male Peter Blanker: leven tussen hits, school, bajes en Indianen Tielerwaard rustpunt in stormachtig bestaan ZATERDAG 16 APRIL 1983 over z'n vrienden verdeelt als men de zonnebril maar op z'n neus laat staan. Een gesjeesde onderwijzer bovendien. En een „tallyman" iemand die in de haven de be vrachting van schepen controleert een pantryman op boten van de Holland Amerika Lijn, een drui venplukker en een zingende zwer ver of zwervende zanger door Frankrijk. Z'n diploma's? Zwem men en mulo. Moordverhaal Waar en hoe het allemaal begon nen is? „Ik ben altijd een schrijver ge weest. Van gedichtjes en verhaal tjes. Op school al. Moest je bijvoor beeld een opstel maken met als motto „Een gezellige zondagmor gen". Maakte ik een compleet moordverhaal van. Kreeg ik het te rug met de notitie: „Als je dit alle maal zelf verzonnen hebt, een ne gen!" Tijdens m'n militaire dienst tijd heb ik een cursus journalistiek bij de Leidse Onderwijs Instelling gevolgd. En ook nu schrijf ik nog verhaaltjes. In educatieve jeugdbla den als Taptoe, Jippo en Okkie. Die ontwikkeling loopt overigens pa rallel met m'n zangcarrière. Al op jeugdige leeftijd speelde ik gitaar. Les op de muziekschool. En zingen. Dus trok ik 's zomers met m'n gi taar door Frankrijk. Zong en speel de ik als straatmuzikant m'n stok brood en een fles wijn bij elkaar. Terug in Rotterdam trad ik op in café's. In 't Roefje, de kelder van de Heinekens Hoek of in 't Kaar tenhuis. Dat was in 1963 of 1964. Zo zijn er veel begonnen. Frans Halse- ma, Ronnie Potsdammer, Job Pan- nekoek, de huidige tv-regisseur, en Gerard Cox. Op een goeie dag staat dan plotseling de grote ontdekker voor je. Mag je een plaat maken, radio gaan doen en, in mijn geval, haalde Nico Knapper me naar de televisie. Je rolt van het één in het ander. Dat is gek hoor. Toen ik nummer één op de hitlijst stond, was plotseling iedereen erg zuinig op me. Werd ik voor studio-optre dens per auto van huis gehaald. Er mag je dan niets overkomen. Ook al verdien je er zelf heel wat min der aan dan de platenbazen, je bent een VIP. Maar als je een paar we ken later weer van de hitlijst bent gedonderd, dan mag je plotseling wel weer in je oude autootje door de mist karren. Vreemd, maar waar". Vegetariër „Achteraf zeg je, het is aardig om belangrijk te zijn, maar het is nog veel belangrijker om aardig te zijn. Vaak onderga je iets, overkomt je iets, waarvan je later denkt wat een flauwekul! Of dat alleen bij mii hoort? Ik geloof het niet al twijfel ik er soms wel aan. Zo ben ik een tijdje een zeer fanatieke macro-ve getariër geweest. Heel principieel. In die tijd nam ik ook het besluit om geen STER-spotjes meer te doen. Zat ik net in deze boerderij, moest er een badkamer komen en had ik geen rooie cent meer. Vroe gen ze me voor zo'n spotje. Weg principes. Toen ik de studio in ging, voelde ik me betrapt. Dus kraag op en gebukt naar binnen. En 1.500 pietermannen voor de badkamer. Maanden later zit ik met de jongens van het Peter Blan ker Consort bij de ontwerper van een platenhoes thuis. Allemaal jon gens die door mijn fanatisme ook macro-vegetariër waren geworden. Staat de tv aan en horen ze mij in eens zingen: „Door de kou, door de regen. Waar denk je dan aan? Aan iets lekkers, dat straks op tafel komt te staan Juist ja, reclame voor een vette rookworst. Daar ging ik met m'n hele hebben en houwen. De volgende dag heb ik onmiddellijk