inaie inister an de Koning iet in Nederland Belgische oestanden" !b ZATERDAG 23 APRIL 1983 I HAAG Hij is al weer ruim vijf jaar minister. Begonnen |1977 op Ontwikkelingssamenwerking in het eerste kabinet- 1 Agt, werkte dapper mee aan de totstandkoming van het ede kabinet met die naam, maar met een an'dere signatuur dA, CDA, D'66) en zat zowel in Van Agt-II en -III op Land- Lw. Thans heeft hij de eerste honderdvijftig dagen als minis- I van sociale zaken en werkgelegenheid er op zitten. Jan de ming moest er wel even over nadenken toen hij op het ver- t daartoe positief antwoordde. „Het enkele feit dat Ruud bbers bereid was minister-president te worden verplichtte J om aan zijn verzoek te voldoen en de verantwoordelijkheid ir dit ministerie te nemen", zegt deze sociaal-geograaf uit het "i-revolutionaire nest. aj ZIJN INDERDAAD lEWOON ARMER GEWORDEN" praten met hem in zijn redelijk ide kamer in het overigens 'geestige hoofdgebouw van zijn artement op de hoek van de igse Zeestraat en de Javastraat. ie vingers trillen nog na van het werken van de stroom artikelen de voorjaarsnota die enkele n tevoren in. een reeks perscon- inties werd gepresenteerd. De ling zit aan het hoofd van de gadertafel voor een boekenkast irvan hij zelf niet eens weet wie i zo gevuld heeft. Hij vertelt dat op Sociale Zaken niet helemaal vreemde eend in de bijt kwam. kende de meeste topfiguren uit kgevers- en werknemerskring ir«ait de tijd dat ik werkte bij het •iXlvent van christelijke maat- appelijke organisaties. Een deel de zaken was me ook ver- iwd. Maar ik ben erg gelukkig staatssecretaris De Graaf als e vakman de sociale zekerheid' tijn portefeuille heeft. Ik weet genoeg van om te weten dat niet eenvoudig is om daarin vakman te worden", de Koning erkent dat zijn k zich zeker in deze tijd niet verheugen in een grote popu- teit. Toch lijken de harde aan- en, inclusief het bekladden en ingooien van een ruit van zijn .ir vervs in Voorschoten, hem niet van ie pi hij: svoli eligi lar wlijjL OVlg rt, is best 8 ln gebl' stuk te hebben gebracht. „Een ïissc lister van sociale zaken in deze volt is een beetje ingehuurd om de en haaie pier te zijn. Sociaal beleid n. DKt een dimensie meer gekregen st h< in de tijd dat de welvaart auto- F isch toenam. Sociaal beleid ft nu, meer dan vroeger, gericht jon den op economisch herstel. Het dus heel sociaal zijn om buiten- roon onaangename maatregelen r ple lemen, mits je voor jezelf de zijnrtuiging hebt dat dat een bijdra- imidis aan het economisch herstel, CDA-program zegt heel kern- „werk gaat vóór inkomen". betekent dat je dus moet ingrij- in inkomens om de werkgele- dt B heid te herstellen. Daar zal nie- ïd „dank je" voor zeggen, maar gemjis wel wat we politiek hadden >nde tsproken". ;t m t verzet tegen en de kritiek op iw h beleid hebben mijn animo om ;t, w op dit ministerie zo goed moge- [artb te doen in geen enkel opzicht loeminderd. Natuurlijk merk je, als ze je huis bekladden en de bij je ingooien, er spannin- zijn die zich ontladen, maar het liet zo dat geweld aan de orde de dag is. Dat is gelukkig een grote uitzondering en dat moet ral zo blijven. Ik begrijp best de jongeren er hard over roe dat ze in hun inkomen getrof- worden. Dat is ook buitenge in pijnlijk, vooral als je jong en opgegroeid bent in een waarin er een vanzelfspre- d recht op inkomen bestond de zekerheid van een voortdu- de groei daarvan. Dat is natuur de laatste jaren behoorlijk afge- nen", zegt De Koning, die nog s herhaalt dat de tweede verla- imal van jeugdlonen in korte zoals die nu weer aan het par ient wordt voorgesteld, voorlo- wel de laatste is. ge mperament het vooral de jongeren zijn die i aanvallen vindt de minister zo vreemd. Hij verklaart dat een verschil in historisch besef een verschil in temperament: zijn vooral de ouderen die de ermijdelijkheid van deze hele inzien. Zeker voorzover ze vooroorlogse tijd hebben ge- d, maar ook zij die dè jaren vijf- j bewust hebben meegemaakt re en zich dat wij een ongedacht peil van welvaart hebben be- Ik denk dat met name zij er makkelijker in berusten dat de [ing van die welvaart niet door dat er zelfs een stukje _jang is. De laatste cijfers ge- aan dat de particuliere con- iptie dit jaar