamer van Koophandel in Nijmegen de Dutch Aircraft Company liet inschrijven? „Goeie vraag. Waar is precies het begin? Ik weet het niet", zegt de rap pratende Martin Schröder aan de vooravond van het zilveren ju bileum van „zijn" luchtvaartbe drijf. „Ik zal je een verhaal vertel len. Op een gegeven moment was ik op de veemarkt in Nijmegen in die stad woonde mijn verloof de omdat ik had gehoord dat een of andere boer mijn vliegtuigje wilde kopen. Ik had nog nooit aan handjeklap gedaan. Maar goed, ik stond daar met die boer te onder handelen en we kwamen uiteinde lijk tot overeenstemming. Ik ge loofde er niets van, dacht dat het een grap was: een vliegtuig verko pen op de veemarktOok toen ik een vette chèque had gekregen ge loofde ik er nog niets van. Maar okay, ik ging met die chèque naar de Twentsche Bank in Nijmegen en kreeg daar direct zóóó'n stapel bankbiljetten (hij houdt breed la chend zijn forse handen tien centi meter van elkaar). Niet te geloven. Ik was meteen uit de problemen, kon een aantal afbetalingen doen en had genoeg ,over om iets nieuws te beginnen. Ik weet wel zeker, als dat voorval toen niet was gebeurd, had ik hier nu niet gestaan als pre sident-directeur van Martinair. Sterker nog, dan was er helemaal geen Martinair geweest. Zo een voudig ligt dat". L „Ik heb een verschrikkelijke hekel aan kapsoneiB K „Weet je, we hebben hier een uitstekende pensioenregeling", Luchtreclamebedrijf, dat onder meer vanaf het vliegveld Hilver sum opereerde en nu onder de naam Reclamair als onderdeel van Martinair op het vliegveld Lelystad is gevestigd. Geluk Dat zakelijk inzicht en die zuinig heid zijn er nog steeds: „Weet je, we kopen nooit als eersten een nieuw type vliegtuig; laat anderen dat maar doen. Wij komen het tweede jaar wel. Dan zijn de kin derziekten er tenminste uit; is er wat ervaring opgedaan met die ma chines. Je zult het misschien niet geloven, maar ik leef eigenlijk heel bescheiden. Ik zal nooit een dub beltje uitgeven dat ik niet heb. Dat geldt voor mij, maar ook voor het bedrijf". Zonder geluk vaart niemand wel. Ook Schröder niet. „Ik herinner me nog een voorval met het lucht- schrijven, in het begin van de jaren vijftig was dat. Woorden schrijven in de lucht. Ik was met de heer Blok van sigarettenfabriek Lexing ton tot overeenstemming gekomen, dat wij op die manier reclame voor hem zouden maken. Wij waren zo'n beetje de eersten die het in dit land deden, alleen Persil had tot dan toe op die manier reclame ge maakt. Dat luchtschrijven moet in spiegelbeeld gebeuren. Verduveld moeilijk. Om er zeker van te zijn dat het allemaal goed zou gaan, gingen we op het kerkplein in Ou derkerk aan den Amstel het woord eerst met stokken precies uitteke nen; bekijken hoe we het daar bo ven moesten aanpakken. Nou, toen was het dan zo ver. Ik stond met die meneer Blok, zijn vrouw en twee kinderen op de boulevard in Scheveningen te kijken. Trots als een pauw. Daar kwamen die vlieg tuigen aan. Nou joh, wat zie ik daar verschijnt in de lucht het woord Lexingon Hadden ze de „t" vergeten. „Ze kennen niet eens Nederlands", hoor ik om me heen. Ik dacht dat ik door de grond ging. Maar ik zie die vlieger, een Engels man, Tommie Thomson, een duik vlucht nemen en alsnog puntje, puntje, puntje, puntje schrijven. „Fantastisch, meneer Schröder", zei die Blok enthousiast. „U wilde toch stuntwerk", vroeg ik hem ach teloos Puur geluk. Als deze proef niet was gelukt, zou Schröder een belangrijk contract voor vier honderd vlieguren de mist in heb ben zien gaan. Nu kon hij weer verder bouwen. Flexibel Zonder de nodige flexibiliteit kan een maatschappij als Martinair niet overleven. Ze kan niet terugvallen op een wereldomvattend net van geregelde lijndiensten. „En we kunnen niet alleen maar zitten te wachten op vakantiegangers die naar Mallorca willen. We