een forse biefstuk be steld" „Kijk je op zo'n periode terug, dan kan ik mezelf alleen maar verve lend vinden. Vervelend voor ande re mensen, die ik niet op hun men selijke waarde, maar louter op hun eetgewoonten beoordeelde en ver oordeelde. Een last dus in het nor male sociale verkeer. Dat was ik". Wrange grap „Toch ben ik altijd dicht bij de na tuur, de schepping blijven staan. Komt in feite door m'n vader. Had een volkstuin met een kleine kas. Kweekte hij komkommers in. Die dingen hadden soms zo'n groei kracht, dat ze de ruitjes van dat kasje braken, M'n vader, een ver woed socialist, keek daar met ver wondering naar. Die onberedeneer bare kracht van -de schepping. Een schepping overigens, die we met z'n allen zo langzamerhand danig verziekt hebben. Als ik Van Agt één keer op wijze woorden betrapt heb, dan was het wel toen hij zei: „Als de samenleving zo hoort te zijn als ze zich aan ons voltrekt, dan is het allemaal een wrange grap geweest". Terwijl het zoveelste kopje koffie gedronken wordt, praat hij door over die Indianen wijsheid van Van Agt. Zegt zonder schroom, maar evenmin opschepperig één van de tien beste Indianenkenners van Nederland te zijn. Zeven jaar gele den las hij „De Zwarte Eland spreekt", een in de jaren dertig door John Neihardt geschreven ro man over het leven van deze in 1950 gestorven Siouxleider. Een historisch en authentiek werk, dat het leven en het denken van Peter Blanker niet alleen permanent ver anderd heeft, maar dat hem in 1975 in samenwerking met componist- gitarist Peter Sprenger bovendien inspireerde tot het schrijven van het destijds zeer bewonderde pop oratorium „Het grote Visioen van Zwarte Eland", dat gezien de hoge produktiekosten helaas slechts zes openbare uitvoeringen kende. Wijsheid „Er zijn op deze wereld veel min derheidsgroepen. Basken, Koerden, noem maar op. Misschien zou een soortgelijk boek over een van hun wijsgeren mij net zo geraakt heb ben, maar het zijn dus bij toeval de Indianen geworden. Door de eeu wen heen de grootste milieube schermers, die onze aarde gekend heeft. Hun wijsheid gaat veel ver der dan de overigens veelzeggende filosofie van het enige echte goud dat er bestaat, de zon. Ruim 250 jaar geleden al voorspelde Groot moeder Vuuroog, een Indiaanse „heilige" uit Canada, dat de wereld vernietigend zou vervuilen. Ze voorspelde dat het water zwart zou worden, de in te ademen lucht do delijk. Kortom, de wereld, de be schaving, zou eens vergaan. Maar ook profeteerde ze, dat er een nieuw volk zal opstaan. Een nieuw volk dat de wereld zal doen herle ven. De Regenboogkrijgers. Is het eerste schip van Green Peace, de Rainbow Worrier, naar genoemd. Als ik dat nu allemaal zo kort sa menvat, lijkt het misschien bela chelijk. Die profetie van Grootmoe der Vuuroog. Maar leg je de inhoud van al die historische verhalen naast het Rapport van de Club van Rome, dan is dat laatste werkstuk er alleen maar een afschrikwek kende bevestiging van. Daarom heeft men de Indianen ook nooit tot het christendom hoeven te be keren. Ze waren de meest eerlijke gelovers van en in de schepping". Als hij na een omzwerving door zijn nog immer inwendig in de stei gers staande boerderij voor me op klimt tegen het hoge boord van de Waalbandijk, zie ik die twee vrien delijk schijnende zoeklichten onder z'n petje plotseling stilstaan bij een groepje kippen, dat z'n voortuin be volkt. „Mis je