Gat in de markt nachtmerrie voor boekenuitgevers en De Slegte lacht in zijn vuistje ZATERDAG 26 MAART 1963 We komen boekenplanken te kort. Honderd miljoen boeken produce ren de nijvere uitgevers jaarlijks. Alleen de vraag op wiens plank ze moeten komen te staan kan niet be antwoord worden. De planken van de uitgevers, het centraal boekhuis en ramsj-koning Jan de Slegte zijn weliswaar van een gigantische leng te, maar daarvoor is de pennevrucht van de schrijvers niet bedoeld ge weest. De televisie is door sommigen als de grote concurrent van het boek ge zien. Deskundigen beweren echter dat het zo'n vaart niet zal lopen. In Amerika is gebleken dat de Ameri kanen die toch van 's morgens vroeg tot 's avonds laat televisie kunnen kijken, niet minder boeken zijn gaan kopen. Mede met het oog op de boeken week, die afgelopen donderdag is begonnen, een kijkje in de keuken van de boekbereiders: uitspraken van uitgevers, de idealisten die den ken met een rustig beleid de malai se wel te kunnen overleven; de roep om een bijdrage voor auteur en uit gever van bibliotheeklezers én de vaste prijs van het boek, het enige artikel in Nederland dat nog een vaste prijs kent. Loslaten daarvan zou volgens Stef Bertina die spreekt namens de boekhandelaren de doodsteek van die boekhandel zijn. En wat dacht u van het aankomend schrijverstalent dat dan niet meer aan de bak zal komen? Veertig procent van het aantal titels zou daardoor gaan verdwijnen, een fractie van de titels zal goedkoper worden, maar een behoorlijk aantal wordt duurder. De consument zal dus nog meer moeten betalen. Lijnrecht tegenover Bertina's op merking staat die van boekhande laar/uitgever Ad ten Bosch uit Zut- phen. Hij zegt dat het loslaten van de vaste prijs de boekhandel verlos sen zal van de boekenclubs. Er zul len ook diverse boekhandels moe ten sluiten. Ten Bosch zelf wellicht ook. Maar dat heeft hij over voor de goede zaak. Wie een gat in de boekenmarkt zoekt valt er zelf in. Het is een nachtmerrie geworden voor de Ne derlandse uitgevers. De surfsport komt opzetten met windkracht ne gen. Wat doen attente uitgevers? Ze zoeken een deskundig auteur en binnen de kortste keren rolt het eerste boek over deze nieuwe volks ziekte van de persen. Maar daar blijft het niet bij. Binnen een half jaar staan minstens tien er op lijken de titels op de boekenlijsten waar mee de boekhandelaren worden be dolven. Is het een wonder dat geen van de boeken een echte bestseller wordt? Ramsj-koning De Slegte lacht in zijn door veel boekverko pers gevreesde vuistje. Binnen af zienbare tijd kunnen de surfers bij hem terecht Neem de groenboekerij van Zomer en Keuning. Een succes van de eer ste orde. Binnen de kortste keren begeven zich echter zeven andere uitgevers op het groene succespad en zorgen ervoor dat de spoeling zo dun wordt als drijfmest. Nu is mest nodig om de tuin nog groener te krijgen, maar onder die enorme hoeveelheid groenboeken bevindt zich veel shit. De consument ont dekt dat over het algemeen pas als hij thuis op z'n gemak het boek leest. En de uitgevers? Zij vinden al lemaal dat de ander maar moet stoppen met het maken van die prullaria. Ze kunnen de eigen boe zem gewoon niet vinden Het boek is nog steeds het enige artikel in Nederland dat een vaste prijs kent. pn Roozendaal: ïrouwe lezers Jijven boeken )pen decht gaat het in de boeke- geverij? Mr. G. J. van Roozen- 1 voorzitter van de Koninklijke erlandse Uitgeversbond, door tenners KNUB genoemd, zegt er geen sprake is van malaise, hele economie is wat minder. maken daar geen uitzondering Jzegt hij. Nu zijn uitgevers crea- e mensen, dus ze zullen wel iets Ttiefs bedenken om als dat no- mocht zijn uit de rode cijfers te ,qen. Veel kleine uitgeverijen en worden in steeds toenemen- mate opgeslokt door grote con- ®s. Meestal ten faveure van het ^oneel dat ineens de voordelen een cao-loon ontdekt en ken- laakt met de zegeningen van 8-urige werkweek. Roozendaal ontkent niet dat .met de uitgevers van encyclo- een minder goed gaat. En wat 1 inken van de educatieve uitge ef In deze tijd van onderwijsbe- aïgingen