Nederlanders bestaan niet Een Clicket verovert de speelgoedwereld EeidócSomant SEBASTIAAN VOS HEEFT OP GEZETTE TIJDEN EEN BRILJANTE INVAL Deining om Leopard-tank tekent slecht personeelsbeleid NNENLAND DONDERDAG 24 MAART 1983 PAGINA 15 lijken op toverbal- ze stuiteren als nikkers en ze klitten an elkaar als rugbys- elers. Ze heten Clic- ets en als het aan Se- astiaan Vos ligt gaan binnenkort de we- ld-speelgoedmarkt eroveren. Daarvoor ezitten ze volgens de itvinder uit Zande ter (Groningen) alle schappen. De die- ets zijn net als de lego enen, goedkoop en hel niet noodzakelijk on- uddellijk grote hoe- eelheden te kopen. Ai i oet wel gezegd wor- en dat een grote hoe- eelheid dickets leuke- speelmogelijkheden iedt voor spelletjes, tuwwerkjes, goochel- ucs en zelfs als reken- ulpmiddel. )e dickets zijn hei )onbeeld van eenvoud, eenvoudig dat de raag rijst waarom ze is kort geleden zijn itgevonden. Ze bestaan it een cilindervormig iagneetje met daar om- ren een stofbolletje. e aldus ontstane mag- 1tische knikker, de licket, heeft een door- tee van ongeveer an- rhalve centimeter en in meerdere kleuren verkrijgen. De prijs n een enkele dickel ongeveer vijftig cent, aar ze zijn ook te top in dozen van vijf- of meer. Sebastiaan os is van mening, dal 't een van de grote tarmes is van zijn uit- nding. „Een kind kan W zijn zakgeld bij- torbeeld een zakje van jf kopen, maar ze zijn k aantrekkelijk als chenk weg te geven, voorbeeld in zo'n tos van vijftig". ZANDEWEER (Gr.) Het dorp Zandeweer in Noord- Groningen, niet bepaald een woonplaats voor iemand die de wereldmarkt wil verove ren. Toch is hier een aantal ja ren geleden Sebastiaan Vos neergestreken. Sebastiaan is een zeer handige knutselaar en heeft daarbij op gezette tij den een briljante inval; in de volksmond heet hij uitvinder. In Nederland geboren, vertrok Sebastiaan op driejarige leef tijd naar Amerika, waar de rest van zijn familie nog steeds verblijft. Daar volgde op de N.Y.U. (New York University) een opleiding die in Nederland het beste te vergelijken is met de HTS. In 1968 keerde Sebas tiaan terug naar Nederland om in het Friese Poppingawier een boerderij te betrekken. Hier legde hij zich toe op het vervaardigen en herstellen van allerhande voorwerpen en op het ontwerpen en ontwik kelen van eigen ideeën. Zo ontstond bijvoorbeeld het Vos- spinnewiel. En in een later stadium het Acoustical Tube Sound System, een luidspre- kenbox naar eigen ontwerp. Toen bleek dat na zijn vertrek naar Zandeweer ook het grootste deel van zijn klanten kring vertrokken was, ging Sebastiaan zich volledig toe leggen op het ontwikkelen van eigen ideeën. Zo ontstond sinds 1980 uit zijn handen me nig stukje uniek speelgoed. Uniek, maar volgens de fabri kant niet commercieel. Sebas tiaan, gesteund door zijn vrouw die als docente voor de noodzakelijke inkomsten zorgt, zette echter door. En op 28 januari 1982, tijdens het spelen met een paar magneet jes, ging er bij hem een lampje branden. Sindsdien staat deze datum in zijn geheugen gegrift als de dag van de „Clicket". De eerste uitvinding van hem die waarschijnlijk een groot commercieel succes gaat wor den. Dordrecht machinaal vervaar digd. Zeven mensen, werk zaam bij de Clickets BV, zijn bij dit produktieproces betrok ken. De BV is in staat jaarlijks dertig miljoen magnetische clickers af te leveren. Tien miljoen zijn er al besteld, uit vrijwel de gehele wereld. Amerika, Japan, Israël en bij na elk land van Europa heb ben interesse getoond. Alleen van achter het IJzeren Gor dijn zijn er nog geen orders binnen gekomen. Sebastiaan Vos denkt dat dat te wijten is aan een Oosteuropeaanse kort zichtigheid: „Ze zullen we) denken dat mijn magnetische balletjes aan het IJzeren Gor dijn blijven hangen". Tussen het eerste idee en de produktie op grote schaal ligt een periode van veertien maanden, waarin de Clicket van het kind in de handen van volwassenen uitgroeide tot een volwassen stuk speelgoed in de handen van kinderen. In