er eentje?", vraag ik. „Nu niet meer. Vanmorgen was er eentje weg ja. Zeker vreemd ge weest. Hoort ook bij de natuur, de schepping". KEES JAGERS er Blanker op weg naar a'n op de achtergrond gelegen [rderij. Aan de boorden van de Waal, ergens op de grens tussen Heilouw en Herwijnen in de Tielerwaard, woont schrijver- dichter-zanger-ambtenaar Peter Blanker. In een ruim twaalf jaar geleden betrokken en bijna een eeuw oude boerderij. Samen met z'n levensgezellin, de fotografe Vicky Vandenberge en de kinderen. Een afgelegen rustpunt in het stormachtige en veelomvattende bestaan van deze Rotterdammer. Bij het grote publiek voornamelijk bekend door zijn lied „Het is moeilijk bescheiden te blijven als je zo goed bent als ik". Maar dat zingen, die optredens, vormen slechts een klein deel van Blankers werk. Hij schrijft, dicht en zingt. Louter in het Nederlands. Doodgewoon omdat hij liever heeft dat iedereen hem verstaat. Daarnaast treedt hij op met het Peter Blanker Consort, een groep veelbelovende jonge musici, met programma's voor bejaarden, volwassenen, kinderen en jazzliefhebbers. Drie dagen van de week is hij echter ambtenaar. In dienst van de gemeente Rotterdam bij de Stichting Musische Vorming. Werkt er met schoolkinderen en bajesklanten. ben eigenlijk een straatmuzi- die toevallig naar binnen ge ien is", besluit hij uiteindelijk i nog resoluut nadat we minu- lang hebben zitten dubben of nu een speelman dan wel een ibadour genoemd moet worden, n naar binnen geroepen straat- tikant, ja", herhaalt hij nadruk- jk. Of ik er maar notitie van nemen. Ondertussen beent hij een perfecte schildwacht door ot werkkamer getransformeer- jaardenstal. Of maakt zijn im- inte lichaam onverwacht klein op een Afrikaans bankie neer oldojurken. Dan weer achter het bu- i. In een comfortabele stoel. De core it uitgevallen handen komen at djhts uit z'n broekzakken als er eierkolen op een ouderwets en I rend potkacheltje gegooid moe- liljai worden. Het onafscheidelijke uldeke. nogal militaristisch ogende l^r i niet daarop naast een frivool eqr< aken gele chrysant als contrast 'symbolische gebroken geweer- gespeld, dobbert als een stuur- notendop op zijn wild golven- grijze haren. De peper-en-zout irige hangsnor geeft zijn gezicht ir zelden iets droefgeestigs, rnamelijk omdat zijn als zoek- ten alles observerende ogen kijkonophoudelijk op „pret" huin- et j) ir Blanker, de nu 43-jange zoon t) een Rotterdamse bouwvakker v jeboren in het volkse Delfsha- is voor alles, een idealist en optimist. Daarnaast echter ook and. die onze hedendaagse sa- zileving door middel van z'n Je jes maar al te graag met proble- opzadelt. Verwarring sticht duidelijkheid te verkrijgen, n iaar of twaalf geleden was Ik woonde nog in Zundert. d ik op weg naar huis bijna een tje dood. Ik heb m'n auto aan R" ant gezet en ben naar het dier- ;aan kijken. Eigenlijk had ik nooit een egel in het echt ge- En, ja hoor. Nadat het beestje - v|, eenmaal van de schrik beko- 11 i, weer ontrold had, ontdekte ik l i het inderdaad op die bekende V tse ansichtkaarten leek. Dat se, intelligente snuitje. Hele- I! Op hetzelfde moment besefte lat wanneer dat beestje inder- onder m'n wielen gekomen ajn, ik eerst had gekeken of ik lekke band had opgelopen. Op hoewel dat egeltje dus nog jlevend was, voelde ik me een ins. Dan ontstaan bij mij on- ellijk ook die gedachtenspin- die hoe dan ook tot een puur