Duitsers massaal
gelokt door water
Ranschbach
van
Brandweer Ubbergen
duldt geen vrouwen
Reactie wel
begrijpelijk
PARIJS
apSIJTHOFFPERS
MNENLAND/BUITENLAND
SaidóaQowuvnt
VRIJDAG 25 MAART 1983 PAGINA 17
onze correspondent Ge-
Kessels)
^'SCHBACH Uren
de rij met jerrycans.
|e mensen, zieke men-
Tot de enkels in de
dder schuifelen ze naar
n tot ze aan de beurt
Aan de beurt om een
r liter water te tappen
het kraantje bij het
'J riabeeld in de wijnvel-
Ranschbach.
nt daar twijfelen de
htenden niet aan: uit
bron stroomt wonder
en Zo stond het toch
Pild"?
|s het boulevardblad op 16
uari over het „wonderwa-
schreef, is Ranschbach
ichbach niet meer. Meer
200.000 mensen zijn zich
het heilbrengend water
V en laven. Sommigen zo
den met jerrycans, dat ze
Ir treffende gelijkenis verto-
ijl met het bekende Miche-
0 nannetje.
kwam met een oud ver-
De twaalfjarige Ulrich
h uit Ranschbach viel in
school bij het turnen
ïlfcijn hoofd. Hij zag niets
Zijn moeder, een trouwe
ls ekster van Maria von Kal-
runn, gaf hem elke dag
beetje te drinken van het
water. En zie: Ulrich
fhet licht in zijn ogen te-
'recies overigens, zoals de
ren voorspeld hadden,
gepensioneerde pastoor
Ranschbach, Josef Keiser
zijn nopjes met het
verhaal. Hij probeert al
het vergeten bedevaart-
sje Ranschbach nieuw le-
in te blazen. Meteen toen
room op gang kwam had
een brochure klaar lig-
waarin gesproken werd
hele series wonderen. Èn
die zestiende februari
het Ranschbacher bron-
ir nog medische kracht-
Jiren hebben verricht,
e dag krijg ik telefoontjes
mensen, die zeggen dat ze
jmen gezond zijn gewor-
na het drinken van het
zegt de 39-jarige bur-
•ester Hans Dieter Schert-
zonder met de ogen te
jeren. „Als u wilt kunt u
rt en treffen". Gelooft hij
'n het wonderwater?
natuurlijk niét", haast
ch. „Maar weet u wat het
•oegt hij er filosofisch aan
„hoeveel water drinken
u igenlijk nog?'Water is erg
vi id, maar wij drinken het een busje wordt het water
meer. Misschien reageert door de wijn velden terugge-
bracht naar het dorp. In de
kantine van de plaatselijke
voetbalclub kunnen de water-
pelgrims een jerrycan kopen,
maandag is de bron afge- Voor tien mark. „Dat wordt
n. In het weekeinde heeft wel minder", verontschuldigt
in nachtelijke vechtpartij Scherthan zich. „Maar we heb-
sgevonden bij de bron. ben al 200.000 mark onkosten
t ook 's nachts heeft de gehad".
ikersstroom aangehouden. Rondom de bron is het een
,1e trammelant is besloten modderpoel. „U had twee
:on twee dagen voor alle maanden geleden hier eens
Dekenden af te sluiten. Er moeten komen", zegt een be
ien parkeerplaatsen ge- jaarde Ranschbacher. „Er was
:t, toiletten gebouwd. Ook hier een mooi aangelegd gras-
er een nieuw, hygiënisch veld. Nu is er niets dan mod-
itwoord tappunt. der, rommel, papier. In som-
Ie bron staan enkele mige wijnvelden ligt het zo vol
hbachers. Zij tappen jer- uitwerpselen dat de boeren
van vijf liter vol. Met moeilijk kunnen werken".
ichaam daar wel op",
htpartij
De bezoekers moeten vaak uren lang wachten voor zij hun kan
nen en kruiken kunnen vullen met het „geneeskrachtige" water.
