3Ë3 m lij catechese ;aat het er ip de eerste plaats m samen :las" te zijn" uy minigen in pderwijs ook ïaak van ouders ZATERDAG IS JANUARI 1983 armee zijn we dus bij Jg beland", concludeert ■r, „wat nu eigenlijk de r ons leven is", arige Hanneke, impul- «ar woorden onderstre- oor met de hand op ta- slaan: „Ja, dat zou ik k wel 's willen weten: or leef ik nou eigen- 'ant ik word doodziek leven!" ar: „Hoezo, doodziek?" isje: „Nou, je wordt ge in dan ga je een poosje Ichool. Kom je van af, dan ga je werken, iwen, als er toch geen Dan leef je nog een ga je weer dood. Fijne (an Zuidgeest, bisschoppe- ïlegeerde voor het katho- erwijs in het bisdom Rot- -,,Op zo'n moment neemt ^segebeuren een wending atecheet gelegenheid geeft iepte in te duiken en lagen Jlustzijn naar boven te bren- doorgaans onder de ópper- kijven. Dan kan er een situ- Jjstaan waarin je als cate- }pk jezelf bloot moet geven. I moet zeggen wat dan jóuw den op de aangeroerde le- geloofsvragen zijn. Getui- Maar doorgaans ben je be llet voorwerk, dat hopelijk Zijn geest gebeurt, maar Ie naam Jezus soms de hele Syalt. Ik zeg altijd: als cate- ïet je een stukje getuigenis 9, maar van tevoren weet je ginneer". 9 9)f wekken 9 gscheet is iemand die pro beert „geloof te wekken". In de woorden van de Nederlandse bis schoppen: catechese is die vorm van geloofsoverdracht die ge schiedt als een systematische inlei ding in het christelijk leven, waar bij het onderrichten in de christelij ke leer een wezenlijk element is. Nog meer dan voorheen zal in het beleid van de bisschoppen in de ja ren tachtig de catechese voorrang krijgen. Daarbij denken ze niet al leen aan de scholen. De plaatselijke geloofsgemeenschap, met name de parochie, moet naar hun oordeel steeds meer haard en brandpunt van de catechese worden. Omdat het onderwijs te kort schiet? Dat er „bijzondere bezorgdheid" bestaat over het feit dat op een aantal katholieke scholen de ruim te voor catechese sterk is geslon ken, wordt in het herderlijk schrij ven niet onder stoelen of banken geschoven. Pastor Zuidgeest deelt die zorg wel, maar wil van een ver wijt aan onderwijsgevenden niets horen. Ook waarschuwt hij ertegen de situatie al te somber af te schil deren. „Ik denk dat er nog nooit in de geschiedenis een periode is ge weest waarin er zoveel moeite is gedaan om goede catechese te ge ven. Nog nooit zijn er zoveel ver schillende boekjes en methoden ge schreven op den duur móét dat wel vrucht dragen". Een van de meest in het oog lopen de problemen van de school-cate- chese is het personeelstekort. Op de helft van de katholieke scholen voor lagei' beroepsonderwijs in het bisdom Rotterdam wordt er, bij ge brek aan godsdienstleraren, al he lemaal geen catechese meer gege ven. Van de mavo's moet zo'n vijf entwintig procent het zonder cate chese stellen. Op havo's en vwo's ligt de situatie aanzienlijk gunsti ger, onder meer doordat hier nogal wat uitgetreden priesters als gods dienstleraar werken. ZUIDGEEST, BISSCHOPPELIJK ELEGEERDE VOOR KATHOLIEK ONDERWIJS: Jan Zuidgeest: „Een tweede moei lijkheid is dat er allerlei verschil lende en soms tegenstrijdige eisen aan de catechese worden gesteld. De schoolleiding wil bijvoorbeeld dat het stil en rustig is in de klas en dat de kinderen er wat leren. De ouders, althans sommigen van hen, verwachten dat de kinderen een gelovige houding wordt bijge bracht. De kerk zal hopen dat er iets van de kerkleer wordt overge dragen. En dan heb ik het nog niet eens over de verscheidenheid on der de jongeren zelf. In één klas heb je enerzijds jongeren die nog nooit een kerk van binnen hebben gezien terwijl je anderzijds jongens en meisjes tegenkomt die je haar fijn het theologische verschil tussen het katholieke en het protestantse geloof kunnen uitleggen. Ga daar maar eens aan