na
Sociale Dienst
moet meer
bieden dan
louter een
uitkering....
1® fkid&z(2owumt
[binder met
de botte
bijl,
I minder
hap-snap
ZATERDAG 12 MAART 1983
Piet Vos, econoom van de Industriebond FNV, is niet ondersteboven van de acties van
bijstandsvrouwen.
^ELVEEN Een half
geleden moest het begrip
Bidsmoeder nog worden
"onden. Nu beheerst dit
^gisme kranten en bla-
radio en tv. „De bijstand
B vuilnisvat, daar kun je
Mi leven", heft het strijd-
flan. En wie volgt? Want
Baat als een paal boven
erdams peil, dat iedere
loze, nu of toekomstig, in
ptand terecht zal komen,
r vroeger dan later bo-
pn, wanneer de gedach-
van staatssecretaris De
kJ daarover tot kabinets-
<1 worden verklaard. „Wij
het absolute eindsta-
aaJvij zijn het sluitstuk van
astociaal stelsel", zegt de
raT.A. Boender zonder om-
op de hoek van de straat ontvangen
kunnen worden en mogen niet ver
dwijnen in een ondoorzichtig, groot
geheel".
Wel zeer demonstratief is PvdA-
kamerlid en -toonzetter Marcel van
Dam in het zeel van de alarmklok
geklommen. Hij heeft in een inter
view „de opstand van de ongeorga
niseerde horde" voorspeld. „Van de
grote bevolkingsgroep die onhoor
baar, onzichtbaar, onbekend is, die
niemand op de hoogte houdt van
zijn problemen omdat daarvoor
geen spreekbuis is. Bijstandstrek
kers, huursubsidie-ontvangers, mi
nimumloners, jeugdloners en soms
in één gezin dat alles tegelijk.
Ze zullen het niet meer pikken. Ik
voorzie chaos, een soort burgeroor
log. Of een guerrilla tegen de staat.
Er zijn grenzen waar je van men
sen niet meer kunt eisen dat ze
zich aan de spelregels houden".
van woorden. „Na ons
de pure armoede en
Ouverture
Alleen: naarmate de toestand slech
ter wordt, krijgt men meer boontjes
te doppen en dat kan men niet
meer aan. Iedere man of vrouw
heeft een bepaalde spanningsboog.
Wordt die te zwaar belast stij
gende kosten op dalende inkom
sten, uitzichtloosheid dan knikt
hij door".
Meer bieden
Met het fenomeen van de door
knikkende spanningsboog zullen
sociale diensten in toenemende
mate rekening dienen te gaan hou
den, denkt Boender. „Mensen die
aan meer lijden dan aan louter fi
nanciële nood, die er gewoon niet
meer tegen op kunnen. En omdat
we nu eenmaal het eindstation zijn,
zullen we ook die mensen moeten
kunnen helpen. Na ons hebben ze
niks meer. Daarom kunnen we
nooit zwart-wit denken. Wanneer
collega Swinkels uit Tilburg zegt:
een sociale dienst moet een goede
uitkeringsfabriek zijn, ben ik ak
koord. Maar als hij zegt: beter een
goede uitkeringsfabriek dan een
slechte hulpverleningsdienst, zeg
ik: ho even, we moeten ook een
goede hulpverleningsdienst zijn. De
groep die zichzelf niet kan redden,
moeten we meer bieden dan louter
een uitkering. Mensen die over de
grens van de zelfredzaamheid heen
zijn en dan maar de kont tegen de
krib gaan gooien, daar dienen we
iets aan te doen".
