Langs
Omwegen
Werkloosheid in Leiden enLisse enorm gestegen
Een boeiende
potvis verhuist opgelucht als
attractie naar Düsseldorf
CeidaeSoimmt
DINSDAG 15 FEBRUARI 1983 PAGINA 5
Op mijn omwegen door stad en land
kom ik graag mensen tegen. U kunt
mij telefonisch of schriftelijk vertellen
wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071
- 12 22 44 op toestel 10.
NC
a]
n
si
igelai
^rtkijkers
t votjsiebezitters. die geen
[den en luistergeld beta-
\a FrfPen de kans- dat ze
3 dag bezoek krijgen
zo ^n PTT'er. Die man
dit u?uW) sP°edt z'ch dan
trfe huiskamer en als
begr(Pr een televisie-toe-
jn treft, dan is de be-
ni het haasje. De eige-
-erdeivan de ••kiJkkast'
aat(auee/7 forse boete van
m?™rr£liift
>taal 1met blJ' De »zwart'
st va' ^zo wordt iemand,
lie inlijn omroepbijdrage
x OD( betaalt, genoemd
Met*j ook nog eens een
zichra/ van Justitie.
jgen tkijken is een straf-
>lan fil
arbhf" verschenen maar
zuldeizes zwartkijkers in
De Wtongerecht aan hei
wor|burg. Twee van de
Srtelden, dat ze hun
•bijdrage niet kon-
>e talen. De twee
en, dat ze er een-
LUF bet n'et voor
n. Een man over-
jde kantonrechter
Dijke een briefje,
\t o zijn schulden ston-
irmeld. De man, die
WAO- uitkering
bleek een huur-
van enkele duizen-
ildens te hebben en
»n Energiebedrijf Rijn-
leek hij drieduizend
Pi in het rood te
Rechter Van Dijke
ier van onder de in-
want hij gaf de man
oorwaardelijke straf
onderd gulden. De
r van justitie, me-
C0Ue> Van 't Hul had een
1 wtvan twintig gulden
pbij
heti
rondj
open
haitweede zwartkijker
schoei ook al niet best.
op (mr. Van Dijke hem
e slopwaarom hij de boete
ireellad betaald, vertelde
n een triest verhaal.
i eb een werkloos-
lijn itkering en daar
van iik zeven kinderen
i. D&derhouden,zei hij.
daan de omroepbijdrage
ogenunt betalen, waarom
:olleg u dan een televisie
is nuuis?", informeerde
)rs. fer Van Dijke. „Ik heb
ar m om mijn kinderen 's
iberals zo lang mogelijk
d. Ito te houden. Anders
af in ze het op straat en
ïeft fiomen alleen maar
rie oijkheden van", ant
iken. 'de de man, die blijk-
n 19Geinig vertrouwen in
•n orroost heeft.
lige ihterstallige kijk- en
esultsgeld was inmiddels
angs d, merkte de man
n vaiaarvoor hadden hij
behadn gezin zich nogal
I wegmoeten ontzeggen,
lebben een tijd lang
lagen per week niet
en ov gegeten. Zo hebben
op dat geld bij elkaar
;ls dm schrapen.De of-
choolvan justitie hield
iet deze omst
en eiste een boe-
eente twintig gulden. Die
e willlokte de man de op-
itellemg: „Tja, dat wordt
konfeer een dag zonder
ordereten.Om de zwart-
s bui zijn „warme hap"
rs ziji? onthouden, veroor-
raat kantonrechter Van
met de man tot een voor
in deelijke boete van vijf
de za?ntig gulden. De
iedankte de rechter.
p. draaide zich om
p naar de uitgang.
