„Kerstviering graag, maar
dan moet de hele scheppin
in het feest delen"
I
hofb
ofb
BINNENLAND
LEIDSE COURANT/
VRIJDAG 24 DECEMBER 1982 PAGIN,
KERSTVERHAAL (1)
In een klein dorpje in een
klein landje woonde eens een
man die een heel opwindend
leven leidde. Hij was een vlot
te dertiger en had donker
krullend haar en een gemoe
delijk ogende snor. die een
flink stuk huid onder zijn neus
bedekte. Zijn naam was Joop
Mats. In het dagelijks leven
was Joop journalist bij het
grootste dagblad van het land,
de Gele Raaf. Voor die krant
schreef hij regelmatig sappige
verhalen over moorden, bran
den, gijzelingen, geheimzinni
ge ziekten en anderssoortige
rampen. Een opwindend be
staan, zoals gezegd. Maar voor
Joop was het nog niet span
nend genoeg. Hij wilde méér.
Nóg meer sensatie en vooral:
nóg meer bekendheid. Nach
tenlang droomde hij over de
mogelijkheden om dat te be
reiken. En toen hij op een
mooie zomermorgen wakker
werd, wist hij het opeens. „Ik
ga in de politiek", sprak hij tot
zichzelf. „Ik sluit me aan bij
een partij en ik zorg dat ik
daar zodanig opval, dat ze me
op de kandidatenlijst voor de
Tweede Kamer zetten".
Nog dezelfde dag gaf hij zich
op als lid van de DVV, de Def
tig Voortvarende Volkspartij.
Een week later al bezocht hij
een vergadering van de plaat
selijke afdeling van de DVV
en diende daar gelijk een
voorstel in om de oude dorps
pomp te restaureren. Het was
z'n eerste politieke succes. Hij
kreeg er zowaar nog applaus
voor ook en toen hij 's avonds
op de rand van z'n bed zat
glunderde hij er nog van. Het
gaat goed", dacht hij. En in ge
dachten zag hij zichzelf al door
het parlementsgebouw lopen,
als kamerlid, als minister en
misschien later zelfs wel als
minister-presiden t.
Het bleef goed gaan. In zijn
plaatselijke afdeling verwierf
Joop steeds meer populariteit
door zijn frisse ideeën en hel
dere betoogtrant en bij het
provinciaal partijbestuur bleef
dat niet lang onopgemerkt.
Men zag die Mats wel zitten.
KERSTVERHAAL 2
En zo kon het gebeuren dat na
enkele jaren, toen Joop net 41
voren bij zijn krant ontslag ge
nomen, omdat hij met een
aantal van zijn collega's niet zo
best meer kon opschieten.
Toen de dag waarop Joop tot
parlementslid beëdigd zou
worden met rasse schreden
naderde, gebeurde er iets ver
velends. Een krant, een ande
re dan waarbij hij gewerkt
had, meldde op een middag
dat Joop relaties had onder
houden met een paar aan lager
wal geraakte zakenlieden, die
op grote schaal de belasting
hadden ontdoken. Joop zou
deze zakenlieden van advies
hebben gediend en daarvoor
een lief sommetje geld hebben
ontvangen. Het bestuur van de
DVV schrok geweldig van dit
bericht. Een nieuw DVV-Ka-
merlid, waar al bij voorbaat
een smet op rusttenee, dat
kon niet Die zaak moest eerst
maar eens grondig uitgezocht
worden. Aldus geschiedde. De
beëdiging van Mats werd uit
gesteld en intussen stelde de
partijtop een diepgaand onder
zoek in naar de handel en
wandel van Mats. Al na enke
le dagen bleek de lucht voor
Joop weer opgeklaard te zijn,
want de partijtop stelde vast
was geworden, zijn grote
droom in vervulling ging: hij
werd door zijn provinciale af
deling voorgedragen als kan
didaat-kamerlid. Joop beland
de op de eenenveertigste
plaats van de landelijke kandi
datenlijst Niet gek natuurlijk,
maar het was voorlopig wel
een plaats die in zijn partij als
„onverkiesbaar" werd aange
duid. Immers, de DVV had
maar zesentwintig kamerzetels
en het kon toch haast niet
waar zijn dat die partij er bij
de volgende verkiezingen zo
veel zetels bij zou winnen, dat
hij een kans maakte op de zo
begeerde functie van volks
vertegenwoordiger. Het schier
onmogelijke gebeurde echter
toch: De DVV won maar liefst
tien zetels en werd nog rege
ringspartij ook, waardoor een
aantal plaatsen in de fractie
openviel omdat enkele oudere
rotten bevorderd werden tot
de heerlijkheid van een minis
terschap of staatssecretariaat.
