Oktoberrevolutie
ien „baboesjka"
L
IBIM: simpel middel tegen wereldwijde onderdrukking
ZATERDAG 13 NOVEMBER 1982
l'RECHT Waar kan ie
mand terecht als er mensen-
jchten in het geding zijn?
'ie weet daar alles van? In
L'lloze bibliotheken zijn er
>eken te vinden, die uitvoe-
g ingaan op situaties waar
•rake is van grove schending
in mensenrechten, maar het
i nogal moeilijk zoeken als je
Sderzoek verricht in een be-
(aid land, waar men het niet
I nauw neemt met de men-
jbrechten van de eigen be
cking. Sinds 1 juli van dit
ar bestaat het SIM (Studie-
i Informatiecentrum Men-
mrechten). Het is gehuisvest
i een statig pand aan de
trechtse Nieuwegracht 94 en
rdt bemand door vijf man
in feite bezig zijn met een
n(ventarisatie van alles wat er
1het gebied van mensen-
Jchten bestaat.
®A>or de organisatie Amnesty zijn
e al vergeleken met de samen
stellers van de gouden gids voor
mensenrechten", zegt directeur
mr. H. Thoolen (35). Die vergelij
king is helemaal niet slecht, want
inderdaad passeert alles wat er op
het gebied van mensenrechten is
verschenen de revue en wordt hier
gecatalogiseerd. Immers, het doel
van het SIM is het verzamelen èn
toegankelijk maken van documen
tatie èn informatie over nationale
en internationale ontwikkelingen
en activiteiten, die de mensenrech
ten betreffen. Dat alles ten behoeve
van zowel gouvernementele als
niet-gouvernementele instanties
(respectievelijk regerings- en onaf
hankelijke instanties).
Dat houdt in, dat het SIM er feite
lijk is om geïnteresseerden verder
te helpen, waar het over mensen
rechten gaat. Het is niet de bedoe
ling dat ze in de vertrekken waar
het SIM is gehuisvest, verder gaan
snuffelen. Daar is de accommodatie
eenvoudig te bescheiden voor. Hoe
wel het SIM zich in eerste instantie
richt op landen van de Derde We
reld, blijft de informatie hier niet
toe beperkt. Het Utrechtse instituut
richt zijn blik wereldwijd. Een do
cumentatiecentrum is het SIM niet.
„We hebben voorlopig geen plaats
om documentatie op te slaan. Waar
moet je in een beperkte ruimte met
allerlei boekwerken heen. We zijn
in eerste instantie een infocentrum,
we helpen de mensen verder. We
hebben bijvoorbeeld een lijst met
alle publikaties over Guatemala,
voorzover er mensenrechten in het
geding zijn. In zekere zin dringt de
vergelijking tussen het SIM en het
Nederlands Insituut voor Vredes
vraagstukken (NIVV) zich op. Het
verschil is dat het NIVV meer een
studiecentrum is. Toch heeft het
SIM in de korte tijd van zijn be
staan kans gezien te werken aan ei
gen publikaties. Zo verscheen de op
de actualiteit gerichte studie „En
kele volkenrechtelijke aspecten
van de dood van vier Nederlandse
journalisten in El Salvador".
Toelichting
Omdat het SIM zich uitsluitend be
zighoudt met zaken die zich buiten
Nederland afspelen, kan niet wor
den gesproken van een ombuds
functie in kwesties over mensen
rechten. Anderzijds zal in de prak
tijk een organisatie als Amnesty In
ternational voor het verkrijgen van
specifieke informatie geneigd zijn
aan te kloppen bij het SIM. Het
SIM treedt als daarom wordt ge
vraagd eventueel ook naar bui
ten op. Opinies worden nooit naar
buiten gebracht, het gaat slechts
om toelichting over bepaalde kwes
tie. Bijvoorbeeld over het referen
dum in Turkije en de daaraan ver
bonden consequenties.
Huridocs
Natuurlijk dringt zich de vraag op,
wie het SIM betaalt. In de eerste
SIM-uitgave Newsletter staat daar
over: „De financiële basis van de
stichting is voor vier jaar gegaran
deerd door subsidie van het minis
terie van buitenlandse zaken, het
ministerie van justitie en de Euro
pean Cultural Foundation. De
rijksuniversiteit van Utrecht draagt
bij in het voeren van een perso
neelsadministratie en neemt de
kosten van het huren van het pand
voor zijn rekening. Initiatiefnemer
prof. Pieter van Dijk van de Rijks
universiteit Utrecht is voorzitter
van het stichtingsbestuur.
