„Weet je waar
die Libanezen
gek op zijn?
Op appelmoes!'
JÊ
m
SI
DRIE DAGEN
TUSSEN
DE
UNIFILLERS
'y/t'i
V'
|or de vierde keer vie-
Nederlandse militai-
het kerstfeest ver van
is. Het zijn de mannen
b het Unifilbataljon in
panon. Zij, die het geluk
bben geen dienst te
[eten doen, zullen in het
j-p Haris aanschuiven
rtr een uitgebreid kerst
ver, maar degenen die
idgedwongen op de
schillende posten in
Unifilgebied achter
een, zullen genoegen
jeten nemen met een
>1 wat soberder viering,
an de vooravond van de
btdagen maakte onze
fslaggever Homme Krol
j toer langs de Neder-
dse posten en kwam
f irbij tot de ontdekking,
half Haris leeft van de
Nederlanders die hier
egerd zijn.
LIBANON Corry
|jrp schalt over Libanon
het heuveltje beklim
)ost 7-2 zich heeft ver-
t. Niemand te zien. Is
|kte op de vlucht gesla-
Nee, op patrouille", ver
soldaat Pierre Krieger
t Nijverdal. „De maten
zo wel terugkomen",
[ffen hem kokkerellend
het golfplaten keuken-
■üg met de soep. „Die la-
i onze neus niet voorbij-
beslist mijn begeleider,
llichtig luitenant Ro-
fijmer, met wie ik een
maak langs de posten
Nederlandse Unifilge-
Is:
[ntrte
nwaj
BH
ar)
pn in de enclave van Had-
smalle corridor tussen Is-
irdgrens en het Unifilge-
Zuid-Libanon. Dutchbatt,
Nederlandse bataljon (to
man) wordt aangeduid,
posten in de enclave. De
de Noren verderop ook
of wat. Maar Haddad, de
jke militieleider, is er dui-
baas. Toen we een half
irug de door Israëli's be-
ustweg (de grote aanvoer-
ihting Beiroet) verlieten en
witte VN-jeep de heuvels
kwamen we de eerste
l-post tegen. De heren lagen
hen in de zon, blootsvoets,
onder handbereik,
wapenlevering zorgen hun
n, de Israëli's. „Zo nu en
ien de jongens van Haddad
dicht. Een paar dagen of zo.
én onze posten bovenin op-
't Is machtsvertoon. Niet
ig, maar wel vervelend
s. Een noodrantsoen is ook
js. Laatst hebben ze de No-
j een paar weken lang te
gehadvertelt luitenant
jtuille is terug („niks bijzon-
liet z'n allen aan de soep in
delijk zonnetje. De zeven-
>st telt twee kleine prefab-
genoemd keukentje, een
lotje", een wankele WC-
en een paar olijfbomen,
eel gaat half schuil achter
K 'ficade zandzakken met i
nsnest. Hogerop de heuvel
vervallen glorie van
ihte kruisvaardersburcht
®innen de brokkelige mu-
een dorp van vierhonderd
j Het enige wat daarop aan
jnkant duidt is een boven
n uitstekend watertorentje,
andere kant toe hebben we
li uitzicht op de kale, met
"v^kzaaide heuvels, die in de
laar de Mediterranée (zo
I W zo blauw) golven en nog
W Uitlopen op een landengte
i stad Tyrus prijkt. Zo te
kolle luister. Maar de veld-
iert me anders: monstrueu-
in de bebouwing. „De Is-
Inden hier in juni met zes-
op Tyrus te vuren. Vanuit
en uit zee gaven ze nog
;ft. De halve stad is in puin
De jongens die hier za-
de mensen uit de stad
strand rennen", weet de
De maten beamen het.
SlFn het ook van horen zeg-
v.d. de „oudste" zit er pas
bezoei®nden' 1° koor beweren ze
„dolblij" zijn
ïSfa6"'8 de„PL9 e™il "8e-
wchebben. „Het zijn hier me-
i sjiïtische Moslims. Die
ook niet veel van Haddad
J de Unifil?