En zo mocht Joop, tot zijn ei
gen verrassing, toch kamerlid
worden. Dat kwam trouwens
goed uit, want hij had kort te-
dat Mats niets onoirbaars had
gedaan. Joop voelde zich de
koning te rijk en stelde triom-
fan tel ijk vast dat niets een
glanzende politieke carrière
meer in de weg stond.
KERSTVERHAAL 3
Enkele weken na Joops beëdi
ging, waarvan een foto in vrij
wel alle kranten was afge
drukt, gebeurde er opnieuw
iets vervelends. Het bekende
weekblad De Tijding publi
ceerde een pagina's lang ver
haal, waarin stond dat er in de
omgeving van het parlements
gebouw kwalijk riekende ge
ruchten over Mats de ronde
deden.
Volgens deze geruchten zou
Joop de fractieleider van de
DVV, Ad Sijpels, kort voor
zijn beëdiging hebben gechan
teerd met de mededeling: als
ik niet in de Kamer mag ko
men, dan zal ik eens een boek
je over jou opendoen. De Tij
ding meldde ook wat dat boek
je bevatte: Ad zou vroeger her
haaldelijk zijn buurjongetje ge
kust hebben. En hoewel Ad dit
gerucht in de Tijding bij hoog
en bij laag ontkende en er te
vens met grote stelligheid aan
toevoegde dat het niet z'n
buurjongetje maar z'n nichtje
was geweest, werd het toch
een politieke rel van jewelste.
Mats baalde, dat spreekt. Ster
ker nog: hij was woedend op
de Tijding en eiste luidkeels
opheldering en genoegdoe
ning. Maar de redacteuren van
het blad zeiden dat ze het ge
rucht heus niet uit hun duim
hadden gezogen. Ze hadden, zo
beweerden ze, het verhaal
vernomen van een „vooraan
staand fractielid van de DVV".
Onmiddellijk gingen de partij
bonzen van de DVV op zoek
naar de bron van het verhaal
en dreigden de betreffende
persoon, die de arme Mats zo
in diskrediet had gebracht, uit
de partij te zetten. De speur
tocht bleef echter zonder re
sultaat. Alle fractieleden ont
kenden ten stelligste, het ge
rucht aan het weekblad te
hebben doorgespeeld en De
Tijding zelf zweeg ook in alle
talen over de identiteit van de
aangeboorde bron.
KERSTVERHAAL 4
Ongeveer een week later volg
de de ontknoping. Een van de
fractieleden, Eureka Zwem-
stra, gaf plotseling te kennen
dat zii het „vooraanstaand
fractielid" moest zijn geweest
die tegenover De Tijding als
bron had gefungeerd. Zij her
innerde zich twee maal door
een journalist van het blad te
zijn benaderd met de vraag, of
het waar was dat het chanta-
gegerucht over Mats de ronde
deed. Zij had daar bevestigend
op geantwoord, maar dat wilde
natuurlijk niet zeggen dat zij
het gerucht in de wereld had
geholpen.
Joop Mats vond het maar een
verklaring van niks. Eureka
mocht dan wel haar excuses
aangeboden hebben, maar
daarmee was het gerucht de
wereld nog niet uit. Waar
bleef nu op deze manier de
glitter van het kamerlidmaat
schap, waar hij zich zo op had
verheugd? Het moest nu maar
eens definitief afgelopen zijn
met die verhalen over hem.
