Omwegen UIT Dr ukkerijDe Bink besloot de erste eeuw met een grafisch verrassend gedenkboek futuristische detective n intrigerende decors IGIÖ EEN KLEINE ONDERNEMER DIE HONDERD fAAR GROOT IS GEBLEVEN Romy Schneiders laatste dubbelrol LEIDSE COURANT VRIJDAG 12 NOVEMBER 1982 PAGINA 5 Op mijn omwegen door stad en land kom ik gt-aag mensen tegen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk-vertellen wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 - 12 - 22 44 op toestel 10. door Ton Pii-trrs p 7 december 1882 begon lornelis de Bink nadat hij e St.Nicolaasgedachte een kse schop had gegeven an zijn honderdjarig rijk. an de Leidse Aalmarkt ging visitekaartjes drukken: stuks voor 60 cent; en Ireskaarten, die 80 cent de H) kostten. Het was bestel- n en nagenoeg onmiddellijk [leveren. „A la minute", zei brnelis tegen z'n klanten, ie zowat op de bestelling onden wachten. Als het eel kaarten of andere druk- iken waren, deponeerde De ink anno 1882 die in een andkar of op een kruiwa- en, en zo ging hij de hort op iet z'n drukwerk. Nu, een euw later, is Cornelis er niet ieer; de Aalmarkt werd in 909 vervangen door de Stille ijn; in 1970 verhuisde het edrijf naar de Roosevelt- raat en daar is de vandaag ibilerende drukkerij inder- aad een hele bink gewor- en. Alleen de kaartjes van cent de honderd kunnen e wel vergeten en het la linute" is ook een hele le ertijd geworden. Maar de eestdrift van Cornelis, de ;rste „bink", is gebleven en vergenomen door zijn op- ólgers, van wie nu Schoonderwoerd en mr. C. Visser de directie voe- !n. Onder „drukkende" iaar hoopvolle omstandighe- iistermiddag was het: 100 )B. Aan de Rooseveltstraat wegen de machines een paar mr. Noodgedwongen, want et eerste exemplaar van het «ienbarende jubileumboek iporen in de tijd" moest erhandigd worden aan de Kgemeester van Leiden, Cees Goekoop, die z'n nbtsketen had meegeno- len teneinde elk mogelijk üsverstand uit te sluiten. Je iet niet zo vaak burgemees- ers in drukkerijen. Er was en spreekpodium in elkaar etimmerd en met herinne- ingen beplakt; er was een nderhoudend achtergrond- ïuziekje en alle medewer- ers van de 100-jarige Bink laren, buiten de toespraken, ruk in de weer met het ver men van bijstand en voor- chting omtrent het bedrijf, toals verlangd. Directeur 'uig Schoonderwoerd, die in 950 mede het roer van de latste De Bink, Nicolaas, vernam, was helemaal niet ïeer te remmen, uit hoofde an zijn beroep en functie: ruk, drukker, drukst. Toch ad hij, voordien, even tijd unnen vinden om mij tekst en uitleg te geven. En "geluk kig was er koffie. Vond hij zelf ook. De heer Schoonderwoerd, een der drijvende motoren achter De Bink van onze tijd, toont het parelgrijs van z'n jaren en distinctie. Gisteren voegde hij (en petit comité dus) daar nog aan toe, dat hij uit de Alblasserwaard afkom stig is. en dat de familienaam stamt van het plaatsje Schoonderwoerd in Vijf He- renlanden. Geen figuur die staat te dringen om te expo seren, geen luidruchtige man ook; maar wat hij zegt raakt zowel kant als wal. Hij had het me allemaal in een woord of twintig kunnen zeggen, tijdens dat gesprekje. Hij gebruikte er misschien honderd of meer, want het was best even gezellig op het kantoor. Trots Ter illustratie van de be knopte uiteenzetting haalde Huig Schoonderwoerd een aantal prachtexemplaren uit de antieke boekenkast. Ver vaardigd in eigen