Het tweede voetballeven van Ben Wijnstekers Arie Haan mist 1 beleid Rijvers ZATERDAG 12 FEBRUAl ROTTERDAM Ben Wijnstekers leunt achterover in zijn stoel, spert de ogen wijd open en zegt: „Ja, ik vind het elke dag weer fiin, dat ik naar het Feyenoord-stadion kan gaan. Fluitend naar je werk, zo noort het toch eigenlijk". Het gaat goed met hem, zo goed zelfs, dat hij aanvoerder van zowel Feyenoord als het Nederlands elftal is en, veel belangrijker, op zijn 27e talenten demonstreert die lange tijd verbor gen zijn gebleven. „Ik ben nog ling niet verzadigd", roept hij enthou siast, „je zult mij niet horen zeggen, dat ik alles al heb gezien". De bikkelharde verdediger uit het verleden is veranderd in een rusti ger, veelzijdiger voetballer, die niet meer alléén linksachter is, maar ook als vrije verdediger én als mid denvelder nog een interessante toe komst voor zich lijkt te hebben. Waar anderen al in hun nadagen zitten, blikt Ben Wijnstekers opge wekt vooruit naar wat je een twee de voetballeven zou kunnen noe men. Zeker als je bedenkt, dat nog geen anderhalf jaar geleden in elk geval zijn interlandcarrière ten ein de leek. Wijnstekers toonde zich in die fase vaak zo'n onbeheerste spe ler, dat hij door bondscoach Kees Rijvers nauwelijks meer serieus werd genomen. „We zaten met Feyenoord toen ook in een hele slechte periode", zegt hij inmiddels afstandelijk. „Het was echt niet plezierig voetballen. Al vind ik juist, dat een speler die in de selectie van het Nederlands elf tal zit, daar ook, of juist, in moet blijven als hij eens een mindere pe riode doormaakt Dan houd je na melijk zoveel mogelijk dezelfde ploeg en dat heeft altijd resultaat. Kijk maar naar België, Frankrijk, West-Duitsland en ook Brazilië. Die spelen vrijwel altijd met het zelfde elftal. Bij ons is dat al erg moeilijk vanwege al die jongens die in het buitenland spelen. Ons grootste probleem is, dat we nooit met een vast elftal kunnen voetbal len". Mentaliteit „In de tijd dat ik niet zo in vort. was, heb ik me even druk gemaakt. Ik kon het niet hebben, dat het zo slecht ging en ben toen even vreemd gaan doen. Veel gepraat, te veel hooi op m'n vork genomen. Gelukkig heb ik snel ingezien, dat het anders moest. Je moet je in het veld waar maken, nergens anders. Je bewijst pas dat je echt iets kunt als je slechte tijden overwint. Net zoals het makkelijk is om goed te spelen in een sterk draaiende ploeg, maar je bent pas echt een grote als je in een slecht draaiende ploeg ook kunt presteren. Een spe ler die zijn team uit de moeilijkhe den kan trekken, die kan wat. Dat is vaak een kwestie van instelling en op dat punt zit ik goed. Mentali teit is altijd mijn drijfveer geweest. Ik heb heel hard moeten knokken om te bereiken wat ik heb bereikt". ,,Dit is mijn zevende seizoen in de eredivisie en dat betekent automa tisch, dat je anders reageert. Situa ties waar ik vroeger fanatiek in dook, los ik nu anders op, door dachten Hoe dat komt, tja. Kwestie van routine toch, denk ik. Bij de meeste spelers die al een tijdje meelopen, zie je dat ze meer over zicht in bepaalde situaties krijgen. Rust, dat is toch wel een belangrij ke eigenschap. Ik denk, dat ik vooral daarom tegenwoordig op het middenveld en als vriie verdediger beter uit de voeten kan. Volgens Ab Fafié (plaatsvervangend coach van Feyenoord; red.) heb ik als laatste man nog niet voldoende rust, maar ik ben het niet helemaal met hem eens. Hij baseert ziin oor deel op anderhalve wedstrijd. NAC en Excelsior. Tegen Excelsior speelden we heel erg moeizaam. Het enige dat ik toen kon