„de Libanezen hier
glSSs enthousisast over de VN.
%Tü9e drie dorpen dié helemaal
s- o m Palestijnen beheerst wer-
C3«b«# wij erg populair".
8'; fif
gal pend ter bruiloft
"8n dei|HHBHBBBHIBi
irbondaj me hier lekker relaxed",
ulnen. soldaat Krieger, terwijl
i boeieifé van Duin in de cassette
)envotwee weken terug hebben
D aangevraagd. Die is ons
Welzijnszorg".
wants jullie verhouding met de
"een'rfKrieger: „De mensen zijn
ndelijk, maar je moet alles
als je bij ze op bezoek
I hebben hier alleen ontzag
pvoigolPens- Vorige maand heb-
nog een bruiloft meege-
92 46 Verschillende gasten wai
M- Wij dus ook. Hussain, de
|r aan de overkant, loopt
op zak. Die r
VRIJDAG 24 DECEMBER 1982
Sfeervol kerkje
Met een trotse overste Schenk, de
nieuwe commandant, naar de kerk.
Het is een voormalige geitenstal
achter een bunker. Drie dienst
plichtigen onder aanvoering van
bouwmeester adjudant K. van Bie-
nema hebben er binnen vier we
ken een sfeervol kerkje van ge
maakt, waarin alle gelovigen iets
van hun gading vinden, qua attri
buten. Zelfs de meest spirituelen,
want de ramen zijn van bierflessen
gemetseld. Overigens heeft de aal
moezenier handig gebruik gemaakt
van de afwezigheid (verlof) van de
dominee. Er zijn opvallend veel
heiligen in het interieur verwerkt.
Er komt ook nog een gedenkplaat
voor de vijf Unifillers die (per on
geluk) het leven lieten.
Overigens is het zondebesef onder
de Nederlanders niet indrukwek
kend, gemeten naar hun kerkgang.
Hoogstens vijftien man op een nor
male zondag. „Met de Kerst is dat
anders", vertrouwt overste Schenk,
„dan wordt het hier bomvol".
Aan de kerk te zien is Dutchbatt
bezig zich te nestelen. Wat als de
Hollanders uit Haris moeten ver
dwijnen wanneer op 19 januari het
mandaat afloopt?
Schenk: „Dat zou een ramp zijn
voor de Libanezen hier. Niet alleen
economisch, maar ook politiek.
Dan wordt het hier een chaos. Mijn
laatste inlichtingen zijn, dat de Is
raëli's een strook van vijftig kilo
meter boven hun noordgrens wil
len laten controleren door Haddad.
Dan zouden wij moeten opschui
ven. Ik zie liever het omgekeerde:
de Israëli's weg, een absoluut wa
penverbod voor Haddad en de zij
nen en een wat krachtiger taakuit
voering voor Unifil. Dan kunnen
we hier nog jaren goed werk doen.
Ik hoop dat ze dat ook in Neder
land beseffen".
HOMME KROL
De uitkijkpost van post 7-2 van
het Nederlandse Unifil-bataljon is
gericht op de heuvels bij de Liba
nese stad Tyrus. Op de voor
grond de nieuwbouw van een win
kelier met vertrouwen in de toe
komst.
S3
Drie Nederlandse Unifillers bij een controlepost voor een van de nieuwe
ken wij voor hem schoon. Zo doe je
wat voor elkaar. We eten wel 'ns
bij hem. En ook bij Ibrahim, z'n
concurrent ernaast. Die zit hier pas.
We gaan er om de beurt heen. Als
je te veel bij de een komt, krijg je
schele ogen bij de ander. Ja, de
mensen zijn ontzettend gastvrij.
Weet je waar ze gek op zijn Op
onze appelmoes".
Over de heuvels koerst onze jeep
(Uzi's losjes op de vloer) richting
post 1-3, door volkomen verlaten
dorpjes met kapotgeschoten huizen.