Twee maanden geleden ja,
maar wie had er toen ooit van
Ranschbach gehoord?
Een Turkse familie nadert met
jerrycans de bron. De Turken
hebben zich van de nieuwe re
gels niets aangetrokken en
hebben te voet de drie kilome
ter lange tocht vanuit het dorp
naar de bron gemaakt. De in
spanning wordt beloond. Voor
tien mark mogen ze al hun
jerrycans vullen. Een koopje.
En alsof het allemaal nog niet
genoeg is duwt de moeder
haar zoontje met zijn hoofd
onder de kraan. Met zijn ene
hand houdt het joch zijn bril
vast en met dé andere wrijft-ie
het bronwater door zijn haar
en gezicht. Moeder doet haar
leren jas uit en begint hoofd
en hals nat te maken. Als ver
volgens ook papa nadert,
maakt de Ranschbacher bad
meester een einde aan het ta
fereeltje. Met een gelukkige
glimlach op het gezicht drui
pen de Turken af met hun jer
rycans.
Terug naar het dorp, naar de
kantine. De jerrycans vinden
gretig aftrek. Praten met de
mensen is als bladeren ii
medische encyclopedie. „Ik
heb reuma", vertelt een 51-ja-
rige metselaar uit Stuttgart.
„Van de pijn kan ik bijna niet
meer werken. Mijn vrouw
heeft het aan de nieren". Hij
heeft vier jerrycans gekocht.
„Duur? Een beetje wel ja.
Maar als ze vijftig mark per
stuk hadden gekost, had ik ze
ook gekocht. Een mens pro
beert toch zeker alles?"
Een kwiek omaatje in een
bontjas drentelt naar haar
auto. Ze is vierenzeventig. „Ik
heb het water gekocht voor
mijn kleindochter van zeven
tien. Ze lijdt aan magerzucht.
Ze heeft een tijd in het zieken
huis gelegen, maar het heeft
niets geholpen".
Een vrouw uit Heilbronn: „De
vorige keer dat ik hier was
heb ik twee uur staan wachten
en toen was ik nog maar een
ze. In de kantine zit ze achter
een kopje koffie. Het water is
niet voor haarzelf. „Ik bezoek
veel zieke mensen. Dit water
is voor een hartpatiënte van
tachtig. Die vrouw hoopt al
leen nog maar".
Niet meer praten
De gepensioneerde pastoor
Keiser, de man die samen met
Bild verantwoordelijk is voor
de run op het „wonderwater",
wil niet meer praten. Vriende
lijk maar gedecideerd wijst hij
de verslaggever de deur. „Als
u wat wilt weten moet u maar
met de voorlichtingsdienst van
het bisdom in Speyer praten.
Ik kan u niets zeggen".
Keiser heeft een spreekver
bod. Tot ongenoegen van het
bisdom nam hij aanvankelijk
het woord „wonderen" in de
mond. Later zwakte hij dat af
tot „gebedsverhoringen". Nu
heeft het bisdom liever dat hij
helemaal niets meer zegt. De
kerkelijke autoriteiten zitten
namelijk lelijk omhoog met
het wonderwater-toerisme in
Ranschbach. In een verklaring
waarschuwt bisschop Ernst
Gutting tegen „wonderzucht
en het om zich heen grijpende
bijgeloof". Hij roept op het
woord „wonderbron" niet
meer te gebruiken en ver
wacht van iedereen „de
grootst mogelijke terughou
dendheid". De verzending van
het bronwater per post heeft
het bisdom verboden. Ook aan
de kleine kring gelovigen die
Keiser al sinds jaar en dag wa
ter stuurde, mag niets meer
verzonden worden.
De huidige pastoor Thomas is
blij met het harde standpunt
van de bisschop. „Vroeger
kwamen de mensen bij Maria
aan de bron bidden voor
kracht om hun kruis te kun
nen dragen. Nu komen ze nog
slechts om hun kruis af te
werpen", zegt hij. „Wat zullen
de mensen doen als hun ver
wachtingen van het water niet
uitkomen? Zo'n boulevardblad
roept maar wat en de massa's
marcheren. Verschrikkelijk
zoiets".