Woedend wendde Mats zich
tot de partijleiders en verlang
de van hen dat zij zich vier
kant achter hem zouden op-
r
stellen en hem van alle he
zouden zuiveren. Na lan v
ge gesprekken over en
kreeg Mats uiteindelijk fel
wilde. De fractieleider
"hi
fl' s
net teAsi
r ge te keft*
h
maals publiekelijk uit di
brandschoon was en
echt geen sprake was
van chantage of ook nif*!
wat daarnaar rook. De i)Si
de dag stonden in alle k
fraaie koppen met tekst
„Vrede in DVV
„Mats gezuiverd'
h
Joop glimlachte toen hijlgi
richten doorlas en we/f
vuld van vredige en f
nende gedachten. „Het igl
tegen Kerstmis", c/ac|^(
„Mooier kan het niet
even en we hebben een\
jaar. Dan zal ik eens latfe
wat ik waard ben en kp
met m 'n schone lei ga
Vergenoegd wierp hij
uit het raam en zag hoep
bare dikke sneeuwvlokj
de lucht dwarrelden en
het vensterglas plakten. Tl
DICK VAN RIETSCI\nt
Hans Bouma:
predikant
dichter,
schrijver en
vegetariër
sinds hij
lucht kreeg
van de
bio-industrie
NOORDELOOS Hans
Bouma (41), in willekeuri
ge volgorde predikant,
dichter, schrijver en actie
voerder, veert overeind
als de onlosmakelijk met
het kerstfeest verbonden
smulpartijen inclusief
wildbraad, een mals biefs
tukje en een gebraden
haantje, ter sprake komen.
Recht uit z'n hart zegt hij:
„Met kerstmis valt er iets
te vieren. De komst van
Christus op aarde. Dat be
tekent bevrijding, ver
nieuwing, verzoening. Het
is ergernis wekkend dat
er bij zo'n feest slachtof
fers vallen. De bio-indus
trie draait in december op
volle toeren om de men
sen tijdens de feestdagen
van kalkoenen, kippen en
konijnen te kunnen voor
zien. Het is een aanflui
ting om zo Kerstmis te
vieren, zeker als je be
denkt, dat Jezus is geko
men om ons te bevrijden".
Hans Bouma, part-time predi
kant van de gereformeerde
kerk (synodaal) te Noordeloos,
is een bedaard man. Nuchter,
een Fries eigen, maar ook ro
mantisch; realist, maar tegelijk
idealist. Wekt, vanwege die
karaktereigenschappen weinig
weerstanden op, ondanks z'n
vaak radicale opvattingen.
Spreekt zacht, formuleert
voorzichtig.
Tegen de combinatie Kerst
mis - bio-industrie zegt hij
echter, zonder nuance, hart
grondig nee. „Kerstviering
graag, maar dan moet de hele
schepping in het feest delen.
Men stort zich op dieren, die
de hele bio-industrie hebben
meegemaakt. Ik vind dat ver
schrikkelijk. De mensen mo
gen best lekker eten, maar
niet ten koste van andere
schepselen".
Het echtpaar Bouma is na een
zwerftocht door het gehele
land (hij was achtereenvolgens
predikant in Heerhugowaard,
een plattelandsgemeente, en
Hilversum, godsdienstleraar in
Amsterdam en Rotterdam) in
Noordeloos beland, een dorpje
in de Alblasserwaard, een
streek waar het leven goed is.
Veel water, weilanden, smalle
bochtige weggetjes, knoestige
wilgen, met daar bovenuit de
toren van de hervormde kerk.
Een sfeer die het beste met
„knus" te omschrijven is.
Hans Bouma voelt zich op z'n
gemak in de plaats waar al
sinds jaar en dag het befaamde
oud-Tweede-Kamerlid Scha
kel (hij is een van de trouwste
kerkgangers, hij slaat geen
dienst over) het bewind voert.
Zoals in elk dorp, dat z'n ei
genheid heeft weten te behou
den, lijkt in Noordeloos ieder
een elkaar te kennen. Iedere
voorbijganger steekt joviaal
z'n hand op als de
dominee z'n hondje, geplukt
uit een asiel, uitlaat. Hans
Bouma groet terug met een
spontaniteit, die doet vermoe
den dat hij de passanten van
kindsbeen af kent.