staan als catecheet. Aan al die verwachtingen tegelij kertijd voldoen is natuurlijk vol strekt onmogelijk". Pastor Zuidgeest heeft ruim tien jaar ervaring als godsdienstleraar op vooral lbo-scholen in het Rotter damse diocees. Als bisschoppelijk gedelegeerde geeft hij thans kerke lijke begeleiding aan heel het ka tholiek onderwijs in het bisdom. Zelf staat hij, om een beetje voeling te houden met „de basis", nu nog één ochtend in de week voor de klas. Gedurende 50 minuten gecon fronteerd met zo'n allegaartje uit kerkelijk zeer uiteenlopende mi lieus, is zijn eerste zorg een sfeer van saamhorigheid in de klas te be werkstelligen. „Bij de leraar Engels kom je om Engels te leren, naar de wiskunde les ga je voor wiskunde, maar bij catechese gaat het er op de eerste plaats om samen „klas" te zijn. Als dat bewustzijn van „bij elkaar te horen" ontbreekt, is een wiskunde leraar tot op grote hoogte nog best in staat zijn boodschap over te brengen. Maar een godsdienstleraar niet. Zijn boodschap is immers on losmakelijk met die saamhorigheid verbonden. Dus moet je als cate cheet eerst en vooral zorgen dat de kinderen het een beetje plezierig hebben met elkaar. Dat ze zich aan elkaar gelegen laten liggen, dat ze respect opbrengen voor eikaars me ning". Gelukkig zijn „In zo'n sfeer kun je vervolgens proberen te verhelderen waar het hem nou in zit dat mensen in som mige situaties wél en in andere niet gelukkig zijn. Je legt uit dat dat te maken heeft met waarden èn on waarden, met hèilloos en heilzaam. Uit een dergelijk gesprek komt, als het goed is, de vraag naar voren wat je eraan kunt doen om onheil af te wenden en het heil dichterbij te brengen". „Tenslotte, helemaal aan het eind van de rit, kan ik zeg nadruk kelijk kèn, het gebeurt lang niet al tijd een situatie ontstaan die zich ertoe leent om de christelijke weg van het heil heel uitgesproken naar voren te brengen. Zoals in het voorbeeld met Hanneke. En als dat gebeurt, ik moet zeggen: dan laat ik me ook gaan. Dan laat ik mijn emotie ook spreken en vertel ik precies wat ik nou vind". Bezwaar van een aantal praktise rend katholieke ouders tegen deze hedendaagse aanpak van catechese is dat hun kinderen op de katholie ke school niets of maar heel weinig van het katholieke geloof leren. „Daarin hebben ze voor een groot deel gelijk", beaamt pastor Zuid geest. „Aan de andere kant zullen die ouders ook erkennen dat het absoluut geen zin heeft om met kinderen die heel het evangelie be schouwen als iets van lang vervlo gen tijden waaraan ze absoluut geen boodschap hebben, de zeven sacramenten te bespreken. Ik denk dat de enige oplossing ligt in het activeren van parochie-catechese. Extra godsdienstonderricht voor die kinderen die op school min of meer te kort worden gedaan. Daar mee is hier en daar al een begin ge maakt en als we op die weg voort gaan zal een hoop frustratie bij ka tholieke ouders worden weggeno men". „Kijk, vroeger was de school een parochieschool. Daar zaten de kin deren van één of van enkele paro chies. Naarmate dat nu minder het geval is, moet je de school geen verwijten gaan maken, maar moet je een andere vorm van catechese creëren. De school doet wat de school kan. Als ik vind dat mijn kind meer moet weten, welnu, dan moet ik daar zelf iets aan doen". Meer belangstelling Overigens signaleert pastor Zuid geest bij kinderen uit niet-praktise rende gezinnen de laatste jaren een toenemende belangstelling voor kerk en religie. „Althans voor vra gen naar en over God. Bestaat God en hoe moet je je Hem dan voor Pastor Jan Zuidgeest: „Er kan een situatie ontstaan waarin je als catecheet ook jezelf bloot moet geven. Ronduit moet zeggen wat jouw antwoorden op de aangeroerde levens- en geloofsvragen zijn". stellen? Waar is God? Waarom laat Hij het lijden in de wereld