Ook
is een
een
knipoog van
het geluk
De wijkagent
en zijn
mysterie
COLLECTEUR EEN UITSTERVEND BEROEP
ZATERDAG 16 APRIL
BRUSSEL Monsieur Philippe is,
mijn hoogst persoonlijke politie
man. Hij doet dienst als wijkagent,
en hij wil graag weten hoe het zijn
schaapjes in de buurt vergaat. Be
seffend dat hij welkom is, komt hij
zo nu en dan bij me aan om me te
vragen of alles met den Ollander in
orde is, of om me te vertellen dat
het nu toch wel tijd wordt een Bel
gische plaque (kenteken) voor mijn
auto aan te vragen.
Slechts één keer heeft hii beleefd
mijn koffie geaccepteerd, daarna
kende.hij me beter en bestelt
ook al is het tien uur 's. ochtends
een pint. Dat praat gemakkelijker,
vindt hij.
Monsieur Philippe is Vlaming,
maar hij laat zich in een officieel
tweetalige stad als Brussel is graag
met monsieur aanspreken, om ver
volgens in het Vlaams van wal te
steken.
Hij is afkomstig uit het kustplaatsje
Koksijde, waar hij als jongeling het
politie-uniform aantrok in de be
doeling het ver te schoppen. Hij be
landde in Brussel, waar hij onder
het genot van een pintje graag
praat over zijn eerste grote daad als
ambtenaar, die hem het geheim op
leverde van de verdwenen huisei
genaar. Een mysterie, dat hij graag
vergelijkt met de Maigret-
Koksijde wilde ook toen al, in de
tijd dat monsieur Philippe met on
ervaren hand zijn eerste bekeurin
gen schreef, mooie, vele verdiepin
gen tellende panden zien op de
plekken waar de oorlog villa's tot
ruïnes had gemaakt. Dat lukte zo
nu en dan, maar met de door ko
gelgaten doorzeefde villa Stanisla-
don aan de Fazantenparklaan, ja
wel, nummer 13, wist men geen
raad.
Het riante bouwsel was in 1936
voor bewoning klaar, maar in 1940
werd het verlaten en sindsdien had
niemand de eigenaar meer gezien.
Monsieur Philippe moest op onder
zoek uit. Op nummer 15 van de Fa
zantenparklaan sprak hij met aan
nemer Lammens, die de villa in
dertijd gebouwd had en vervolgens
ontrolde zich aan de ijverige poli
tieman het drama, dat hem tot op
de dag van vandaag bezig houdt.
De villa was gebouwd in opdracht
van een wit-Russische kolonel, die
na de revolutie gevlucht was en
zich, zoals zoveel van zijn landge
noten, gevestigd had in Frankrijk.
De kolonel kwam in Rijsel terecht,
waar hij bij een bank ging werken
en hij besloot het beste, dus niet
werkende deel van zijn leven in
het gezelschap van zijn vrouw, het
meisje Cousin, te besteden in Kok
sijde.
In de periode van 10 tot 24 mei
1940 werd Koksijde zwaar bescho
ten en de villa Stamsladon liep
toen de wonden op die zij nu, 43
jaar later, nog toont. De kolonel en
zijn vrouw vluchtten naar Duits
land, voornamelijk omdat de Sov
jet-Unie, waarvan hij niets te ver
wachten, maar alles te duchten
had, een verbond gesloten had met
de geallieerden. Op de vlucht werd
zijn vrouw dodelijk getroffen door
een kogel, maar hij ging door. Naar
het oostelijk deel van Hitiers Duits
land, waar de kolonel, inmiddels
hertrouwd, door de Russen n
vrijd, maar in de kraag gevat
Hij belandde voor jaren ach
tralies als straf voor het feit,
de grote revolutie niet in zij
gesloten had.
Monsieur Philippe is ervan
tuigd dat de kolonel, nu diet
90, nog leeft. „Maar", zegt I
ben eens op het spoor ge wee
deze mooie zaak. Ik ben nu
agent in Brussel en ik heb
dracht van u de bekeuring
franc wegens verkeerd pari
innen. Maar ik zou liever
dat u mij kon helpen de Ru:
kolonel op te sporen".