zal liggen op het van 1977. Nou, voor jongeren geen goede voorstelling meer Minister drs. Jan de Koning van So ciale Zaken en Werkgelegenheid in gesprek met onze verslaggevers Ar jen Broekhuizen (links) en Jo Smits, (rechts). hebben van de levensomstandighe den in dat jaar betekent dat een achteruitgang. Wie 1977 bewust heeft meegemaakt zal eerder ge neigd zijn te zeggen: „Als het niet erger wordt dan gaat het nog wel, want toen waren we redelijk tevre den". Maar hoeveel erger wordt het nog? „Ja, wisten we dat maar! Als we wisten dat de conjunctuur in de wereld in de eerstkomende één of twee jaar zou aantrekken, dan zou het helemaal niet zoveel erger hoe ven te worden, want dan kun je ri sico's nemen. Maar juist omdat je dat niet weet moet je nu maatrege len nemen die ervoor zorgen dat als het slechter wordt'het dal van de komende jaren niet nodeloos diep wordt. Ik zie natuurlijk wel lichtpunten in de vorm van een la gere rente en inflatie, maar dat vertaalt zich niet in herstel van in vesteringen en werkgelegenheid. Beide nemen, zij het wat minder snel, nog steeds af". Hoe komt dat volgens u? Ik denk dat er toch onvoldoende vertrouwen is in de opleving van de economie en de internationale handel. Dat vertrouwen is psycho logisch van groot belang. Maar daarvoor is gewoon nog onvoldoen de reden, ook al gaat het bijvoor beeld op de huizenmarkt al weer wat beter. Verder zijn er nog niet veel terreinen te noemen waar men een vergroting van activitei ten ziet". U ziet in de tweede helft van dit jaar nog geen opleving in Neder land komen? „Nee. Wat overigens niet wil zeg gen dat ik dit helemaal uitsluit. Toch geloof ik dat we in Nederland nog te weinig aanwijzingen voor een opleving hebben. We zijn in Nederland vrij ver weggezakt, ook vergeleken met de andere Westeu- ropese landen. De crisis heeft hier tamelijk laat toegeslagen, maar mede daardoor misschien wel extra hard. Ons werkloosheidscijfer ligt verhoudingsgewijs hoog. De rende mentspositie van bedrijven is slecht, gemiddeld nul. Dat hebben we in jaren niet meegemaakt. Wij hebben dus ook wat meer moeite om uit het dal te kruipen en daar door ook wat meer tijd nodig". Heeft Nederland niet de rol van het kan heel sociaal zijn om buitengewoon onaangename maatregelen te nemen „zwakke man van Europa" van Engeland overgenomen? „Dat is denk ik te somber. Ik denk dat wij misschien beter kunnen worden vergeleken met België. Ik hoop dat we het wel iets beter doen dan België, maar ik denk dat we daar vrij dicht in de buurt zitten". Oud-minister Van der Stee waar schuwde, toen hij de schatkist on der zijn hoede had, met regelmaat voor de afschrikwekkende Belgi sche toestanden. Is het dan toch zo ver gekomen? „Nou, we hebben een financie ringstekort dat wel wat beter is en onze gulden is wat harder. Het is dus hier en daar wel iets minder zorgwekkend gegaan dan in België, maar het gaat ons op het ogenblik toch wel erg slecht". „Ik denk ook niet dat we met de geringere stijging van de werkloos heid zoals die in maart is opgetre den een keerpunt hebben bereikt. Als ik daar echt gerust op zou zijn, was ik ook wat optimistischer ten aanzien van de toekomst. Ik moet nog steeds vaststellen dat het elke maand nog slechter wordt. Er ko men telkens nog werklozen bij. Wel minder méér, maar wel méér. En straks komt er weer een extra druk op de arbeidsmarkt door de 75.000 schoolverlaters". Arbeidstijdverkorting Het kabinet ziet in arbeidstijdver korting steeds meer het middel bij uitstek om uit het dal te geraken. Toch betekent inleveren voor werktijdverkorting nog zeker niet automatisch een lastenverlichting voor het bedrijfsleven. Bij een vol ledige herbezetting van vrijkomen de werktijd door werklozen bedra gen de kosten voor het bedrijfsle ven zelfs meer dan wat aan even redige looninlevering plaatsvindt. Minister De Koning geeft dat toe, maar ziet desondanks wel moge lijkheden: „Wanneer men niet alle vrijkomende tijd opvult, of slechts gedeeltelijk, dan verbetert in elk geval hef rendement van een be drijf. Maar bovendien moet je je be denken, dat als er meer mensen aan de slag gaan, er minder druk op de belasting en premies ont staat". De Koning erkent dat wat er nu ten. aanzien van