toe? dat soort vragen. Vergeleken met vijf a tien jaar geleden leeft er on der katholieke jongeren veel min der rancune tegen de kerk. Ze gaan immers niet meer. Of ze gaan nog wel eens maar „moeten" niet meer. Het is onverplichter. En ze weten er natuurlijk veel minder van. Ook dat stimuleert de interesse. Als je van jongsaf aan bent volgegoten met catechismuslessen, heb je op je zestiende niet zoveel vragen meer. De huidige generatie heeft die vra gen wél en in toenemende mate. Verder zijn de jongeren zich heel sterk bewust van de dreiging die over onze maatschappij hangt. De atoomdreiging, de milieuproble men, het spook van de werkloos heid. „Wat moet ik daarmee?", vra gen ze zich af. „En wat moet ik met het leven?" De formulering die ze kiezen om dat zoeken onder woor den te brengen, is soms frappant. Een tijdje geleden stelde een meisje me bij het binnenkomen van de klas pardoes de vraag: „Denk je dat die vent van jou nou echt bestaat?" Ik zeg: „Wat bedoel je?" Zij zegt: „Ach dat weet je best. Die God, natuurlijk!" s I De aangekondigde bezuinigin gen in het onderwijs hebben heel wat ouders van leerlin gen in beweging gebracht. Volgens de directeur van de Nederlandse Katholieke Ou dervereniging (NKO), P. van Ham, is er in de duizenden ouderverenigingen, -commis sies en -raden de afgelopen weken heel wat over verga derd. Als er dan al bezuinigd moet worden, willen de ou ders daar graag een stem heb ben. De NKO houdt zich onder meer bezig met het behartigen van de rechten en belangen van ouders bij in het onderwijs belangrijke instan ties. „Aangesloten ouderverenigin gen zijn inmiddels ingelicht over de op stapel staande bezuinigingsmaat regelen die de kwaliteit van het onderwijs aantasten. Er dreigen momenteel bezuinigingen waarbij de discussie over de gevolgen voor het onderwijs wordt ontlopen. Aan de verenigingen is geadviseerd met het hoofd van de school de plaatse lijke consequenties te bespreken", aldus directeur Van Ham. De Nederlandse Katholieke Ouder vereniging bestaat uit 48 hoofdaf delingen die regionaal opereren. Bij de vereniging zijn in totaal zo'n 3000 ouderverenigingen, -commis sies en -raden uit het kleuter-, la ger, voortgezet en hoger onderwijs aangesloten die rond de 500.000 ou derparen vertegenwoordigen. Het regeerakkoord voorziet voor de komende jaren in aanzienlijke be zuinigingen in het onderwijs. Eind februari komt in de Tweede Kamer- de begroting van het ministerie van onderwijs aan de orde. Hierbij gaat het om maatregelen die een bezuiniging van 410 miljoen gulden moeten opleveren. De NKO vindt het onverteerbaar dat de ouderor ganisaties tot nu toe niet betrokken zijn bij de bezuinigingsvoorstellen. Verzoeken om een onderhoud met minister Deetman en de kamer commissie voor onderwijs zijn in middels de deur uit. Reacties Van Ham: „Wij willen bijvoorbeeld aangeven' waar per se niet op be zuinigd mag worden. Uit reacties van ouderverenigingen is ons ge bleken dat vooral het niet vervan gen van leerkrachten bij ziekte voor de ouders een heet hangijzer is. Verder is men het niet eens met het niet vervullen van vacatures op het einde van het schooljaar. Een gevolg van deze maatregelen kan zijn dat lopende het schooljaar klas sen moeten worden samengevoegd. Tenslotte vinden wij dat het spe ciaal onderwijs van de bezuinigin gen gevrijwaard moet blijven". De directeur van de NKO heeft zijn vereniging de afgelopen tijd aanzienlijk zien groeien. „De gang van zaken rond de stakingsacties in het onderwijs eind vorig jaar, had als positief bijverschijnsel dat de NKO als organisatie wat meer be kendheid kreeg. Wij kregen de kans het nut van een landelijke vereniging aan te tonen. Het gevolg was dat heel wat nog niet georgani seerde ouderverenigingen bij ons aanklopten". Inspraak De NKO is in 1966 