biografisch liedje moeten lei- Ik wil het namelijk altijd er over hebben. In dit geval dus een egeltje, dat onze consump- aatschappij wil inruilen voor iuisje op het land, maar is er nooit gekomen \t een auto uit de stad bij de Grote Oversteek 'hterlichaam plat chelend en hoestend iij, nèt voor hij bezweek de bestuurder vloekend lekke banden keek de egel dacht: „Hier lig ik nou as het dan mijn fout ijkt dat de mens vandaag de opei er g*r van z'n banden houdt vroeger vonden mensen mij alleraardigst beest- iets met me aan de hand" toen gaf-ie de geest! f odschap jk, dat bedoel ik nou met opza- en. Laat de mensen er zelf maar zien te komen. Waarbij iedereen is in het kiezen van z'n oplos- Al blijf ik natuurlijk wel ho- dat ze allemaal eens voor de ie zullen kiezen. Het lijkt een v *g probleempje, maar in werke- •kt Leid verpersoonlijkt dat egeltje h uurlijk veel meer dan alleen Rufa een toevallig de weg overste md diertje. Een pretentieloos „Ik ben een straatmuzikant, die toevallig naar binnen geroepen is". liedje, maar wel met een duidelijke boodschap. Een beladen begrip, ik weet het. Veel kunstenaars willen zich er willens en wetens aan ont trekken, maar het zal ze nooit luk ken. Om de doodeenvoudige reden dat iedere kunstenaar nu eenmaal iets te zeggen, iets te vertellen heeft. Een boodschap dus. Dat was vroeger al zo toen het nieuws nog door middel van liedjes verspreid werd en daaraan is ondanks alle ei gentijdse media in feite nog hele maal niets veranderd". „Het gezongen nieuws van toen ja. Getoonzet en verwoord naar de normen van toen. Is vandaag weer helemaal terug. Denk maar aan Doe Maar en al die andere succes volle Nederlandstalige popgroepen. Ben ik wel een beetje verbaasd over, ja. Voor m'n gevoel zing ik al eeuwen in m'n moers taal, maar tot nu toe hadden alleen figuren als Vader Abraham er, enkele uitzon deringen daargelaten, succes mee. En dan nog vaak liedjes, waarin onze taal regelrecht verkracht wordt. Wat denk je bijvoorbeeld van deze: „Soms scnijnt de zon en dan weer de regen". Vader Abra ham. Kan ik me ontzettend over opwinden. Is pure slordigheid. Laat zo'n man eens iets van Tollens of van Beets lezen. Leert hij niet al leen het nodige van rijmschema's, maar ook van onze taal. Zulke din gen zijn voor mij onbegrijpelijk. Zo als het voor mij onbegrijpelijk is dat kinderen, toch de meest leer gierige wezens, alles willen leren als het maar niet op school is. Ligt niet aan die kinderen. Wel aan onze onderwijsmethoden". Waarmee we onmiddellijk bij de ambtenaar Peter Blanker arrive ren. Het onderwijs en de bajes dus. Z'n voornaamste bezigheden? Het bedenken, opzetten en uitvoeren van allerlei projecten in de experi mentele sfeer. Werk dat hem ook, of misschien wel juist, als liedjes dichter inspireert, zegt hij er zelf ter inleiding van. Blozend bekent hij spontaan: „Ik vind dat werk zó verschrikkelijk leuk, dat ik het soms gênant vind er nog geld voor te krijgen ook". Dan, wakker ge schrokken van z'n eigen spontaneï teit, een haast verontschuldigende lach. Gevolgd door een minuten lang lijkende stilte. Plotseling is hij weer bij de les en vervolgt fel: „Nee, toch niet. Die betaling is meer dan terecht. In feite zou het zo moeten zijn, dat alle mensen al leen maar betaald werk dat ze echt leuk vinden zouden moeten ver richten. Zag de wereld er op slag een stuk vriendelijker uit!" Daarna een breed