zijn woning annex werkplaats beschrijft Sebastiaan Vos hoe deze ontwikkeling in zijn werk ging. Eigenwijs „Het begon allemaal op 28 ja- 4 Sebastiaan Vos probeert steeds nieuwe mogelijkheden uit met zijn Clickets. nuari 1982. Ik speelde een beetje met magnetische steen bes, iets wat ik wel vaker doe. Toen viel ineens op dat zo'n magneetje ontzettend eigen wijs van aard is, het nodigt niet uit tot spelen. Mijn vol gende gedachte was: Hoe kan ik zo'n magneetje zijn specifie ke eigenschappen laten behou den en er toch volkomen an dere aan toevoegen. Zo kwam ik tot een bal, door de eeuwen heen een populair speelgoed voor kinderen". Hierop volgde een lange perio de van ontwerpen en proberen om een werkzame constructie te verkrijgen. Eerst probeerde Sebastiaan rond een magneetje een balletje siliconenkit te draaien, zoals je een gehakt balletje draait. Deze poging had slechts een grote smeer boel tot resultaat. Zijn eerste magnetische Click- je ontstond met behulp van malletjes. Toen kreeg Sebasti aan ook voor het eerst het ge voel dat hij werkelijk iets ge vonden had, dat wellicht een doorbraak kon betekenen. Een tocht naar de afdeling succes sie en registratie op het belas tingkantoor was het gevolg. Hier liet hij zijn uitvinding re gistreren, niet alleen in de hui dige grootte van ongeveer an derhalve centimeter, maar in elke grootte, variërend van een millimeter tot een meter in doorsnee. Zijn creatie kreeg de naam Clicket, die hij ook wettelijk liet registreren. Succes De eerste stap was gezet. De produktie nam in omvang toe. De volgende stap was het vin den van iemand die de Clic kets op grote schaal zou willen vervaardigen. Sebastiaans keus viel op de speelgoedgi gant Milton-Bradley in Zeist Met een koffer vol eigenge maakte speelgoed, waaronder natuurlijk de Clicket, zette de uitvinder koers naar het wes ten van het land. Alvorens Milton-Bradley te bezoeken ging hij eerst naar Amsterdam, om een pakje van zijn moeder uit Amerika te halen. Daar ontmoette hii een oude vriend, die behoorlijk onder de indruk was van de Clickettjes, en die uiteindelijk aan de bakermat van het succes bleek te staan. De speelgoedgigant in Zeist was niet geïnteresseerd, maar de vriend uit Amsterdam bracht Sebastiaan in contact met handelaar Henk Martin. Sebastiaan weet zich de ont moeting nog als de dag van gisteren te herinneren. Het was op 10 mei 1982. „Henk Martin was eyen stil toen hij de Clickettjes aan zijn metalen bureau zag vastklitten. Toen vroeg hij drie dingen: Hoeveel mensen hebben dit gezien? Heb je daar octrooi op? Besef je dat dit een goudmijntje is? Daarna hebben we elkaar een hele poos recht in de ogen ge keken en vanaf dat tijdstip is er een hechte vertrouwens band tussen ons. Henk ver zorgt het zakelijk gedeelte, iets wat ik nooit zou kunnen, en ik zorg voor de ideeën en ont vang daarvoor een bepaald percentage aan royalties". Geen lauweren Na de ontmoeting met Henk Martin geraakte de ontwikke ling van de Clicket in een stroomversnelling, wat uitein delijk resulteerde in de Clicket BV en het fabriekje in Dor drecht. Het ziet er naar uit dat Sebastiaan Vos binnenkort met zijn vrouw een concurren tieslag om het kostwinner schap zal aangaan. Na jaren van ontgoocheling en schulden lijkt het succes in zicht. Dit be tekent niet dat Sebastiaan op zijn lauweren gaat rusten. Nog steeds is hij bezig met het ont werpen en ontwikkelen van ideeën. Kinderspeelgoed is zijn favoriete onderwerp, en de uitvinder test zijn speeltjes zelf uit. Vol vervoering kan hij nog steeds met de Clickets in de weer zijn. JAN SMITS SLEN STAMMEN VAN GASTARBEIDERS AF 1TERDAM „Een ienlijk deel van de ige Nederlanders", dr. Sjoerd Faber, ut af van Duitse gast- iders. Wanneer we eens wat meer de lacht op zouden vesti- zouden we misschien ogingen om de in Ne- ind bestaande vreem- ïgenhaat te bestrijden, en versterken". Fa- zegt dit niet zomaar de stamtafel, bij wijze borrelpraat. Hij zegt lin stelling nummer 2 iet proefschrift