Stenen
spreken in
museum
van
Enkhuizen
KONINGIN
BEATRIX
OPENT
VISSERS
DORP
ZATERDAG 23 APRIL 1983
reel vijven en zessen wordt volgende maand
toch het nieuw gebouwde buitengebeuren
het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen ge
ld. Een plan van jaren her, dat ondanks veel
nslagen zijn beslag kreeg. Bezichtiging is
jelijk zowel vanaf het land als vanaf het IJs-
ïeer. Wat dat laatste aangaat, met ingang
7 mei zal er elk kwartier een afvaart zijn
af het hoofdgebouw, waarvoor vijf kleine
epen transportschepen" worden gebruikt.
tochtje duurt ongeveer twaalf minuten en
ie tijd krijgen de bezoekers Enkhuizen met
er op en er aan in volle glorie te zien. Het
eum blijft tot 17 oktober geopend, dagelijks
10.00 tot 17.00 uur. Een bezoek kan dus ge-
bineerd worden met de verkenning van het
prachtige stadje Enkuizen en of een speeltuin,
kinderboerderij, sprookjestuin en een mooi re-
creatiestrand, dit alles vlak bij het buitenmu
seum. Horeca en middenstand staan te popelen
om hun achterstand in te halen. Zij claimen een
verlies van tien miljoen gulden doordat de ope
ning van het museum zo lang op zich heeft laten
wachten, terwijl zij diverse investeringen ge
daan hadden om het bezoek op te vangen. De
stoomtram Hoorn-Medemblik-Enkhuizen re
kent op zo'n 15.000 extra passagiers na 7 mei en
raamt dat de gemiste belangstellenden van vo
rig jaar een verlies van anderhalve ton bete
kent. De NS ging pas goed in het schip met zo
veel voorbereidingen, dat berekeningen gewa
gen van een half miljoen gederfde deels echt
uitgegeven guldens. Men hoorde in Enkhuizen
veel gemor, toen vorig jaar wel geld beschik
baar kwam voor de historische tuinen van Het
Loo, terwijl het museum dicht moest blijven,
omdat er geen geld was voor de circa vijftig per
soneelsleden. De economische recessie heeft in
West-Friesland dus geducht toegeslagen en het
museum, dat kant en klaar wachtte op de ope
ning door onze koningin, veel negatieve publici
teit opgeleverd. Thans blijkt echter, dat het
complex nog lang niet is voltooid. De afwerking
zal nog geruime tijd in beslag nemen. Er is nog
veel werk aan de winkel voor de actieve vereni
ging „Vrienden van het Zuiderzeemuseum", op
gericht in 1947. Als die er niet was, zou Enkhui
zen nog langer moeten wachten op de opening
van het zo duur betaalde vissersdorp.
IUIZEN Vorig jaar
de opening van een
en opzienbarend open-
museum reeds in de ko-
ijke agenda genoteerd,
>nze vorstin er een streep
moest halen. Geldgebrek
te het onmogelijk om
topattractie bij Enkhui-
de vastgestelde datum
>ruik te nemen, precies
jaar nadat de Afsluit-
ivas voltooid. Het zag er
naar uit, dat de zo naar-
irerzamelde regentonnen
troopvaatjes in duigen
n vallen. Maar vrijdag-
ag 6 mei zal koningin
ix dan toch eindelijk de
nemen naar dit „vissers-
aan de voormalige Zui-
e om er als eerste de ne-
huisjes uit haar groot-
ers tijd te bezichtigen.