doen, was sober spelen. Corrigeren en constant achter de verdedigers blij ven spelen, verder niets". Tyge Wim Jansen „Maar ach, zo erg vind ik het niet. Ik heb het enorm naar m'n zin als linksachter bij Feyenoord en als rechtsachter in het Nederlands elf tal. Het maakt me niet zoveel uit waar ik sta. Misschien, dat ik over een tijdje vrije verdediger word. Wim van Hanegem gaat binnen kort echt weg en dan moet er toch iemand zijn die hem kan opvolgen. Ik zie mezelf op die plaats, en ook op het middenveld, overigens meer als het type Wim Jansen. We heb ben een beetje dezelfde eigenschap pen, al kun je voetballers natuur lijk nooit helemaal met elkaar ver gelijken. Iedereen heeft zijn waar den en tekortkomingen. Ik mis kwaliteiten die Wim Jansen had, maar ik ben, denk ik, weer sneller en wendbaarder. Op zich is zo'n verandering van vleugelverdediger tot laatste man niet gek. Ruud Krol is daar een prachtig voorbeeld van. Maar nogmaals, je moet geen ver gelijking maken. Krol heeft een Het Nederlands voetbalelftal speelt volgende week woens dag tegen Spanje in Sevilla in hetzelfde stadion waar tij dens het wereldkampioen schap de „historische" wed strijd West-Duitsland-Frank- rijk werd gespeeld de sleu telwedstrijd in de kwalifica tiereeks voor het Europees kampioenschap volgend jaar in Frankrijk. Sedert het niet halen van de eindronde van het wereld kampioenschap is bondscoach Kees Rijvers bezig te bouwen aan een nieuw Nederlands elftal, dat kan aanknopen bij de successen van zo'n tien, jaar geleden. Tot nog toe is hij daarin niet zo erg geslaagd. Arie Haan (34), nog steeds spelbepaler van de Belgische kampioen Standard Luik is misschien wel degene die Rijvers het scherpst kritiseert. Haan dient momenteel het laatste jaar van zijn contract uit bij Stan dard, maar is daarna nog niet transfervrij. Wat hij het vol gende seizoen zal doen weet hij niet. De in Maastricht woonachtige middenvelder overweegt weer in Nederland te gaan voetballen. Laat schertsend, maar toch met een serieuze ondertoon de naam FC Groningen vallen. Bij gaand een analyse van Arie Haan over Rijvers en het Ne derlands elftal. Een vernieti gende analyse. Op deze pagina voorts een in terview met Ben Wijnstekers van Feyenoord, wel in de gunst bij Rijvers en aanvoer der van het Nederlands elftal. lange pass, geweldig. Zoals die een bal over een heel veld bij iemand kan neerleggen, dat houd je niet voor mogelijk". Woensdag, in en tegen Spanje, is niet Krol maar Wijnstekers aan voerder van Oranje. Een teken aan de wand? „Wel nee", lacht Wijnste kers, „dat is echt onbelangrijk. Ik draag die band om m'n arm, maar in het veld zal Krol waarschijnlijk meer de leider zijn dan ik. Ik ben niet het type van een leider, zo voetbal ik ook niet, dus waarom zou ik het dan moeten zijn. Bij mij is het meer de werklust. Ik vind het leuk om aanvoerder te zijn, maar als Krol het is, mij best. Ik vind zelfs, dat in het veld iedereen een aanvoerder zou moeten zijn. Spelers moeten elkaar aanwijzin gen geven, elkaar wakker houden, dan verslapt de concentratie niet. Tegen Spanje gaat het om de pun ten. Winnen we, dan betekent dat zeer waarschijnlijk al een beslissing in onze poule. Wat maakt het dan uit wie er aanvoerder is?". Op de oude manier Hij merkt tevreden op, dat Spanje- Nederland weer eens een wedstrijd is, die flink in de belangstelling staat. Zegt met een glimlach, dat hij misschien wel een beetje op de oude manier zal moeten voetballen. „Er zullen momenten zijn, dat het hard tegen hard gaat, maar het hoeft beslist geen schoppartij te worden. Ik heb