arbeidsduurver korting is afgesproken nog maar kleine stapjes ziin. Zij zullen echter wel een vervolg moeten krijgen, ook als er straks geen prijscompen satie meer is om uit te betalen. De minister meent dat het geld voor werktijdverkorting dan moet ko men uit een verlaging van het no minale loon. Ondanks het feit dat dat nog geen loonmatiging isAvaar-- door automatisch de lasten van het bedrijfsleven worden verlicht, toont De Koning zich wel bereid om matiging in ruil voor arbeids tijdverkorting als echte matiging, zoals in het regeerakkoord van de werknemers wordt verlangd, te be schouwen. Wordt de lijn van dit jaar voortgezet dan hoeft er dus wat hem betreft niet extra te wor den omgebogen om alsnog extra matiging te bereiken. „Want ik krijg door die arbeidsduurverkor ting minder werklozen en tegelijk minder loonkosten. Ook bij loon matiging voor dat doel zul je een stukje winst kunnen inboeken", meent De Koning. „Ik denk dat voor bedrijven die een nominale verlaging van hun loonkosten nodig hebben ook die weg van arbeidstijdverkorting be gaanbaar kan zijn, maar dan zon der honderd procent herbezetting van opengevallen arbeidsplaatsen. Daf-trucks is daar een mooi voor beeld van. Dat bedrijf ziet zich, door de nood gedwongen, gesteld voor de keuze: óf een groot aantal mensen ontslaan-óf 'een vergaande arbeidstijdverkorting doorvoeren. Als het het laatste wordt, dan gaat Daf dat natuurlijk niet volledig omzetten in extra arbeidsplaatsen, dat is me wel duidelijk. Daf wil de loonsverlaging, die het in dit kader voorstelt, gebruiken om zijn huidi ge mensen aan het werk te houden. Ook dat is voor ons een besparing, want zij worden dan niet werkloos en komen dus ook niet in dè WWV". 32 uur Ook voor de overheid zelf is dit een bezuinigingsmogelijkheid. De Koning wijst er op dat dit in feite al gebeurt. „We vullen dit jaar slechts een deel van de banen die als gevolg van arbeidstijdverkor ting ontstaan. Voor 1984 moeten we nog gaan praten. Dan zullen we ko men tot een hoger percentage, als het kan zelfs honderd. Maar je zou ook kunnen herbezetten met banen van minder dan veertig uur. Maak je er 32-uurs-banen van, dan be spaar je in geld twintig procent, maar in mensen uitgedrukt vul je wel honderd procent op". Minister De Koning vindt niet dat met het besluit de lonen van de ambtenaren en de uitkeringen te bevriezen dit jaar in feite de koppe lingen zijn doorgesneden: „Ik ben en blijf voorstander van een paral lelle inkomensontwikkeling. Maar het is wel zo dat er afstand komt, te becijferen op de prijscompensatie, dus goed twee procent. Als de marktsector die prijscompensatie inzet voor arbeidstijdverkorting, is dat gat weer gedicht en is de éelijk- heid weer hersteld". Er is nu nog sprake van allerlei variaties in ar beidstijdverkorting, die verschillen kun je toch ook niet meteen laten doorwerken in de uitkeringen. Dat is ook helemaal niet zo erg, als de marktsector maar blijft meekomen met de collectieve sector". Nu zijn er ruim 700.000 werkne mers, onder wie bouwvakkers en dagbladjournalisten, die dit jaar nog niet meedoen aan de ruil tus sen werktijdverkorting en inko- meji. Staat hun nog een maatregel te wachten zodat zij uiteindelijk de dans niet kunnen ontspringen? „Ik houd inderdaad rekening met de mogelijkheid dat we voor be paalde sectoren nog maatregelen zullen moeten, nemen om arbeids tijdverkorting te stimuleren. Het CNV heeft "de interessante sugges tie gedaan om die mensen maar een hogere premie in rekeningen te brengen. Dat is niet onmogelijk, want we betalen nu al een gediffe rentieerde werkloosheidspremieP Kijk, als er meer werklozen komen dan moeten de uitkeringen betaald worden door wie nog werk heeft. Die zijn dat geld kwijt en je krijgt er niets voor in de plaats. Je kunt er beter arbeidstijdverkorting voor terug krijgen en hier en daar wat minder hoge premies doordat de werkloosheid terug gaat lopen of minder snel stijgt. Zouden we van hen die blijven weigeren mee te doen aan de arbeidstijdverkorting, extra premie vragen, dan zouden we niet meer doen dan hun de ver moedelijke maatschappelijke kos ten in rekening brengen van die weigering. Daar is best een goed verhaal voor te maken. Je moet na tuurlijk de tijd