bedrijf, al licht. Gerechtvaardigde trots sprak uit zijn behandeling van de boeken vooral. Daar bij kwamen als een show op zich en in kleurendruk, één van de vier poten waar op De Bink haar bedrijvig heid gevestigd heeft show- kaarten, folders, geboorte- kaarten, posters, jaarversla gen, brochures, reprodukties (op zwaar papier, of voor boeken). Benadrukte druk kunst. Voilé, dat was en is De Bink. „We maken alles zelf en besteden niets of nauwe lijks iets uit; behalve kleu renlitho's en het binden. We zijn altijd bezig met mooie dingen ja'*. Blijkbaar, want ik zag veel produkten van oog verblindende grafische schoonheid. Kleurendruk is dus de be langrijkste poot van De Bink; daarbij komen nog drie ande re peilers: het foliedrukwerk, de reliëfdruk en de preeg- druk die eigenlijk Prëgdruk zou moeten zijn. Schoonder woerd noemde het allemaal „drukwerk met representa tief karakter". Dat het be drijf een grote service aan de klanten hoog in het vaandel heeft staan kunnen we voet stoots aannemen. Een bedrijf dat dit niet doet, kan wel in pakken. Veel meer spreekt net karakter van De Bink als b.v. die geen drukkerij wil zijn „voor het massawerk". Schoonderwoerd zou zeggen: „We zijn helemaal ingesteld op en ingericht voor het werk waar veel zorg aan be steed moet worden". Burgemeester Goekoop zei later (onder bijval), bij de plechtige staande zitting van medewerkers, auteurs van het gedenkboek en andere relaties: „De Bink mag dan niet groot zijn, maar het is ook geen kleine onderne ming. Kleine ondernemers bestaan niet. Ondernemers zijn zelfstandig, en dat maakt ze groot!" De spijker op de economische kop geslagen. Het vuur werd later nog aan gewakkerd met de drankjes en hapjes die sociaal zo veel goed kunnen doen. Honderd jarige De Bink schonk zich zelf ook een paar cadeaus, zo als het grote boek en een sculpture in natuursteen van de beeldhouwer Kees An- driessen uit Reeuwijk, die ooit bij De Bink geëxposeerd heeft en in Binks gedachten is gebleven. Andriessen sloeg in een brok steen de verbeel ding van het drukkersvak door de eeuwen heen. Het werd gistermiddag op het grasveldje naast het bedrijf onthuld, en omdat iedereen er naar mag kijken was het ook een beetje een geschenk aan Leiden, reden waarom eerste burger Cees Goekoop glom van genoegen en waar dering. Niettemin ging de bijeen komst in feite om het ver schijnen van „Sporen in de tijd". Weer zo n befaamd kunstwerk, en „master pie ce" van De Bink. Huig Schoonderwoerd, de refor matie toegedaan en zeker geen volgeling van het al weer ontketende carnaval, heeft de ontstaansgeschiede nis van het boek geschetst. Eerst voor mij, in sobere maar toch oplichtende be woordingen, en later voor de nauwlettende microfoon tus sen de aanwezigen, in een massa die De Bink een beetje overdonderde. Die historie mag verteld worden, want ze is vrij zeldzaam. „Om te be ginnen wil ik zeggen, dat er een hoop aardige mensen ih de wereld zijn". Dat heeft de heer Schoonderwoerd erg ge troffen. „Kijk, we wilden iets doen voor onze relaties, en De Bink er weer even laten uitspringen met een eigen grafisch produkt. Nou, we hebben met ons drieën, gra fisch ontwerper Bert Muller uit Voorschoten, onze mede werker Jan Eradus en ik zelf, ons hoof erover gebro ken. Gebrainstormd, zeggen we tegenwoordig, nietwaar?" Directeur Huig Schoonderwoerd (rechts), bij een van zijn on ontbeerlijke