ma ië ZATERDAG 16 APRIL 1983 „Laatst hoorde ik dat oud-Feye- noorder Cor Veldhoen kort geleden aan zijn hart geopereerd is. Hoe lang hebben we tijdens Ajax-^eye- noord niet tegen elkaar gespeeld? ,Ik denk gauw een jaar of tien. En reken maar dat de duels pittig wa ren. Maar ik heb hem wèl eep fruitmandje gestuurd". Type Moulijn De hardheid als bedreiging van het voetbal dus. Maar er is meer. Waar zijn bijvoorbeeld de vleugelspelers van het type Moulijn en Swart ge bleven? Swart: „Vleugelspelers, die de ach terlijn halen, zijn er niet meer. Dat komt door de trainers. Zij kiezen vaak voor twee spitsen. De buiten kanten van het veld worden niet meer bespeeld of het moet door op komende mensen zijn. Ik kan ook geen ploeg opnoemen, die een te genstander op eigen helft vast kan zetten en die dan dat bombarde ment op die goal uitvoert. Ik vind dat jammer. De vleugels zijn de enige plaatsen, waar ruimte ligt. Ajax is altijd op z'n sterkst geweest met vleugelspitsen. Vanenburg zou 't nu kunnen. Een heel goeie is dat, maar zelf speelt hij ook liever op het middenveld. Voor zijn ontwik keling is dat niet goed. Krijgt hij met z n achttien jaar een beuker op zich, of staat hij tegenover een diepgaande middenvelder, dan moet-ie mee. En dat zijn zaken, die je Vanenburg niet moet laten doen". „Toch is er één specifieke vleugel spits in aantocht. Johnny van 't Schip bij Ajax. Hij heeft die bewe ging buitenom en die goeie voorzet, maar hij is mentaal weer niet sterk". „Om het voetbal terug in het goede spoor te krijgen zou je eigenlijk congressen moeten houden met alle spelers, trainers en besturen. En maar praten over de mogelijkhe den, hoe het anders kan. Daar zou den ook buitenlandse toppers bij moeten zijn. Goede wedstrijden zijn tegenwoordig op de vingers van één hand te tellen. Vroeger zat ik op de TV zo aandachtig naar een voetbalwedstrijd te kijken, dat nie mand in de kamer iets mocht zeg gen. Nu betrap ik mij erop, dat ik tijdens een wedstrijd soms ergens anders heen kijk. Of dat ik een wedstrijd opneem, omdat ik denk dat het toch niet veel wordt. Hoor ik dan later dat 't 0-0 geworden is, dan bekijk ik 'm niet eens". Rep en Ling Na Sjaak Swart heeft Ajax nog twee vleugelspitsen gehad: Rep en 'ERDAM Sjaak Swart itbal. Nog altijd zijn bei- ilosmakelijk met elkaar inden. „Ik denk", piekert die als Sjakie en Paco :n begrip was, „dat ik lizoen nog altijd een dik- inderd wedstrijden speel. ud-Ajax, bij de oud-inter- inals, gastwedstrijden, trijden voor gehandicap- en in de zaal. Alleen de trijden met de oud-inter nals zijn er al zo'n dertig, ndertig per jaar". Ta nee houden Swarts bemoeie- e[ i met het voetbal niet op. Bij .vedstrijden van Ajax zit hij a ist op de tribune en wanneer °°$verkzaamheden het toelaten de Amsterdammer zijn oude ook in uitwedstrijden. Daar- scout hij voor Ajax. „Ik krijg 3 1 ips door van oud-voetballers, i diverse klassen trainer zijn. m'n B-trainersdiploma doe ik Ik heb het te druk met m'n irant en speel zelf nog veel te :ers1 ork d, di ucht /ooril! mid n ze cent:, ic pi dat e ho< Indei nsterdamse KNVB derdeklas- 1A is daarbij Swarts voor- werkterrein. „Een techni- aanvallend ingestelde ploeg, ijn leeftijd speel je 't beste in, maar de jongens zien me in een vrije rol op het mid- Id. Die passes over dertig, g meter. Ze zijn er nog steeds, verleer je niet, hè", plezier beleeft Swart echter zijn competitiewedstrijdjes, amateurvoetbal, waarbij het et om de knikkers gaat. Maar denkt op dat niveau te kun- oetballen heb je het mis. Stee- rijg ik twee man bij me. Moet [aan, twee man om een oude van vierenveertig uit de wed- te schoppen". 