waar hij zojuist aan de Universiteit te Am- lam de doctorsgraad rechtsgeleerdheid t behaald. „We zou de grote betekenis die igratie voor ons land gehad, op allerlei ieren meer aanschou- jk moeten maken", daar verder. „Bij beeld door de resulta- van genealogisch on- oek aan een breder iek voor te schotelen op het ogenblik ge- kelijk is". [esprek over die provoce- stelling. Losjes schudt ige doctor een ieder aan- elijk voorbeeld uit de v. „Vincent van Gogh. We beschouwen hem als een van onze grootste nationale schilders. Maar waar ligt Gogh, de plaats die blijkens de naam de bakermat van de fa milie moet zijn geweest?". Een grote landkaart wordt ont vouwd. „Hier, Gogh, in West- falen, aan de rand van het Reichswald". Vreemdelingenhaat. Een groot woord nog, maar dat 40 pro cent van de Nederlanders in een enquête te kennen geeft liever niet een buitenlander als buurman te hebben, zegt wel iets. En de opkomst van de Centrumpartij zegt volgens sommigen veel. Die zien er al het „mene, mene, tekel, up- harsin" in, het Bijbelse waar schuwingsteken aan de wand. Nederland voor de Nederlan ders. „Ik heb wel eens het wil de plan gehad", lacht Faber in zijn baard, „om van vijf wille keurige leden van de Cen trumpartij na te trekken waar ze eigenlijk vandaan komen. Zouden ze misschien nog raar opkijken". De schrijver Hugo Claus po neert in zijn jongste boek over België dat er geen Belgen be staan. „Precies hetzelfde zou je over ons kunnen stellen", zegt Faber. „Nederlanders bestaan ook niet. In etnische zin heb ben we geen enkele reden voor nationalistische gevoe lens. We zijn geworden wat we geworden zijn door de enorme aantallen buitenlanders die zich in de loop der eeuwen hier gevestigd hebben. Dat geldt niet alleen voor een gro te stad als Amsterdam, maar ook voor het platteland. Onbetekenend Ik denk aan de zogenaamde hannekemaaiers van over de grens die hier kwamen helpen bij de oogst. Zonder de voort durende toestroom van mi granten waren we een onbete kenend clubje gebleven. Het paleis op de Dam, al die kolo niën in de Oost en de West, dat hadden we toch nooit met een paar boeren kunnen doen? Daarvoor lag het sterftecijfer vroeger gewoon veel te hoog". Nederland had ten tijde van de Republiek zijn bewoners aan natuurlijke rijkdommen nauwelijks iets te bieden. Toch waren we naar toenmalige be grippen zeer welvarend. Een reiziger uit Italië noteerde zelfs dat hij hier het bijbel woord in vervulling zag gaan: „Ze hebben niets en bezitten alles". Dat was in de visie van dr. Faber louter mogelijk om dat het reservoir van arbeids krachten door immigranten voortdurend werd bijgevuld. „Dus zeg ik: Laat alle mensen die nu met een schuin oog naar buitenlanders kijken, eerst eens bedenken dat ze zelf voor een groot deel van gast arbeiders afstammen. Want dat moet, alleen al op grond van de wet van de grote getal len, zo zijn". Geen probleem Nederland en immigranten horen bij elkaar zoals de haai >USKE EN WISKE HET BRETOENSE BROERTJE Dr. Sjoerd Faber en zijn loodsvissen bij elkaar horen. Ze vormen wat in de biologie een „symbiose" heet; ze zijn van elkaar afhankelijk. „En omdat Nederland die voortdurende verse aanvoer van mensen nodig had, wer den ze niet als een probleem ervaren", zegt Faber. „Althans niet in die zin dat ze buiten landers waren, vreemdelingen. Ik ben geneigd te zeggen dat ze vrij soepel in de samenle ving werden opgenomen". Hij benadrukt onmiddellijk dat het hier geen wetenschappe lijk waterdichte stelling zijner zijds betreft. Dat zou ook moeilijk kunnen, want eigen lijk gaat zijn proefschrift over een totaal ander onderwerp. Wat hij over de bestrijding van vreemdelingenhaat zegt, vormt slechts een bijprodukt van zijn studie. Het proefschrift van dr. Faber behandelt de „strafrechtsple ging en criminaliteit te Am sterdam, 1680—-1811". Als on dertitel koos hij „De nieuwe menslievendheid". Door 20.000- vonnissen uit die periode wor stelde hij zich voor zijn onder zoek heen. De bijbehorende