VEERTIG MILJOEN NIET IN HET
WATER GEGOOID
stellig ook gesignaleerd wor-
een winkeltje voor scherts-
len, zoals dat rond de eeuw-
ng de Monnickendammers
om elkaar te foppen. Onder
totaal 135 gebouwen zijn er
ie een andere functie hadden
et verschaffen van (margi-
woongenot. Het nieuwe Zui-
museum wil laten zien, hoe
olking zo tussen 1880 en 1932
de dijk gesloten werd) leefde
vissersdorpjes en hoe de man-
un netten uitwierpen. Zowel
venbedrijfies (visrokerijen,
iswerfjes, kuiperijen, enzo-
als de manier waarop het
loon werd uitgegeven in al-
winkeltjes, spelen hun rol in
econstructie.
eslagen door camera's van de
'ngsdienst, die hun bevindin-
>lden aan kleine monitoren,
de landsvorstin en haar ge-
ich ervan overtuigen, dat
een veertig miljoen gulden in
ater is gegooid. Dit bedrag is
heden besteed aan het be-
van een erfdeel, dat verloren
te gaan. Reeds veertig jaar
n heeft de heer S. J. Bouma,
/an het Openluchtmu-
in Arnhem, gepleit voor zo'n
nente expositie. Aan
nseweg was al sinds 1912 te
vat onze gewesten te bieden
n aan typische boerderijen en
gebouwen. Pijprokende
s bleven er trouw aan hun
dracht uit het verleden en
Roosje een kaars snoot dari-
oris desgewenst de horlepiep.
nier sprak ons land een
je mee in de Europese bewe-
ie vanuit Sandinavië zijn in
deed gelden.
lerk oplevende belangstelling
heemkunde beving ook toen
mensen met gevoelens, even
jk onder woorden te brengen
nostalgie, waar onze genera-
ee te kampen heeft. Aller
richtten zich op „skansen",
storale openluchtmuseum bij
iolm. Temidden van de eeu-
uisende bossen illustreerden
en oude boerderijen daar een
ultuur, die ten onder dreigde
;n, opengesteld in 1891 werd
hoolvoorbeeld van dit „con-
isme", waar Zweden
vegen nog altijd de mooiste
van te zien geven. Het
ichtmuseum in Arnhem was
an de eerste buiten deze lan-
dat voortborduurde op dit
ien, zodat het ook internatio-
terk de aandacht trok. Maar
directeur S.J. Bouma er de
zwaaide wierp het nieuwe
luseum in Enkhuizen reeds
ihaduwen vooruit, met de
iten van een kalkbranderij,
i, zeilen en het torentje van
sserskapel.
>m in vervulling
!m moest blijven als een na-
concentratiepunt voor alle
lelijke culturen, zo meende
toen al (vijftig jaar geleden
maar ons tweede regionale
ichtmuseum zou plaats moe-
ieden aan alles wat verloren
Ie te gaan rondom de afgeslo-
.uiderzee. De droom van deze
aire directeur over een in vol
t, met in- en uitvarende sche-
valmende taanketels en roke-
en de geuren van harpluis, is
idelijk in vervulling gegaan,
uningin zal er echter minder
5 in klederdracht bezig zien
nen toen voor ogen had. Er
nige correcties aangebracht op
te romantische dromen over
erleden of rusticiteit en am-
slijkheid. De tijden zijn ver-
d. Geen vorstin zal het nog in
hoofd halen om als Marie An
te voor molenaarster te gaan
in een namaakplattelands-
het keurslijf bestoven met
Enkhuizen wil tonen is de
bittere werkelijkheid in een
lum, dat wederom sterk
ndacht zal trekken. Men ge
Grachtje met huizen die een wat
hogere afkomst verraden, zoals
de apotheek (links) met een pui
vol Jugendstil-symbolen.
uit Monnickendam, een scheeps-
smederij en het stulpje uit Jisp, ob
jecten die ook in hun geheel per
dekschuit naar Enkhuizen zijn ge
bracht. Zelfs het kaaspakhuis waar
eens Landsmeer mee pronkte, drie
verdiepingen hoog, gewicht 40.000
kilogram, kon over weg en water
als stukgoed worden aangevoerd.
Voor de meeste andere gebouwen
maakten de technici gebruik van
een speciaal demontagesysteem.