AAD JONGB
r V "6 F'
■ke heid
hoofdprijzen van respectievelijk een
half en een kwart miljoen gulden en
de ruim vijftigduizend prijzen per
serie kunnen er wel af. Ook bij een
aantal series van negentien per
maand, waardoor bijvoorbeeld elke
maand negentien keer een prijs van
een ton te voorschijn kan komen. In
totaal een miljoen prijzen voor een
bedrag van 35 miljoen. De penning
meesters van ons koninkrijk worden
er toch nog zo'n 150 miljoen gulden
per jaar wijzer van door rechtstreek
se inkomsten uit de Staatsloterij en
door de kansspelbelasting: 25 pro
cent voor prijzen boven de duizend
gulden. Dat geldt overigens niet
voor de hoofdprijzen van een half'
miljoen, waarover de Staatsloterij de
kansspelbelasting zelf betaalt.
Merkwaardig is het overigens, dat
de economische teruggang nauwe
lijks invloed heeft op de omzet van
de Staatsloterij. In de vette jaren is
er een duidelijke groei geweest,
maar de jaarcijfers blijven nu sta
biel. Terwijl toch te verwachten
viel, dat óf het een óf het ander zou
gebeuren: teruggang dan wel een
extra aangewakkerde speeldrift.
Noch van het een, noch van het an
der blijkt iets in de praktijk: de
le legale Nederlandse 1
spelmarkt houdt zijn omzet vai
en nabij een miljard gulden per
De Staatsloterij heeft daar als
twiste „marktleider" de helft v:
handen. Waarbij uiteraard bi
beschouwing blijft, wat we in
jaar tijd op de illegale markt
gokken. Cijfers daarover zijn
teraard niet. Maar 't is wel duidi
dat er veel omgaat in het wei
van de kansspelen: een miljard
het illegale circuithet is i
wat.
Aan het begin van dit jaar versche
nen de wervende publikaties, waar
in werd aangekondigd dat de Staats
loterij het prijzenpakket ging uit
breiden. De kans op een prijs nam
daarmee toe van één op twee en een
half tot één op twee. Vijftig procent
kans dus. Een grote reorganisatie
was er niet voor nodig, wél een he
leboel rekenwerk. De uitkomst was,
dat een aantal middelgrote prijzen
werd opgedeeld in kleinere. Het uit
keringspercentage bleef daarmee
gehandhaafd op rond zeventig pro
cent. Duidelijk werd met deze ope
ratie ingespeeld op het verlangen
van veel mensen „iets" te winnen.
Iedereen hoopt op een grote prijs,
maar slechts weinigen geloven dat
ze die ook werkelijk zullen krijgen,
al komen die grote prijzen er wél.
elke keer uit. De grotere kans op
een kleinere prijs blijkt een stimu
lans van formaat te zijn bij het mee
doen aan de loterij. Dat is in de
nieuwe opzet dan ook de essentie bijl
de Staatsloterij.
Het is voor de Staat der Nederlan
den ook echt wel de moeite waard
een alert beleid te voeren in het
oude volksspel van de loterij. De
STAATSLOTERIJ NIEUWE STIJL
DEN HAAG Waar een
mens zich toch zorgen over
kan maken als het fortuin
hem heeft opgetild naar de
staat van de groten dezer aar
de. Pas geleden kwam weer
zo iemand het hoofdkantoor
van de Staatsloterij in Den
Haag binnenschuifelen. Prijs-
lot van een half miljoen zorg
vuldig weggestopt in z'n diep
ste binnenzak. Zoals alle prijs
winnaars van dat formaat
werd hij uitgenodigd voor een
praatje met directeur Van Es
sen en daarbij maakte hij met
een zijn zorgen kenbaar: „Hoe
moet ik het nou aanleggen om
binnen te komen in de hogere
kringen? Want met mijn oude
vrienden kan ik natuurlijk
niet meer omgaan". Een rijk
man op de drempel van abso
lute armoedeHet kostte
Van Essen nog aardig wat
moeite hem ervan te overtui
gen, dat hij binnen afzienbare
tijd moederziel alleen zou
staan met al z'n geld.
Soms is het eenvoudiger gewoon
honderd gulden te winnen en daar
een nieuwe vishengel of zoiets voor
te kopen. Toch zijn het door de ja
ren heen wél de grote prijzen ge
weest, die de Staatsloterij zo tot de
verbeeldingskracht lieten spreken.
Vroeger was dat nog veel sterker.
Meer dan tweehonderd jaar lang is
het bedrag van de hoofdprijs hon
derdduizend gulden geweest. Een
bedrag waarvoor je, bijvoorbeeld
aan het begin van deze eeuw, bijna
letterlijk de sterren van de hemel
kon plukken. De mensen stonden
dan ook in lange rijen voor de bu
relen van de collecteurs en de col-
lectrices van de Staatsloterij om lo
ten te kopen. Om het geheel van
dat gebeuren heen was een cirkel
van geheimzinnigheid getrokken.