's dat ik verslaafd aan voetbal merkt hij dan hoofdschud- op. „Als ik dat groene gras il ik voetballen. Maar af en enk ik, Sjakie, waar ben je kzig?" gel 10 en e k\» Joi en g ft Ni ZuiiF an h lusei it tx r Jor tijdt rijd" URI S het in een wedstrijd op za- "jimiddag meegemaakt dat een ^Isrechter in de rust tussen echt heen en weer gegooid We stonden met 1-0 voor, toen ik dat zag wist ik dat we jjedstrijd nooit zouden winnen, j hoor, de tweede helft was net nen of die tegenstander kreeg eest gekke vrije trappen. Gek ik daarvan. En dan die ballen sloot, waar je vijf minuten op n staan wachten. Waarde- i#aan Q voetbal is om te huilen. Hard n ploeg valt aan. Ook de elende ploeg trekt zich terug et eigen strafschopgebied en ,'Jiaar naar voren lellen die bal. komt zo'n bal nog aan ook, gescoord wordt". ii heidsduel dsefl Iiin oo afscheidswedstrijd begin tus 1973 is het stil rond Siaak Een kleine twintig jaar lang ge Ajax-supporter, die daad- lijk deel uitmaakte van de itie, die vooral in de beginja- zeventig, met sprankelend il de wereld veroverde. Ra- ipulair was-ie in De Meer, mmer bescheiden nummer die als pure clubman nooit ;ta's of andersoortige valu- rak. Een échte rechtsbuiten wiens waarde in statistieken doende tot uitdrukking komt. die talloze voorzetten-op- waaraan Henk Groot ooit deel van z'n eenenveertig in één seizoen te danken looit geregistreerd zijn. Een- tig keer droeg hij het Oranje- honderdvijftig competitie- en tien „Europese" treffers hij voor zijn Ajax, waar hij ,3 danks voortdurend in de uvv van éndere begenadigde |U dualisten als Keizer en 1 stond. Of van noeste arbei- 'an het merk Neeskens. Voor lie in het seizoen '55-'56 de- temidden van sterren als J-ootc N rte Van Mourik en Anderiessen, en die nooit zou leren zich met een neder laag te verenigen, bleef betrekke lijk weinig publiciteit over. Een tendens die zich na de achtste au gustus 1973, toen „mister Ajax" te gen Tottenham Hotspur uitgeluid werd, voortgezet heeft. Sterker, Sjaak Swart hield die dag, zo leek het, op te bestaan. Restaurant Vierenveertig jaar is-ie inmiddels en vooral actief als beheerder van het restaurant van de Amsterdamse Jaap Edenhal. Zijn betrokkenheid met het voetbal is er niet minder om. „Als het zo doorgaat voorspel ik de ondergang van het voetbal". Een uitspraak, die een toelichting behoeft. Swart is er gaarne toe be reid, omdat hij nog altijd gek is van het spelletje. Swart: „Het voetbal is keihard geworden. En wat zie je? Steeds meer jonge mensen kiezen een andere sport. Iedereen is schul dig. De scheidsrechters, de spelers, de trainers, noem (naar op. Het be gint met de training. Wij trainden vroeger op techniek. Baltraining plus een beetje coftditie. De meeste conditie doe je tenslotte op in de wedstrijd.' Maar hoe gaat dat nu? De tien kilometer moet je binnen een bepaalde tijd lopen, de vijf ki lometer idem dito. Alles is geba seerd op kracht en conditie. De beuk moet erin, en alles speelt het man-tegen-man-systee.m. Ploegen, die een tegenstander onder druk kunnen zetten zijn in heel Europa op de vingers van één hand te tel len. Alle ploegen counteren. Lange lel naar voren, er achteraan, probe ren te scoren en als dat gelukt is met z'n allen t^rug". Nobby Stiles „Vroeger bestond een elftal uit acht, negen voetballers en twee, drie beukers. In Nederland, maar ook in het buitenland. Neem Man chester United. Nobby Stiles was een beuker, maar er liepen ook voetballers als George Best en Den nis Law. Tegenwoordig heeft een elftal negen beukers en hooguit twee voetballers. De rechtsback kleunt erin, de voorstopper kleunt erin, de vrije verdediger kleunt erin, en als het nog even kan kleunt ook de linksbuiten erin. Neem Kees van Kooten. Een aardi ge voetballer, maar in mijn tijd had hij nog niet in het tweede van Ajax gespeeld. Nu staat hij in het Neder lands elftal. Waarom? Hij gaat er als een gek in en is bereid overal tackles uit te voeren". „Talentjes van veertien, vijftien jaar. Ze zijn er. Ik ken er genoeg. Ze willen hun spelletje spelen, een mannetje passeren. Maar wat krij gen ze te horen? Dat ze moeten knokken. De échte voetballers zeg gen dan: „Val dood! Ik kom niet om vijfendertig rondjes te lopen". Ajax is een uitzondering. In de jeugdopleiding zitten goeie voetbal lers. En Volendam, ook