Complete muurfragmenten, in een
ijzeren raamwerk geklemd, werden
in houten kratten verpakt en ter
plaatse samengevoegd. Tweehon
derd van deze brokstukken, in ge
wicht variërend van 1500 tot 8000
kilo vonden zo hun weg naar het
nieuwe dorp.
De voordelen worden geïllustreerd
door een onmiskenbare authentici
teit. Alle huisjes getuigen van hun
verleden met de littekens van een
provisorisch herstel, met sporen
van rook en pek op de bakstenen,
scheuren en verzakkingen.
Ellebogenwerk
Het wachten wordt beloond, zij het
dat op drukke dagen het gevaar
voor opstoppingen niet denkbeeldig
lijkt. De dijken met hun zeer smal
le paardepaadjes, steegjes en straat
jes, de schilderachtige bruggen en
bekrompen vertrekjes voorspellen
enig ellebogenwerk, als veel boten
met toeristen afmeren nabij het
Marker scheepswerfje met vers ge
teerde botters op de helling en
daarnaast het gebouwtje, dat dienst
heeft gedaan als kantoor voor de
visafslag te Volendam.
De kleinschaligheid van het dorp
in combinatie met de gecompri
meerde bouwwijze maakt het be
heer er niet eenvoudiger op. Er ligt
bovendien van alles voor het grij
pen onder de lage daken, van een
gerookte paling tot waardevolle an
tiquiteiten. Zelfs de moestuintjes le
veren met hun gewas een bijdrage
aan de geschiedenis van hen die
hier gewoond hebben. Met veel
moeite is men er in geslaagd, be
plantingen aan te brengen zoals als
die rond de eeuwwisseling in
zwang waren. In een Westfriese
boomgaard zal men straks het
vruchtbeginsel van juttepeer en
sterappeltje kunnen bewonderen.
Rozen van oude variëteiten werden
opnieuw gekweekt, er zijn typische
bloementuintjes te zien, bleekvel
den bij de stoomwasserij uit IJssel-
muiden en honderden leilinden.
Het dorpje voor de „kleene luyden"
van weleer moest zich wel kwets
baar opstellen om een beeld te kun
nen geven van de werkelijkheid.
Spoedig zal blijken of het bestand is
tegen een massaal bezoek, dat best
eens de raming zou kunnen over
treffen.
Het rijksmuseum in Arnhem scoort
ongeveer het dubbele van wat men
in Enkhuizen verwacht en een
technologisch pretpark als „De Ef-
teling" verwacht dit jaar twee mil
joen bezoekers. Hoe educatief de
aanwinst ook moge zijn, ook op
minder leergierige mensen zal een
magische aantrekkingskracht uit
gaan van dit complex. Het sociale
element, de schilderachtigheid van
Alle huisjes getuigen van hun verleden met sporen van rook en pek op
kingen.
waagt reeds van een primeur, om
dat het uitsluitend over water be
reikbaar is. Afgezien van het feit
dat men daarbij musea op een
eiland wel over 't hoofd zal hebben
gezien, spreekt een andere exclusi
viteit méér tot de verbeelding. Wat
hier getoond wordt is niet de glorie
van een Gouden Eeuw, maar de
entourage voor een vaak miserabel
bestaan. Dit museum mist elke
pronkzucht. Het is gewijd aan de
„Culture of Poverty", zoals direc
teur Udo E. E. Vroom dat noemt.
Armoede dus. Een verregaande po-
verheid, voor lief genomen door
kroostrijke vissersgezinnen, die
soms met elf of dertien kinderen
tussen de halfsteensmuurtjes woon
den, sliepen in overbevolkte bed
steden en hun drinkwater betrok
ken uit de regenton.
