I ïnale „Vierledigheid van de mens staat voorop bij onze kanker therapie" galstenen: of |niet "ea,opereren? DR. D. A. HOUWERT, ANTROPOSOFISCH INTERNIST: Dr. D. A. Houwert: „De vierledigheid blijft ons voor ogen staan". digheid blijft ons voor ogen staan. Om de harmonie daarin terug te brengen gebruiken we echter niet alleen „eigen" middelen, maar ook indien noodzakelijk die uit de gangbare geneeskunde. Als er geopereerd moet worden, dan ge beurt dat. Maar wij vinden wel, dat er vaak goede, alternatieven voor de gangbare middelen bestaan. Deze worden meestal gewonnen uit het mineralen- en plantenrijk en soms uit het dierenrijk", zegt dr. Houwert. Kuns.tzinni^^heragie Typisch antroposofisch is ook de grote aandacht die wordt besteed aan kunstzinnige therapieën (niet als tijdverdrijf, zoals in de meeste ziekenhuizen). Enkele voorbeelden: boetseren, schilderen, heileuritmie, muziek, spraak. Waarom? „De vierledigheid is weer de basis. In het kunstzinnige leeft de mens pri mair vanuit zijn gevoel. Zeker op een gevoelsmens kan daarom zo'n bezigheid gezondmakend werken". Kijkend naar het fysieke lichaam ziet de antroposofie een duidelijke driedeling. In het hoofd zetelt het zenuwzintuigengebied, het instru ment van het denken. Daar tegen over functioneert het stofwisse- lings- en ledematenstelsel: de buik en de ledematen. Daarin ziet de an- troposoof het instrument van het willen. Het staat zowel in uiterlijke vorm als in functie min of meer lijnrecht tegenover het instrument van het denken. Het bemiddelings centrum tussen die twee tegenge stelden ziet de antroposoof in het ritmische systeem of het hart-long- gebied. Hier zetelt het instrument van het voelen, van wat zich af speelt tussen sympathie en antipa thie. „Ziekte kun je grofweg opvatten als een te sterk doorwerkende dy namiek van zenuwzintuigpool of stofwisselings-ledematenpool", zegt dr. Houwert. „Wanneer de dyna miek van de stofwisselings-ledema tenpool zich doorzet in het zenuw zintuigengebied, waar in principe Maretak moet warmtehuishouding patiënt herstellen rust moet heersen, krijg je ver schijnselen als migraine, hersen vliesontsteking en hoge koorts. An dersom kan het ook, wanneer de statische dynamiek van de zenuw zintuigpool gaat overheersen in de stofwisseling. Je krijgt dan ver schijnselen als buikkramp, obstipa tie: Dat komt dan ook vaak voor bij de typische zenuwzintuigmensen". Bij het in stand houden van het evenwicht tussen de beide polen in het lichaam speelt in'de antroposo fie de voeding ook een belangrijke rol. „Hier zien we de aansluiting bij een andere praktijkpoot van de an troposofie", zegt Houwert, „de bio- logisch-dynamische landbouw. In onze kliniek krijgen de patiënten uitsluitend voedingsmiddelen van biologisch-dynamische kwaliteit. Dat voedingspakket is heel anders dan het zogenaamde Moerman- dieet waartoe kankerpatiënten zich wel wenden. Er zijn punten van overeenkomst, maar het aantal verschillen is veel groter. De ge dachte die erachter zit is ook vol komen anders". Welke baat kan nu een kankerpa tiënt vinden bij opname en/of be handeling in een antroposofische kliniek? Het blijkt ook hier voornamelijk een kwestie van benadering, van gehanteerd mensbeeld te zijn. „Bij iedere patiënt met een kwaadaardi ge aandoening die hier komt wordt allereerst bekeken of een operatie mogelijk is. Ook tegenover de ra diotherapie of de chemotherapie staan wij niet afwijzend. Maar tege lijk proberen we de vormkrachten die ieder mens van nature heeft te versterken. Kanker kunnen we zien als een catastrofe van de vorm. Eigenlijk is het nog een groot raadsel waarom de mens en zijn organen steeds maar hun vorm behouden. Als je een stukje van een nier of de lever afsnijdt, groeit het weer aan. Maar de groei houdt op zodra de oorspronkelijke vorm weer is bereikt. Bij zo veel moge lijkheden tot herstel is de orgaan- vorm natuurlijk wel constant be dreigd. Er kan zich een verstoring voordoen waardoor de groei zich