Boven het bureau van directeur
Thoolen bevindt zich op het eerste
gezicht een merkwaardig bordje
met de welhaast magische term
Huridocs. Huridocs staat voor hu-
man rights, information and docu
mentation system. In de praktijk
was het een groep op internationaal
gebied werkzame juristen die geza
menlijk en met behulp van stich
tingen iets aan mensenrechten wil
de gaan doen. Onnodig te zeggen,
dat de velden bij wijze van spreken
wit waren om te oogsten. Thoolen
stond als jurist bij de International
Commission of Jurists (ICJ) aan de
wieg van Huridocs. De ICJ is een
niet-gouvernementele organisatie
die populair gezegd internationaal
in de gaten houdt of juristen hun
werk wel goed doen en hun boekje
niet te buiten gaan.
Tijdens zijn Geneefse periode (tus
sen 1977 en 1982) raakte Thoolen
nauw bevriend met dr. Theo van
Boven, destijds directeur van de af
deling van de Verenigde Naties, die
is belast met mensenrechten. Zoals
bekend werd Van Boven ontslagen,
toen hij zich naar de smaak van
sommige Zuidamerikaanse VN-le-
den iets te veel bemoeide met men
senrechten, met name in Argenti
nië, bepaald geen koploper op dit
gebied van de naleving ervan.
Over zijn bevindingen in Genève
schreef Van Boven een boek met
de titel „People Matter" (vrij ver
taald: een kwestie die mensen aan
gaat). Thoolen schreef een inlei
ding en een voorwoord bij dit door
Meulenhoff in Amsterdam uitgege
ven boek. Thoolen publiceerde ver
der samen met de Noor Björn Stor-
morken het boek „NGO (niet gou-
vernementele)-publikaties over
mensenrechten; een bibliografie".
Je zou het een spoorboekje kunnen
noemen op het gebied van mensen
rechten. In 125 bladzijden worden,
bijna 500 publikaties, gerangschikt
naar land, genoemd. Onnodig te
zeggen, dat de catalogisering van
deze lange lijst enorm veel werk
met zich meebracht.
De Huridocs-activiteiten van
Thoolen lopen dan ook vloeiend
over in zijn activiteiten in Utrecht.
Thoolen heeft de beschikking over
vier medewerkers: Leo Zwaak, we
tenschappelijk medewerker op het
Europa Instituut van de RU, Gert
Westerveen, eveneens wetenschap
pelijk medewerker, Christa Keiler,
bibliothecaresse en Heléna Wolf,
secretaresse. Bovendien maakt het
SIM soms gebruik van stagiaires en
vrijwilligers uit binnen- en buiten
land.
Het SIM is nog niet aangesloten op
telexverbindingen, waardoor men
bijvoorbeeld zelf een selectie zou
kunnen maken uit nieuws over
mensenrechten. „Het probleem is
juist dat er zoveel is. Als je de weg
niet weet, wordt het al gauw een
doolhof. Daar proberen wij de weg
te wijzen. Dat is heel in het kort
gezegd de taak van het SIM. Onze
bronnen zijn kranten, tijdschriften
en boeken'aldus Thoolen.
Een dienstverlening op dit gebied
is uniek in de wereld en Utrecht en
Nederland mogen er best een beetje
trots op zijn, het SIM van de grond
te hebben gekregen in een tijd, dat
overal op moet worden bezuinigd.
Op mensenrechten valt evenwel
moeilijk te bezuinigen en als dat
toch gebeurt is er iets behoorlijk
mis. Die gedachte moet ten grond
slag hebben gelegen aan het ont
staan van het SIM: een simpel mid
del tegen wereldwijde onderdruk
king.
JOCHEM GREVEN
Jrslaggever Leo van Vlijmen, al eens onderschei-
In voor een serie artikelen over Rusland, reisde in
(rband met het feit dat 65 jaar geleden daar de Ok-
berrevolutie uitbrak en inmiddels de Sovjetstaat 60
Br bestaat, wederom oostwaarts. Opnieuw schreef
jj een serie, ditmaal bestaande uit vijf artikelen,
Bar van het tweede vandaag wordt gepubliceerd,
^t eerste artikel in deze serie verscheen in onze
font van vorige week zaterdag, 6 november.