We raken het spoor bijster als we
weer een beetje in de bewoonde
wereld komen. We stuiten op een
echtpaar dat juist bezig is een stunt
uit te voeren: met een draadje-aan-
een-stok stroom aftappen van de
bovenleiding. Zonder blozen ver
wijzen ze ons naar een dorpje ver
derop, waar de jeugd ons juichend
binnenhaalt. Met handen en voe
ten, een mondje Frans en veel ge
lach komen we op het rechte spoor
en bereiken tegen de avond post 1-
3 in een woest, verlaten dal. De zes
Hollanders zijn op een steenworp
afstand van een Haddad-post
genesteld. Ze controleren het weg-,
verkeer en lopen patrouille.
Last van die Haddad-jongens?
„Nogal", bekent een dienstplichtig
korporaal. „Als ze daar niks te
doen hebben of bezig zijn hun wa
pens schoon te maken, gebruiken
ze ons als schietschijf". Hij toont
wat inslagen van vorige maand en
een kapot geschoten raam. Slacht
offers zijn er nog niet gevallen.
„Als zij vier kogels afschieten,
schieten wij er vier terug. Schieten
zij met een punt vijftig, dan schie
ten wij met een Val terug".
De maten verkneuteren zich over
de angst van Haddads helden voor
de wadihonden, die 's nachts in
luid jankende troepen door de val
lei zwerven. Maar bij enig navra
gen zijn ze zelf ook als "de dood
voor deze vraatzuchtige rovers.
„Onze enige vijand waar je op
schieten mag zonder een douw te
krijgen. Als ik er een voor m'n loop
krijg zal ik het niet laten. Krengen
zijn het".
Voor noodgevallen staat een pant
servoertuig (YP 408) klaar. „Bij
stress kunnen we daarin vluchten,
't Is^ gelukkig nog niet voorgeko-
Sinds de Israëlische inval („opera
tie vrede voor Galilea") is het aan
tal incidenten in het Unifilgebied
teruggelopen. PLO'ers zijn er niet
of nauwelijks meer bij betrokken.
„De Israëli's hebben alleen de PLO
teruggedreven, maar verder niks
opgelost. De politieke spanningen
zijn nog hetzelfde. Als ze de kans
krijgen slaan de vele groeperingen
elkaar de hersens in", is de filosofie
van luitenant Wijmer. Hij begrijpt
niet hoe Israël de inval wil recht
vaardigen. „Er was een wapenstil
stand en de PLO hield zich in dat
halve jaar rustig".
Twee oversten
Eenzelfde geluid beluister ik 's a-
vonds in de officiersmess in Haris,
het hoofdkwartier van Dutchbatt.
De heren staan aan de vooravond
van de commando-overdracht.
Vandaar, dat ik twee oversten ont
moet, scheidend commandant H.
Geerlings uit Harderwijk en
nieuwbakken bevelvoerder G.
Schenk uit Bathmen. Schenk zegt:
„Ik zit hier net een week, ik heb
nog geen recht van spreken".
Daarentegen heeft Geerlings na zes
maanden heel wat op z'n lever. De
man die het bataljon opnieuw heeft
leren schoenen poetsen, verklaart:
„Haddad is altijd de belangrijkste
troublemaker voor Unifil geweest.
Renaults, waarmee het Nederlandse
De PLO'ers zijn ook vervelende
jongens. Ze hebben voor de inval
zo nu en dan wat katyusha-raket-
ten op Israël afgevuurd, maar ze
ker niet vanuit het Dutchbatt-ge-
bied".
Geerlings is ervan overtuigd, dat
„de hele Libanese bevolking Israël
dankbaar is dat het de PLO eruit
geveegd heeft". Op zijn beurt heeft
de overste alle gewapende militia's,
die na de inval het Unifilgebied
binnendrongen, ontwapend en te
ruggestuurd.