Als de dorpssmid tegen z'n vijftig
ste jaar was uitgesmeed en rustig
ging leven van zijn zuur verdiende
geld, heette het al gauw: „Vast en
zeker de honderdduizend in de
Staatsloterij gewonnen".
Helemaal gezond was die situatie
ook weer niet en de Staatsloterij
begroette dan ook met instemming
een nieuw tijdperk, waarin toch
wat anders tegen het instituut werd
aangekeken. Het is nu meer een
vaderlands familiespel geworden,
waarin de uitschieters nog wel voor
een aardig fortuin kunnen zorgen,
maar waarin het grote aantal klei
nere prijzen eigenlijk de voornaam
ste attractie vormt. Dat verklaart
ook het veelvuldig spelen met klei
nere eenheden, zoals de befaamde
„vijfjes". Ze kosten maar vijf gul-
Interieur van de Ridderzaal in 177
Links en rechts boekenstalletjes, o
voor de trekking van de Generalit
den in plaats van vijfentwintig, ge
ven recht op een vijfde deel van de
prijs die op het lotnummer valt,
maar wie er een stuk of wat tege
lijk neemt heeft uiteraard meer
kans. Geroutineerde spelers zetten
soms hele systemen op met allerlei
eenheden en nummers, maar het
resultaat daarvan is twijfelachtig.
Gelukkig maar, want als zoiets wel
resultaat zou hebben rammelt er
iets in de organisatie van de loterij:
zelf en dat is allerminst de bedoe
ling.
Zo vindt ook de trekking niet
plaats via een rad van avontuur of
zoiets, maar er is een elektronisch
apparaat, ontworpen door de Tech
nische Hogeschool in Delft, waar
geen enkel foefje mee uit te halen
is. De trekkingen ia een vertrek
aan het Haagse Binnenhof zijn
trouwens openbaar en wie zich
daartoe geroepen voelt, mag bij de
trekking op de knop drukken die
het apparaat in werking stelt.
naar een gravure van B. Mourik.
het podium de roterende trommel
ts Lotery.
Clubjes
Nooit is overigens verklaard, waar
om van oudsher in het Westen van
het land meer gespeeld wordt dan
in Noord, Oost en Zuid. Er komt
verandering in sinds ook loten per
giro en later wellicht ook via de
bankrekening gekocht kunnen
worden, maar merkwaardig blijft
het. Bij de kentering spant Zuid-
Limburg onbetwist de kroon: de
omzet ging hier in tien jaar tijd van
één lot op 34 inwoners naar één op
elf. In het Westen is die verhou
ding één op zeven en daarmee
bleef het beeld ongeveer gelijk. Het
Oosten komt voor de dag met één
op tien, inmiddels in tien jaar tijd
toch ook al een verdubbeling.
Over „speeltrouw" heeft de Staats
loterij niet te klagen. Tot voor kort
speelde 75 procent van de min of
meer vaste deelnemers in bijna
Zeven gulden betaalt collecteur der
Staatsloterij G. de Wilde uit aan
een van de eerste klanten, die zich
daags na de laatste trekking bij
hem meldt. Een jonge man, die het
luttele bedrag athteloos in z'n zak
steekt. De Wilde kijkt hem even
aan en zegt droogjes: „Ik zou er wél
meteen mee naar huis gaan als ik
jou was".
De Wilde behoort tot het uitster
vende korps van beroepscollecteurs
bij de Staatsloterij. Nieuwe collec
teurs en collectrices worden al
sinds geruime tijd niet meer aange
steld. De verkoop gaat naar de „de-
elke loterij mee. De recente daling'
in deze sector tot 66 procent wordt
grotendeels toegeschreven aan het
uiteenvallen van veel clubjes, die
in bedrijven spelen. De werkloos
heid heeft heel wat van die kringe
tjes uit elkaar gehaald. Ook de con
currentie is toegenomen, een feno
meen dat moeilijk in cijfers is te
vatten, maar waarvan men wél een
beeld heeft. Zo is volgens gegevens
van het ministerie het aantal deel
nemers aan de Lotto afgenomen,
bij een overigens groeiende omzet.
Het pas geleden begonnen Lotto-
cijferspel lijkt volgens diezelfde ge
gevens een behoorlijke groeipoten
tie te hebben. De Algemene Loterij
Nederland vertoont eveneens een
positieve ontwikkeling.