„Ja", beaamt hij, „ik voel me
hier thuis. Ik kom al jaren als
gast, omdat de gereformeerde
kerk geen eigen predikant
had. De (kerkelijke) gemeente
is namelijk te klein voor een
full-time dominee. Door die
vele predikbeurten krijg je een
bepaalde indruk van een ge
meente en omgekeerd. Het feit
dat ze me beroepen hebben is
tekenend. Ze weten in welke
richting ik denk. Toch zegt
men: „Kom. Dat is fijn".
Die hartelijke ontvangst bete
kent niet dat alle kerkleden
Bouma's vaak uitgesproken
meningen over het functione
ren van de maatschappij, de
natuur en het milieu delen.
Dat hoeft van hem ook niet.
„In sommige gemeenten staan
links en rechts elkaar naar het
leven. Gelukkig is dat hier
niet het geval. Natuurlijk zit
ten er mensen met linkse en
mensen met rechtse opvattin
gen in dezelfde kerk. Conser
vatief en progressief en alles
wat daar tussenin zit. Maar er
wordt niet gepolariseerd, men
blijft op een vriendschappelij
ke manier met elkaar om
gaan".
Doorzetter
Een part-time baan bevalt
hem uitstekend. Want zodoen
de blijft er veel tijd over voor
schrijven, reizen en, als het
moet, actie voeren tegen een al
dan niet vermeende misstand.
Hans Bouma is, behalve veel
zijdig, een echte calvinistische
werkezel, die onverwoestbaar
en onverzettelijk blijft werken
aan een betere samenleving.
Een wereld zonder geweld,
milieuverontreiniging, gifbel
ten, dierenmishandeling en
onrecht.
Van zijn hand verschenen niet
minder dan 80 tot 85 boeken
(hij is de tel een beetje kwijt
geraakt) over de meest ver
schillende onderwerpen.
Theologie, lied- en gebeden
bundel, poëzie, boeken over
natuur, milieu en dieren. Boe
kenplanken vol! Ongeveer de
helft is uitgegeven door Kok,
Kampen. Daarnaast levert hij
bijdragen aan Trouw, Dier
(het blad van de dierenbe
scherming) en Hervormd Ne
derland. En dan praten we
niet over z'n niet aflatende
strijd voor een Open Ooster-
schelde, behoud van de Wad
denzee en Markerwaard en
zijn rol als woordvoerder van
het Dierenbevrijdingsfront,
een club die zich keert tegen
vivisectie, maar waarvan hij
zich inmiddels heeft gedistan
tieerd vanwege het militante
karakter, dat de acties droe
gen. Eveneens vergeten we de
vele malen dat hij voor radio
en televisie z'n visie geeft
over, om maar iets te noemen,
de military (met een glimlach:
„Daar ben ik inderdaad ook
tegen"), de zeehondenjacht of
de vraag of de Markerwaard
Ds. Hans Bouma: „Kerstviering graag, maar dan moet de hele schepping In het feest delen. Men stort zich op dieren, die de hele
bio-industrie hebben meegemaakt. Ik vind dat verschrikkelijk. De mensen mogen best lekker eten, maar niet ten koste van andere
schepselen".
al dan niet ingepolderd moet
worden. Een ritje op en neer
naar de studio in Hilversum is
vrijwel wekelijkse kost. Je
vraagt je derhalve in gemoede
af, hoe houdt hij het vol? Maar
dit terzijde.
Bestseller
Sommige boeken lopen als een
trein. Een van z'n laatste pen-
nevruchten, „Vriendschap is
een geluk", een handzaam,
fraai geïllustreerd boekje mag
zich zelfs verheugen in een
overstelpende belangstelling.
In een mum van tijd waren er
30.000 exemplaren van ver
kocht. Een bestseller dus.
Maar hij blijft de bescheiden
heid, de eenvoud zelve. Stre
ven naar geldelijk gewin, eer
en roem is hem vreemd. De
mens staat bij hem centraal.
Hans Bouma: „Als predikant
sta je middenin het leven. Als
er iets aan de hand is ben je
van de partij. Je rouwt mee en
je viert feest. Alles op z'n tijd".