machines. Dat ging een ogenblik stroef (kom maar eens op een origi neel idee), totdat Jan Muller na een slapeloze nacht met de oplossing kwam aanzetten: een boek over de honderd ja ren van De Bink, en elk jaar van die eeuw beschreven door honderd mensen, be kende en minder bekende Nederlanders. En het is ge lukt. Schoonderwoerd was er nog een beetje stil van. „Het werd een spontane medewer king van een doorsnee van ons Nederlandse volk. Wij met z'n drieën als redactie raad kozen de onderwerpen uit, voor elk jaar sinds 1882. De honderd auteurs die we aanschreven mochten zelf niet kiezen, maar wisten van elk onderwerp uiteraard wel veel af". Eigenlijk erg zeld zaam, die concentratie van schrijvers en schrijfsters, van „personalities" tot huisvrou wen. Huig Schoonderwoerd: „We schreven ze aan, vroegen om hun pasfoto en wat illustra tiemateriaal bij hun onder werp. En het lukte wonder wel! Ik had het niet durven dromen. Er was bijna nie mand die ervoor bedankte. Ach ja, sommigen hebben achter de broek moeten zit ten voor hun stukje tekst, maar het kwam in orde. No belprijswinnaar prof. Jan Tinbergen was de eerste die inzond, keurig met de hand geschreven, over de Club van Rome, in 1970. Behalve dat dit boek curieus is, is het ook nog van een educatief gehalte. ELke pagina is iets bijzonders geworden, ook al dankzij die „onbetaalbare" Muller. En weet u wat zo leuk is ook, bijna de helft van die 100 auteurs is van middag bij de uitreiking van het boek aanwezig". En werkelijk: de geschiede nis van 100 jaar De Bink is meegegaan met de bonte his torie van de gemeenschap in de wereld, in eigen land en in Leiden. Cultuur staat er op de bladzijden, maar ook reli gie, sport, kunst, „gewone" menselijke dingen. Allemaal in een (weer door Muller) aangepaste vormgeving. De oorlogsjaren kregen een grij ze band in de marge, en daarna worden de bladzijden weer zonniger. Pagina's met een eigen sfeer en karakter. Zoals Cees Goekoop gisteren opmerkte, tot z n eigen vreugde, staan als auteurs in het boek Erika Terpstra en de oud-kabouter Roel van Duijn „rug aan rug": Erika schreef over Anton Geesink in 1964, en Roel over 1965, het grote Provo-jaar. Maar er zijn nog veel meer verrassin gen. Het Bink-boek over „Sporen in de tijd" staat er vol van; gerangschikt en ge dateerd, en schitterend gra fisch verzorgd. Uit de kunst, heet dat. Legioen Ik kan natuurlijk niet dat hele legioen van Bink-schrij vers en schrijfsters met name noemen. Maar het is werke lijk opzienbarend te constate ren wie daar allemaal die ex clusieve De Bink eer heeft bezorgd. Een aantal Leide- naars, vanzelfsprekend. Een paar maar Lelieveldt van Voorlichting, over de Stad huisbrand in '29, Zwanen burg, over het standbeeld van Van der Werf in 1884, Ingrid Moerman over Floris Verster, "de kluizenaar van Groenoord" in 1927, Joop Riethoven, die in '78 de Tour de France naar Leiden haal de en er daarna bijna het loodje bij legde. Ik schaam me, want er is nog meer Leids in De Binks boek, maar ik ben geen computer. Wie ik oversloeg, zullen me vanaf nu versmaden en ver achten, ben ik bang. IK wil alleen maar nagaan, dat De Bink, in kleur en geur verheven tot een eeuwling, mensen op z'n hals haalde als dirigent Jan van der Waart, en Joop Walenkamp van het Leidse CDA, alla dan; Leidse deken J. 