prima. Maar kun jij een ander voorbeeld noemen? Dat is er niet". In elkaar geschopt „Talentjes worden in elkaar ge schopt. Laatst bij Aston Villa-Bar celona. Vreselijk. Had totaal niets met voetbal te maken maar die kleintjes zien het op de TV en den ken: „Ha lekker". Scheidsrechters treden hier te weinig tegen op. Aan schoppen wordt niets meer gedaan. Ja, je krijgt een vrije trap, maar daar houdt het mee op. Ga ie pra ten, wat iedere goede scheidsrech ter moet kunnen incasseren, dan word je opgeschreven. Zo lang dat zo is, is er weinig hoop". „Die hardheid is een ontwikkeling, die je moeilijk terug kunt draaien. In deze tijd is de agressie groter dan vroeger. Kom ik op plaatsen, waar ik vroeger gespeeld heb en ontmoet ik jongens uit die tijd, dan ga je leuk met elkaar om. Nu wil len ze je opwachten om je in elkaar te slaan". Paar stappen „Tot bepaalde hoogte kun je als aanvaller best een paar stappen doen. Neem Johan. Zodra de kee per van de tegenpartij in balbezit is, gaat Johan zo staan, dat de kee per de vrijstaande man niet kan be reiken. Veel werk is dat niet. Je loopt hooguit twee, drie meter. Maar Tscheu deed dat altijd ver keerd. Na een actie liep-ie met zijn rug naar de keeper toe weg. Lek ker nagenieten. Werd de bal dan uitgeschoten, dan lag er een gat van twintig, dertig meter. Alleen, omdat hij liep te slapen, 't Is mij ook wel gebeurd dat ik dertig me ter achter m'n man aan moest sprinten, maar altijd achter mijn man aan? Nee, maar zoiets moet je afdwingen". „In dit Ajax zit veel talent. Ik blijf zeggen, dat Ajax twee routiniers nodig heeft. Zit 't in een wedstrijd een keer tegen, dan zakt het hele maal in elkaar, omdat jonge jon gens van elkaar niets aannemen. Daarom is Johan Cruijff verschrik kelijk belangrijk. Ook al speelt hij eens een mindere wedstrijd en overdrijft hij het praten wel eens". Cruijff moet blijven „Voor Ajax zóu het prima zijn als Jphan nog een jaar blijft. Dan moe ten Vanenburg, Olsen, Molby en Rijkaard er zijn. Ik ben er van overtuigd, dat deze ploeg bij elkaar te houden is. Spanje en Italië ziin de enige twee landen, die echt meer kunnen betalen. Maar daar word je als speler acuut in elkaar geschopt. Voor Ajax moet het mo gelijk zijn die jongens een goed contract te geven. Met uitzondering van Spanje en Italië wordt het el ders meer verdienen ook minder. Ik denk dat jongens bereid zijn hier met wat minder geld genoegen te nemen, omdat daar beter voetbal tegenover staat". „Het huidige Ajax kan op een en kele plaats achterin versterking ge bruiken. Ik zou graag een voorstop per van het type Hulshoff zien. Als je goed zoekt, moet zo'n speler toch te vinden zijn". „Heel belangrijk voor dit Ajax is het opdoen van veel routine in in ternationale wedstrijden. Ik vind dat Ajax zich niet op Nederland maar op Europa moet oriënteren. En het duurt zeker drie jaar voor je rijp bent voor dat voetbal. Maar die jonge jongens hebben tegenwoordig geen geduld meer. Wordt er een keer gezegd dat ze een goede wed strijd gespeeld hebben of schrijft een krant lovend, dan denken ze dat ze er zijn.-Maar tegen NEC, NAC of tegen Celtic, HSV. Dat' scheelt nogal wat. In feite is een wedstrijd tegen HSV twee wedstrij den, zo veel zit daarin. Nu zou Ajax het tegen een dergelijke ploeg nog erg moeilijk hebben. Zoals wij het destijds in de Europa-Cupfinale te gen AC Milan moeilijk hadden. Met 4-1 verloren we. Nodig? Nee. maar Milan had al een paar Cups gewonnen en wij niet. Daarna was het onze beurt omdat wij toen die ervaring hadden". Bettine Vriesekoop „En de mentaliteit, hè. Van mezelf zie ik veel terug in Bettine Vriese koop. De drang om de absolute top hoe dan ook te halen. Bij vele jonge spelers mis ik dat". „Ik zal een voorbeeld geven, hoe fanatiek we vroeger bij Ajax train den. Op maandag hadden we altijd een kopspelletje. In die dagen was Ruud Krol nog niet zo lang bij de ploeg. Maar mooi dat hij van ons niet mee mocht doen. Omdat het met hem te vaak fout