en kopieerapparaten ze in een dal. nde koopkracht ja, maar de 'cive lezers blijven volgens Van H endaal boeken kopen. ,e boek is het enige artikel dat een vaste prijs kent Er is geen n verkoper die er mee gaat rom- n. De straf is vreselijk. Hij zal f boeken meer geleverd krijgen at is fnuikend voor een goed 'tioneren van een boekhandel. is duidelijk. ^>rijs van een boek geldt voor jaar. Daarna mag het bij wijze spreken voor een dubbeltje ocht worden. Alleen bij de enclubs kan de consument de en 20 procent onder de win- ijs krijgen. De portikosten zijn ;r voor zijn rekening. Een vergeten nadeel waar de boe- lubs niet zo sterk de- nadruk ggen. open donderdag, bij de ope- van de boekenweek, heeft Roozendaal gezegd dat in 1982 tens evenveel of meer algeme- >oeken zijn verkocht dan in en dat de totale omzet steeg zo'n 14 miljoen gulden tot zo'n ige 650 miljoen. De vette jaren echter voorbij. De consument t minder te besteden, kleinere ;en hebben hogere prijzen tot Ig. Kortom de cirkel is rond. jganisaties bij uitgeverijen heb- 1 plaatsgehad en staan er nog komen. *ke soelaas kan titelbeperking •en? Van Roozendaal: „We heb- Vorig jaar al vier procent min- ititels gehad, maar men moet ongenuanceerd om titelbeper- I roepen. De uitgever moet nu aal produceren om te kunnen m voortbestaan. Dus auteurs ken, fonds opbouwen, fonds jieuwen. .triand het goede boek gelukkig £el plaatsen te koop is. De vas- lijs van het boek is daarbij een Jute noodzaak, zegt de werkge- Vertegenwoordiger. ^Roozendaal is warm voorstan- yan de invoering van leengeld. JDncurrentie van de bibliotheek miskenbaar groot. Twee kwar- per boek zou de consument lên betalen als hij een boek in libliotheek leent. Een kwartje Mr. G. J. van Roozendaal: „In deze tijd van onderwijsbezuinigingen en kopieerapparaten zitten de educa tieve uitgevers in een dal". voor de auteur en een kwartje voor de uitgever. Minister Brinkman heeft zich voorstander van dat sys teem getoond. „In Engeland en Scandinavië doet men het ook", zegt Van Roozendaal niet zonder enthousiasme. En de consument? „Och hij zal er wel begrip voor hebben", veronderstelt hij. Mentaliteitsombuiging is nodig. Het kind dat nu zijn zakgeld opmaakt aan snoep en frites zal moeten le ren dat leesvoer ook voer is en wat kost. Armoedzaaiers dus die auteurs? Van Roozendaal schudt het hoofd. De echte bestseller-auteurs komen goed aan de kost, die hebben dat kwartje ook eigenlijk niet nodig. Maar er zijn zoveel auteurs, die niet bij de top-tien horen. De opbouw van de prijs: tien pro cent voor de auteur of vertaler, twintig procent kosten uitgever, vijf procent winst uitgever, twintig procent technische kosten, vijf pro cent voor de grossier en veertig procent voor de boekhandel. Van Roozendaal komt op voor die veertig procent van de boekhandel. „Vergeet niet dat ze veel in huis moeten hebben, renteverlies dus. Afschaffen van de vaste prijs zou de doodklap voor veel boekhandels betekenen. De grote jongens zullen dan met de markt gaan strijken. Het aanbod zal verschraald wor den. Een goed boek zal dan op het platteland niet meer te koop zijn. Een onzalig toekomstbeeld". En de uitgever? Hij kan zonder bestsellers niet gokken. Volgens Van Roozendaal is er geen reden voor paniek. Een voorzichtig uitga ve- en oplagebeleid zal de meeste uitgeverijen door 1983 heen lood sen. En daarna? „Daarna zal het beter gaan", zegt Van Roozendaal die zichzelf geen doemdenker noemt. Bertina: „Boekenclubs beconcurreren elkaar op leven en dood" Het gaat niet goed in de boekhan del. Maar ook niet zo slecht als in de overige detailhandel, stelt Stef Bertina, hoofd adviesdienst Neder landse boekverkopersbond vast. En hij kan het weten, want hij doet re gelmatig marktonderzoek. De toenemende vrije tijd werk loosheid, vervroegde pensionering heeft de vraag naar doe-boeken doen toenemen. Maar omdat iedere uitgever het gat in de markt drie maal vult is er een enorme over- produktie. De boekhandel fungeerde vroeger als criticaster voor wat de uitgever op de markt wilde brengen. Dat was in de tijden dat de distributie