Marxisten ontdekken reformator Land van herkomst trekt buitenlandse werknemer VRIJDAG 24 DECEMBER 1982 —jEBEN Het Oostduitse plaatsje Eisleben be- y (wee standbeelden: natuurlijk een van Luther, Jpn op het gemoedelijke pleintje voor het THhuis, want Eisleben is de belangrijkste van de S Luthersteden die de DDR kent. Goed hon- IEAU meter verder, een beetje om de hoek zodat ze |ar niet kunnen zien, staat een eenvoudig Le- ,0641ponument, niet, zoals men zou denken, van na iorlog, maar reeds in 1927 daar neergezet; de kopermijnwerkers van Eisleben waren er neen| voor. Eislebens burgemeester Helmut Kunze leelt zijn tijd tussen Luther en Lenin. Dat be- «aajnt dubbeldrukke werkdagen, want 1983 is alleen een Lutheijaar, maar ook een Marx- A^EP de grote reformator werd vijf eeuwen gele- s geboren en de grote revolutionair overleed ies vierhonderd jaar daarna. Waarop in Eisle- de nadruk zal vallen is nog niet duidelijk. ivel, de toeristen dat be- jook burgemeester Kunze j Jniet op de eerste plaats voor )ninstandbeeld o£ het keurig ïirkte Karl-Marxpark komen; Jen Maarten Luthers geboor- en sterfhuis zien, de kerk hij gedoopt werd, de kansel daaraf hij zijn laatste preek irdt dan ook nijver gerestau- N in Eisleben; wanneer over I maanden het Lutherjaar of- begonnen is, zal Luthers ge- r en sterfstad een parel zijn jg vele grauwe dorpen en j die zich tussen Berlijn en de .jAfArj"r£ uitstrekken. En dat alle- oetaald uit de staatskas, want Ks de rigoureuze scheiding kerk en staat (die ook in jtrikt gescheiden Lutheijaar- voorzjet) js je samenwer- (ussen beide op dit ogenblik tend, aldus Horst Greim, ker- tvan de evangelisch-lutherse n Thuringen en organisator 3079 in mei te houden kerkda- ïadering IIJ inn Kalb, onderstaatssecreta- )r kerkelijke zaken geeft toe verhouding tussen kerk en iiet altijd zo goed is geweest EjQgfjdit ogenblik. „Beide partijen |i moeten leren met elkaar gaan". Sinds de Bond van Kerken in de DDR mule lanceerde: „Wij willen aast, niet tegen, maar in het ime kerk zijn", loopt het al- I een stuk beter. En na het 318 sche bezoek van de protes- bisschop Albrecht Schonherr laats- en partijleider Erich ker, op 6 maart 1978 de ligt politici en dominees in in de mond bestorven als li4i55ret om Christus' geboorte jet Lutherjaar nu het hoogte- borden. ZOOnn Kalb wil ook nog wel l4dat de verhoudingen met de jiekë kerk in de DDR die in de diaspora ope- p even goed zijn, ook al wa- katholieke bisschoppen zich hun protestantse collega's gladde ijs van de politiek en plogie. Q ijverre de katholieke hiërar- de DDR zich vrij voelt [t|i echter een levensgrote Y wanneer de bisschop van dr. Wandke, een dag voor >tcenb«BesPro^en gesprek laat we it hij zich door zijn vicaris- nden al Steinuhr wil laten ver- idig 19j», dié op zijn beurt een half Het marktplein voor het raadhuis in Eisleben met midden erop het Lutherstandbeeld. uur voor de afspraak laat meede len, dat de bisschop al zijn mede werkers verboden heeft over het Lutherjaar te spreken met de pers. Angst voor Oost- Berlijn? Of angst voor Rome? Maar. kennelijk angst. Kerkeraad Greim uit Eisenach is er zeer verbaasd over. „Want wij hebben hier in Thuringen niet al leen uitstekende contacten met de staat, maar ook met bisschop Wandke, die bijvoorbeeld alle ka tholieke kerken in Erfurt ter be schikking heeft gesteld van de in mei te houden evangelisch-lutherse kerkdagen". Hoe goed het tussen de protestantse kerkleiders en de staat botert wordt momenteel in de DDR ech ter bijna van de daken ge schreeuwd. Waarbij onderstaatsse cretaris Kalb voorzichtigheidshalve wel ,de aantekening maakt: „We moeten er natuurlijk wel voor op passen dat we niet „verlutheren". Die woordspeling blijkt overigens ook tot het program te behoren, want Adolf Niggemeier, bestuurslid van de Oostduitse Christen-demo cratische Unie had tevoren al