„Daar werd ook bij geschoten. In
het gebied Dutchbatt is nu geen en
kel groepje meer over", merkt de
overste op.. „Bij de Senegalezen
daarentegen rijdt dagelijks een
groepje burgerwachten uit Tyrus
rond. Die hebben hun werk niet
gedaan. Net zo min als de Nigeria-
nen".
Kortom, overste Geerlings is ape
trots op Dutchbatt. Toegeven, dat
het „een slappe hap" was toen hij
kwam is niet leuk voor zijn voor
ganger, maar dat hij zijn mannen
weer discipline bijgebracht heeft,
wil hij wel beamen. In onderbroek
naar de wc is er niet meer bij.
Evenmin de pornofilms, waarop
Ali, een handige winkelier in Ha
ris, de maten tracteerde. En de lui
tenant die na een schietoefening
een overgebleven patroon in het
struikgewas knalde, werd van zijn
post ontheven.
„Ik ben geen gemakkelijke baas ge
weest. Maar ik laat een zeer inzet
bare en gemotiveerde club achter.
Verrekt goeie kerels", meent de
overste. En later op de avond, on
der een borrel: „Ik heb de touwtjes
wel even aangetrokken. Er gebeur
den te veel ongelukken met wa
pens. Ze schoten mekaar dood door
onzorgvuldig gebruik". De Israëli's
bewondert hij. „Net zo arrogant als
wij, maar ze kunnen, wat". Hij
bataljon sinds kort is uitgerust.
vindt dat de bevoegdheden van de
UN-vredesmacht uitgebreid moe
ten worden. „Enerzijds om Israël
meer veiligheid te garanderen en
anderzijds de Libanezen meer in
terne veiligheid. Anders zie ik er
van komen, dat ze elkaar in Zuid-
Libanon de kop inslaan. Al die
Moslim-groeperingen menen stuk
voor stuk dat de zegen van Allah
op hen rust. Al beschouw ik Had
dad en zijn mannen als de grootste
vijand. De mensen zijn ook doods
bang, dat wij weggaan. Bij een oe
fening van ons verkeerden ze in
die veronderstelling. Ze stonden te
janken op de weg. Ze zijn als de
dood voor toestanden als in Noord-
Ierland".
Bij nacht en ontij
Zonder overdreven bescheidenheid
noemt de overste Dutchbatt „het
meest veilige gebied in Libanon".
Want, zegt hij: „Wie er niet hoort
nemen we wapens, mijntjes en
springstof af en we controleren bij
nacht, ontij en regen. Dat laatste
doen we beter dan wie ook".
Hij wil nog graag iets over „een
van onze betere trekjes" kwijt. „De
humanitaire hulp. We hebben ge
holpen met water, met toiletten op
scholen, met wegen verbeteren.
Ook veel voedselhulp uit eigen
voorraad; alle families gelijkelijk,
rijk of arm, anders maak je jé hier
onmogelijk. En heel veel medische
hulp aan de bevolking".
Dat laatste krijg ik de volgende
dag, vlak na de bescheiden com
mandowisseling, bevestigd van Ha
ris' burgemeester, een van het do
zijn miljonairs (Libanese ponden)
in het armoedige dorp. Hij is in z'n
sas met de Nederlanders. „Ze doen
heel veel voor ons. Ik hoop vurig,
dat ze blijven. Ze garanderen dit
gebied de rust die het nodig heeft.
En kolonel Geerlings is een bijzon
der militair voor wie ik grote ach
ting heb".
Hij vertelt er niet bij een van de
klagers geweest te zijn toen de rijke
families aanvankelijk bij de voed-
seluitdeling werden overgeslagen.
Ik vang een glimp op van zijn'
mooie dochter, die gisteravond in
de officiersmess nog waarderend
op de tong lag. „Je mag er hier al
leen maar naar kijken", vertelt ma
joor J. van der Klaauw. „Je moet
zelfs niet wijzen naar hun dochters,
want dan krijg je de grootste tram
melant met die Libanezen. Geluk
kig weten de jongens zich te be
heersen. Een heel gastvrij volk
hoor, maar ze hebben een paar ei
genaardigheden. Voorbeeldje. Onze
jongens hebben hier nog nooit een
kind overreden. Maar dat gebeurt
vandaag of morgen een keer. Dat
moet gewoon statistisch. Nou, als
het gebeurt, heeft die chauffeur in
structie om plank gas te geven. Die
man moet meteen terug naar Hol
land. Ze vermoorden hem".