opgericht, daar bij inspelend op ouders die meer inspraak wensten in de gang van zaken op scholen. De vereniging is in de loop der jaren als vraagbaak voor de ouderverenigingen gaan fungeren. Met dit doel heeft de NKO over het hele land verspreid een achttal consulenten die zonodig ouders helpen met het opzetten van een oudervereniging of hen advise ren bij voorkomende problemen. Ook bij nieuwe ontwikkelingen zo als de invoering begin vorig jaar van de voorlopige medezeggen schapsraden waarin ouders en onderwijsgevenden vertegenwoor digd zijn worden ouders met raad en daad terzijde gestaan. Inbreng Mevrouw De Vries-Janssen, be stuurslid van een van de grotere hoofdafdelingen,'s-Gravenhage en omstreken, is overtuigd van de in breng die ouders kunnen hebben bij het hele schoolgebeuren. „On derwijsgevenden en schoolbestuur hebben natuurlijk hun eigen ver antwoordelijkheid. De bemoeienis van de kant van de ouders heeft grenzen. Maar het is voor ouders van belang te weten, wat er op de school zoal omgaat. Ouders zijn de eerstverantwoordelijken voor de opvoeding van een kind, daar hoort de schoolwereld ook bij". Een van de taken van een ouder vereniging is vorm en inhoud te geven aan het specifieke van een katholieke school. Mevrouw De Vries-Janssen: „De wijze- waarop de katholiciteit van een school naar voren komt zal per school verschil len. Op katholieke scholen in de binnensteden bestaat de helft van de leerlingen vaak uit kinderen van niet-gelovige of anders-gelovi ge ouders. Wat er in de praktijk aan het geloof wordt gedaan hangt af van wat in het leer- en werk- P. van Ham, directeur NKO: „Vooral het niet vervangen van leerkrach ten bij ziekte is voor de ouders een heet hangijzer". SCHOOL, WAT DOE JE MET ONZE KINDEREN? OUDERS, WAT VERWACHT U VAN DE SCHOOL VOOR UW KINDEREN? plan van de school is vastgelegd. Voor de NKO is het vanzelfspre kend dat de ouders daar invloed op hebben". Oudercursussen Een ander bestuurslid van de hoofdafdeling, mevrouw Riicken- Van Thiel Coolvels, benadrukt dat de activiteiten van ouderverenigin gen zich niet beperken tot hand- en spandiensten. „Het eerste contact wordt meestal gelegd via eenvoudi ge werkzaamheden op school. Langzaamaan wordt men dan meer betrokken bij wat er op school ge beurt en raakt men ook thuis in meer inhoudelijke zaken. Met dit doel worden vanuit de NKO ouder cursussen, van vier tot zes avon den, georganiseerd, waarin wordt geleerd met de „onderwijstaal" om te gaan. „Het is belangrijk dat ouders niet schrikken van de ambtelijke taal waar ze mee te maken krijgen. Tij dens de cursussen wordt hun ge leerd de taal om te zetten in een voor iedereen begrijpelijke taal", aldus het bestuurslid. Drempel De secretaris van de NKO, Van Leeuwen, zegt het begrijpelijk te vinden dat ouders moeite hebben een nieuwe school binnen te stap pen „Men moet een drempel dur ven nemen. In sommige gevallen kijkt men wat vreemd aan tegen de verschillende schooltypen die er te genwoordig bestaan. Zelf brachten ouders van de nu schoolgaande kinderen, hun schooltijd vaak door op van oudsher bekende scholen, zoals de mulo of de hbs. Om die on overzichtelijke scholengemeen schappen binnen te stappen heeft men soms een duwtje nodig". Wanneer men eenmaal de drempel heeft durven nemen, is het aan de ouderverenigingen de getoonde in teresse uit te breiden. Van Leeu wen: „Ouders zijn aanvankelijk al leen geïnteresseerd in het doen en laten van hun eigen kind op school De NKO en ouderverenigingen is het er om te doen dat ouders zich voor de hele klas en tenslotte voor de hele school gaan interesseren. Wanneer die school dan getroffen wordt door bezuinigingen, heeft men inzicht in de gevolgen en wil men daarover meepraten". FÓNS VAN RIJN I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 23