Kalbs grapje gepikt en later zullen nog drie andere gesprekspartners het woord „verlutheren" grijnzend in de discussie brengen. Wanneer de DDR inderdaad niet wil „verlutheren" moet men eigen lijk onmiddellijk de marxistische geschiedvorsers monddood maken. Want zij zijn het die sinds enkele jaren meer nog dan de protes tantse theologen. voor een Lu- ther-hausse in de DDR gezorgd hebben. Prof. Helmar Junghans, luthers theoloog aan de Karl-Marx universiteit in Leipzig, zegt niét zonder ernstige ondertoon: „Wan neer we niet oppassen weten de marxisten straks meer van Luther dan wij". Adolf Laube, lid van de Academie van Wetenschappen en historicus, is momenteel de meest bekende marxistische Lutherkenner in de DDR, zo bekend dat hij op theolo gische congressen over Luther in Oost en West wordt uitgenodigd. Prof. Laube maakt een scherp on derscheid: „Wij beschouwen Lu ther als een historische figuur en dus niet zozeer op grond van zijn geloof. Maar wij kennen zijn theo logie heel goed en die moet je ook kennen om zijn inspiratie te begrij pen. Ons gaat het echter vooral om de invloed die hij heeft gehad op de hervorming van de maatschappij. Je hoeft Luthers geloof niet te de len om zijn maatschappelijke bete kenis te kunnen waarderen". Dat de marxistische geschiedkundi gen en filosofen bijzonder serieus met Luther omgaan blijkt uit een vijftiental thesen die eind vorig jaar in het vooruitzicht van het Lu- therjubileum zijn gepubliceerd. Het boekje is zelfs in de hotelkiosk van het zeer socialistisch riekende (kool en kakkerlakken) hotel Stadt Halle in de gelijknamige plaats verkrijg baar. Waarom uitgerekend deze publikatie alleen met „Westgeld" betaald kan worden, terwijl alle andere artikelen in „Ostgeld" staan geprijsd kan niemand uitleggen. Men zou haast denken, dat de mar xistische jacht op Luther toch voor de export is bestemd. Doch ook hier bedriegt de schijn, want de 500-jarige Maarten Luther is in de DDR momenteel werkelijk een „topic". Helmar Junghans, die naast een aantal gedegen theologi sche Lutherstudies ook een vijfdeli ge populaire Luther-uitgave heeft verzorgd, zegt: „Ze gaan als warme broodjes de boekwinkels uit. Ik heb er speciaal op aangedrongen dat die boekjes een slappe kaft zouden krijgen. En niet zonder reden, want een van mijn studenten die mo menteel als bouwsoldaat dienst doet zei me van de week nog: dat is gemakkelijk, ik kan het zo in mijn laars stoppen en er dan als ik even tijd heb wat in lezen". 1 1 i Nationale held? De overigens katholieke CDU-parlementariër Niggemeier vindt de Luthercultus een bewijs voor het feit dat de christenen in de socialistische maatschappij van de DDR volledig geïntegreerd zijn. „Dat zoiets bij ons mogelijk is, dat een hervormer van een kerk zo geëerd en gevierd kan worden, dat beschouw ik als iets buitengewoon positiefs". Niggemeier hoopt ook, dat het Lutheijaar niet slechts de Lutherse kerk, maar ook de mar xisten zal inspireren. „Er zijn dui delijke tekenen dat dit ook het ge val is". Onderstaatssecretaris "Hermann Kalb windt er evenmin doekjes om: „Luther is een historische figuur die zeer nauw verbonden is met de Duitse cultuur. Toen wij met de kerk in gesprek kwamen over het Lutherjaar was de eerste vraag die op tafel kwam: aan wie behoort Luther? Ons gemeenschappelijke antwoord was: Luther behoort niet aan deze of gene groep; hij is van ons allemaal, als schepper van de moderne Duitse taal, als denker die een nieuw mensbeeld heeft ont wikkeld, als wijsgeer die een inte ressante arbeidsethiek heeft door dacht en natuurlijk vooral als man die door zijn kerkhervorming een enorme maatschappelijke hervor ming teweeg heeft gebracht". Hier komen natuurlijk ook de pro blemen, want Maarten Luther was allesbehalve een daadwerkelijke revolutionair: met name verzette hij zich tegen zijn collega Thomas Munzer die