Hans Bouma, telg uit een kQ*i-
rig ambtenarengezin (zijn va
der werkte bij de belasting
dienst) groeide op in Leeuwar
den en studeerde na het gym
nasium theologie aan de Vrije
Universiteit in Amsterdam.
Een keuze waarvan hij nooit
spijt heeft gehad. Toelichtend
in de rustieke pastorie (een ou
derwets herenhuis aan het wa
ter) zegt hij: „Ik zou weer the
ologie gaan studeren. Het is
een wetenschap met zoveel
raakvlakken. De theologie be
moeit zich met alles. De aarde,
de samenleving, de ethiek. En
het aardige van een theoloog is
dat hij niet belanghebbend is.
achterban, die hij tevreden
moet stellen. Kok praat voor
de werknemers en Van Veen
voor de werkgevers. Maar het
plezierigè van mijn beroep is,
dat ik heel onpartijdig te werk
kan gaan. Ik kan de dingen op
lange termijn bekijken".
Vegetariër
Hans Bouma is, sinds hij lucht
kreeg van de bio-industrie, dat
is zo'n twaalf jaar geleden, een
overtuigd vegetariër. Alleen al
de aanblik van kistkalveren,
varkensmesterijen en legbatte
rijen vergalt hem de dag. „Ik
vond vlees erg lekker, om van
te watertanden. Ik blijf een
smulpaap, maar vlees smaakt
me niet meer sinds ik gezien
heb in wat voor onwaardige
situaties die dieren moeten le
ven. Verschrikkelijk".
Als er in uw gemeente een
bio-boer zou wonen, zou u
hem dan vermanend toespre
ken?
den. Hoezeer die bio-industrie
mij ook tegen de borst stuit.
De boeren hebben er niet voor
gekozen, het is hun opgedron
gen. Ze willen best iets anders.
De consument zou zich kriti
scher moeten opstellen. Daar
ligt eigenlijk de kern van het
probleem. Ik vind dat je voor
goed voedsel best wat over
mag hebben. Het voedselpak
ket zou duurder worden, maar
dan ben je wel van die ellendi
ge bio-industrie verlost. Je
mag de boeren niet de schuld
geven, die staan met de rug te
gen de muur. Het consumptie
patroon moet veranderen,
daar draait het om".
Koeien
Korte stilte. Wil per se niet de
indruk wekken dat hij de boer
en tuinder eens zal gaan ver
tellen, hoe het (niet) moet.
„Kijk", wijst hij, „tegenover
me woont een boer. Prima
vent, zorgt goed voor zijn die
ren. Leeft sober, werkt de hele
dag, plus het weekend. Hij
doet z'n werk met plezier, dat
zie je gewoon. Moet ik zo'n
man nu de les gaan lezen over
melkplassen en boterbergen?
Nee hoor!. Ik heb respect voor
zulke mensen. Ze worden ge
dwongen om steeds meer koei
en te houden. Vroeger hadden
ze veertig koeien, nu tachtig of
zelfs honderd. Ze hebben geen
keus. Ze moeten investeren;
als je dat niet doet, ga je er
aan. Het is echt pompen of
verzuipen.
Diervriendelijk
De Noordelose predikant heeft
zich ook persoonlijk op de
hoogte gesteld van de ligbox-
stallen. „Diervriendelijk", is
zijn conclusie. „De koeien heb
ben het niet minder dan vroe
ger, misschien wel beter,
's Zomers staan ze in de wei
en 's winters op stal. Het grote
voordeel van zo'n ligboxenstal
is dat de koeien zich vrij kun
nen bewegen. En voor de boer
is het ook een uitkomst. Nee,
ik kan er echt niets verkeerds
van zeggen".
Toch verlangt Hans Bouma
wel eens terug naar vroeger,
een tijd, waarin het water nog
helder, de lucht zuiver en de
natuur ongerept was. Want de
welvaart heeft wel een prijs
gekost. Een prijs die volgens
hem wel eens te hoog zou kun
nen zijn.
Natuurschoon
„Vijftig jaar geleden bestond
de helft van Nederland uit na
tuurlijk gebied. Nu één pro
cent. Wegenaanleg, urbanisa
tie, ruilverkavelingen hebben
ons landje een heel ander aan
zien gegeven. Er zijn nog snip
pertjes natuurschoon over.