De volgende dag. Burgemees
ter Scherthan is ontdaan,
's Nachts is er ingebroken in
het gemeentehuis. Wat heet
gemeentehuis: drie kamertjes
boven het plaatselijke bankfi
liaal. „De dief is heel simpel-
tjes via het geopende
WC-raampje naar binnen ge
klommen en heeft zeker vijf
tien- a twintigduizend brieven
gestolen", zo zegt Scherthan.
Brieven met verzoeken om
water. Menige briefschrijver
heeft biljetten van tien, twin
tig of nog meer mark ingeslo
ten. De totale inhoud van de
brieven schat Scherthan op
100.000 mark. „Zet maar in de
krant dat alle brieven weg zijn
en dat we de mensen niet kun
nen antwoorden", zegt de ge
kwelde Scherthan tegen een
collega uit Keulen.
Deze tegenslag vermag de
daadkrachtige eerste burger
echter niet af te stoppen. Hij
ziet in het „wonderwater" een
ideale kans om Ranschbach op
te stoten in de vaart der volke
ren. Een grote hotelketen
heeft hij al gepord voor een
hotel van 15 miljoen. Een in
vestering die goed is voor 60
arbeidsplaatsen, gnuift Schert
han. Ook heeft-ie een
VVV-Ranschbach in de stei
gers staan en heeft hij alvast
een fraaie folder laten druk
ken van het „Bedevaartsoord
Ranschbach".
Ook de bevolking, heen en
weer geslingerd tussen gevoe
lens van trots en afkeer, lijkt
te hebben begrepen dat er
nieuwe tijden zijn aangebro
ken. In de regionale krant
verschijnen advertenties met
de tekst: „Bedevaartsoord
Ranschbach: prachtig stuk
grond, vlakbij de wonderbron,
te koop". Dat er vlak bij de
bron niet gebouwd mag wor
den, staat er natuurlijk niet bij.
Menige Ranschbacher biedt
kamers aan. Het enige hotelle
tje van het dorp, dat heel toe
passelijk „Der Seligmacher"
heet, kan de drukte niet aan
met zijn dertig bedden.
Chemisch onderzoek van het
water heeft uitgewezen dat de
kwaliteit van het Ranschba
cher water te vergelijken is
met gewoon leidingwater. Er
zitten alleen wat meer nitraten
in. Scherthan: „De mensen
hier drinken het water al
sinds generaties en kennen er
zekere krachten aan toe".
Zekere krachten. Voor de dui
zenden die van heinde en ver
re naar Ranschbach komen is
dat te wéinig. Ze verwachten
van het water wat een rond
tocht langs huisartsen, specia
listen en kwakzalvers niet
heeft kunnen brengen: gene
zing. Intussen heeft het ge
drang rond het water al twee
doden geeist. Een 86-jarige
vrouw, die uren had staan
wachten, werd getroffen door
hartstilstand toen ze eindelijk
het begeerde water in haar
jerrycan had. Een 72-jarige
man uit Rulzheim zakte in de
rij geluidloos in elkaar en
stierf. Hartinfarct. Geen won
der bij al die drukte.
Met uw krant naar
Een bezoek aan het prachtige vroegere paleis van Lode-
wijk XIV te Versailles onder leiding van een Nederlandse
gids Is èèn van de aantrekkelijke programmapunten van
onze minitrip naar Parijs.
Vrijdag 15 april a.a. starten we met een luxe touringcar
van MAASKANT voor een 3-daagse reis naar Parijs (vrij
dagmorgen weg, zondagavond terug).
Gelogeerd wordt in Motel Relais des Chartreux bij Parijs.