de opstandige boeren in naam van Luthers theologie naar de opstand toe predikte. Hermann Kalb praat aan deze ge schiedenis van de Boerenoorlog voorbij. Prof. Laube haalt een mar xistisch konijn uit de hoge hoed: „Subjectief heeft Luther de revolu tie van de boeren inderdaad ver oordeeld, maar objectief heeft hij deze opstand met zijn leer toch een legitimiteit gegeven". Nou ja, als Luther maar gered wordt voor de DDR. Want daarom lijkt het in het Lutherjaar in elk geval ook te gaan: in de nog maar 33 jaar be staande „eerste Duitse vredesstaat van arbeiders en boeren" is men hard op zoek naar geschiedenis. Uit het troosteloze feodale verleden rijst nu de figuur van Maarten Lu ther op, een man wiens historische betekenis door geen zinnig mens ontkend kan worden, een figuur die Duitser is dan welke Duitser ook, een persoon die ook dank zij zijn jubileum de DDR-werkelijk- DDR TUSSEN LUTHER EN LENIN (2) Volgend jaar is het vijfhonderd jaar geleden dat in het Oostduitse plaatsje Eisleben Maarten Luther werd geboren; ook precies honderd jaar geleden dat de grote revolutio nair Karl Marx overleed. In de DDR wordt 1983 zowel het Luther- als het Marxjaar. Onze verslagge ver Leo van Vlijmen schreef naar aanleiding hiervan een serie van drie reportages onder de titel „DDR tussen Luther en Lenin", waarvan vandaag de tweede. De eerste aflevering werd vorige week zaterdag gepubliceerd. Standbeeld van Lenin op het Au gust Bebelplein in Eisleben. heid historische glans en enige tij delijke kleur kan geven. Walter Bredendiek, hoogleraar in de kerkgeschiedenis aan de Maar- ten-Lutheruniversiteit in Halle- Wittenberg, heeft over de beteke nis van Luther in Duitsland een in teressante theorie ontwikkeld: „In de keizertijd werd naast het Lu- therlied „Een vaste burcht is onze God" het keizerslied „Heil dir im Siegerkranz" gezongen. Luther werd symbool van „het eeuwige Duitsland", dat na de keizertijd zijn uitdrukking kreeg in „Deutsch- land, Deutschland über alles". Tij dens de Lutherherdenking in 1933 werd samen met het Lutherlied ook het Horst-Wessellied gezon gen". Prof. Bredendiek heeft zijn studie, wel wijselijk, bij 1945 afgesloten. Want het lijkt er nu verdacht veel op, dat de DDR Maarten Luther wil gebruiken als symbool van het nieuwe revolutionaire, socialisti sche Duitsland aan gene zijde van de Elbe. De Lenin in Eisleben buigt zich waarschijnlijk zo nu en dan moei zaam voorover om toch om de hoek te kunnen loeren naar wat die Lu ther op het plein voor het raadhuis uitspookt. Het zijn in de DDR in elk geval geduchte concurrenten. LEO VAN VLIJMEN HAAG Rond 520.000 ilandse werknemers telt [land op het ogenblik. |ze denken, in tegenstel- vloertot een wijd verbreide jtting, in overgrote meer ijd niet, dat ze hier hun b paradijs op aarde ge in hebben, hun eindbe- DedigRn& van melk en ho- Het blijkt uit het feit dat )ei van het aantal gezins- ïgingen tot staan is ge- n. Het blijkt uit de stij- j aantallen, die naar het herkomst terugke- (laar het blijkt vooral uit (ns tot remigratie (terug die bij massa's buiten- f werknemers leeft. roband, stafmedewerker Re- ie bij het Nederlands Cen- rrrr^Buitenlanders schat, dat die is bij wel tachtig jt, een cijfer, dat hij overi- f jeen al te zwaar accent wil i omdat het veelal eerder om iag gevoel dan om een vast- i plan gaat. it zij, het Sociaal en Cultu- ianbureau houdt in zijn jong- tiqe >vaHend naar beneden ge lde prognose zelfs de moge- d open, dat het vertrekcijfer buitenlandse werknemers in jaren het vestigingscij- gaan overtreffen. De druk erkloosheid en discriminatie i wens om naar het thuisland je keren, toenemen. openhouden estaat het gevaar", waar- Stroband, „dat men gaat re- n: laat ons maar niks doen rnigratiebeleid. Dan zijn we 5t en het goedkoopst uit. Ze tken vanzelf. Maar is dat ïzien? Nee. Men vergeet dat circulatiebeweging