'Schlatmann, die lie ver niet bij de voornaam ge noemd wil worden, en waar om niet ook?; maar die het met paus Johannes XXIII in '63 moest opnemen tegen de eigen wijkpredikant van Huig Schoonderwoerd, ds. De Jong, die Karl Barth in Ne derland (1935) voor z'n kie zen kreeg; en Barth staat dan weer tegenover Buziau, de koning van de lach in 1936, omlijnd door Wim lbo. De burgemeester van Borculo treft voor deze door een cycloon geteisterd wqrd. De „Olympische" ir. Paulen schreef over 1928 een verhaal over de 19e Olympi ade in Amsterdam, vergezeld van een prachtige „poster", wiens ontwerper een een da terende atleet laat zien die, onnatuurlijk, z'n linkerbeen en linkerarm voorzet, of schoon het 't linkerbeen en de rechterarm had moeten zijn. Biologische, maar groot se onnauwkeurigheid. Neder land zette weer z'n „beste beentje" voor. Ir. Ad van Emmenes raakte met z'n voetbal in 1939 tegen de schenen van prof. Garmt Stuiveling, die Henriëtte Ro land Holst „geen trouw die bindt in het slechte" laat be kennen. Geweldig herdenkingsboek. Ter verstrooiing en lering, en prachtig grafisch „getoonzet" ik ben er Huig Schoonder woerd een beetje dankbaar om. Johan Bodegraven her haalt, verder, zijn hamvraag van 1954; prof. de Gaay Fort man stipt in 1957 de sociale wetgeving aan en brengt een hommage aan dr. Vader Wil lem Drees. Willy Walden roert z'n staart in '60 met de Snip en Snap-revue, dr.Tam- se zegt in '62 Adieu tegen ko ningin Wilhelmina. Soms in een regeltje of veertig, maar de kop en de naam staan in Binks „centennial". En daar hadden die spontane auteurs bij hun respons ook wel reke ning mee te houden. Je kunt er, overigens, zó een stel uit halen; soms gebruind door welke zon dan ook. Daar zag ik opeens de kop van aanko mend Leids VW-directeur Kees Hugens, die een gala-di ner in De Lakenhal (in '69, met de Oranjes en Franse president Pompidou, e.v.a.) voor z'n rekening heeft geno men. En Kees is helegaar niet zo bruin. Heeft mis schien ook minder aandacht nodig. Theo Koomen beschrijft in '72 voor De Bink „die vrese lijke dag in München", met de moord op de Israëlische olympische deelnemers. Wil lem Nijholt kon, in 1974, niet om zichzelf heen in „De stille kracht", en De Bink laat hem in goudglitter zien. Huig Schoonderwoerd pikte zelf 1973 en beschreef de tiental len kunstenaars die eerder bij De Bink geëxposeerd heb ben. Genoeg. Het boek is een geschenk aan relaties en aan De Bink zelf, „als drukkers; hoewel we er ons bijna aan vertild hebben. Het was een enorme klus. Tussen het werk door; want je kon de klanten niet vragen even te willen wachten en geduld te hebben met hun opdracht". Huig Schoonderwoerd is in middels overgegaan tot de orde van de werkzame dag. En zo komt-ie 't best over. (OR: Blad* Runner (12) Harriaon Ford *n Rut- Hauw. Regie: Ridley i k decors kunnen een pi méken. Dat geldt in ijge mate voor „Blade mer", de Amerikaanse lil van de Engelse regis- Ridley Scott, met j te Rutger Hauer naast o rrison („Raiders") Ford een hoofdrol. Een film in feite meer preten- j£rt te zijn dan hij is: In jaar 2019 moet een de- tive tegen heug en een aantal perfect '.fabriceerde robotmen- („replicanten" heten in de film, in Philip rfks oorspronkelijke sf- jfcan zijn het „androï- ifi") wier enige misdaad nk is dat ze tevéél mens Ilen zijn, uit de weg rui- ^n. Een doodgewoon Jnt-versus-boef verhaal rfeen wat ongewone zet- |g. Want juist de situe- jg in 2019 en de mede- irking