zogenaamde „verhoorboeken" vlooide hij na. En met name daar vond hij veel stof tot den ken. Uit de verhoorboeken rees een beeld van de heffe des volks uit die dagen op dat nergens anders beschreven staat. Het zijn de enige docu menten waarin „het gepeupel, het grauw" zijn sporen heeft nagelaten. Slepersknechts, speldewerksters, stokvisbeu kers, schrobsters, nuchtere- kalverslagers, zijdewinsters, rookverdrijvers en voddenra pers slechts in de verhoor boeken passeren ze herken baar de revue. „Anne Maria Mulders. Gehuwd met iemand die door beenletsel het beroep van kuiper niet meer kan uit oefenen en nu „met een klijn marsje loopt te rijzen". Wegens brutaal bedelen veroordeeld tot drie jaar Spinhuis en altoos durende verbanning uit Hol land en Westfriesland. Het doorvlooien van de ver hoorboeken leverde dr. Faber behalve materiaal voor zijn roefschrift een maatschappij- eeld op. Een beeld dat voor liefst 31.2 procent gevuld was met buitenlanders (tegenover de ongeveer 5 procent van te genwoordig). Maar: „Discrimi natie naar herkomst bij be rechting en bestraffing bleek niet aantoonbaar te zijn". Fa ber herhaalt zijn waarschu wing dat men nu niet meteen uit dit onderdeeltje van zijn boek allerlei conclusies moet trekken. Daarvoor zijn de sa menlevingen van toen en nu al was het alleen geogra fisch te zeer onvergelijk baar. Waar vandaan? Wel vindt hij zijn materiaal van voldoende gehalte om de mensen aan het denken te zet ten. Dus voegde hij er zijn stel ling over de bestrijding van vreemdelingenhaat aan toe. „Ik denk dat er op dat gebied met kleine middelen best wat te bereiken valt. In het onder wijs misschien. Met een les project. Gewoon aan de kinde ren in een klas vragen: Zoek eens uit waar jullie zelf oor spronkelijk vandaan komen? Of een populair geschreven boekje dat twintig willekeurig gekozen Nederlanders volgt in hun verleden. Zoiets bestaat bij mijn weten niet. Wat rui mere aandacht voor familiege schiedenissen en de rol van immigranten daarin. Het barst op de archieven van de men sen die in hun stamboom lo pen te snuffelen. Het lijkt me mogelijk de gegevens die daar opgeslagen liggen, een wat bredere verspreiding te geven, zodat er meer duidelijkheid komt in onze werkelijke wor tels". PIET SNOEREN Militaire bonden: „Mankracht is niet aan elektronica aangepast" AMERSFOORT Mili taire vakbonden hebben ernstige kritiek op het personeelsbeleid van de legertop. Volgens de bon den heeft dat geleid tot een bijna chronisch tekort aan mankracht in de on- derhoudssector van de Koninklijke Landmacht. En dat is er, volgens hen, direct de oorzaak van dat Leopard Il-tanks slechts beperkt inzetbaar zijn en voor maar een deel be trouwbaar functioneren. Mede oorzaak hiervan is ook een nijpend gebrek aan reserveonderdelen, waardoor noodzakelijke reparaties lang moeten worden uitgesteld. De bonden verwijten de leger leiding voornamelijk, dat het personeelsbestand niet tijdig is aangepast aan de voortschrij dende technologie van het krijgsmaterieel. Dit is inmid dels zo ingewikkeld geworden, dat een dienstplichtige de ma terie niet binnen zestien maandan kan beheersen. On oordeelkundig gebruik van met name computer gestuurd verdedigingsmaterieel leidt daardoor tot regelmatig terug kerende defecten, die als ge volg van onvoldoende perso neel pas na enkele maanden kunnen worden verholpen. Morgenochtend zullen de mili taire vakbonden hun grieven naar voren brengen tijdens het maandelijkse informele over leg met de legertop in Den Haag. Dan ook hopen de bon den te bewerkstelligen, dat de toezegging komt dat aan de al lang slepende kwestie een eind wordt gemaakt. Te weinig instructie Woordvoerder Bram Visser van de Algemene Christelijke Organisatie van Militairen (ACAM) erkent dat er span ningen zijn binnen de krijgs macht als gevolg van een in zijn ogen falend aankoopbe leid. Bij de aanschaf van nieuw materieel, zoals de 455 Leopard-II tanks die in 1979 bij de Duitse Krauss-Maffei fa briek in München zijn