Vrijdagavond bezoeken we de beroemde Folies Bergères
met een onvervalste Franse show, zaterdag is er, behalve
het bezoek aan Versailles, gelegenheid tot winkelen en is
er 's avonds een lichtjestour door Parijs. Zondag volgt
een bezoek aan Notre Dame en Louvre (o.l.v. Nederlands
sprekende gids) en wordt de thuisreis aanvaard.
De prijs van deze trip is2 2 5
op basis van tweepersoonskamer en halfpension lo
gies, ontbijt eenvoudige avondmaaltijd). Inclusief en
trees. Toeslag 1-persoonskamer 30.-. Combinatie reis
verzekering 6.- p.p. 5.- kosten.
Inlichtingen en boekingen: telefonisch onder nr. 070-
190882 (van maandag t/m vrijdag van 9 tot 13 uur) of
persoonlijk in onze stadsvestiging Spuistraat 71, Den
Haag (op de hoek van het Spui).
Postbus 16050
2500 AA 's-Gravenhage
Tel. 070-190882
V.l.n.r. Wilma Groothuijzen, Jolanda Uyen en Hanny Sack
UBBERGEN „We voe
len ons zó geschokt. Anno
1983 kan het simpele feit
dat je een vrouw bent
toch geen reden meer zijn
om iemand te ontslaan?".
Ze schuift naar het puntje
van haar stoel, een felle
blik in de ogen, „ik had
het nooit verwacht", zegt
ze, „nooit van mijn leven.
Ik voel me gewoon voor
schut gezet, gediscrimi
neerd".
Jolanda Uyen (21) is nog
steeds niet bekomen van de
verbijstering. In februari de
den zij, Hanny Sack (25) en
Wilma Groothuijzen (34) hun
intrede in het Ubbergse brand
weerkorps. De eerste vrouwen
en zoals het er nu naar uitziet,
voorlopig ook de laatste. Want
nog geen maand later stonden
zij weer op de keien: Wegge
stemd door een handjevol
mannelijke „collegae" dat zich
niet over de bezwaren tegen
de aanwezigheid van het drie
tal heen kon zetten.
Niet omdat de vrouwen hun
werk niet-goed deden, want
daar was, beweren Jolanda,
Hanny en Wilma met grote
stelligheid, niets op aan te
merken. „Nee, het gaat er
blijkbaar alleen om dat wij
„sfeerverpestend" zouden
werken. Na de oefenavonden
plegen de mannen nog even
een kaartje te leggen, borreltje
erbij en dat kan blijkbaar niet
meer als wij er bij zijn Aan
een kant begrijp ik het wel
hoor", zegt Jolanda Uyen
schokschouderend, „een
brandweerkorps is natuurlijk
altijd een mannenwereldje ge
weest. Vrouwen vormen daar
een inbreuk op. Maar je kunt
het niet tegenhouden. Als ze
er nu niet bijkomen, gebeurt
het over vijf of tien jaar, maar
gebéuren dóet het. Ik vraag
me alleen af waarom ze ons
geen eerlijke kans hebben ge
geven".
Jolanda, Hanny en Wilma
kregen in januari een aanstel
ling voor een jaar, behoudens
medische goedkeuring. Jolan
da: „Dat gebeurde bij de
DGGD in Nijmegen. Zelfde
keuring als beroepsbrand-
weerlieden. We weVden alleen
ongeschikt .verklaard voor
perslucht. Slechte conditie, de
longinhoud was wel in orde.
Over een half jaar zouden we
opnieuw gekeurd worden voor
perslucht".
Het drietal kreeg de aanstel
ling en toog vol goede moed
naar de oefenavonden van de
Ubbergse brandweer. „We
hebben er vier of vijf meege
maakt. Slangen uitrollen, aan
koppelen, het ging allemaal
goed. Kijk, als we nou daér-
mee al blunders hadden ge
maakt, had ik het me nog voor
kunnen stellen. Maar het ging
hardstikke goed. De sfeer?