moeten er pats-boem bovenop zitten", zegt Schröder. Of het nu gaat om een vlucht voor het Rode Kruis of dat het een lading insecticiden betreft, die snel moet worden overgevlogen om een aangevreten oogst te red den. „We kunnen het ons gewoon weg niet permitteren die DC-10's 's nachts zonder werk op Schiphol te laten staan. We moeten produk- tie leveren", zei president-directeur Schröder kortgeleden bij de pre sentatie van het jaarverslag over 1982. „Binnen de kortste keren air- born kunnen zijn (klaar om te vlie gen), anders red je het niet". Prille begin Terug naar het prille begin. Want Martin Schröder wist in zijn jeugd in feite al dat hij maar één ding wilde: vliegen. Hij woonde in Ou derkerk aan den Amstel en ging in Amsterdam naar de HBS. Van huis liftte hij naar Schiphol, om daar een bus te pakken naar school, in de Zocherstraat in Amsterdam. Niet zelden hing Schröder uren lang op Schiphol rond, gefascineerd door alles wat daar gebeurde. Bin nen de kortste keren had hij het voor elkaar gekregen dat hij bij les vluchten mee mocht vliegen als „ballast". Na de HBS, zeventien jaar was Martin Schröder toen, wilde hij zelf vliegen. Zijn vader, de herinnerin gen over duizenden gesneuvelde oorlogsvliegers nog vers in het ge heugen, was daar niet bepaald een voorstander van. Maar Martin zette door. Hij werd vervroegd dienst plichtig en kwam terecht bij de luchtmacht in Nijmegen. Door de financieel niet al te rooskleurige si tuatie bij de luchtmacht/maakte hij naar zijn zin echter te weinig vlieg uren. De verveling kreeg vat op hem en de jongeheer Schröder stapte op. In 1953 begon hij voor zichzelf als eigenaar, directeur en enig perso neelslid van de Dutch Aircraft Company. Om zijn bedrijf aan de man te brengen verzond hij onder meer een folder met een antwoord kaart. De eerste opdrachten kwa men beetje bij beetje binnen. In 1953 vloog hij ook journalisten rond boven het door de watersnoodramp getroffen Zeeland. Vlieger-zakenman Schröder voelde dat er een goed belegde boterham in de luchtvaartbusiness moest zit ten. Ook al wilden sommige des kundigen hem anders doen 'gelo ven. „Een mooie tijd, die beginjaren. Ik had het net over zuinigheid. Dat was destijds in het begin van de ja ren vijftig en in het begin van de MAC-periode nog meer noodzake lijk dan nu. Op een gegeven ogen blik (een van zijn stopwoorden) kreeg ik de mogelijkheid om voor kwekers uit Aalsmeer bloem'en over te vliegen naar Berlijn, de eer ste vrachtopdracht voor de MAC. Prachtig natuurlijk. Ik wilde best een eigen vliegtuig kopen, maar zo ver waren we nog niet. We hadden alleen de Dove en besloten toen maar een machine met bemanning en al in Engeland te huren. Een Vickers Viking. Eerst op zeker spe len, eerst precies de markt verken nen". Toch had Schröder bij de oprich ting van Martin's Air Charter, in mei 1958, zijn eerste gehuurde vliegtuig, een tweemotorige De Ha- villand Dove met de kentekenre gistratie PH-MAC. Vooral 's zo mers was er volop werk. Rond- vluchtjes boven Amsterdam. Des noods onderbraken de directeur of een van zijn medewerkers het werk om twintig minuten lang ach ter de stuurknuppel te gaan zitten om de passagiers boven de grach ten en havens rond te cirkelen. De kaartverkoop geschiedde door de telefoniste, die tevens grondstewar dess was. Nog geen winst Winst werd er in die eerste tijd hoegenaamd niet gemaakt. Of het moet die ene keer zijn geweest, toen Martin Schröder in de Brain- box-bar op Schiphol een wedden schap aanging met Johnriy van Zeyst, de barman, die daar ook nu nog de scepter zwaait. „Als jullje op Eerste Pinksterdag twintig rond- vluchtjes maken", zei de barman kort na de oprichting van de MAC, „geef ik een rondje". Het werden 23 vluchten. En .Johnny moest het gehele personeel van de MAC trak teren. Vijf bier „Ach, als ik aan die beginjaren