slecht georganiseerd was. Als de boekhandelaar een titel niet zag zitten nam hij het boek niet, omdat hij pas korting kreeg als hij flinke hoeveelheden afnam. Tegenwoor dig is z'n totale afname maatstaf voor de korting. En omdat het boekhandelskanaal zich niet leende voor hoge omzetsnelheden kwa men de supermarkten op een gege ven moment op de proppen. Niet gehinderd door enig verstand, van zaken gingen de supers ook boeken verkopen. Bestsellers liefst. De krenten uit de pap van de boek handelaar. En wat kon de arme man toen het beste doen: z'n assor timent verbreden. Meer titels dus. In 1969 hadden de boekhandelaren in Nederland gemiddeld 2500 titels op de plank staan. In 1976 waren het er gemiddeld al 7000. Markton derzoek naar wat de lezer wel en niet wil is erg duur. Volgens Berti na kan de boekhandel door de uit gevers nog veel meer dan op dit moment gebruikt worden als ver vanger van dat marktonderzoek. De boekhandelaar moet dan zeggen of hij een bepaald boek wel of niet ziet zitten. Nu overspoelt de uitge ver de boekhandelaar met boeken waarvan hij niet weet of de consu ment er wel behoefte aan heeft. Waarom geeft de uitgever dan niet wat meer geld uit aan reclame? Bertina: „Neem nu als gemiddelde prijs van een boek twintig gulden. Bij een oplage van vijfduizend spreek je dan over een omzet van een ton. Als de rekening van de drukker betaald is blijft er geen marge over voor reclame". Bertina heeft een scherpe kijk op de resultaten van de boekhandels. Veel boekhandelaren, die op de pu- blieksmarkt georiënteerd zijn (het zogenaamde A-boek) hebben grote kans op een negatief resultaat. Oor zaak is het fenomeen boekenclub. Die clubs hebben in de jaren zestig een groot marktaandeel verwor ven. Ze hebben weliswaar vorig jaar honderdduizend leden verlo ren, maar volgens Bertina waren dat vast niet de meest enthousiaste boekkopers. Die boekenclubs be concurreren elkaar overigens op le ven en dood. De aanbrengpremie is vaak bepalend voor de ledenaan- was. Als de consument de bestseller lie ver bij de boekenclub of in de su permarkt haalt, zadelt hij daarmee de boekhandelaar op met immense problemen. Die moet veel kosten maken om zijn boekenbestand op peil te houden. Niet dat er de laatste tijd veel boek handelaren amechtig, compleet met maagzweer en hartklachten heb ben afgehaakt, maar de situatie is wel zorgelijk. Is een boekhandel verkoopbaar? Bertina trekt een be denkelijk gezicht en zegt: „Moei lijk". Op het platteland hebben al veel boekhandelaren het moede hoofd in de schoot van een bewindvoer der moeten leggen. Aan de andere kant neemt het aantal papa- en mamastores toe. Zo noemt Bertina de winkels waarvan 'n echtgenoot een inkomen uit andere werkzaam heden haalt. Trots zegt hij dat de arbeidsmotivatie in de boekhandel groot is. Dat komt door de ambian ce. Het aantal academici dat voor een betrekkelijk eenvoudig loon in de boekhandel werkt is groot. Het maakt overigens weinig uit of je bij een kleine zelfstandige werkt of bij een Bruna-zaak. Even plezierig. Maar wel fijner dan bijvoorbeeld in de supermarkt bij Albert Heijn. Een kwestie van sfeer dus. Bertina heeft onderzoek gedaan naar de gevolgen van het loslaten van de vaste prijs. Veertig procent van het titelaanbod zal verdwijnen. Wat overblijft is een fractie goed koper. Een behoorlijk aantal titels zal echter een stuk duurder wor den. Maar het verdwijnen van het aantal titels is het meest onrustba rende. Positieve effecten op de markt, zoals voorstanders van het loslaten van de vaste prijs willen doen geloven, zijn er volgens Berti na niet. De leenvergoeding voor auteur en uitgever is volgens Bertina reëel. Maar daar zou dan de boekverko per ook bij moeten horen. Het zou volgens hem echter te gek zijn als dat drietal geld zou krijgen en de bibliotheek zou afkalven. De bi bliotheek heeft een zeer essentiële functie in onze samenleving. „Voor mij mogen die twee kwartjes in de bibliotheek blijven als daarmee nog meer voorlichting aan het publiek zou kunnen worden gegeven", zegt hij. De distributie van boeken gaat gro tendeels via het Centrale