Hetgeen om de nodige middelen
vraagt. Mankracht. Ruimere kanto
ren. Computers met behulp waar
van men een bijstandstrekker in
een oogwenk uit kan leggen waar
om ziin uitkering te laat is of naar
beneden gaat. „Wanneer men ons
die middelen onthoudt, wordt de
kans op de weerspannige horde
van Van Dam groter", denkt Boen
der. „Middelen ook die ons in staat
stellen zo zorgvuldig mogelijk met
onze cliënten om te gaan. En dan
bedoel ik de speelruimte om in in
dividuele situaties de algemeen gel
dende regels wat meer verfijnd toe
te kunnen passen. Ik denk aan ge
vallen waar opgroeiende kinderen
in het geding zijn. Volgens mij zit
daar een flessehals. Bromfietshelm
gestolen. Tja, je kunt nou eenmaal
niet zeggen: dan moet je ook maar
geen brommer rijden. We moeten
toe naar wat meer verbijzonderin
gen in de algemene regels".
En nog iets. „Willen we goed kun
nen functioneren als het eindsta
tion dat we zijn", zegt Boender,
„willen we tegenover al onze cliën
ten zo correct mogelijk kunnen
handelen, dan zal het beleid anders
moeten. Minder met de botte bijl.
En minder hap-snap. Minder toe
vallige keuzen. Want dat is ons
probleem: we kunnen de cliënten
die door bezuinigingen getroffen
worden, niet meer uitleggen waar
om ze getroffen worden. Een recht
vaardiging voor de keuzen ont
breekt. Ik kan iemand die binnen
kort geen uitkering meer krijgt op
grond van de Wet Werkloosheids
voorziening omdat hij jonger is dan
drieëntwintig jaarik kan dat
zo iemand niet uitleggen. Ja, ik kan
zeggen: het staat in de wet. Maar ik
kan het niet onderbouwen. Ook in
dit opzicht stel ik mijn hoop op het
gezonde verstand van het parle
ment. Want een onbegrijpelijk be
leid, dat kun je aan niemand ver
kopen".
PIET SNOEREN
ïoender: „Wanneer een actiegroep hoog van de toren blaast,
Bt nog niet zeggen dat men gelijk heeft".
Natuurlijk spreekt hier bovenal de
geslepen politicus Van Dam wiens
portret voor eeuwig getekend zal
blijven door zijn eigen woorden:
„Er bestaan 999 trucs en ik ken ze
allemaal". Van Dam wist, toen hij
de biceps van zijn taalgebruik bal
de, wat de buitenwacht nog niet
kon weten dat de PvdA met de
campagne „voor een dubbeltje ge
boren, voor een kwartje gepakt"
zou komen. Hij leverde alvast een
daverende ouverture. Hij knalde er
een schot voor de boeg uit. En trof
doel, blijkens commentaren in som
mige krahten. „Van Dam had een
historisch voorbeeld kunnen noe
men", zo valt daar te lezen. „Ruim
nadat Colijn in 1933 met zijn kabi
net was aangetreden, brak in Am
sterdam het Jordaan-oproer uit.
Zes doden en dertig gewonden. Di
recte oorzaak: de werklozenuitke-
ring ging omlaag".
Dat Jordaan-oproer. „Een wilde
kreet van verzet heeft door de
hoofdstad geklonken", noteerde
een verslaggever. „Uit de krotten
kwamen de mannen en vrouwen te
voorschijn om de bezittende klasse
hun woede en verbittering in het
gelaat te slingeren. Ze vroegen niet
aan elkaar tot welke richting of ge
loof ze behoorden. Samen kwamen
ze te voorschijn. Een vonk sprong
in de opgehoopte verbittering over
de uithongering, de onbeschaamde
uitbuiting. Pe straat op. In massa
de straat op voor het protest tegen
de steunroof".
Zal die geschiedenis zich een halve
eeuw later in de gepolijste jaren
tachtig van de verzorgingsstaat
werkelijk gaan herhalen? „Ik ge
loof er niets van", zegt Boender in
het Amstelveense gemeentehuis
met zijn gigantische hal die inder
daad meer de monumentale, serene
leegte van een kathedraal ademt
dan iets anders. „Ik heb er althans
geen enkele aanwijzing voor dat de
horde van Van Dam straks door de
loketten heen gaat breken. Niet uit
Gezond verstand
Vanwaar die onbekommerde kijk?