Spanje in Ierland zien voetballen: goed en zeer aan vallend. Heel anders dan tijdens, het WK, toen was het een angstige ploeg. Ik denk tegenwoordig altijd: ik zie wel hoe het loopt. Ik bouw wel een zekere spanning op naar een wedstrijd, want anders kun je niet goed presteren, maar ik reken verder op mijn zelfvertrouwen. Dat is volgens mij echt het allerbelang rijkste voor een voetballer: zelfver trouwen in alles. En dat heb ik mo menteel. Ik ga er van uit, dat ik goed speel". „Het is een enorme voldoening voor me, dat ik ondanks die inzin king van zo'n anderhalf jaar gele den terug ben in het Nederlands elftal. In dat opzicht doet het me ook wel weer iets, dat het als aan voerder is. Dat geeft het in dit ge val toch iets extra's. Ik denk, dat een hoop spelers meer zouden moe ten beseffen, dat ze blij moeten zijn dat ze betaald voetbal kunnen spe len. Ik bedoel: kijk eens om je heen. Die club gaat failliet en die club gaat failliet. Steeds meer werklozen. Als ik eens geblesseerd ben, dan sta ik langs de kant naar de training te kijken en dan zou ik aan de allerzwaarste conditietrai ning nog mee willen doen. Al zou het een duurloop van vijftien kilo meter zijn. Ik denk dat je daar enorme problemen mee krijgt als je uitgevoetbald bent. Voorlopig denk ik daar ook maar helemaal niet aan, al wordt het misschien wel tijd. Ik heb niets in m'n hoofd wat ik later wil gaan doen. Dat is een risico, maar het voordeel is, dat ik me volledig op het voetballen kan richten. Misschien wel heel simpel gedacht, maar ik ga er van uit, dat ik straks aan de bak kom. Ik ben niet zo'n pessimist". „Toen ik begon als betaald voetbal ler, kwam ik in een ploeg met Is raël, Van Hanegem, Jansen, Kreuz, De Jong. Daar keek ik tegenop. Je moest heel wat doen om erbij te ko men. Tegenwoordig denken ze vaak dat ze al net zo ver zijn als de „grote jongens". De jongeren zijn echt wel goed bezig, maar als het moeilijk wordt, laten ze hun kop hangen. Mijn instelling is dan: al moet ik erbij neervallen. Al moet ik wel zeggen, dat als ik naar Va nenburg kijk vind ik trouwens een geweldige voetballer, alle machtig dan geloof ik, dat die de goede kant op gaat. Die laat zien, dat hij tegenslagen de baas kan. Hij begrijpt ook, dat je bij je club moet laten zien, dat je in het Nederlands elftal speelt. Dat ben je verplicht". DICK HOFLAND Arie Haan tijdens het toernooi om de Europese titel in 1980 bij een tête-ó-tête met doelman Toni Schuma^erv de wedstrijd NederlandWest-Duitsland. f en I Er lam MAASTRICHT Tijdens de finale van het Europa Cuptoernooi voor bekerwinnaars, in mei vorig jaar, stuitten CF Barcelona en Standard Luik op elkaar in Nou Camp, de thuishaven van Barcelona. Stan dard ging in een veldslag ten onder (1-2). Simon Tahamata werd door Manoio gepromoveerd tot een ruimtevaarder, Walter Meeuws liet zich zodanig provoceren, dat hij uit het veld werd gestuurd door scheidsrechter Eschweiler. Meeuws overkwam zulks nadat hij had ge probeerd de treiterende Carrasco vlak voor tijd „doormidden" te schoppen. Arie Haan stond daarbij, keek er naar en legde Carrasco on middellijk na het nemen van de vrije schop andermaal over de knie. Eschweiler stuurde Haan niet weg! Het is maar een voorbeeld. CF Bar celona heeft zich in meer Europese bekerduels (Standard, Tottenham Hotspur, Aston Villa) dermate mis dragen, dat de UEFA intussen zo ver gevorderd is, dat er zeer ingrij pende maatregelen op stapel staan. En wat te denken van een optre den van Real Madrid in het vorige Europa Cupseizoen in Kaiserslau- tern? Het Nederlands elftal moet er