Dn zijn voldoening
erbergeneen zeer
'antelijk lachje „sier-
gelaat.
indere zwartkijker,
rat jonger dan zijn
rijke „collega
door kantonrechter
'ijke begroet met: U
'ast nog geen zeven
?n". De man ant-
1e: „Ik heb er drie,
schiet al aardig op.
door nalatigheid ge-
ging de man in
lem door. „Bedoelt u
He nalatigheid uw
t mm ren of het feit dat u
jkgeld niet heeft be-
iweal* merkte de kanton-
ir gevat op. Het
het laatste te zijn.
f problemen aan-
Ie de man de boete
dertig gulden.
kijker nummer vier
ürïjv«n an<der de schuld
et feit, dat zijn om-
'jdrage en de boetes
varen voldaan: „Al
rekeningen worden
mijn boekhouder be-
Ik dacht dus, dat hij
Uemaal keurig had
fl De man kreeg
oete van dertig gul-
aael ens gaf mr- Van
hem nog een advies:
imra'k u was zou ik een
e boekhouder ne-
m rnmdat kan u een hoop
chelen.
tzz VAN HERPEN
IN JAN.70 STRANDDE PHYSETER L GEDESORIENTEERD BU BRESKENS
En het geschiedde in die da
gen dat er bij Breskens, waar
Vlaanderen al erg Zeeuws is,
een man aanspoelde. Zijn
naam was, volgens de weten
schap, Physeter macrocepha-
lus L. Een grote kop had
Physeter dus, zo in de maat
large. Men kan Physeter uit
spreken als viseter. Dat klop
te ook wel, want de aange
spoelde ongelukkige was een
potvis. En die kent z'n visjes
wel. Een knots van een pot
vis. Op 3 januari, een winter
se dag in 1970, trof men hem
zieltogend aan. Niet lang
daarna gaf hij de geest en be
gon zijn triomf. Physeter was
een exemplaar van hier tot
ginder: 16 meter, 50 cm. lang
was hij. Aan exact wegen
kwamen de bijeengetrom-
melde deskundigen niet toe.
De weegschaal ontbrak, maar
men schatte Physeters ge
wicht op ongeveer 30 bruto
register tonnen. Hij was man
nelijke potvis zonder dui
delijke woon- of verblijf
plaats die er best wezen
mocht. De Nederlandse pers
wierp zich op de overleden
walvisachtige en de publieke
belangstelling voor deze co
ryfee was dientengevolge
zeer groot. Het was een
stranding en melodrama van
heb ik jou daar.
Precies 13 jaar lang hebben
wij, in het verborgene van
het Rijksmuseum van Na
tuurlijke Historie in Leiden,
weinig plezier mogen bele
ven aan Phy Macr.L. De man
lag al die tijd zo goed als uit
gebeend in een loods te
wachten op betere tijden.
Welnu, die zijn thans aange
broken: Physeter staat over
een jaar of wat opgezet in
Düsseldorf als stoffelijk over
schot te kijk voor Rijnlan
ders, Westfalen en Hollan
ders (want Hollands blijft^
onze eigen zoveelste potvis).*
John Staats, hoofd educatie
ve dienst van „Natuurlijke
Historie"-aan de Raamsteeg,
vertelt er meer van.
„Gaan we terug naar 3 janua
ri '70, dan zien we het dier
Physeter macr. L met z'n 30
brt de Westerschelde op-
zwemmen. Hij hoorde daar
natuurlijk helemaal niet
thuis, maar ook een manne
tjes potvis raakt weieens de
goede richting kwijt; je wilt
nogal eens afdrijven, in stro
men en temperaturen, niet
waar? Onze potvis dan,
kwam bij ebtij op de Spijker
plaat, even buiten het badsei
zoen en Breskens, vast te zit
ten. Vervolgens stikte hij.
Door het enorme gewicht
was zijn borstkas compleet
ingedrukt. Het dier was zijn
oriëntatievermogen in het
ondiepe water kwijtgeraakt".
Hier zwijgt John Staats een
wijle, piëteitvol en in geden
ken.