1KOU Het restaurantje ligt
de Rode Proletariërstraat, drie
nuten lopen van het Moskouse
ftrostation Novoslobodskaja
leuwe Vrijheid) en niet zo gek
Ir weg van het flatgebouw waar
wrel Brezjnev als Andropov een
iBrezjnevs en de Andropovs een
Wig optrek hebben. Het restau
rs echtpaar dat twee jaar in
oskou heeft gewoond, er politiek
lurrood naar toe was getrokken
l vervolgens bleek verschoten
naar huis verdween. De eet-
jenheicj in de Rode Proletariër-
it was op den duur een van de
tinige oases die er voor hen in
i|)skou nog bestonden.
voornaamste aantrekkings-
:ht van het restaurant is, dat
buiten het officiële Intourist-
jit ligt. Er staat dus geen beer
een portier voor de ingang die
Sovjetburgers zonder meer en
i buitenlandse toeristen die niet
ft een „Toergroeppa" of „delega-
ea" behoren na een korte woor
dwisseling bars de toegang wei-
Hk Voor mensen die wel van een
,]jje houden is Moskou allerminst
i5h eldorado. In de Rode Proleta-
slrstraat bevindt zich een van de
itjinige uitzonderingen. In het res-
jrant komen vrijwel alleen Mos-
ivieten en er wordt redelijk ge-
Fkt, althans stukken beter dan in
luxe hotel Kosmos,
taak van de barse portier wordt
deze eetgelegenheid overgeno-
tn door een slanke en charmante
rant, die er op staat dat de prole
regels in acht worden ge-
"tnen: dat betekent aanschuiven
"tl een tafeltje waaraan al drie
logemannen zitten te schransen
)i te drinken: wodka en Sovjetsko-
3<$jampanskoje. Twee van hen zijn
^gelaten tot de „aspirantenkoers",
'lï wil zeggen zij werken aan een
jjjsertatie, Andrej (27) over een in-
ivikkeld wiskundig onderwerp,
jerij (26) aan de economische fa-
irjteit. Vadim (29) doet iets ondui-
bij een handelsorganisatie,
•jy is de enige in een keurig pak,
en Joerij dragen jeans en
•atnschoenen. Ze zijn alle drie lid
ietn de Komsomol (communistische
'sigdbeweging), maar steeds meer
^kt: niet zozeer uit overtuiging
wel om carrière te kunnen ma-
Ude opoe
'|t wordt een gezellige en voor mij
goedkope avond, want het
drietal staat er op ook mijn gelag te
betalen. Het ijs breekt echter pas
wanneer ik verteld heb, dat ik naar
aanleiding van het 65-jarig jubile
um van de Oktoberrevolutie naar
de Sovjet-Unie gekomen ben. Gro
te hilariteit en Andrej roept uit:
„Kom je baboesjka (opoe) felicite
ren? Die is toch al veel te oud; ze
hoort je niet eens meer". Joerij
voegt er, wat ernstiger, aan toe:
„Wij hebben geen enkele reden om
iets te vieren. Er is eigenlijk nooit
een echte revolutie geweest. In het
begin misschien wel, maar later
niet meer. Die hebben alleen maar
een revolutie voor zichzelf ge
maakt, die hebben hun eigen com
munisme opgebouwd, met alleen
voordelen voor zichzelf".
Verbaasde vraag: wie bedoelen jul
lie met „die"; jullie zijn toch ook
communisten!?
„Wij communisten? God verhoede
't", zegt Andrej. „We zijn alleen lid
van de Komsomol geworden omdat
we anders niet verder hadden kun
nen studeren en 'hij (Vadim) zou
nooit zo'n luizenbaan gekregen
hebben. Maar in ons hart schijten
we op de Komsomol en op de partij
en op de hele ratteplan nier". Va
dim, kennelijk de meest serieuze
van het drietal, zegt: „Weet je wat
het is? Er heerst hier in de Sovjet-
Unie een generatiekloof die waar
schijnlijk veel groter is dan bij jul
lie. De Oktoberrevolutie, de Sovjet
staat, de Grote Vaderlandse Oor
log het zegt ons allemaal niets.
Wij kotsen langzamerhand van de
verhalen van onze ouders over
1917 en over de heldhaftige strijd
tussen 1941 en 1945. Wij willen le
ven, behoorlijk leven, menswaardig
leven, met natje, droogje, en ple
ziertje, met de mogelijkheid van
vrije discussie en met zo nu en dan
eens een reisje naar Parijs of naar
New York, niet om er te blijven,
maar om te kijken en misschien
wat nieuwe inspiratie op te doen".
Joerij vraagt me of ik wel eens
over Vladimir Vyotskij gehoord
heb. Dat heb ik. Hij was een be
roemd toneelspeler die de laatste
jaren van zijn leven (hij overleed
twee jaar geleden op 42-jarige leef
tijd) het hele land doortrok met zijn
eigen gedichte en getoonzette balla
den. Hij is nog steeds het idool van
de Sovjetrussische jeugd en de plaat
en de bundel die van hem zijn uit
gekomen kan men nauwelijks ko
pen.