besteld en waarvan er inmiddels 58 zijn afgeleverd, zou te weinig rekening zijn gehouden met de opleiding van de gebruikers ervan. Te weinig instructeurs, te weinig tijd om dienstplichti gen vertrouwd te maken met de tanks waarvan het vuurge- leide-systeem door computers wordt gestuurd, en te weinig onderdelen om reparaties in de beginperiode snel te ver richten zijn daarvan volgens Visser het gevolg. „De inkopers", zegt hij, „heb ben de schijn op zich geladen dat ze bij de bestellingen meer hebben gelet op aantallen en een gunstige prijs dan op de le vering van de reserve-onder delen. Een oude truc, bedoeld om het parlement onder druk te zetten, zodat er meer geld vrijgemaakt wordt voor de de fensiebegroting. Maar zoiets gaat wel ten koste van de mensen die er mee moeten werken. Weken van zestig uur of meer in de tankwerkplaat- sen zijn eerder regel dan uit zondering. Er is sprake van een overbelasting en dat werkt niet bepaald motiverend. Ove rigens, overal waar de elektro nica in het leger z'n intrede doet hoor je deze klachten. Het is allemaal te voeren op een ongecoördineerd beleid". Onterecht De ACAM en ook de Landelij ke Korporaals Vereniging (LKV) betreurt het dat de pro blemen zijn toegespitst op het functioneren van de nieuwe Leopard-II tanks. Onterecht, vinden zij, want de Leopard is een uitstekend wapen dat, mits goed bediend, tot hoog waardige prestaties in staat is. Voorzitter Meijer van de LKV: „Vorig jaar is uit bezuinigings overwegingen gestopt met de werving van kortverband vrij willigers (KVV'ers) en tech nisch specialisten (TS'ers). Daardoor moeten nu dienst plichtigen met de geavanceer de techniek van de nieuwe Leopards omgaan". De Koninklijke Vereniging van Onderofficieren (Ons Be lang) deelt ook deze kritiek. Volgens voorzitter Rob Joustra is er in de onderhoudssector van de landmacht een perso neelstekort van 15 tot 20 pro cent. Hij pleit opnieuw voor een banenplan, toegespitst op defensie, waarbij gedacht wordt aan het in dienst nemen van gekwalificeerde school verlaters. Afgewezen „Jongens met HTS- en MTS- diploma's staan bij bosjes voor de poort, maar ze worden af gewezen. Er is zogenaamd geen plaats voor hen, maar het huidige bestand aan technisch personeel is gebaseerd op de tijd dat we met Centurions werkten. Dat waren tanks met weinig electronica. Twee mon teurs met twee steeksleutels konden zo'n tank repareren. Maar met de nieuwe Leopards heb je onderdeeldeskundigen nodig. Iemand voor de electro nica van de koepel, voor de electronica van het geschut en voor het computergestuurde vuurgeleidingssysteem. Daar zijn geen mensen voor. Er is geen gekwalificeerd personeel te krijgen, zegt staatssecretaris Van Houwelingen, maar dat is niet waar. Feit is dat in de af gelopen tien jaar het perso neelsbestand niet is aangepast aan de moderne technieken bij het materieel". Vertekend beeld In de rapportage aan de leger top, zo zegt Joustra, wordt een vertekend beeld van de wer kelijkheid gegeven. Tanks die op papier inzetbaar zijn, blij ken in de praktijk door de lan ge reparatietijden niet te ge bruiken. Probleem daarbij is dat volgens de defensieregels een tank pas onbruikbaar is, als dat zwart op wit staat. Maar zo'n briefje wordt alleen afgegeven als een monteur het niet inzetbaar zijn van de tank heeft vastgesteld. En die con statering komt pas. als het ge schut is geïnspecteerd en voor het zover is staat de tank vaak al een week of drie te wachten op zijn beurt. „De deining omtrent de Leo pard is maar een voorbeeld", beaamt Joustra. „Hetzelfde geldt voor computergestuurde apparatuur bij de meteorologi sche dienstvakken van de luchtmacht en bij de squa drons-geleide wapens. Te wei nig mensen en te weinig reser veonderdelen". De problemen concentreren zich rond de Le opard II. Jam mer zeggen de bonden want de tank is een uit stekend wapen, mits goed be diend en goed onderhouden. En juist daaraan ontbreekt het.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 15