Daarna kwam de wetenschap
in actie. Vanuit Leiden. Af
leggen van het kolossale li
chaam was er niet bij; Staats:
„Deze potvis is ter plaatse
door onze eigen praepara-
teurs, met witte voorschoten
en pinnige haken, geskelet
teerd, tot skelet terugge
bracht, en vervoersklaar ge
maakt. Op 22 januari '70
werd het dier met een grote
kraanwagen naar het mu
seum in Leiden gebracht".
Napoleon Bonaparte had
Een potvis, zoals onze voorouders die zich (enigszins buiten proporties) voorstel
den, toen het dier strandde bij Brouwershaven, Zeeland, in 1606. De Spanjaarden
waren daar niets bij vergeleken.
(hoewel zelf een keer „aan
gespoeld", na Elba) zich geen
grootsere (her)begrafenis
kunnen wensen: het trans
port van Breskens naar Lei
den trok overal langs de rou
te massa's toeschouwers.
Daar ging de potvis, als een
verslagen maar roemvolle
onderzeeër. Een zegetocht,
bijna, met onduidelijke be
stemming. Maar algauw was
men de potvis vergeten.
Staats zou zeggen: „Het werd
wat stiller om de potvis".
Even geïmponeerd ging men
in den lande weldra weer
over tot de orde yan de ge
programmeerde dag.
In Leiden kwamen, intussen,
de professionele en onderleg
de wijsneuzen bijeen, en het
skelet werd volgens de oude
zeden „gepraepareerd"; „En
het wetenschappelijk onder
zoek vond plaats". Het veel-
bereden stokpaardje van veel
musea, maar zeker dat van
„Natuurlijke Historie" kon
geen kant meer uit: "Door
ruimtegebrek en het ontbre
ken van tentoonstellingsmo
gelijkheden werd het skelet
voorlopig in een loods opge
slagen, in afwachting van
een betere toekomst. Een
hoogst onbevredigende toe
stand. Het skelet van de pot
vis lag daar in gezelschap
van twee eerder in 1937 aan
gespoelde potvissen en nog
wat andere grote walvissen".
aldus John Staats.
Nu wilde het geval, dat er
een eindje over de Duitse
grens, en wel in de welva
rende en attractieve stad
Düsseldorf, een nieuw Na
tuurhistorisch Museum wordt
gebouwd. Het „Löbbecke
Museum" hoopt in '85 de
nieuwbouw te kunnen be
trekken. „Löbbecke" heeft
van alles al in huis, maar een
wezenlijk bestanddeel ont
brak nog: een groot walviss
kelet. Maar in Duitsland, en
zeker niet zo diep landin
waarts, komt men niet zo ge
makkelijk aan een walviss
kelet. John Staats: „Men ging
op zoek daarnaar, en kwam
met het probleem in Leiden".
Best adres, hoor. In Leiden,
op het museum, viel te pra
ten. Ik weet dat nog van vo
rig jaar, toen er een pronkju
weel van een inktvis opge
baard lag. Apetrots, waren de
biologische knapen. Diepbe-
wust ook van hun „soll und
haben", hun kredietgevoelig
heid. Ik hoor het nog: „Winst
mogen en willen we niet ma
ken met onze collectie, maar
een financiële tegemoetko
ming bij transacties kan in
overleg eventueel bedongen
worden".
Naturalisatie
Enfin, in Leiden op het mu
seum viel te praten, „maar",
vertelt John Staats, „we zijn
vasthoudend en men ging te
recht niet over één nacht ijs".
Aan alle kanten gingen de
conferentielampjes aan, en de
voors en tegens zaten afwe
gend met elkaar aan de tafel.
Met als inzet de enorme afge
kloven potvis die Duits zou
moeten worden. Na vele
nachten ijs kwam er toestem
ming: via het ministerie en
andere instanties kreeg de
vervreemdende naturalisatie
van Physeter vorm. Een pot
vis is, ook al is hij zo dood als
een pier, een beschermd
zoogdier dat je niet zomaar
eventjes verplaatst. Ook voor
het vervoer moest toestem
ming worden gegeven. „Maar
ook dat werd geregeld", ver
telt Staats losjesweg.