ging. Hij kon gewoon niet koppen. Later heb ik Ruud bij Ajax op de training met koppen bezig gezien. Was hij de beste. Dat zegt genoeg". „Voordat je in Europa aan de top staat, ben je met een ploeg gauw een jaar of vijf bezig. In dezelfde samenstelling. Michels deed dat bij ons erg goed. Veel spelen, zodat er vaste patronen in kwamen. - Dan kan je weinig meer gebeuren. Wij konden op balbezit spelen of een ploeg onder druk zetten. Maar daar is ontzettend veel op getraind. Dacht je dat wij bij Michels veel duurlopen deden? Nooit. We liepen wel eens, maar tot we moe waren. We deden wèl aan sprinten. Dat is erg belangrijk, die eerste meters, de rest ging met de bal. Net als Happel dat nu bij HSV doet". „Eén wedstrijd schiet me te binnen. We speelden eens in München te gen Bayern. Nul-vijf werd het. Bij na tien minuten hebben we de bi rondgespeeld. Die Duitsers kwa men er niet tussen. Kun je dat, dan ben je een groot team". Oudjes mode Heeft hij nooit het idee gekregen er te vroeg een punt achter te hebben gezet nu tegenwoordig de oudjes in de eredivisie mode zijn? Swart: „Al die oudjes is een teken aan de wand. Als een speler van 36, 37 een half jaar niet gespeeld heeft en in eens een contract krijgt.... Het is ge beurd, hoor. Pleun Strik. Hij speel de met de oud-internationals en veertien dagen later ging-ie naar VVV. En toen ik hem een keer zag spelen, was hij één van de weini gen die technisch leuke dingen deed ook". „Ik had nog zeker twee, drie jaar meegekund. Aan de andere kant kan ik nu zeggen dat ik op het hoogtepunt van m'n carrière ge stopt ben. Als ik nu ergens speel word ik nog altijd enthousiast door het publiek begroet. Dat doet me goed, een teken dat ik toch popu lair ben". „Het gekke was dat ik bij het pu bliek meer response had dan bij de pers. Ik kwam in het veld kenne lijk als een nette speler over. Nooit trammelant met een scheidsrech ter. Ach, hadden Keizer of Cruijff twee, drie goede acties, dan speel den ze in de ogen van de pers een wereldpartij. Had ik vijftien van die momenten dan speelde ik een goede wedstrijd. Ik was er niet ja loers op. Ik heb een ontzettend fij ne tijd gehad. Nog heb ik een erg goed contact met Pietje en Johan.' Joh, weet je dat die verschrikkelijk goede voorhoede Johan, Pietje en ik vroeger nog geen vijfhonderd meter bij elkaar vandaan woonde. Hoe is het mogelijk, hè?". „Ajax. Het is altijd miin club ge weest en het zal het altijd blijven ook. Zoals Wimpie Jansen een Fey- enoorder in hart en nieren is, ook al heeft hij een fijne tijd bij Ajax gehad. Acht keer ben ik kampioen geworden met Ajax, alles bij elkaar heb ik meer dan achthonderd wed strijden voor Ajax gespeeld. Mei uitzondering van de plaats van keeper op alle posities. Op tien plaatsen in het elftal dus. Wie kan me dat allemaal navertellen?". TON TERPSTRA Ling. Swart: „Rep was een gevaar lijke jongen, maar meer de man, die gelanceerd moest worden met een lange pass. Zelf was ik sterker met de bal aan de voet. En Tscheu, ja, met hem heb ik diverse con frontaties gehad. Hij zou misschien een_goeie kunnen worden, maar zijn mentaliteit is niet goed. Hij kan zich niet als een prof instellen, is te veel op jacht naar eigen roem. Dol len. Ik heb het daar met 'm over gehad maar dan is-ie eigenwijs. Tscheu was in feite ongevaarlijk voor wat hij had kunnen zijn". „Wat Tscheu wel had was, dat an deren de dupe werden van zijn spel. Schoenaker bijvoorbeeld. Heeft zich wezenloos gelopen, maar maakte op een gegeven moment zelf geen goal meer. Nu pikt-ie weer zijn doelpuntjes mee en staat hij in Oranje. Keje Molenaar is een ander voorbeeld. Ook hij moest te veel voor Tscheu doen en viel een jaar weg. Nu Ling weg is, komt Molenaar terug. En dat, terwijl Tscheu dat werkmakkelijk zelf had kunnen doen. Nee, hij is een speler, die 't altijd moeilijk zal heb ben. Denk maar aan vorig jaar. Met Jóhan (Cruijff; red.) kreeg hij ook problemen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 21