in zit. Er )ijvoorbeeld halve gezinnen bij wijze van probeersel, eens 'of het thuis weer zal lukken. Hen natuurlijk de deur naar and niet definitief achter jchtgooien, want dan zijn ze irgunningen kwijt, hun huis- alles. Dan hebben ze hun n verbrand. Daarom zeggen juw een zogenaamde terug keeroptie in. Met andere woorden: laat ze gedurende een bepaalde pe riode het recht behouden om naar Nederland terug te keren". Men doet op het ogenblik zo panie kerig, vindt Stroband. „Iemand die eenmaal weg is, die komt er nooit meer in. Vreemd gedrag vind ik dat, want het is niet effectief. Je krijgt er schizofrene pendels door, die tal van uitvoerende instanties totaal ontredderen. Waarom toch die overdreven angst? Juist wan neer ze de mogelijkheid hebben om met behoud van al hun rechten naar Nederland terug te komen als hun remigratie mislukt, zullen bui tenlandse werknemers beter gemo tiveerd zijn om het thuis te gaan Eroberen. Met zo'n terugkeeroptie ereik je dat er minder circulatie komt, dat de krankzinnige pendel afneemt". Gedurende de optieperiode zou de remigrant in alle rust kunnen bou wen aan zijn nieuwe toekomst, zon der te hoeven hinken op twee ge dachten, namelijk de definitievë vestiging in het land van herkomst en de zorg, dat de deur naar Neder land openblijft. Zo'n periode moet niet te kort zijn. „Geef ze rustig twee of drie jaar de tijd", adviseert Stroband. „Want juist in de eerste fase na de terugkeer wordt bijna ie dere remigrant geconfronteerd met onverwachte problemen en erva ringen, die hem doen terugverlan gen naar Nederland. Wanneer hij de zekerheid heeft, dat hij daar ook n,a een langere periode nog welkom is, zal hij eerder geneigd zijn door Dik Stroband: „laat ze gedurende een bepaalde periode het recht behouden om naar Nederland terug te keren". Duurzame uitkeringen aan terug- kerenden de zure appel heen te bijten en krijgt zijn remigratie meer kans op succes. Hoe paradoxaal het ook klinkt: met het geven van een roy ale terugkeeroptie verklein je de mogelijkheid dat een remigrant mislukt en weer terug wil naar Ne derland". Geen beleid Op het ontbreken van terugkeerop ties doelt Stroband wanneer hij zegt: „De beleidsvoornemens die uit de Ontwerp Minderhedennota van begin 1981 spreken, zijn prima, maar de overheid heeft er verder nagenoeg niets mee gedaan. Een echt terugkeerbeleid ontbreekt nog steeds, terwijl het er inmiddels toch had moeten zijn, want het vraag stuk speelt al heel lang". Maar Stroband doelt op meer. „Ik kom nu bij de economisch niet-ac- tieve buitenlanders, die terug zou den willen naar hun land van her komst. Wat voor beleid wordt er gevoerd? Helemaal geen beleid. Neem zo'n werkloze van wie je weet dat hij hier nooit meer aan de bak zal komen, zo eentje met een extra stempel, die door het arbeids bureau niet eens meer bemiddeld wordt waarom houd je die ei genlijk in Nederland gevangen?". Algemeen gesteld: waarom wordt er geen export van uitkeringen op gang gebracht? Stroband ontwik^ kelt zelfs „maar heel vrijblij vend, want het is ver weg" de gedachte aan een uitkering voor remigranten die nog wél econo misch actief zijn. „Inderdaad, om banen te scheppen voor andere werklozen. Klinkt dat als een op rotpremie? Nee. Ik heb het over duurzame uitkeringen. Van een eenmalig bedrag ben ik een furieus tegenstander. In 1974 werd er al over dergelijke vertrekpremies ge praat en nu hoor je het geluid weer, maar wij hier willen er abso luut niet van horen. Wij hier han teren, wanneer we over remigratie denken, het drievoudig beginsel dat de terugkeer vrijwillig moet zijn, dat de keuze bewust gemaakt wordt en dat er voor de remigrant een verantwoord toekomstperspec tief dient te bestaan. Vooral dit laatste is voor honderd procent strijdig met de gedachte aan een vertrekpremie, want een eenmalige uitkering is volstrekt ontoereikend