Uiteindelijk werd de potvis
eind vorige maand overge
dragen aan het Löbbecke
Museum: „beide partijen wa
ren zeer tevreden", meldt
Staats: de Duitsers met hun
voormalig zogende nieuwe
aanwinst, en het Leidse mu
seum met de geruststellende
gedachte, „dat dit bijzondere
skelet dan toch nog uiteinde
lijk voor het publiek tentoon
gesteld zal gaan worden. Dan
wel niet in Nederland, maar
dan toch vlak over de grens",
heeft John Staats op de atlas
gezien. Wat Leiden niet kan,
uit onmacht (het Rijk is arm),
kan over de grens met de
bondsrepubliek nog wel. En
trouwens: Leiden en het aan
palende Roergebied kunnen
elkaar nog meer vertellen: 's
zomers is het bij ons netzo-
goed Düsseldorf am Meer; en
we schrijven in 't „Hollands"
ook Dusseldorp. Geen pro
bleem dus. Het afwerende
gebaar met twee handen.
Maar wat dat allemaal niet
kost, zo'n „no problem"
Dank
Maar Düsselcjorf-Dusseldorp
weet wat hét, buiten alle
walvissen om, van die „Këse-
meister" uit Holland te ver
wachten heeft. Onlangs stond
nog in een stedelijk Dussel-
dorps blad: op één parkeer
terrein op één zaterdag wer
den maar liefst 130 Neder
landse autobussen geteld.
Ook met Leidse accu's. Voor
een tientje of zes ben je een
half dagje onder de pannen
in het luxueuze Volendam
van Bonn. Inclusief van alles
en nog wat, waaronder de
koudbloedige bejegening der
neringdoenden rond de „Pa-
rijselijke" Keu; althans de
Königs Allee. Maar wat wil
je, met zo weinig klaterende
concurrentie op dag-afstand.
Desalniettemin: de Oberbür-
germeister van Düsseldorf
heeft inmiddels, namens het
uitgekiende gemeentebe
stuur, al zijn welgemeende
dank aan Leiden betuigd.
John Staats is daar buitenge
woon van onder de indruk:
„Een stukje goed nabuur
schap heeft op deze ongewo
ne (potvis) wijze gestalte ge
kregen".
„Was man liebt neckt sich",
is er helemaal niet meer bij,
geloof ik. Het gaat meer om
economische afspraken, heb
ik de indruk. Maar goed.
onze Physeter kan daar,
langs de Rijn, als een gesneu
velde held worden bijgezet.
Dreimal hoch! Stelt u zich
voor: die Leidse uitbeners,
met bontmuts en ijskouwe
vingers, op het strand bij
Breskens; en straks het ste
riele mausoleum van Physe
ter macr. L omtrent Düssel
dorf. Ik geef nog slechts
Phy's necrologie: 25 tanden
in elke kaakhelft; hij had.
eventueel, 20 meter lang
kunnen worden; hij leefde in
tropische en subtropische wa
teren, in scholen van 15 tot
20 exemplaren. John Staats
weer: „ze genieten nog steeds
geen totale bescherming;
door enkele landen worden
ze, ondanks allerlei afspra
ken op internationaal niveau,
nog steeds bejaagd. Aanspoe
lingen zijn bekend van alle
Europsese stranden. Aan de
Nederlandse kust zijn er in
de loop van de laatste eeu
wen enkele tientallen aange
spoeld; het laatst nog in 1980,
bij Zandvoort. Dit laatste dier
is met behulp van Leidse
praeparateurs naar het mu
seum, ten behoeve van het
Onderwijs in Den Haag ge
gaan, en wordt daar, als de
nieuwbouw eenmaal gereali
seerd wordt, voor het publiek
geëxposeerd".