uitgesponnen theorie over de „verfoeilijke mam moetwet" van de vroegere onder wijsminister Cals en een heel wat mildere beoordeling van de nieuwe wet op het basisonderwijs van Van Kemenade. Je kunt er over rede twisten, maar één ding is zeker, Peter Blanker weet waar hij het over heeft. Bombardement I JIWIWIH. IWUJIBII .JUMMUl. „In Rotterdam zijn we ver. De basis voor vernieuwing wordt gelegd, maar helaas, het vervolgonderwijs sluit er nog niet op aan. Rotterdam is een moeilijke stad. Zeker qua on derwijs. Veel buitenlandse kinde ren. Taalproblemen. Cultuurpro blemen. Maar er wordt tenminste iets aan gedaan. Zo hebben we het bombardement op Rotterdam laten herleven. Is voor de kinderen op de basisscholen in feite niet meer dan de boekenkist van Hugo de Groot. Vaderlandse geschiedenis dus. Alle scholen kregen van ons een door brand beschadigde kar tonnen doos met daarin begrijpelij ke informatie over die zwarte dag aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Konden de kinderen op eigen initiatief een tentoonstel ling van maken. Met toevoeging van eigen tekeningen. Hoe zag de Goudsesingel er voor de oorlog uit? Oude ansichtkaarten. Noem maar op. Er waren zelfs kinderen die met een bandrecorder naar bejaar dentehuizen gingen om er oogge tuigenverslagen op te nemen. Die bandjes werden tijdens de tentoon stelling afgedraaid. Heel functio neel. Er zijn veertig van die exposi ties geweest. In alle wijken. Niet al leen de jeugd beseft nu wat dat bombardement voor Rotterdam be tekend heeft, ook alle oudere bui tenlandse arbeiders hebben er ken nis van kunnen nemen. Het mes sneed dus aan twee kanten. Spelen derwijs leer je op die manier kinde ren iets duidelijk te maken, dat voor hun vorming heel belangrijk kan zijn". Kunstwerk „Nu richten we onze aandacht weer op de kunst. We hebben een plastictas laten maken, die aan de ene kant bedrukt is met de blauwe lijntjes en de rode kantlijn van een schoolschrift. Die witte tas kan met een pen, potlood of ballpoint be schreven worden. Gedichten, rijmpjes en kleine verhaaltjes. Op de andere zijde hebben we een offi cieel certificaat van de Stichting Musische Vorming laten drukken, waarin wordt verklaard dat het ge schreven gedeelte een eenmalig en dus authentiek kunstwerk is. Kin deren ontdekken op die manier hun talenten, hun sterke punten. In de bajes doe ik veel aan taalex pressie. Zo hebben we eens een complete eigen bajes-agenda ge schreven en laten drukken. Met teksten van de gedetineerden dus. En natuurlijk zing ik met ze. Vaak aangepaste liedjes. Dat kan voor die mensen heel bevrijdend wer ken. Al moet ik daarbij wel erken nen, dat ik er toch nog niet hele maal achter ben of het inderdaad doorwerkt. Maar dat is de reclasse ring ook niet Schrale troost". Peter Blanker, de straatmuzikant, die „toevallig" naar binnen geroe pen werd. Pas nog zeven zaterda gen achtereen de centrale figuur in het VARA-radioprogramma „Wie in het Nederlands zingen wil" en nog geen drie jaar geleden een re gelrechte nummero één hit scorend met „Het is moeilijk bescheiden te blijven, als je zo goed bent als ik". Daarvoor de man in het kinder-tv- programma „De Holle Bolle Boom" en de geestelijke vader en vertol ker van het navrante, maar toch grappige lied over de stervende junk die z'n schaarse bezittingen Met z'n onafscheidelijke petje op de Bühne.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 19