wel goed rekening mee houden, dat dergelijke toestanden volgende week in Sevilla aan de orde zijn. Het zal op routine en brutaliteit aankomen. Want Spanje staat (de UEFA strafte de nationale ploeg reeds wegens wangedrag in het duel in Ierland) voor niets en de nieuwe generatie Nederlands elf talvoetballers moet daaraan nog ge wend raken. maar dat bestond uit buitenlanders. Er moest dus gezocht worden. Overal de beste wegpakken. Maar vooral was het een kwestie van ge loven in wat je neemt. Er was een groep waarmee verder werd ge gaan, men bleef voetballen met hetzelfde elftal. In het begin heel erg slecht ook, maar er kwamen successen. Ze zijn in 1977 begonnen en in '80 stond de ploeg er!" Geen topteams Zwaar hoofd Arie Haan heeft er een zwaar hoofd in met het Nederlands elftal. Het staat er beroerd voor als je hem mag geloven. „Voor mij", begint Haan, „is het niet meer zo belang rijk te spelen in het Nederlands elf tal. Mijn marktwaarde is vastge steld en ik ben er niet meer van af hankelijk. Maar voor die jongens van een jaar of achttien is het wel erg. Ze moeten zich kunnen identi ficeren met de topspelers. Dat is niet meer zo. Bijvoorbeeld: Ik ben op de zesdaagse in Maastricht en sta te praten met Kees van Kooten en Gerald Vanenburg, want het Nederlands elftal was daar. Een jongen kwam mij vragen om een handtekening. Van Kooten en Va nenburg wilden ook een handteke ning geven maar het jongetje liep weer weg. Had helemaal niet in de gaten dat ze Nederlands elftalspe lers waren. Dat vind ik heel erg. Op dat moment flitst het toch door je heen: Er schort iets aan de hele begeleiding, aan de atmosfeer rond het Nederlands elftal". Ingespeelde nationale elftallen heb ben veel opgeleverd in het nabije verleden. De wereldkampioenen Engeland, West-Duitsland, Argen tinië en vooral Italië. „België is het beste voorbeeld daarvan. In je land 'moet je één of twee topteams heb ben, waaruit je het geraamte voor het elftal haalt. Hetzelfde systeem, alleen nog een paar spelers invul len. Michels deed dat met Ajax in 1974, vulde een beetje aan en we konden spelen. België had indertijd geen topteams. Ja, Anderlecht, „Nederland heeft geen echte top teams meer. Ajax loopt leuk te voetballen, maar straalt niet echt kracht uit. Olsen, Vanenburg, Rijk aard, Van Basten, Kieft, Silooy, Van 't Schip, allemaal fantastische voetballers, maar de kracht ont breekt. Kijk naar Boeve, Schoena ker, Lerby; sterke jongens. Van Cruijff moet je ook geen bikkelen verwachten. Zie die van Standard: Gerets, Meeuws, Poell, Van der Smissen, Wendt. Je kunt tegen woordig beter wat techniek hebben en fysiek sterk ziin, dan dat je al leen techniek hebt. Ik weet ook wel dat voetbal op papier anders gespeeld moet worden, maar je hebt altijd met een tegenstander te maken en die zegt: „Nee, maar dat laat ik niet toe". „Het heeft kop, noch staart, dat Ne derlands elftal. Het is geen counter voetbal en het is geen pressievoet bal. Men weet van elkaar niet, hoe er gespeeld moet worden. Na Ne derland-Frankrijk had Rijvers het over de jonge spelers met de billen blootleggen. Dat is dus iets dat later bij hem opkomt, waarvan hij dénkt, dat hij zich er zo uit kan redden. Dat gaat er bij mij gewoon niet in. Ik heb, nu al bijna een jaar geleden, gezegd, dat er achter het Nederlandse elftal geen enkel idee zit. Ik heb toen ook gezegd .dat elke oefenwedstrijd zou worden opge schoven. Dat is uitstellen van je verantwoordelijkheid". Geen steek „Maar er komt een dag, dat het moet. De eerste wedstrijd kwam er aan. IJsland. Wat bleek? We waren nog geen