voor het opbouwen van een nieuwe toekomst. Je zet dan de remigrant binnen zeer korte tijd terug in de zelfde situatie als voor zijn vertrek naar Nederland of nog slechter". Kosten De uitkeringen moeten ook even hoog blijven als ze in Nederland geweest zouden zijn, vindt Stro band. Ongeacht de levensstandaard ter plaatse. „Wij zien met angst hoe simplistisch op het ogenblik de dis cussie wordt gevoerd over de kin derbijslag voor gezinsleden, die in het land van herkomst zijn achter gebleven. Het getuigt van volstrek te willekeur. Wie zijn wij om over de omstandigheden ter plaatse te kunnen oordelen? Nu wilt u of willen de politici natuurlijk we ten: hoeveel gaat dat mij allemaal kosten? Wel: ik denk dat de uit komst macro-economisch gespro ken neutraal zal uitvallen. Het is louter een kwestie van: uit welk potje haal ik het? Op het totaal van het overheidsbudget zal het voor een belangrijk deel "tussen vestzak en broekzak gaan. Bedenk boven dien, dat er bij al dit soort voorstel len voor de samenleving behoorljk wat voordelen optreden. Het vrij komen van arbeidsplaatsen, van woningen. Het teruglopen van de behoefte aan allerlei voorzienin gen. Ik weet wel, dat die voordelen pas gaan optreden wanneer er op grote schaal geremigreerd wordt, maar ik wil er mee zeggen: die mensen iets duurzaams meegeven hoeft niet duurder te zijn dan ze te dwingen hier te blijven. Het is eco nomisch te verantwoorden". Wie nu de indruk overgehouden mocht hebben, dat de Remigratie nota van het Nederlands Centrum Buitenlanders pleit voor een beleid, dat het vertrek van buitenlandse werknemers bevordert, slaat de plank faliekant mis. „Wij geven", zegt Stroband, „de plaats aan die het remigratiebeleid dient te heb ben in het totale beleid voor bui tenlandse werknemers, namelijk als het derde luik van het drieluik toelatingsbeleid, beleid rond bui tenlanders in Nederland en terug keerbeleid. Doel van dat derde luik mag nooit het bevorderen van re migratie zijn. Doel is slechts het scheppen van voorwaarden die te rugkeer mogelijk maken, wanneer buitenlanders vrijwillig en bewust willen remigreren. Hun belang komt op de allereerste plaats. Wij nemen stelling tegen de mentaliteit van: stuur er zoveel mogelijk op een zo goedkoop mogelijke manier terug". Instituut Het in de terugkeernota bepleite beleid staat dan ook allerminst haaks op het integratiebeleid. „In tegendeel", meent Stroband. „Het vult dat integratiebeleid aan. Een enigszins reëel terugkeerbeleid zal kunnen leiden tot meer helderheid bij de buitenlanders hier. Het kan ze helpen bij- het nemen van de be slissing: zal ik blijven of zal ik weg gaan? Met name dat aarzelen tus sen die twee, dat dualisme, staat op het ogenblik integratie in de weg. Onderdeel van zo'n reëel terug keerbeleid zou de totstandkoming zo snel mogelijk van een re- migratie-instituut moeten zijn. Een landelijk steunpunt waar alle infor matie en documentatie die betrek king hebben op de mogelijkheden en moeilijkheden van remigratie, bijeengebracht zijn en van waaruit een remigratiebeleid uitgevoerd zou kunnen worden. Ook dat schept helderheid". „In onze terugkeernota zetten we alle consequenties van de mooie voornemens, die de politici zeggen te koesteren, zakelijk op een rijtje", zo vat Dik Stroband tot besluit sa men. „We doen dat in de hoop en in de verwachting, dat die politici dan ook zo eerlijk zullen zijn om de consequenties van hun prachtige plannen te dragen". Een toetssteen voor de zuiverheid van het politie ke geweten, de nota? Zo'n formule ring mag van Stroband. „Wij zeg gen: heb de politieke moed en de politieke wil om verder te werken langs de nu uitgezette lijn en kom er niet opeens mee aan, dat het al- - lemaal te duur is. Probeer niet voor een dubbeltje op de eerste rij te gaan zitten".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 23