Noodzaak
In feite snikt John Staats een
beetje na. Zijn voorlichtend
vak bereikt zo weinigen.
Skeletten en embryo's vor
men de grootvorsten van zijn
mondjesmaat gesubsidieerde
praktijk. Wie ziet ze? Ja, de
man in de portiersloge mis
schien. En, uiteraard, de ge
gradueerden, en de meelo
pers. Maar wie vertelt het
verhaal na van, laat ik maar
zeggen, Physeter met de gro
te maat? Den Haag, ja; Haags
onderwijs. Maar in Leiden
weten ze er veel meer van.
Laat maar zitten. De potvis
van '70 heeft zich van Leiden
en de Nederlanden afge
keerd. Op bevel. En uit nood
zaak. Wie iets meer wil we
ten over de familieleden van
Physeter van Breskens, leze
het boeiende werk over dé
jacht op een potvis: Herbert
Melville schreef over „Moby
Dick" een „klassieke" best
seller
LEIDEN/LISSE Ook in
de regio's Leiden en Lisse
is de werkloosheid in de
maand januari enorm ge
stegen door de nieuwe
manier van tellen. In ver
gelijking met december
vorig jaar telt dit gebied
683 werklozen meer, 319
mannen en 364 vrouwen.
De totale werkloosheid in
dit gewest is daarmee ge
komen op 12.811 (8.901
mannen en 3.910 vrou
wen). Door de nieuwe de
finitie van werklozen,
waarop de cijfers zijn ge
baseerd, worden nu ook
die werklozen meegeteld
die staan ingeschreven
voor een deeltijdbaan van
20 uur per week of meer.
Voorheen werden alleen
diegenen meegeteld, die
tenminste 25 uur per
week wilden werken.
Een andere groep die voortaan
ook wordt meegeteld, wordt
gevormd door degenen, die
wel bij het arbeidsbureau
sta&n ingeschreven maar tijde
lijk niet bemiddelbaar zijn of
voor bemiddeling ongeschikt
zijn. Tijdelijk niet bemiddel
baar zijn bijvoorbeeld degenen
voor wie een beroepskeuze-ad-
vies wordt opgesteld of die een
medisch onderzoek moeten
ondergaan. Onder de categorie
„voor bemiddeling onge
schikt" vallen die personen
voor wie het arbeidsbureau
niet actief bemiddelt omdat de
eisen die zij aan een baan stel
len niet te realiseren zijn. Deze
nieuwe telling geeft een objec
tiever beeld van de werkloos
heid, hoewel de nieuwste cij
fers niet optimaal zijn, omdat
de verwerking ervan nog niet
helemaal is afgerond.
Rayon Leiden
Afgezien van de nieuwe defi
nitie is de werkloosheid in het
rayon Leiden in januari flink
toegenomen. Het aantal werk
zoekende mannen steeg met
292 naar 7.005 en het aantal
vrouwen met 348 naar 2.982.
De toename van de werkloos
heid onder mannen is volgens
het Arbeidsbureau Leiden
vooral te zien in de sectoren
gropd-, weg- en waterbouw,
maar ook in de categorieën
horeca, handel, kantoor, ver
zorging en algemene dienst is
het aantal mannen zonder
baan toegenomen. Uit de cij
fers blijkt ook dat het aantal
schoolverlaters tot en met 22
jaar weer een grotere groep
wordt: 457 mannen, dat zijn er
16 meer dan in december en
553 vrouwen, 12 meer dan in
december. Het aantal jeugdige
werklozen tot en met 22 jaar is
bij de vrouwen en de mannen
met respectievelijk 34 en 77
gestegen naar 1.243 en 1.581.
De vergelijking van januari
1982 met dezelfde maand een
jaar later levert een stijging
van de werkloosheid met der
tig procent op. Verdeeld over
mannen en vrouwen is dat 25
(1.433) en 50 procent (1.068).