Echt, de armoede van de cri
sisjaren wens ik niemand toe.
Het is echter jammer dat die
rijkdom ten koste is gegaan
van de natuur en het milieu.
Bij alles wat we bereikt heb
ben is dat verlies dramatisch.
Natuur is een kapitaal dat on
vervangbaar is. Er is nog een
schijntje oorspronkelijke rijk
dom over. Als we slim zijn
gaan we als vrekken op die
laatste centjes zitten".
Peinzend: „Elk jaar verdwijnt
er een natuurgebied. Amelis-
weerd is opgeofferd aan de
wegenaanleg, de Waddenzee
wordt bedreigd, noem maar
op. Sinds de Club van Rome
zouden we verstandiger moe
ten zijn. Maar helaas: nu tellen
andere belangen. Natuurlijk,
de koopkracht is belangrijk. In
de politiek draait weer alles
om de economie. Helaas, want
er zijn nog andere waarden in
het leven. Bovendien weet ik
zeker dat de mensen van de
natuur houden. De politiek re
ageert evenwel niet op die sig
nalen vanuit de samenleving".
Jeugd
Bent u een doemdenker?
Hans Bouma: „Nee hoor. Ik
fr-S
in<
tal
ge
ir
ge
en
■p
hoor overal dat de jeugc
ser wordt, behoudend
daar merk ik niets
praat veel met jongerei
dan ooit zijn ze geïnterflG'
in vraagstukken als keg^e
gie, de bio-industrie, de
peningswedloop, de W~~
zee. Ik weiger me neer
gen bij de feiten. E<
mensen staan best ope
een appèl. Natuurlijk, j
de mensheid het onhé
zeggen. Dat is niet mj—
thode. Dat levert berusl
in de trant van: het z^er|
tijd wel duren. Zulke 0(j<
denkerige verhalen r^er<
niet houden. Je moet dyen
niet verdoezelen, maarj^jp
wel een uitweg bied«,00
predikant mag je wijzei S(€
beloften in de bijbel. Hó
kunnen we samen ov|
ten. Samen naar oplö
zoeken, niet bij de f—
neerzitten".
Kleinschaligheid
Hoe wilt u de werkloos
lijf gaan?
richting van kleinscha H
Daar ligt de oplossing. lijd*
huidige systeem vergroi.sc]
werkloosheid. De Lj^
moet je weer bij het jp,
betrekken. Bevrediger-"
beid, waarin men zi^r
herkennen. Ik ben geien
seerd in zachte techniebf.
niek die vervelend wjan
handen neemt, hanteeL^
en weinig energie kj*
menselijke maat. Neemi'
molen. Een kerncentiPnr
nooit iemand schildere6tei
de grote schilders wart h<
zot op molens. Dat is tytrvv
We moeten weer oog
van het kleine".
pai
pan
Bijbelse lijnen Pch
Bij Hans Bouma ontbrln;f
gelukkig het bel tt
vingertje. Bij alles wat 1'
schrijft en zegt (en dat®^
wat) zal hij polarisatie
ren te vermijden. „Dafede
je namelijk het gesprekeze
aloog af". zijn
„Op de preekstoel geef^n
belse lijnen aan. Je lj^n
dominee niet het rechtMaa
theorieën de kerk in te^ali
ren. Dat riekt naar d" e.
gie". f te
Hans Bouma, predikart v'e
ter, schrijver, maar reei
een man, die warring,
straalt. Vertelt fluister# bo
een vriend longkanké ste'
en menselijkerwijs sled ste
kort te leven heeft. l*'jd
zichtbaar met hem me#kel
Bijna verontschuldigef da
houd me echt niet allflkhe
de natuur en het milid»gei
Onlangs heb ik een p#
houden over sterven i
natuurlijk gebeuren. I
ten onrechte een ta^m
Sterven op zich is nietl
is het gevolg van het hoge
worden. Maar als iemflegii
verwege sterft dan r te
„Dat is tegen de wil vatieh
J»nin
KEES VAN 0