Boekhuis in Culemborg. Een instituut dat door boekhandel en uitgevers wordt betaald. In het leven geroe pen uit pure noodzaak, omdat al die eentjes (vakjargon voor bestel lingen van een boek) te veel gingen kosten. Alle uitgevers hebben van hun titels een aantal exemplaren in het Centraal Boekhuis staan. Dan zijn er echter nog vijftig uitge vers, die ook rechtstreeks aan de boekhandel leveren via hun eigen distributie-apparaat. Verder is er nog zoiets als het Uitgevers-distri butiecentrum waarin 23 uitgevers van literaire boeken en kinderboe ken zijn verenigd. De uitgevers die zelf distribueren doen dat voorna melijk in grotere hoeveelheden. Die hoeveelheden slinken echter met de week. De overproduktie leidt tot enorme voorraden. Hoewel de boeken die te veel gemaakt zijn hun weg via de Ramsjkanalen wel vinden, kosten ze de uitgevers geld. Voor anderhalf jaar voorraad ligt op de planken van de uitgevers. Da's niet niks. Schriks: „Voor de consument gaat het prima" Uitgever Chris Schriks uit Zutphen (Walburgpers) leest alle manuscrip ten persoonlijk door en sehrijft ver volgens een uitgebreide beoorde ling. Tweehonderd vijftig manu scripten per jaar. „Je moet oppas sen dat je er niet te veel tijd in gaat steken", zegt hij. Schriks verzet zich al sinds jaar en dag tegen medewerking aan ramsj opruiming. Hij stelt voorzichtig de oplagen vast en zit er zelden of nooit naast. Op de vraag of het goed gaat met het Nederlandse boek zegt hij wat cryptisch: „Voor de consument gaat het prima". Voor het betere literaire werk is een groeiende belangstelling. De scholen hebben daartoe bijgedra gen. Schriks komt veel werk tegen waarvan hij uit ideële gronden meent dat het moet worden uitge geven. Vaak kan dat niet zonder steun van de overheid. Het fonds van de Walburgpers omvat een kleine 400 titels. Het kopieerapparaat is zo langza merhand een flinke concurrent ge worden voor de producenten van wetenschappelijk werk. Schriks: „We leveren een wetenschappelijk boek aan de Antillen. Er staan 50 studenten op de lijst, dus je denkt: twintig boeken. Bestelt die boek handelaar op Curasao twee exem plaren. Een half jaar later bestelt hij er weer twee. Vragen wij hoe dat nu komt. Zegt de man: „De vo rige twee zijn van ellende op het kopieerapparaat uit elkaar geval len". Schriks wil niet spreken van ma laise in de boekenverkoop. „De grote massa praat je niet zo gemak kelijk een goed boek aan. Een be langrijke lezersgroep is die met in komens tussen de vijftig en tachtig mille. Maar ja, de kinderen gaan studeren, ze vallen overal net bui ten de boot. Dus abonnementen op boekenreeksen worden geannu leerd en er worden minder boeken gekocht". Schriks is bezig met de laatste en cyclopedie voor de Nederlandse Antillen. Het wordt een coproduk- tie met Elsevier. Een prachtig boek over Alva, de ijzeren hertog maak te hij pas nog samen met Kluwer. Schriks' enige wens is dat zijn boe ken gezag krijgen. Dat ze vaak in literatuurlijsten, bij bronvermel ding worden genoemd. Zijn duurste boek kost 900. Het is een molen map, die over de hele wereld wordt afgenomen. Is die prijs bepalend voor de afname? Schriks: „Welnee, ik heb boeken die ik voor vijf gul den ook niet kwijtraak". In een tijd van doemdenkers blijft Schriks gewoon doorgaan met mooie dingen. „Wij willen horen bij de overlevenden", zegt hij met grote vastberadenheid. Van der Heide van Thieme: „Uitgevers van schoolboeken worden in de knip getroffen" De daling van het leerlingenaantal en de bezuinigingen in het onder wijs treffen de uitgevers van schoolboeken in de knip. Toch zegt uitgever Carel van der Heide van Thieme uit Zutphen dat hij nog niet te klagen heeft. Thieme teert op het succes van een aantal goed lopende leermethodes. „Naar aan leg en tempo" bijvoorbeeld, is zo'n boekje waaruit veel Nederlanders de rekenbeginselen met wisselend succes hebben geleerd. Thieme, een van de weinig nog zelfstandige uit gevers op het terrein van school boeken heeft pasgeleden een hy permoderne versie op de markt ge bracht. Voor vier- tot twaalfjarigen, dus mikkend op de basisschool. Niet