Bij de jeugdige werklozen zijn
die percentages 28 (352) en 39
(352) procent en bij de school
verlaters 65 (403) procent. Het
aantal vakatures lag ruim 60
procent lager dan het jaar er
voor. In januari kwamen er 58
bij en werden er 68 opgevuld.
Slechts een handjevol vacatu
res staat langer dan een
maand open.
Rayon Lisse
Net als dat in Leiden consta
teert het Arbeidsbureau Lisse
dat de cijfers anders uitwijzen,
maar verondersteld moet wor
den dat de werkloosheid in
vergelijking met december in
de maand januari vrijwel ge
lijk is gebleven. De cijfers ver
tellen echter dat het aantal
werkloze mannen met 27 is
gestegen naar 1.896 en het
aantal vrouwen met 16 naar
928. de stijging is volgens de
statistieken vooral te vinden
in de agrarische sector. Het
aantal schoolverlaters tot en
met 22 jaar is volgens de boe
ken in januari bij de mannen
gedaald met 5 naar 82 en bij de
vrouwen met 8 naar 144. Bij
de jeugdwerklozen tot en met
22 jaar telde men één man
meer (totaal 422) en negen
vrouwen minder (totaal 430).
Procentueel gezien levert de
werkloosheid in het rayon Lis
se als de maanden januari van
1982 en 1983 worden vergele
ken en schrikbeeld op met een
stijging van gemiddeld bijna 40
procent. Bij de mannen is dat
28 procent (417) en bij de vrou
wen 65 procent (368). De groei
valide jeudwerkloosheid ligt
iets lager met 35 procent. Bij
de jonge mannen is het per
centage 22 (77) en bij de vrou
wen 50 (146). Het aantal werk
loze schoolverlaters groeide
sterker met 45 procent, 15 pro
cent voor de mannen (11) en
70 procent voor de vrouwen
(60). Ook in Lisse is het aantal
vacatures met 60 procent ge
daald. In januari kwamen er
40 banen vrij en werd in 63
vacatures vorzien. Van de
overgebleven banen is er geen
die langer dan een maand
open bleef.
District Alphen
De werkloosheid onder man
nen in de regio Alphen is deze
maand in de regio Alphen ge
stegen met 8,4 procent van
1833 naar 2176. Het aantal ge
registreerde werkloze vrou
wen steeg van 815 naar 1054,
een toename van 8,7 Deze
stijging is vooral te wijten aan
een nieuwe telmethode van
het ministerie waardoor ook
mensen die 20 uur per week
werk zoeken zijn meegeteld.
Voorheen was dat 25 uur. Het
aantal binnengekomen vacatu
res bij het arbeidsbureau deze
maand, bedraagt 46. De Hoe
veelheid ontslagaanvragen ten
De Cijfers:
Mannen
Vrouwen
dec.82
dec.83
dec.82
dec.83
Alkemade
236
236
105
107
Katwijk
780
841
218
259
Leiden
4356
4511
1709
1921
Leiderdorp
393
413
165
205
Oegstgeest
227
244
116
133
Rijnsburg
140
150
60
67
Valkenburg
40
39
13
17
Voorschoten
334
356
144
155
Warmond
76
82
39
39
Zoeterwoude
113
114
54
69
Overige
18
19
11
10
Totaal
6713
7005
2634
2982
Hillegom
408
412
211
185
Lisse
368
355
173
169
Noordwijk
514
525
212
249
Noordwijkerhout
273
284
140
149
Sassenheim
191
202
137
131
Voorhout
112
115
39
45
Overige
3
3
0
0
Totaal
1869
1896
912
928
opzichte van vorige maand is konkluderen dat de werkgele-
echter gelijk gebleven. Vol- genheid in de regio Alphen
gens het arbeidsbureau „Zou je zich momenteel heeft gestabi-
met ,enig optimisme kunnen lis^erd".