Joerij: „Wat er officieel van hem is
uitgekomen is niet zijn eigenlijke
werk". Hij heeft intussen een paar
vellen papier uit zijn zak gehaald.
De kruiser Aurora in Leningrad. Op 7 november 1917 seinde de marconist van dit schip Lenins „Boodschap
aan de burgers" door, waarmee het sein tot de Oktoberrevolutie werd gegeven. De Aurora is nu bedevaart
plaats en de seinapparatuur een relikwie.
De Moeder Gods van de Kazan-kathedraal, een van de mooiste kerken
van het oude Petrograd, is al vijftig jaar lang een „Museum van de ge
schiedenis van de godsdienst en het atheïsme", in feite een permanen
te tentoonstelling die de religie volstrekt belachelijk maakt.
„Hier, dit is waar het om gaat; hier
mee spreekt hij ons aan. Deze lie
deren die hij gezongen heeft voor
stampvolle zalen hebben onze jeugd
geïnspireerd".
Terwijl het drietal op me inpraat
lees ik vol verbazing:
„Redt ons, wij worden gek van ver
stikking
Haast jullie naar ons toe.
Jullie op het vasteland, hoort ons
toch!
Onze noodroep klinkt steeds doffer
En verstarring verscheurt onze
ziel".
Als ik de velletjes heb uitgelezen
en weer opkijk zie ik dat Joerij
vochtige ogen heeft. Hij heeft in
derdaad fors in de wodka gehapt,
maar het zijn geen dronkemanstra-
nen. Ga Vyotskij's graf opzoeken",
zegt hij, „op het Vangangkovskij-
kerkhof; het is gemakkelijk te vin
den. Dan zul je het misschien be
grijpen".
Het is even na middernacht als we
deze Moskouse oase in de Rode
Proletariërstraat moeten verlaten.
Buiten geef ik mijn adres, maar ik
krijg er geen terug. We zullen el
kaar wel nooit meer zien en van
schrijven komt ook niets. Ik moet
me haasten, want om 01.00 uur
staat de hele Moskouse metro stil
en je krijgt in de hoofdstad van de
Sovjet-Unie nog eerder een Le-
ninorde dan na middernacht een
taxi. Om tien voor een geeft de eta
ge-dame van hotel Kosmos me de
sleutel van mijn kamer en twee mi
nuten later een klinkende zoen op
elke wang, want de panty die ik
voor haar uit mijn koffer opdiep
(inkoop 85 cent) betekent voor haar
een klein kapitaaltje. Morgen gaat
het verder naar Leningrad.
Lenin leeft
Het vliegtuig naar Leningrad ver
trekt op tijd en komt ook op het
vastgestelde tijdstip aan. Hotel Pri-
baltijskaja is een grote verrassing:
alles, maar ook werkelijk alles
functioneert, het bad heeft boven
dien een stop en de kamer wordt
dagelijks grondig schoongemaakt.
Het venster dat tsaar Peer ruim 250
{'aar geleden naar Europa geopend
leeft staat in Leningrad kennelijk
nog steeds op een kier. Het hotel is
trouwens door een Zweedse onder
neming gebouwd.
Anders dan in het Moskouse Kos
mos kan men hier ook buitenland
se kranten voor Russisch geld ko
pen. Het hotel heeft ook een souve
nirshop die met name gespeciali
seerd is in hoe kan het anders in
deze Leninstad afbeeldingen
van Vladimir Iljitsj zoals „gelovi
gen" en pseudo-gelovigen hem nog
steeds noemen. Nergens in de Sov
jet-Unie heeft men zulk een uitge
breide keuze uit Leninafbeeldingen
als in Pribaltijskaja: met of zonder
pet, als borstbeeld of van top tot
teen, met zijn handen in de broek
zak (kennelijk een favoriete hou-"
ding) of met een duim in zijn rech-
tervestzak, uitstrekkend naar bo
ven en dus kennelijk iets belovend,
of met de hand naar beneden, ver
manend; Lenin in marmer, brons,
hout, plastic en glas; Lenin als but
ton, speldje of aanhangsel van een
rode ster en zelfs Lenin als naar
schatting twaalfjarige Vladimir Il
jitsj, die een frappante gelijkenis
vertoont met onze prins Willem
Alexander, maar dat zal wel toeval
zijn.