te rugdenk en je vraagt me dan wat is het verschil met nu Die eerste jaren waren geinig, een en al lol. Ik weet nog goed, op een gegeven ogenblik komt Plattèl bij me, je weet wel, die commandant van de rijkspolitie. „Ik heb wat problemen met m'n vriendin", zegt hij tegen me. „Het gaat niet lekker". Ik zeg: wacht maar en ik ben naar boven gegaan met een lading bloemen aan boord. Die heb ik pats-boem in haar tuin gedropt; moet je na gaan Da's toch geinig, nietwaar? En wat belangrijker was: het hielp. Geen kapsones Ze zijn nog steeds bij elkaar en ge lukkig getrouwd. Mooie tijd toen, zoiets maak je nu niet meer mee", zegt Martin Schröder smakelijk la chend. Praten met de president-directeur van Martinair is gezellig babbelen. Geen dure woorden, gewoon be grijpelijk Nederlands, hooguit hier en daar wat Engelse termen, zoals iedereen die in de luchtvaart ge bruikt. „Ik heb een ontzettende he kel aan kapsones", heeft hij jaren geleden 'eens gezegd. Schröder komt nog steeds over als een „ge wone jongen". Maar vergis je niet. Schröder is keihard en weet precies wat hij wil. Hij is hard vo.or zichzelf en hard voor zijn personeel. Niet onmense lijk. Dat is wat anders. Als geen an dere topman in een willekeurig be drijf, heeft Martin Schröder altijd begrepen dat de baas meer dan wie ook de handen uit de mouwen moet steken. Of dat nu is door het helpen laden van een machine of gewoon door lange uren te maken. Maar tegelijkertijd is Schröder zichzelf gebleven, zoals hij dat ook was toen de MAC begin 1960 haar eerste DC-3 kreeg. Een oud beestje, overgenomen van de Italiaanse maatschappij Alitalia. Met z'n vie ren waren ze in een grote Chevro let naar Italië gereden en enkele dagen later, in februari, leverden ze de DC-3 op Schiphol af. Als een schooljongen sprong Schröder er omheen. In juli 1960 kwam de tweede DC-3. Razendsnel volgde toen ook de ont wikkeling van prille nieuwkomer tot echte chartermaatschappij. In ijltempo kwam het vervoer van va kantiereizigers op gang. Veelal naar Palma. Dat was vijf en een half uur vliegen met zo'n DC-3. De broodjes-voor-onderweg waren voor het vertrek gesmeerd en be legd door de stewardessen. Winst maakte Martin's Air Charters nog steeds niet. Maar men wist gewoon dat het voor de toekomst wel snor zat. De vakantiegangers bleven in steeds grotere aantallen komen, de rondvluchten bleven mensen trek ken, het vrachtvervoer nam toe. De DC-3's van de MAC vlogen naar alle delen van de wereld. De groei van het luchtvervoer leg de steeds meer markten open, die niet of nauwelijks konden worden bediend door lijndienstmaatschap pijen. De KLM werd zich bewust van het feit, dat deze chartermaat schappij een aantal van haar taken kon overnemen. Het Vrije Volk meldde daarover op 28 juni 1963: „De president-commissaris van de KLM. dr. ir. F. Q. den Hollander, heeft gisteren meegedeeld, dat veel aandacht besteed kan worden aan het afstoten van een deel van haar zuigervloot naar een chartermaat schappij". Het idee was afkomstig van KLM- gezagvoerder-aandeelhouder Van Ommen. Van Ommen betoogde, dat de stijging van het goedkope toeristenvervoer een structuurver andering van de luchtvaartmarkt ten gevolg had gehad, waaraan de KLM zich op dat moment nog niet had aangepast. Mede door de gerin ge flexibiliteit van het logge KLM- lichaam kon deze maatschappij geen goede concurrentiepositie op de chartermarkt innemen. Gezag voerder Ad van Ommen gaf er de voorkeur aan een deel van de zui gervloot van de KLM af te stoten naar Martin's Air Charter, een idee, dat door de raad van commis sarissen van de KLM werd onder schreven. Toch had ook Martin Schröder, on danks deze glorieuze erkenning door de KLM, nog niet de zeker heid die hij zich wenste om verder aan een solide maatschappij te kun nen bouwen. „Met pijn in het hart" besloot hij een