steek verder nadat we een jaar eerder in Rotterdam met geluk met 1-0 van Frankrijk won nen. In Spanje zou hij met twee spitsen gaan spelen. Er is geen lijn. Rijvers heeft niet de gedachte: Zo zie ik het. Het hoeft helemaal niet direct goed te zijn. Maar we zijn nu nog geen stap verder dan een jaar geleden. Daar gaat het namelijk om. Het gaat er niet om dat je nog geen resultaten hebt gehaald, nee, het gaat erbm, dat we nu nog niet verder zijn dan een jaar geleden en wie garandeert mij dan dat we over twee jaar wel verder zijn, als we in 1986 naar het wereldkampioen schap willen? „Rijvers heeft vol gens mij verzuimd zich een goed beeld te vormen van spelers. Over wie de juiste zijn in de toekomst. Met de begeleiding van wat „oud jes" hadden de jongeren ingewerkt kunnen worden. Bij het beginpunt heb je dus twee delen, de oudjes en de jongeren. Als je anderhalf jaar verder bent hadden er twee oude ren kunnen afhaken en de jonge ren kunnen hen vervangen. Maar voor dat idee is het nu dus al te laat". Bij Ze l dige Arie Haan heeft zelf met Schti] tegen Barcelona gespeeld ?IK< dus wat het Spaanse vodede: „Zo'n Barcelona, is toch nifhdd< loven. Je speelt tegen „F(j^e rij". Wij zijn er onderdoorflidd< Waren we dat niet, dan ha<P°rb die finale gewonnen. Die 6ew| ding op Carrasco van mf™1* laatste minuut is iets and' be die van Meeuws even eePan8 kunt er natuurlijk hard naa^b pen en uithalen, dan ben }js cjat je er uitgestuurd w&ede raakte niet in paniek, legfn Zi neer en zei tegen de scheiden „Ik heb de bal toch". Als'beii tóch zo'n trap wilt uitdelé"er( hem dan zo, dat ie ook diinee half jaar niet speelt. MAe* mooiste was, dat Meeuws F* lemaal niet raakte....". „Met dat en nog veel me™ Nederland dus te maken in Kijk, Rijvers heeft Simon ta niet in de ploeg gezet. grijp ik. Maar wat wil je Vanenburg? Die schoppen tweede ring in. Ik vind h! maal niet erg dat Simon ni doet, die kan toch niet tegei standers, die het scheermes^ schijn halen. Je moet zèlf«j een kegel geven. Daag ze Als ze een keer vlak bij je1 Spanjaarden, dan slaan i meer. Wees maar niet bang zijn ze ook weer niet. Het impulsiviteit van ze. Tacfy-v achteren, wat dat betreft is—* niet te voetballen. Je kunt mijnwerkers meenemen", j Intimideren ■fc" lit „Het intimideren", vervolg s; Haan, „is van invloed op jo 0_ Iers. Daarom moet je vod wedstrijden een oudere, rrl iets mindere, speler er bijSP; Dat schept ontzag bij de tefl O] der. In België is er niemTon door middel van een slidinj m tackle mij van het veld ^QV| schoppen. Ik speel helem hard, dat hoef ik ook niet,^ doen het niet tegen mij. DaPn opbouwen. Een jonge speldloi uitgeprobeerd". nd „Ze spreken nu over Span^ c het kan zeker niet erger toen wij in Argentinië tegj speelden. Dat was een veldae in Duitsland hebben we i gekegeld: Ons middenveldem kens-Van Hanegem-Jans k onze backjes Krol en Suur|egt we de bal hadden waren, jf goed elftal, maar als we de hadden, beesten, reken ma kwam weinig door". !I"k] Een prognose van Spanjfkil land? „Ik hoop dat ze gelijk spele v zozeer voor de bondsbeshda wel voor de spelers, maaïiet voor het Nederlandse voetlrare voorlopig ben ik deel van afg derlandse voetbal. Hoe gek»eei klinkt, als het Nederlani be slecht presteert straalt daar naar mij uit. Als ik als Nede h ergens met Standard benNal dat. In Italië, in Zwitserlaiterl ze niet hoe ik speel. Maar >rk wel de uitslag van de wesfwe het Nederlands elftal. „Mier i ren", zeggen ze dan, „dabeg niks, dan kan hij dus ook in i zijn..." op HENK N

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 18