geven om een pro ces van arbeidstijdverkorting op gang te brengen, maar we zullen ook die mensen die hun volle werkweek en inkomen willen hou den wel duidelijk moeten maken dat ook zij hun deel moeten dragen van de kosten van werkloosheid en werkloosheidsbestrijding". Minister De Koning denkt dat via de arbeidsduurverkorting de „pa rallelle inkomensontwikkeling", zoals hij de wat lossere koppeling tussen lonen, ambtenarensalarissen en uitkeringen noemt, in stand kan blijven: „Nu is inderdaad sprake van een omgekeerde koppeling. We hebben gehoopt dat het be drijfsleven het voorbeeld van de collectieve sector zou volgen. Als de begroting 1984 voldoende ruimte biedt om de ontwikkeling in het bedrijfsleven te volgen, dan denk ik dat dat grote voordelen heeft. Die ontwikkeling zou in het be drijfsleven overigens best wel eens negatief kunnen zijn, als men daar met arbeidstijdverkorting doorgaat in ruil voor loon. Dat hele trend volgend systeem biedt het grote voordeel van rust binnen de collec tieve sector. Lukt dat onverhoopt niet, dat zullen we noodgedwongen zelf weer trendsetter moeten zijn. 1 Dan grijpt u dus niet naar de loon maatregel, maar zet uw beleid van 1983 door? „Ja. Maar, het kan ook best zijn, als je kijkt naar de ontwikkeling zoals bij Daf-trucks, dat het verschil dat dit jaar is opgetreden volgend jaar meer dan wordt ingehaald, als er in het bedrijfsleven meer voor ar beidsduurverkorting wordt ingele verd. Dan wordt alsnog aan mijn wens tot parallelliteit voldaan. We moeten alles doen om een loon maatregel te voorkomen". Lastenverzwaring In het regeerakkoord is de af spraak gemaakt dat de druk van premies en belastingen over vier jaar gelijk moet blijven. VVD-lei- der Nijpels meent dat de lastenver zwaringen die nu door het kabinet worden doorgevoerd hogere pre mies en belasting, meer benzine-ac- cijns) nog in deze regeerperiode ge compenseerd zullen moeten wor den om aan deze afspraak in het akkoord tussen CDA en VVD te voldoen. Wordt dat geen giganti sche klus? „Ja, dat wordt het zeker. Nu spreekt het regeerakkoord over stabilisatie van collectieve druk. Gaat de economie achteruit, dan treedt automatisch een verzwaring op. Krijgen we echter een economi sche groei van een paar procent dan gebeurt het omgekeerde. Zo lang je er bepaald niet zeker van kunt zijn dat de economie weer echt gaat groeien betekent dat, dat een voornemen van het kabinet, neergelegd in het regeerakkoord door de feiten achterhaald kan worden. Je kunt van het kabinet alleen maar vergen dat het doet wat in zijn vermogen ligt om zijn beleid aan te passen aan de feiten". Verslaafd Als de economische groei, een gro tere welvaart dus, in de komende jaren de extra lasten waar de bur gers nu mee zijn opgezadeld niet goed maakt, dan blijven die lasten dus wat ze waren? „Men kan van ons alleen maar ver wachten dat we al het mogelijke doen. Dat we reageren op de ach terblijvende economische groei, bij voorbeeld door toch te proberen de overheidsuitgaven nog verder te beperken. Dat betekent wel dat je daarmee de werkgelegenheid ver slechtert en het voorzieningenni veau van de burger verslechtert. Het is niet eens zo vreemd, dat je bij een teruggaande economie min der voorzieningen hebt. Als de wel vaart terugloopt lijkt me dat lo gisch. Maar ik geef toe dat dit moeilijke verhalen zijn voor men sen die verslaafd zijn geraakt aan economische groei en aan wel vaart". „Vijftien, twintig jaar geleden kwa men in de dienstregeling van de treinen niet of nauwelijks kwar tierdiensten voor. We hebben een veel hogere frequentie gekregen zonder dat er veel reizigers bij kwamen. Misschien een simpel voorbeeld, maar we zijn heel snel gewend geraakt aan het verbeteren van d^ze voorzieningen. Maar we moeten wel bedenken, dat als de welvaart terugloopt, zulke voorzie ningen ook minder worden. We zijn te veel gewend geraakt aan bloembakken die van overheidswe ge op straten worden gezet. Als je moet gaan bezuinigen komen dat soort zaken aan de orde. Dan kun je wel zeggen: dat moet je niet doen, want dat is een verarming, maar we zijn ook inderdaad armer geworden!" JO SMITS ARJEN BROEKHUIZEN Foto's: MILAN KONVALINKA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 15