Ja De meeste mannen de
den normaal, maar er waren
er ook een paar die ons trouw
negeerden. Hadden het dan
onderling over „dat wijf" als
ze een van ons bedoelden. Niet
recht in ons gezicht, maar wel
zo hard dat we het konden ho
ren".
De drie vrouwen lieten zich er
niet door van hun stuk bren
gen. „Het went wel, dachten
we". In februari kregen ze tij
dens een oefening direct de
kans te bewijzen wat ze wer-,
kelijk in hun mars hadden.
„Een grote oefening", vertelt
Jolanda Uyen. „Er deden ver
scheidene korpsen aan mee. In
een hotel was brand uitgebro
ken in de keuken en het vuur
was overgeslagen naar de rest
van het gebouw. We moesten
dertig gasten uit de „vlam
men" redden".
Goede kritieken
Hanny, Wilma en ik waren or
donnansen, moesten de brand
weerwagens naar de juiste
plaats brengen en de mensen
van de situatie op de hoogte
brengen. Het ging prima, ;we
hebben alleen maar go^de kri
tieken gehad. Oók van de
commandant. Eigenlijk ging
het altijd goed tot, nou ja, tot
gisteravond
Bij geruchte had het drietal
gehoord dat een groepje
brandweerlieden het niet zo
op had met de aanwezigheid
van vrouwen in het korps.
„We zijn zelf nog bij de burge
meester geweest om er met
hem over te praten. Het zal
wel loslopen zei hij, hij stond
achter ons en de commandant
ook. Hij wist wel dat er een
paar mannen fel tegen waren,
maar we moesten ons maar
niet ongerust maken. Ze moes
ten wel met héél goede argu
menten aankomen wilden we
ontslagen worden. Dat heeft-ie
letterlijk gezegd. Bovendien
waren er meer problemen bij
het korps. De commandant
heeft een nieuwe baan gekre
gen en is inmiddels weg. Het
korps is een beetje stuurloos".
„We zijn volle goed weer naar
huis gegaan. Er zijn tenslotte
altijd mensen die er niet voor
zijn. Sommige mannen zitten
al twintig jaar bij de brand
weer en je moet er toch een
beetje begrip voor kunnen op
brengen dat ze er moeite mee
hebben".
Het begrip van de Ubbergse
brandweerlieden bleek echter
niet zo ver te gaan als dat van
de vrouwen. Jolanda: „Via via
hoorden we dat er een flinke
ruzie was geweest. Vier of vijf
mannen hebben gezegd, dat ze
zelf zouden weggaan als wij
bleven Tien anderen beslo
ten toen óók maar tegen te
stemmen „omdat er anders al
tijd ruzie zou blijven". Zes wa
ren er vóór ons". Jolanda
zwijgt even.
Geen beste ruil
Teleurgesteld dat de burge
meester, die steun had beloofd,
jullie zo heeft laten vallen?
Peinzend: „Ach, ook dat kan
ik me wel voorstellen. Hij
vond de kameraadschap in het
korps belangrijk en drie men
sen die nog niets kunnen in
plaats van vier ervaren brand
weerlieden is natuurlijk niet
zo'n beste ruil"; dan teleurge
steld: „Maar waarom hebben
ze ons geen fatsoenlijke kans
gegeven. We waren toch voor
een jaar aangesteld? We heb
ben diverse keren gevraagd
waarom. Uiteindelijk kwam
het hoge woord eruit; omdat
we vrouwen zijn. Weet je wat
we nou zo raar vinden. In ja
nuari is er een jaarvergadering
geweest. Niemand stemde te
gen de komst van vrouwen.
En nu opeens
De Ubbergse brandweer wilde
toch vrouwen in het korps
hebben omdat veel mannelijke
brandweerlieden overdag
moeilijk oproepbaar zijn in
verband met werkzaamheden
buiten het dorp; vinden ze hun
gezelligheid dan belangrijker
dan veiligheid in de gemeente?