Zelfs de alomtegenwoordige knus
heid in deze huisjes kan niet ver
hullen, hoeveel moeite het kostte
om al deze hoofden boven water te
houden met het vissen op ansjovis,
aal en haring of het roken van de
vangst. Een Nederlands openlucht-,
museum in dit genre mist de zwier
van soortgelijke „herintages" van
Canada en Australië, waar de nog
jonge geschiedenis gestalte krijgt in
gereconstrueerde pioniersdorpen.
Zelfs in de jammerlijkste goudzoe
kerskampen beloofden de saloons
met hun tingeltangels, drank en
animeermeisjes wel enige vergetel
heid. Er was volop vertier, hoe obJ
scuur ook.
Wandtegeltjes
Op de locatie bij Enkhuizen kan
men slechts de wandtegeltjes tellen;
in een Hindeloper café en gade
slaan, hoe een troostende sigaar ge
maakt werd naar oud-Kamper ge
bruik. Op den duur zal men hier
inderdaad wat mensen hun am
bacht zien uitoefenen, maar het is
zeker niet de bedoeling alle inte
rieurs te voorzien van bijpassende|
personen.
Veertig jaar lang heeft men zich
het hoofd gebroken over de plan
nen van S. J. Bouma. Er zijn aller
lei wijzigingen op aangebracht. Na
volgers zagen twee reusachtige ex
positiehallen in 't verschiet met
daaromheen de dorpsstraatjes en
weer andere ontwerpers wilden er
een stadje van maken, gewijd aan
de 17e eeuwse bloeiperiode van de
Zuiderzeecultuur.
Van dat laatste vindt men echter al
voorbeelden genoeg in de stadjes,
waar gebouwen uit die tijd nog vol
op in gebruik zijn en de erfenis
zorgvuldig wordt bewaakt. Er is
tenslotte gekozen voor een compo
sitie naar historische dorpsstructu
ren rondom de visserskapel die
eens in Den Oever stond en hier
steen voor steen weer is opge
bouwd.
Harmonie
Hoewel de gebouwen uit zo'n veer
tig plaatsen afkomstig zijn vormen
zij toch een harmonisch geheel. Bij
de rangschikking van de buurtjes
kon men gebruik maken van kada
strale minuutplannen uit de perio
de 1811-1831. Zo ontstond een vis
sersdorp, waarin stukjes herken
baar zijn van Zoutkamp, Urk, Sta
voren, Marken, Harderwijk en tal
van andere plaatsen. Wat de bezoe
kers men schat hun aantal voor
lopig op zo'n 350.000 per jaar
hier te zien krijgen is eigenlijk een
ambitieuze poging om samen te
voegen wat nooit bij elkaar ge
hoord heeft. Dank zij de weten
schappelijk zowel als esthetisch
verantwoorde aanpak is dat gelukt.
Het snoepwinkeltje uit Volendam
voelt zich best thuis nabij de apo
theek met Jugenstilgevel (bouwjaar
1901) waarin de bewoners van
Hoorn hun pillen en zalfjes koch
ten. Zelfs de imponerende koop
manswoning uit Zaandijk, geheel
van hout opgetrokken en vroeger
eigendom van een beroemde zout-
ziedersfamilie vormt geen storend
element temidden van zoveel nede
rige stulpjes.
Directeur Vroom, al sinds 1965 be
trokken bij de opbouw van het mu-
de bakstenen, scheuren en verzak-
seum vraagt zich af of hij hier met
zijn gezin kan blijven wonen, als
straks wellicht toeristen door de
ruiten komen gluren.
Het buitenmuseum illustreert de
geschiedenis van de regio om
streeks een eeuw geleden, dit als
aanvulling op het prachtige bin
nenmuseum te Enkhuizen. In het
kader van dit grote plan tot behoud
van de Zuiderzeecultuur, is laatst
genoemde expositie reeds sinds
1950 te bezichtigen in een voorma
lig pakhuizencomplex van de Oost
Indische Compagnie, het zoge
naamde Peperhuis.