niets meer aantrekt van de oor spronkelijke orgaanvorm. Dan ont staat een gezwel. De mogelijkheid daartoe is bij iedereen aanwezig. Ze kan werkelijkheid worden door bij voorbeeld erfelijke aanleg of door invloeden van buitenaf, zoals roken en verkeerde voeding". ZATERDAG 30 APRIL 1983 BILTHOVEN Het ruikt er helemaal niet laar een ziekenhuis. Been penetrante geuren ran ontsmettingsmidde- en en antibiotica. Nee, iverheersend is het aro- na van een kruidenme- ange, in de geest van het liologisch-dynamisch vinkeltje en het vegeta- ische restaurantje. We ijn in de Willem Zeyl- nans van Emmichoven lliniek, een eindje bui en Bilthoven, een van Ie vele gebouwen op het nediseh centrum Berg n Bosch. Het is de tot nu oe enige kliniek op an- roposofische grondslag a Nederland, die goed Iraait dank zij het feit lat ze onderdak heeft ge regen bij en samen werkt met het regionale iekenhuis Berg en iosch. en alternatief ziekenhuis binnen muren van de gangbare genees- inde? Toch niet, zo maakt inter- st dr. D. A. Houwert van de Zeyl- anskliniek duidelijk. „De antro- tlG! Dsofische geneeskunde is geen al- rnatieve geneeskunde zoals we e kennen in de vorm van bijvoor- eeld acupunctuur, de Moerman- pro lerapie en paranormale genees- r ijzen als handoplegging en ge- idsgenezing. Wat wij doen stoelt de gangbare geneeskunde, maar left er een uitbreiding aan". a*ge et mensbeeld dat in de antroposo- 'e tr Sche geneeskunst wordt gehan- naaeerd is direct afgeleid van de gees- overfeswetenschap zoals Rudolf Steiner jef b|ie heeft geïnaugureerd. Zijn uit- angspunt was, dat de mens niet al en maar bestaat uit een fysiek, al en tastbaar lichaam. Nee, er is ook log sprake van het etherlichaam ruitetfwel levenslichaam, een astraal li- spe<haam of zielelichaam en een indi- die iedere mens tot een te Iniek wezen maakt. Die individua lity ijteit is de factor die de mens het er vleest doet verschillen van het dier. - De mens heeft een „ik". Dat inte- greert het denken, het voelen en is Qet willen. Bij een dier is meer worprake van een drift dan van een t deiestuurd willen. Het levensli- ortehaam, het zielelichaam en dat „ik" troefSjn niet zo gemakkelijk waar te intriiemen", aldus Houwert. „Je kunt 'al wjr niet natuurwetenschappelijk, i zuiwantitatief, op ingaan. Met de zin- te trtoigen zijn ze niet zonder meer gaan/aar te nemen. Maar de werk- r hetbamheid kun je in het lichaam be las luderen". rdèSf'er elementen bovc' 'oor de oude Grieken bestonden er ieer aer elementen: aarde, water, lucht ardoji vuur (warmte). De antroposofie jze anteert die begrippen ook nu, en n kafel in directe samenhang met het >mdaierledige mensbeeld. Dr. Houwert: zouHet fysieke lichaam drukt zich uit do» het element aarde. Het levensli- lijk &aam drukt zich uit in het wateri- element: zonder vocht is er nu ïnmaal geen leven mogelijk. Het elelichaam heeft in onze visie al- s te maken met het luchtvormige ement. En de individualiteit, dat de Ik", drukt zich uit in de warmte, en dn daarmee wordt niet alleen calo- en ojSche warmte bedoeld", tenbïanneer een mens ziek is, gaat de troposoof uit van de vraag: hoe is id ee t in die mens met de vier ele- spe<enten gesteld? Zijn de verhoudin- 'an n die daartussen moeten bestaan j er 5g wel in orde? „Dat betekent", atieflgt dr. Houwert, „dat we bij een ;ngeiBke niet alleen kijken naar het ïverigaan dat ziek is, maar naar de teg«erledige mens. En kijk dan eens, zekinkend aan die elementen, naar zeel )n kankerpatiënt: vaak is die uit- 7 Idroogd. Hij mist het vermogen n omh te regenereren. Ja, in een laat iet zadium is hij inderdaad op sterven dat dood". in eü gezondheid is in de antroposofi- r gel Iwijzi JL In de zenuwzintuigpool van het li chaam blijkt de vormkracht groot te zijn. De andere pool heeft juist de neiging tot ontvorming. „Als die neiging te groot wordt, kan een tu mor ontstaan. We zien dan ook veel vaker kanker ontstaan in de organen die met de stofwisselings- ledematenpool te maken