„Daar lijkt het wel op hè? Ik
vraag me ook af of de mannen
die dreigden zelf op te stappen
wel zoveel hart voor de brand
weer hebbeni Ze hebben ge
woon gezocht' naar fouten. Er
was er een die zei: „Vrouwen
en perslucht? Dat kan niet".
Was notabene zelf afgekeurd
voor perslucht. Er blijven na
tuurlijk altijd fysieke verschil
len tussen mannen en vrou
wen. Maar er zijn genoeg an
dere dingen die je kunt doen.
Mannen zijn toch ook niet al
lemaal beresterk?".
Bij bosjes
Hanny veert overeind, zegt
grinnikend: „De arts van de
DGGD heeft letterlijk gezegd:
„Als die mannen dezelfde keu
ring zouden krijgen als jullie
zouden ze bij bosjes afvallen".
Jolanda voegt er wat scham
per aan toe, „als je sommigen
ziet rondlopen Zo'n buik,
dat ze niet eens kunnen zien
of hun eigen gulp open staat,
maar dat mag je niet zeggen
Ik vind het zo jammer, je wilt
het zo graag. Het is echt niet
zo, dat wij als vrouwen in de
dorpsgemeenschap vooraan
willen lopen. Zo van: kijk ons
eens wij zijn de brandweer-
vrouwen, helemaal niet. Ik
heb zelfs een fiets gekocht om
mee naar mijn werk te rijden
en de conditie op te vijzelen.
Had ik anders nooit gedaan.
En Hanny en ik zijn begonnen
aan een cursus reanimatie, al
lemaal voor de brandweer".
En wat nu?
„Ja, wat nu. Daar hebben we
eigenlijk nog helemaal niet
over nagedacht. De gebeurte
nissen hebben ons teveel over
vallen. Ik vraag me af", zegt
Jolanda langzaam, „wat het
nut is om er bij te blijven als je
leven toch wordt vergald.
Maar als we alles goed doen,
waarom kan de stemming dan
over een half jaar niet beter
zijn? Ik weet wél, als er over
een tijdje wéér een advertentie
in de krant staat, schrijf ik er
weer even zo vrolijk op. De
burgemeester heeft gezegd dat
de vacatures niet worden ver
vuld. Volgens hem komen de
mannen over een half jaar wel
tot de ontdekking dat het zo
niet langer kan. En dan zegt
hij dat er nog drie vrouwen op
de wachtlijst staan". Hanny
Sack: „Ik ben geen rooie
vrouw, maar je zou het hier
door wel bijna worden".
SASKIA BELLEMAN
UBBERGEN „Ik kan niet ontkennen dat de drie brandweer-
dames geen eerlijke kans hebben gehad; ze hadden een proeftijd
van een jaar en die hebben ze niet mogen afmaken. Dat is waar.
Maar als het hele korps nadrukkelijk stelt, dat die vrouwen weg
moeten, dan kan ik moeilijk anders".
Dat stelt burgemeester Waelput van Ubbergen, die samen met
zijn wethouders het ontslag bekrachtigde van de drie vrouwelij
ke spuitgasten in zijn gemeente. Ze hebben een maand lang aan
het brandweerwerk mogen ruiken. Toen hadden de mannelijke
leden er genoeg van.
„Begrijp me goed", zegt burgemeester Waelput in een poging
zijn persoonlijke mening meer dan nadrukkelijk naar voren te
brengen, „ik ben voor vrouwen. Ik sta er achter dat vrouwen
dienst moeten kunnen doen bij de brandweer".
„Of ik de reactie van het korps ouderwets vind? Ach, wat is ou
derwets. Alette Jacobs heeft er ook jaren over gedaan voor ze in
de gemeenteraad van Amsterdam werd toegelaten. We zijn nu
eenmaal eeuwenlang opgevoed met het idee dat de brandweer
een mannenorganisatie is. Ik vind de reactie van de mannen
hier wel begrijpelijk. Maar dat wil niet zeggen dat ik hem be
wonder".