Bij de opening van het nieuwe
Staatsloterijgebouw, vorige maand,
trok staatssecretaris Koning de
conclusie, dat de speler iets minder
honkvast is geworden. Hij speelt
wellicht een trekje van deze
tijd ook wat meer individueel
en mogelijk in meer loterijen tege
lijk. Koning kon zich bij die gele
genheid zeer wel vinden in de
nieuwe initiatieven van de Staats
loterij, waarbij de potentiële klan
ten „opgezocht" worden op de
plaats waar ze spelen: thuis, via de
krant, de radio en de televisie.
„Wéér een niet"
In dat kleine kringetje van „thuis"
heeft ook eigenlijk altijd de kracht
van de Staatsloterij gelegen. Nog
nooit is het vertoond dat een beleg-
bitanten", winkeliers die het lote
rijkantoortje onderbrengen in hun
bedrijf.
Hét is echter vér van De Wilde
en van zijn meeste overgebleven
collega's de zaak nu ook maar
aan de kant te doen. Velen van hen
zijn opgegroeid in dit werk of doen
het tenminste al jaren lang. Ze vin
den het een heel apart vak, waarin
van alles te beleven valt en waarin
ze prettige contacten kunnen on
derhouden met allerlei mensen.
Ook De Wilde mag zich verheugen
in een uitgebreide kring van vaste
klanten. Het gesprek gaat dan ook
gingsmaatschappij een partij loten
opkocht met het oogmerk daar een
flinke winst uit te halen, 't Is hele
maal hét terrein van de modale
Nederlander, die zijn schouders
kan ophalen over „wéér een niet",
blij kan zijn met een prijs die even
modaal is als hijzelf en in de wol
ken met een echt grote meevaller.
Een beetje kwaad wordt hij hoog
uit, als „het" maar één cijfer
scheelt, maar als 't goed is gaat ook
die opwinding gauw voorbij.
En tóch komt er elf keer per jaar
de julimaand wordt overgesla
gen vanwege de vakanties ié
mand met zo'n lotpapiertje naar
Den Haag, in de onomstotelijke ze
kerheid dat hij daar straks een
cheque van een half miljoen voor
zal krijgen. Zonder formaliteiten of
wat voor plichtplegingen dan ook.
Het enige officiële cachet is het
kopje koffie in de kamer van direc
teur Van Essen.
Verbluffend vaak komt dan aan
het licht, dat de bezitter van het lot
nauwelijks weet, wat hij met al dat
geld moet beginnen. Maar 't is ook
niet zo, dat hij dan zegt: „Och, hou
den jullie het maar".
De middenweg is, dat hij met de
koffie en met de cheque het advies
krijgt een financieel deskundige te
raadplegen over de besteding van
het geld. Dan nóg bestaat de kans
het is gebeurd dat hij vraagt
hoeveel dat wel gaat kosten.
'Het is niet iedereen gegeven een
knipoog van het geluk' te beant
woorden met een glimlach
AAD SCHOUTEN
Direc
P. G.
Essei
c°nsi;„Te
paarc
met
voldoL
op h< I.
score >t
dat dhts i
omzejse ei
wor
i
niet altijd alleen over de staatslo
ten. Er is zoveel meer op dit onder
maanse, waarvoor je belangstelling
kunt hebben. Als het wél over de
loten gaat, is er ook gesprekstof ge
noeg. Veel klanten willen beslist
bepaalde nummers hebben, die De
Wilde dan nauwgezet opzoekt. Met
ingewikkelde combinaties heeft hij
ook geen moeite, maar hij wil er
dan wel eens waarschuwend bij
zeggen: „Je moet de loten laten
spelen en niet zelf het lot willen
bepalen". Als dat laatste het geval
is staat immers de deur open voor
allerlei vormen van bijgeloof. En
In de rij voor het kantoor van de collecteur om een lot te kopei
beeld van zo'n tien jaar geleden. Nu kunnen de loten ook per
kocht worden.
dat hoort er eigenlijk niet
Veel gekker is nog, dat
sen helemaal niet verder
er eenmaal een prijsje op
gevallen. Menigmaal moet
de hen er op attenderen, dat
meer kansen aan een lot vper°'
den zijn.
Een beetje treurig wordt
als mensen tegen hem
„Mooie baan heb jij toch,
vast wel wat méé van je
naars". duid
't Kan namelijk ook een
baan zijn zónder dat.