hebben dan in organen die verband hou den met de zenuwzintuigpool". Geen wondermiddel Hoe versterk je nu de vormkrach ten in de mens? Hier grijpt de antroposofie naar een middel, dat in de buitenwacht gauw met de term hokus-pokus wordt betiteld: Iscador, bereid uit de maretak (viscum album). „Ru- dolf Steiner gaf dit al in de jaren twintig aan als middel voor de be handeling van kwaadaardige ziek ten. Bij kankerpatiënten gebruiken we het naast de operatie en andere therapieën om de harmonie in het lichaam terug te krijgen. Maar het is zeker geen wondermiddel"- Met het middel Iscador alleen zul je een kankergezwel zelden kunnen laten verdwijnen, beseft dr. Hou wert. Maar daar zet hij tegenover dat je er met alleen het verwijde ren van een tumor via een opera tie, bestraling of chemotherapie óók niet bent. „Dat een cel op hol slaat is niet het beginpunt", stelt hij. „Dat beginpunt is het moment waarop die cel de kans krijgt op hol te slaan. Vormkrachten zijn werk zaam in het levenslichaam van de mens. En in de warmtehuishou ding. Kanker kun je een koude ziekte noemen. Kankerpatiënten hebben het fysiek vaak koud. Op vallend is ook, dat kankerpatiënten vroeger vaak nooit ziek waren, nooit goed koortsende ziekten heb ben gehad. Het is een bekend feit dat een koortsende ziekte uiteinde lijk gunstig kan zijn voor iemand met een kwaadaardige aandoening of aanleg daarvoor. Bij ons heeft kankerbehandeling onder andere tot doel, het warmteproees te sti muleren. Iscador doet dat. We ge ven het soms zelfs als infuus, waar op een koortsreactie optreedt. Ook met de voeding leggen we nadruk op de warmtekwaliteit: veel olie achtige substanties, vruchten en za den. In kunstzinnig opzicht kun je iemand ook warmte geven. En met uitwendige therapieën is eveneens veel te doen. Met warmte is een mens beter in staat een kwaadaar dige aandoening de baas te wor den". Kan nu iemand met een kwaadaar dige aandoening die de hoop op ge nezing al heeft opgegeven in de an troposofische kliniek toch nog be ter worden? Nadrukkelijk stelt dr. Houwert, dat in deze kliniek volstrekt geen won deren worden verricht en dat der halve de teleurstelling bij sommige ernstig zieke patiënten, die met te hoog gespannen verwachtingen naar Bilthoven komen, soms enorm is. „Kijk", zegt hij, „het doel van elke behandeling is, de mens te ge nezen. Als dat op een gegeven mo ment niet lukt, ben je soms toch in staat die zieke mens zodanig te ver anderen dat het leven meer zin heeft gekregen. De patiënten erva ren vaak pas hier wat het is warm te te ontvangen. En dan bedoel ik opnieuw warmte in al zijn kwali teiten en betekenissen". Aanvullend middel Waar het gaat om de beoordeling van de vormkrachten in een li chaam werkt de antroposofische arts met voor de buitenwacht nog meer hokus-pokus: het laten kris talliseren van bloeddroppeltjes in koperchloride. „Laat daar toch vooral geen misverstand over be staan", zegt Houwert bezwerend. „Voor detectie van kanker worden ook bij ons gangbare middelen in gezet Uit het bewuste bloedproefje krijgen we niet meer dan een in druk omtrent de vormkrachten in iemands lichaam. Bij een aantal mensen met een gezwel kunnen bepaalde kristallisatievormen wor den gezien. Het gaat lang niet altijd op, hoor. We hechten er dan ook geen absolute waarde aan. Het is nooit meer dan een aanvullend di agnostisch middel". RINK DROST ken geraadpleegd. Tevergeefs, want niet één gezaghebbend werk zegt hetzelfde. Grofweg zijn de in ternisten voor afwachten en de chi rurgen voor opereren. Al te rap? Chirurgen hebben er nogal de pest in als ze een uit de hand gelopen „galsteen" moeten opereren. Dat had beter gelijk kunnen gebeuren toen die stille steen ontdekt werd, vinden ze in dat geval zeer terecht. Internisten verwijten chirurgen wel eens dat ze wat al te rap zijn op het mes. Een operatie is niet niks en waarom opereren als dat hele maal niet nodig is? Wie er gelijk heeft is nog een volstrekt onuitge maakte