Leningrad, terecht heldenstad,
want het werd negenhonderd da
gen lang belegerd door Hitiers troe
pen, is helemaal de stad van Lenin.
Hier heeft Vladimir Iljitsj op 7 no
vember 1917 de overigens niet
meer feodale, doch sociaal-demo
cratische regering van Kerenskij
omvergeworpen en enige tijd van
uit het ingepikte meisjespensionaat
Smolnyj geregeerd.
Lenin heeft in Leningrad (toen nog
Petrograd) op vijf verschillende
adressen gewoond; ik bezoek ze al
lemaal, tot de voordeur, want de
toegang is verboden. Zijn woning
in de Iljitsjsteeg lijkt me de aardig
ste, maar ik vraag me af of de be
naming steeg wel op zijn plaats is.
Vladimir Iljitsj wordt in de Sovjet-
Unie beschouwd als de grootste van
alle mensen („groter dan Jezus
Christus", vertelde Ljoesja me, die
voor het vak marxisme-leninisme
het hoogste cijfer kreeg, „want hij
heeft de wereld werkelijk veran
derd"). Maar wellicht geldt de Il
jitsjsteeg als equivalent van de Stal
van Bethlehem; ook in het commu
nisme moet je klein beginnen.
Rode „rock"
Symbool van de Oktoberrevolutie
is nog steeds de pantserkruiser Au
rora. Op 7 november 1917 zond de
marconist van de Aurora „Lenins
boodschap aan de burgers" de we
reld in. Vijfhonderd meter oostelijk
van de Aurora bevindt zich, achter
een hoge muur en dus onzichtbaar
voor passanten, een dwangarbei
dersinstituut, waar gevangenen
schoenendozen voor de Skoro-
chod-(Snelgang-)fabriek vervaardi
gen; vijfhonderd meter westelijk
staat de kadettenschool. De aanpa
lende Petrovskijkade wordt fre
quent voor het verkeer gesloten
omdat de kadetten hier moeten le
ren exerceren. Fotograferen is
streng verboden, want in de Sovjet-
Unie kan ook een mens als militair
object gelden.
Wellicht iets meer dan vijfhonderd
meter ten noorden van de Aurora
bevindt zich een discotheek, het la
waaierige tegendeel van wat Le
nins partij lijkt te beogen. De
„Zemljane" (Plattelanders) die er
deze week optreden blijken een pu
bliekstrekker. Niet alleen jeans-
jeugd, maar ook jongens en meisjes
in net blauwe pioniersuniform en
zelfs enkele dienstplichtigen beho
ren tot de bezoekers. De popgroep
in glitterkledij speelt oorverdo
vend, het publiek stampt gediscipli
neerd maar kennelijk met plezier
mee. Om kwart over tien is het
concert afgelopen. Dienstplichtigen
en pioniers wandelen rustig naar
huis, enkele blauwe uniformen
worden braaf door hun ouders af
gehaald. Het jeanspubliek danst op
straat nog wat na. Baboesjka Okto
berrevolutie ergert zich ongetwij
feld over deze „naaperij van wes
terse decadentie".
In de deviezenbar van hotel Pribal
tijskaja staat de onvermijdelijke
Westberlijner al weer op me te
wachten. Hij heeft jonge pioniers
zien marcheren, „in uniform en in
paradepas, net als bij de Hitlerju-
gend. Ze hebben hier de jeugd net
zo vast in hun greep als indertijd
Adolf". Heeft het zin hem te ver
tellen over Andrej, Joerij en Vadim
of over het popconcert van de
Zemljane? Als mijn Westberlijnse
vriend bovendien nog zegt: „En
hebt u gezien hoe bouwvallig de
nieuwbouwwijken er uitzien?", be
sluit ik het maar op te geven. Dat
de Oktoberrevolutie een oude opoe
is zal hij ook wel niet willen gelo
ven
LEO VAN VLIJMEN
Het voortdurend onder bloemen bedekte graf van de populaire bard
Vladimir Vysockij op het Moskouse Vangakovskij-kerkhof. Op het graf
ligt, onder plastic, een papier waarop een bewonderaar geschreven
heeft: „Miljoenen Russen heb je verweesd achtergelaten".
Bekend straatbeeld in het Rode Rusland: rode borden met propagandateksten. De tekst hier luidt: „De tot
standkoming van de Sovjet-Unie is de directe consequentie van de Grote Oktoberrevolutie, de praktische
vervulling van de ideeën van de grote Lenin over het vrijwillig verbond van vrije naties". Was getekend: L-L
Brezjnev.