Een korte wandeling naar het city
center (één straat) leert veel over
het handelstalent van de Libane
zen. De Ali's en de Hassans hebben
handig ingespeeld op de (minimaal)
18 dollar buitenlandvergoeding per
dag van de maten. Patat, kippebil-
letjes, helder Heineken, André Ha-
zes het is er allemaal. Wie de
dienstprak niet door z'n strot kan
krijgen kan bij Ali terecht voor een
biefstuk. Menu in het Nederlands,
meneer; de eettent rood-wit-blauw
geverfd. En Ali maar lachen. „Wat
de jongens uitgeven aan spullen is
ongelooflijk", aldus majoor van der
Klaauw. „Ze hebben meters band
jes en radio's op hun kamer".
Wat doen de mannen van Dutch
batt eigenlijk in hun vrije tijd?
„Zoveel vrije tijd hebben we niet",
zegt Paul Teunissen, hofmeester in
de officiersmess. „De meeste jon
gens werken twaalf uur per dag,
zeven dagen in de week. Voor de
rest is het een beetje lezen, schrij-
,ven, video-kijken. Dat geldt ook
voor de officieren. Sport in beeld,
speelfilms, zijn ze gek op. De kame
raadschap onder de jongens is erg
groot. Ook met de officieren is er
een goede verstandhouding".
Uitgaan is er niet bij. Je vol laten
lopen bij Ali is in Haris het enige
vertier buitenshuis. Maar de meeste
jongens komen al die (vier tot zes)
maanden Unifil niet van hun bui
tenpost af. Die hadden zich hun Li
banese avontuur heel anders voor
gesteld. Een officier: „Ik heb er gis
teren nog eentje meegenomen naar
het VN-hoofdkwartier in Naqoura.
Ziet zo'n knaap nog 'ns wat anders
dan de kop van z'n slapie".
Lekker scheuren
Op verlof (twee keer veertien da
gen) gaat de helft van de jongens
naar Nederland. De andere helft
maakt er via Holland House in het
Israëlische Natanya een vakantie
in het Midden-Oosten van. „Eilat,
Egypte en Cyprus zijn erg popu
lair", zegt Awi Brokhorst van reis
bureau Isropa. „Voor honderd en
vierenvijftig dollar zijn ze heen en
weer in Cyprus. Daar klimmen de
maten op de motor. Lekker scheu
ren. Rijbewijs is daar niet nodig".
Hij haalt de verlofgangers weke
lijks op bij een Israëlische grens, al
jaren.
De drie dokters en één tandarts,
die Dutchbatt rijk is, verlenen veel
hulp aan de bevolking. Elke dag is
er spreekuur. Toen ik er kwam zat
de wachtkamer vol moeders met
kinderen vol etterbuilen. „Ja, ont
zettend veel geïnfecteerde wonden.
Water is hier net zo duur als benzi
ne. Ze smeren er de gekste dingen
op, gisteren nog tandpasta op een
brandwond".
Bijgestaan door de jonge tolk Wa-
fik, die z'n uitstekende Nederlands
van de Unifillers geleerd heeft,
snijdt Lievaardt de hele morgen
abcessen. „Dankbaar werk, want je
ziet gelijk resultaat". Per maand
telt hij 500 patiënten. Toen Beiroet
gebombardeerd werd het dubbele.
De hulp is gratis. De tolk vraagt
een daalder aan mensen die het be
talen kunnen. De enige huisarts ter
plaatse vraagt het twintigvoudige.
Onder het
oog van de
benauwd
kijkende
moeder
verleent
dokter
Lievaart
(rechts)
eerste hulp
aan een
Libanees
kind.