zaak. Harde gegevens om het gelijk of ongelijk van de twee kampen te bewijzen ontbreken. Die gegevens zullen er wel nooit ko men. Want wil je dat echt onder zoeken dan kan dat alleen maar door een weliswaar wetenschappe lijk, maar harteloos onderzoek. Kortom, ze hebben beiden op eigen 'wijze gelijk, al kan niemand zeggen hoevéél. Een troost, een zéér gezag hebbend leerboek zegt: „Het maakt waarschijnlijk niets uit wat je doet omdat de risico's in beide gevallen even klein zijn". „Goed", zegt mrs. Gladstone aan het eind van dat stuk, nadat ze dit 1 allemaal heeft aangehoord, „ik heb j een besluit genomen". „En?" vraagt de dokter. „Kunt u me naar een andere dok- j ter doorverwijzenik wil nog een tweede advies Vandaag het negende en laatste artikel van de serie over kanker, die de afgelopen weken werd gepubliceerd. Een gesprek van onze verslagge ver Rink Drost met dr. D. A. Houwert, antropo sofisch internist van de Willem Zeylmans van Emmichoven Kliniek in Bilthoven. (Eerdere ar tikelen werden gepubliceerd op de zaterdagen 5, 12, 19 en 26 maart en 2, 9, 16 en 23 april). sche visie de vierledigheid in har monie. „Ziekte treedt op wanneer, door welke oorzaak dan ook, een disharmonie tussen die vier ont staat. Onze zorg ten aanzien van de genezing van zo'n zieke is vooral de harmonie te herstellen. En daar om kan het voorkomen dat we hoofdpijn niet bestrijden met een pijnstiller, maar bijvoorbeeld met een waj[m voetbad". Dat wil overigens niet zeggen dat de antroposofische arts geen pijn stillers hanteert. „Laat er geen mis verstand over bestaan", zegt Hou wert, „iedere antroposofische arts, verpleegkundige of fysiotherapeut heeft de normale opleiding in de gangbare geneeskunde genoten, is volledig op de hoogte van de mo dernste verworvenheden en maakt daar zonodig ook gebruik van. Maar daarnaast hebben al die men sen nóg een opleiding gekregen, die het hun mogelijk maakt een uit breiding op de gangbare genees kunde te geven. De antroposofische ?;eneeskunde bestaat in ons land al ang. In veel plaatsen zijn antropo sofische huisartsen gevestigd. Maar de gezondheidszorg in de tweede lijn dateert nog maar van om streeks 1976. Toen startten we in Den Haag, in de Rudolf Steiner Kliniek, met een interne afdeling op antroposofische grondslag". Landelijk „Algauw voldeed dat gebouw niet meer. Niettemin bleef ook de mi nister van volksgezondheid van mening, dat er in deze maatschap pij plaats moet zijn voor klinische geneeskunde. Zo' is het samenwer kingsverband met Berg en Bosch tot stand gebracht. Wij zijn daar erg gelukkig mee. Zonder dit samen werkingsverband zou het functio neren van onze kliniek en onze po likliniek moeilijk of onmogelijk zijn. Het ziekenhuis Berg en Bosch beschikt over alle faciliteiten van een basisziekenhuis. In tegenstel ling tot Berg en Bosch zijn wij een landelijk ziekenhuis. Wie in Rode- school of Heerlen woont en te ken nen geeft in een antroposofisch zie kenhuis te willen worden behan deld, komt bij ons terecht". Wat onderscheidt een antroposo fisch ziekenhuis van een gewoon" ziekenhuis, zodat je er ook als kankerpatiënt een behandeling kunt verwachten die je elders niet krijgt? Dr. Houwert: „Echt anders is hier het uitgangspunt: eigen verant woordelijkheid van de patiënt. De inbreng van de patiënt ten aanzien van zijn ziekte en gezondheid staat hier centraal. Natuurlijk, dat is niet typisch antroposofisch, net zo min ails de middelen waarmee we de di agnose stellen dat zijn. Die zijn ge lijk aan die in een gewoon zieken huis. Wel antroposofisch is echter; dat we bij de diagnose trachten een beeld te maken van de vierledige mens. We willen weten hoe die mens er uit ziet, hoe denken, wil len en voelen zich met elkaar ver houden en hoe de individualiteit zich manifesteert. Daar kun je ach ter komen door het levensverhaal van de patiënt te bestuderen". Antroposofisch is ook een deel van de therapie die op de (maximaal dertig) patiënten in de Willem Zeylmans van