Een zeer indrukwekkende collectie
van onder meer de hier vroeger ge
bruikte vaartuigen, klederdrach
ten, enzovoort, sluit perfect aan bij
wat de nieuwe aanwinst te zien
geeft, zodat de voorkeur is gegeven
aan een combinatietarief voor de
entree. Gered wat er nog te redden
viel heeft men nog op het nippertje
in het vissersdorp, nu men overal
zuinig wordt op de erfenis van het'
verleden.
Het heeft soms veel moeite en geld
gekost ergens een typisch pand op
de kop te tikken. Een postkantoor
tje, een kruidenierswinkeltje met
oude reclameborden of een ken
merkende stadsboerderij misschien.
Dank zij een verhuisoperatie zon
der weerga werpt de steriliteit van
een namaak-dorp, de pure recon
structie, geen schaduw over het
buitenmuseum.
Op een enkele uitzondering na is
alles aangevoerd uit de stadjes en
dorpen rond de Zuiderzee. Een
aantal objecten wist mens zelfs
kant en klaar te verschepen. Het
schamele huisje uit Vollenhoven
bijvoorbeeld, dat boekdelen spreekt
over de bewoner, een visser die
ooit drie mensen heeft gered van
een ijsschots, waarop zij al weken
lang ronddobberden.
Per dekschuit
De stenen spreken een tale. Uitvoe
rige archieven vertellen de ge
schiedenis van de twee rokerijen
Op verkenning in een openluchtmuseum, waar al vijftig jaar geleden
plannen voor werden gemaakt.
deze armoede, levert een boeiend
kijkspel op, ook als men de Mar
kers niet in hun baaien onderbroek
het hooi binnen kan zien halen.
Het plan om werkloze vissers als fi
guranten aan de taanketels een
baantje te geven en frisse deernen
de was te laten doen op boenstoe-
pen aan de slootkant, behoort gro
tendeels tot het verleden.
Wat men mist aan dit soort demon
straties wordt ruimschoots vergoed
door de welsprekende interieurs en
een schat aan informatie, onder
meer op schilden naast de deur en
in brochures. Wie leest dat een Vo-
lendammer broek na de wasbeurt
veertien dagen nodig had om te
drogen, heeft stof tot overpeinzing.
De nieuwsgierigheid wordt geprik
keld. Is dat echt de houtdraaierij,
waar prinses Irene haar meubels
heeft laten maken, toen zij naar
Madrid vertrok?
Monitors
En heeft in ginds kapelachtig ate
lier een beroemde schilder ge
werkt? Wie door het hartje van de
pleedeur kijkt zal geen visserman,
in gepeins verzonken, op de bril
zien zitten. De activiteiten beper
ken zich tot werkplaatsjes waarin
oude ambachten worden beoefend.
Achter de schermen en onder de
grond is het Zuiderzeemuseum een
modern complex met gas, elek
trisch licht en water, cv en riole
ring.
Radar en infrarood-stralen voor de
nachtelijke uren, geven hun bevin
dingen door naar een controle
ruimte van de bewakingsdienst. De
monitors nemen het beeld van vele
camera's over in een huis, waarvan
de gevel een rustiek interieur be
looft. Het Zuiderzeemuseum waar
S. J. Bouma van droomde, „enig in
de wereld" wellicht zoals hij vurig
hoopte, is geen reservaat. Het wa
ter is brak geworden; de tijd heeft
niet stilgestaan. Al geruime tijd
vóór de opening zijn er tJl van in
sluipingen gemeld en diefstallen,
onder meer van een partij tegels
ter waarde van 150.000 gulden.
Achter de oude muurtjes zijn lange
rissen roterende speerpunten aan
gebracht, blikkerend als haaietan-
den om indringers op een afstand
te houden.
LEO J. LEEUWIS
Het kaaspakhuis uit Landsmeer, dat nu in het buitenmuseum te pronk
staat, werd in juni 1980 over weg en water als stukgoed aangevoerd.