„Ten eerste geloof ik in het gezon
de verstand van het parlement.
Zelfs de plannen van Den Uyl met
het ziektegeld op zich toch ei
genlijk een klein dingetje heb
ben indej-tijd geen genade kunnen
vinden. En ten tweede geloof ik in
het aanpassingsvermogen van de
mensen. Prof. Ritzen, de econoom
uit Nijmegen, heeft er al op gewe
zen hoe harmonieus de bezuinigin
gen door de samenleving worden
verwerkt. Ik vind het opvallend,
heeft hij gezegd, hoezeer de Neder
landers doordrongen zijn van de
noodzaak tot bezuinigen; dat prin
cipe lijkt te zijn aangeslagen alsof
men een hersenspoeling heeft ge
had. Het is een uitspraak waarin ik
me vanuit mijn vak bij de Sociale
Dienst kan vinden".
Een schokeffect. Dat woord heeft
Boender liever dan hersenspoeling,
zo blijkt later. „Het schokeffect dat
door de plotselinge, snelle groei
van de werkloosheid is opgetreden.
De sluiting van bedrijven die als
kastelen overeind stonden. OGEM,
RSV, Bijenkorf, allemaal veiliger
dan de Bank van Engeland, dach
ten de mensen. En opeens. Kijk, na
de oorlog is er eigenlijk nooit iets
anders geweest dan een opgaande
lijn. Dat zeiden de regeringen niet
die bleven klagen en mopperen
dat het beter kon; zou ik ook doen
als ik regering was maar het
volk zag wel degelijk steeds die op
gaande lijn en redeneerde: jullie
kunnen me wat met je politieke
praatjes. Daarentegen blijkt nu, uit
de bedrijfssluitingen, uit de werk
1934: Jordaanoproer. Zes doden en dertig gewonden. Directe oorzaak: de werklozenuitkering ging om
laag. „Ik heb er geen enkele aanwijzing voor dat de horde van Van Dam straks door de loketten heen
gaat breken", aldus Boender.
esprek met hem, niet zozeer
hij de Sociale Dienst van
Iveen bestuurt (de welgestel-
ïieente waar desondanks het
m, bijstandstrekkers in twee
iet bijna 40 procent is toege-
jl), maar omdat hij de Divosa
1, zijnde de Vereniging van
euren van Overheidsorganen
Jwociale Arbeid. Er gromt en
lolt immers nogal wat bij de
7" diensten in den lande. Soci-
ljnstambtenaren tekenen
""openlijker verzet aan tegen
■kleid dat van hun instellingen
lluitkeringsfabrieken maakt
lleen een rekenhoofd, geen
k£r zijn er zelfs die met hun
mn mee op de barricade wil-
uister naar adjunct-directeur
Lfer van de Sociale Dienst
11o die de bijstandstrekkers
urt: „Overspoel uitkeringsw
et en arbeidsbureaus met een
yfiolf. Dat is de manier om het
i pjk apparaat plat te leggen,
'er allerlei overbodige regels
I3_icedures".
er weet als voorzitter van Di-
N pat er overal broeit en gist.
'terende ambtenaren in Leeu-
n: „Voor dit werk is een
liteit nodig die mededogen
ogrip eist voor de belabberde
in? waarin een deel van de
tin verkeert. Zij die dat begrip
teip kunnen brengen, zouden
Hij een sociale dienst mogen
n. Enige personeelswijziging
5t4 top zou op zijn plaats zijn".
iafe: „Menselijk contact wordt
inf gereduceerd. Cliënten wor-
uümmers. Hun achtergronden
eiï onderbelicht. De maat-
J'lelijke dienstverlening komt
tnel". Rheden: „Een juiste af-
ling van de hulpvraag en het
a1nbod, zo dicht mogelijk bij
fosen en zo toegankelijk mo
es komt op de tocht te staan,
dlpvragen van mensen moeten
dp
„Wij zijn nu eenmaal het eindstation. Na ons hebben ze niks meer".
eigen ervaring en niet uit die van
mijn collega's. Natuurlijk maak je
persoonlijke agressie mee. Er vliegt
wel eens een dossier door een kan
toor en er sneuvelt wel eens een
ruit. Dat komt in toenemende mate
voor. Het is dan ook wel juist wat
mijn collega Jan de Boer uit Leeu
warden zegtdat je je ambtena
ren tegenwoordig op stressbesten
digheid moet testen. Maar een hor
de? Nee".