Emmichoven Kli niek wordt toegepast „De vierle Iets meer dan honderd jaar geleden in 1882 werd voor het eerst een gal blaas bij een mens verwijderd. Een on gehoord huzarenstukje voor die tijd. Zo diep het menselijk lichaam binnen dringen en dan triomfantelijk een gal blaas met stenen te voorschijn toveren, dat moet een diepe indruk hebben ge maakt. Toch is de eerste operateur Langenbuch geheel vergeten. Een, enkel leerboek heeft hem in een voet noot begraven. Tegenwoordig staat het ■verwijderen van de galblaas op het standaardrepertoire van iedere chi rurg. Generaties chirurgen hebben de techniek ervan zo „bijgevijld" dat je er nu zelden iets nieuws over leest. Wel wordt er nog steeds heel wat afgeschreven over de indicatie: wanneer opereren en wanneer niet? Dat is de vraag. Daarover is het laatste woord nog lang niet ge sproken. Elke levercel loost zijn gal op een piepklein galgangetje. Al die gan getjes komen samen in één grote galgang die op zijn beurt in de dun ne darm uitmondt. Halverwege de grote galgang loopt een aftakking naar de galblaas. Daar wordt de gal opgevangen en ingedikt. Zonodig na de maaltijd trekt de gal blaas zich samen om de spiisbrei in de dunne darm met vetoplossende gal te overgieten. De galblaas is de achilleshiel in dit geheel. Waarom weet men niet precies, maar bij heel wat mensen ontstaan galstenen. Vooral vrou wen van veertig met wat overge wicht willen nogal eens het slacht offer worden. FFF-patiënten, zegt het Engelse ezelsbruggetje: fat, for ty, female (VVV: vet, veertig, vrouwelijk). Zolang die steen (of stenen) blijft zitten waar die zit heb je weinig of geen problemen. Dat wordt anders als hij de galwegen wordt ingeduwd. Dan ontstaat plotseling een hevige Eijn in de rechter bovenbuik trek- end naar rug of tussen de schou derbladen. Vaak weet de patiënt niet waar hij het zoeken moet en rolt of loopt hij heen en weer van de pijn. De pijn wil na een poosje wel eens wegebben en braken of misselijkheid is niet ongewoon. Ge beurt dit dan spreken dokters over een klassieke galsteenkoliek. De pijn laat zich bestrijden met krach- Rechts: Galblaas operatie in zeer kort bestek. Galblaas wordt afgeklemd, galweg afgebonden, met één sneetje laat de galblaas zich verwijderen. In werkelijkheid gaat het wat ingewikkelder. nooit raad geweten. Moet je die nou wel opereren om complicaties te voorkomen of kun je beter afwach ten? Tien jaar geleden leek een ele gante oplossing in zicht. Het leek er op dat je met speciale medicijnen die galstenen kon laten oplossen. Helaas, dat viel wat tegen. Een half jaartje geleden zette het gezaghebbende Amerikaanse art senvakblad „The New England Journal of Medicine" de voor's en tegen's op een rijtje. Enkele artsen hadden bij 123 mensen bij toeval stenen in de galblaas aangetroffen. Ze hadden er nooit last van gehad en de mensen die zich niet lieten opereren kregen er ook later geen last van. „De onschuldige galsteen is geen mythe", schreven de onder zoekers boven hun verhaal. In een niet ongeestig commentaar in de vorm van een gesprek tussen pa tiënte en arts, zwakte de redactie van het blad dit heuglijke nieuws wat af. „Ik moet dus geopereerd worden", zegt ene mrs. Gladstone geschrok ken tegen haar dokter. Dokter weet het niet zo precies, hij heeft net dat artikel in de Journal gele zen. Het aantal mensen dat onder zocht is, is zo klein dat je er moei lijk een conclusie uit kunt trekken. Wel heeft hij een stapel handboe- Stille stenen Maar niet elke galsteen geeft pro blemen. Bijna de helft ervan is „stil" en geeft geen of weinig klachten. Dat komt omdat die ste nen keurig in de galblaas blijven zitten. Met die „stille" galstenen hebben chirurgen en internisten tige pijnstillers of middelen die de kramp in de galwegen tegengaan. Vrijwel zeker zal de arts adviseren om de galblaas te laten verwijde ren: galstenen in de galwegen kun nen lastige complicaties veroorza ken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 21