alleen zijn voor de rekensom men de prijzen van de aardappelen en witlof aangepast aan de huidige tarieven, de illustraties zijn ook ge heel en al van deze tijd. Het boek vliegt ook nu weer naar de scholen toe. Thieme blijft zoeken naar nieuwe methoden en ontwikkelt ze ook. Zorgelijk kijkend zegt Van der Heide dat alleen de ontwikkeling al een paar ton kost. „Een enkele mis kleun en je kunt je faillissement aanvragen", zegt hij, z'n eigen ver antwoordelijkheid onderstrepend. „Nu ja, een enkele miskleun, laten we zeggen een paar Een uitgever van schoolboeken moet ook naar nieuwe wegen zoe ken om zijn personeel aan het werk te houden. Wie bepaalt nu of een methode wordt uitgegeven. Hoe zichtbaar is een gat in de on derwijsmarkt? Van der Heide: „Een duidelijk gat is er zelden. Je geeft zo'n boek uit als je zelf denkt dat er behoefte is. Of wanneer een schrij ver uit vaak ideële overwegingen zijn ei kwijt wil". Idealisme is goed maar de uitgever moet er commer cieel iets mee kunnen doen. De kans op overlappingen is in onder wijsland groot. Er zijn namelijk veel idealisten en evenzoveel uitge vers, die brood op de boekenplank willen. Van der Heide is er trots op Carel van der Heide van Thieme teert op het succes van een aantal goed lopende leermethodes, zoals onder meer „Naar aanleg en tempo", het boekje dat hij hier toont en waaruit veel Nederlanders de rekenbeginselen met wisselend succes hebben geleerd. gebruiksboeken te verkopen. Boe ken waarmee gewerkt kan worden. Boeken, die na een keer te zijn uit gelezen niet als woonkamerstoffe ring worden gebruikt. Ten Bosch: „Geen goed woord voor huidige onderwijs vormen" „Ach, laat me niet lachen. Afschaf fen van de vaste prijs is niet de doodsteek voor de boekhandel, r voor de boekenclub". Ad ten Bosch uit Zutphen, boekhandelaar en uitgever van literaire werkjes trekt een vies gezicht. „Waarom die vaste prijs? Om dat honderdste plantenboekje te beschermen?. Welnee, je zou eerst eens moeten vaststellen wat tot de cultuur be hoort en die boeken zou je dan kunnen beschermen met een vaste prijs. Laat dat nu eens twintig pro cent van het aanbod zijn. Dan houdt het wel op". Ten Bosch heeft een cynische blik op de uitgeverswereld. Er is van daag de dag bijna geen uitgever, die de vaste prijs niet ondermijnt, zegt hij. Gesjoemel dus, ondanks de afspraken. Er zijn volgens Ten Bosch uitge vers, die bij de boekenclubs aan kloppen met een bepaald werk en er dan ook nog een paar honderd naar de boekhandel laten stromen. Om de boekenclubs de mogelijk heid te geven in hun folder een forse hogere winkelprijs af te druk ken. Volksverlakkerij. Ten Bosch in tegenstelling tot Schriks heeft geen goed woord voor de huidige onderwijsvormen. Over een paar jaar krijgen we een koekje van eigen deeg. De belang stelling voor literatuur neemt in ij- zelingwekkend tempo af. Een havo-scholier heeft geen flauw be nul van literatuur. Het wordt in de hand gewerkt door sommige lera ren die de kinderen laten kiezen uit twintig boeken. Veel leraren hebben de laatste jaren de litera tuur onvoldoende bijgehouden. De twintig boeken zijn dan ook titels uit het grijze studieverleden van de leraar. Als leerling moet je geluk hebben met je leraar. Er zijn er volgens Ten Bosch namelijk ook veel die wel begaan zijn met hun vak. Het niet aankweken van interesse voor literatuur op school heeft zijn weerslag op de smaak van de con sument. Ten Bosch bracht onlangs een boek van Harry Mulisch uit. „De gezochte spiegel", een geheide bestseller dacht de Zutphense uit gever. Hij heeft dat inmiddels maar vergeten. Aan de binnengekomen bestellingen kon hij afleiden hoe voorzichtig de collega-boekhande laren zijn geworden met hun in koop. Maar komt dat niet omdat hij het heeft uitgegeven en niet de be kende uitgeverij met een gestroom lijnd publiciteitsapparaat? Ten Bosch: „Dat zou ook kunnen, want neem nu de uitgaven van de Arbei derspers, die worden altijd keurig gerecenseerd in Vrij Nederland. Logisch ze zitten in hetzelfde con cern". TON HISSINK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 15