„Je ziet
groepen die
zich in hun
hele bestaan
bedreigd
- voelen en
daarom tot
actie overgaan,
o.a. de opeters
van het eigen
huis".
en daarom tot actie overgaan. De
opeters van het eigen huis. De bij
standsmoeders. Hoewel, er zijn le
gio bijstandsmoeders die heel rede
lijk van hun uitkering rond kun
nen komen of die heel praktische
oplossingen vinden, ruilbeurzen
voor kleding en dergelijke. Wan
neer een actiegroep hoog van de to
ren blaast, wil dat nog niet altijd
zeggen dat men gelijk heeft". Hier
is een recente uitspraak van Piet
Vos op zijn plaats, de econoom van
de Industriebond FNV: „Ik ben
niet ondersteboven van de acties
van bijstandsvrouwen. Een veel ge
vaarlijker verschijnsel is het feit
dat zo weinig politici zich geroepen
voelen om dit soort acties als onzin
te bestempelen".
Boender laat het citaat voor wat
het is. Grabbelt wél, uit een turfdik
dossier vol bijstandskommer, een
artikel te voorschijn waarin cijfers
en geen kreten de positie van bij
standsmoeders schetsen. „Heel gek
vind ik dat. Nog nooit eerder heeft
men in de media de zaak eens ge
woon doorgerekend. Hier. Een on
volledig gezin met één kind is nog
in het nadeel. Maar vanaf het
tweede kind ligt dat, dank zij de
kinderbijslag, al andersom. Dan
kun je, zuiver financieel be
schouwd, beter een kind dan een
echtgenoot erbij hebben en dit ver
schil ten gunste van het onvolledi
ge gezin wordt groter naarmate
men een groter gezin heeft. Die cij
fers hoor je nooit. Als sociale-
dienstambtenaren dus roepen: met
de bijstandsvrouwen de barricade
op, dan zeg ik: dat is geen oplos
sing.
Wat we moeten doen, is vanuit ons
vak, vanuit de zorg die ons werk
ons oplegt, onbillijkheden signale
ren. Onze ervaring ter kennis
brengen van de verantwoordelijke
overheden en het parlement. Met
onze informatie de besluitvor
mingskanalen beïnvloeden".
Kortom: niet louter een uitkerings
fabriek zijn. En dat hangt er nog
maar vanaf, vindt Boender. „Een
grote groep bijstandstrekkers is te
vreden wanneer de uitkering op
tijd komt. Die heeft niet meer no
dig en die moet je dus zo efficiënt
mogelijk helpen, verder niets. Het
zijn wat wij noemen de zelfredza-
men. Hoe groot die groep is? Nou,
toch wel tachtig procent, schat ik.
Maar de twintig procent die zich
zelf niet kan redden en die je voor
al in de steden vindt, neemt toe.
Anders gezegd: de zelfredzaamheid
neemt af. De capaciteit om de eigen
boontjes te doppen is er nog wel.
Cijfers
Zij het morrend. Boender: „Inder
daad. Je ziet groepen die zich in
hun hele bestaan bedreigd voelen
loosheid, dat het echt niet goed
gaat. Dat het geen politieke praatjes
meer zijn. Daar zit het schokeffect.
En de rust in het land valt niet te
verklaren uit het feit dat de men
sen door de schok verdoofd zouden
zijn. Nee, de schok heeft de mensen
juist wakker geschud. Men is de
realiteit gaan zien en aanvaardt
die".