deel van zijn eigen dom over te doen aan sterke aan deelhouders als de Holland Ameri ka Lijn, de Rotterdamse Lioyd, de Scheepvaart en Steenkolen Maat schappij en de Stoomvaart Maat schappij Nederland. Dat was in 1964. Aan het eind van dat jaar nam de KLM bovehdien nog eens een kwart van de aandelen van Schröder over. Overdracht DC-8 Een prachtig symbool van de in middels op gang gekomen samen werking tussen Martin Schröder en de KLM vond plaats in 1967, het jaar dat de eerste DC-8 werd aan gekocht. De machine werd hoog in de lucht boven Zeeland overgeno men van de KLM. Schröder over handigde aan boord een cheque voor dit eerste straalverkeersvlieg- tuig in Martinairs luchtvloot. En nog steeds is er die samenwer king met de KLM. Geheel gefor maliseerd overigens. Zit de KLM in de problemen, heeft ze snel een vliegtuig nodig, dan wordt vaak een beroep gedaan op Martinair. En omgekeerd. Martinair-beman ningen kunnen zonder meer op stap met een DC-9 of DC-10 van de KLM. Behalve de KLM doen tien tallen andere maatschappijen gere geld een beroep op Martinair. Vo rig'jaar bestond ruim vijftien pro cent van de gemaakte vluchten uit opdrachten van derden. In topjaren was dat zelfs tussen de 35 en 40 procent. Dieptepunten Het 25-jarig bestaan van Martinair kan vrijwel geheel worden gevuld met hoogtepunten. Of dat nu de aanschaf van de eerste Havilland Dove is in 1958, de eerste DC-9 in 1968, de eerste DC-10 in 1973 of de vrijwel onafgebroken winst- en omzetstijgingen. Toch is er één dieptepunt dat Martin Schröder nooit uit zijn geheugen zal verlie zen. Op de avond van de vierde de ber van 1974 wordt het ineen in het bedrijf. Een telexbericht telefoontje en dan de zeker; ,i een DC-8, met Indonesisch^, grims aan boord, was kort vooreen landing op de luchthaven vanjreit lombo in Sri Lanka tegen een:b nan helling gevlogen. Bijna tweede h derd doden. eug< mg Doener, denker luidi In de eerste jaren van het bes ran van Martinair was „de lange1' doener-optima-forma. Is dat' de jaren heen steeds zo gebleve is hij min of meer door de oms ei digheden gedwongen, een deifo geworden? „Ik zei al, die beginjaren w hartstikke geinig, hard werkenjk les zelf doen. Daarna kreeg jfot periode dat je je meer met z< jng moest gaan bemoeien. Ik g* dat je het inderdaad goed- schrijft als je zegt, dat ik me ontwikkeld van doener tot denii Zo ligt het denk ik precies". „Maar achteraf bekeken, als i 0ltc nog eens zo over denk, vond ikjjk i allemaal erg leuk, om het evei^at het nu dat doen was of dat den ieef Weet je, het grote voordeel VQOjerru mand als ik is, dat ik het van,aar begin af allemaal heb meegejna eef| Je ziet iets groeien. Van het em onale stadium tot wat het nu js. hele lijn, hè. En steeds nieuw, bij elk nieuw onden van het beginstadium tot wat uiteindelijk wordt. Dat is het r nifieke van dit vak. Ik zou. he 7eet reet opnieuw willen doen". alle Toekomst Hoe de toekomst voor Martinai uit zal zien, durft topman Schri niet te zeggen. „In elk geval 1983 geen getnakkelijk jaar den. De marges worden steeds 1 ner, de concurrentie steeds ~sc J per, de protectionistische hbu VB. ten bate van de eigen natio luchtvaartmaatschappijen ne 7 toe, in vele landen. Ik verwachl de daling in het IT-vervoer kantiecharters) zich verder voortzetten, hoewel het Transat tisch vliegen op de V.S. en Car V ook dit jaar weer toeneemt, wordt een verduveld moeilijk Ik geloof beslist niet, dat we dieptepunt van de recessie al ter de rug hebben. Integendeel En daarna? „Ach, wat de toekomst verdei- bieden heeft, weet ik niet. De gende 25 jaar zal ik ook wel helemaal volmaken. Tenmi niet als president-directeur, weet je, we hebben hier een ui - kende pensioenregeling". HENDRI BELTJ - uitbreiding van het Martinair-ge- bouw op Schiphol gereed.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 16