van niemand wider dan Douglas KOOI: A space Odyssee") iumbull maakt de film iitrekkelijk. puristische toestanden die controleerbaar ver van je liggen verzinnen is vraagt Harrison („Raiders of the lost Ark") Ford nu als toe- komst-detective met een tik van Philip Marlowe. alleen maar een rijke fantasie. Veel leuker wordt het als die toekomst wat dichter bii huis blijkt: In „Blade runner' krijg je een volkomen dolgedraaid stadsbeeld, waarin allerlei ele menten uit onze samenleving dacht of uitvergroot zijn. multi-raciale samenleving met sterke Chinees-Japanse in vloeden, een overbevolkt en vervuild stadscentrum met punkers en Hare Krishna-fi- guren, sfeervolle decors in mi niatuur-fotografie met (uiter aard) vliegende automobielen tegen gigantische bouwwer ken. Alles is op een bizarre manier vormgegeven en dat levert een hoop op om voort durend geïntrigeerd naar te kijken. Het gegeven zelf heeft een sterk moralistische inslag. De tweederangsmensen die die toekomstige samenleving zelf in huis haalt, maar daarna verwijt er teveel bij te willen horen, je kunt het zo terug plaatsen naar onze samenle ving. Wat de vorm van zijn film betreft refereert regisseur Scott sterk aan de gangster films van de jaren veertig. Harrison Ford is een norse, maar sympathieke eenling- speurder die z'n werk niet vrolijk vindt, maar ook niet veel anders kan. Chandlers Philip Marlowe en Hammetts Sam Spade kijken voortdu rend om de hoek. Rutger Hauer speelt zeer degelijk een wat punkerig geblondeerde ro bot-boef die toch niet zo slecht blijkt, Sean Young is de verlei delijke „replicante" die de kei harde speurder dan toch nog week maakt. Je krijgt het ge voel dat er méér had gezeten in deze verfilming van het boek „Do androïds dream of electric sheep?". Wanneer je de bioscoop uitloopt is het of je een film lang in feite alleen maar knappe, in opvallend druilerige regen verpakte, de cors hebt gezien. BERT JANSMA TRIANON: La pastante du San8-Souci (a.l.) met Romy Schneider en Michel Piccoli. Regie: Jacques Rouffio. Hoe goed de latere Romy Schneider was, kan je mis schien het beste zien in een film die zelf eigenlijk niet zó goed is. Een actrice met een enorme uitstra ling die elke keer als de camera haar blik vangt de tragiek terugbengt in een nogal brokkelig geheel. Regisseur Jacques Rouffio ver filmde zijn eigen bewerking van de in 1936 geschreven ro man „La passante du Sans- Souci" van Joseph Kessel (van wie Bunuel eerder „La belle de jour" verfilmde). Zijn film begint in 1981. De rijke verze keringsbaas Max Baumstein, firesident van de Internationa- e Solidariteitsbeweging, is met zijn vrouw in Parijs voor pers conferenties over politieke ge vangenen en krijgt informatie toegespeeld over de ambassa deur van Paraguay die hij moet bezoeken. De man is een voormalige Duitser en was in '33 ambassade-secretaris voor Nazi-Duitsland in Parijs. Baumstein spreekt hem tijdens zijn bezoek in het Duits aan en vermoordt hem dan koelbloe dig. De verdere film gaat om het „waarom" van die daad en dat kan alleen verteld worden via een tocht door het verle den. Het Duits-joodse jongetje Max Baumsetin verliest in 33 zijn ouders door de S.A., raakt zelf licht invalide, maar wordt op gevangen door de werkgevers van zijn vader, Elsa en Michel Wiener. Een uitgeversecht paar, anti-Hitier en dus in moeilijkheden. De vrouw ver trekt met het jongetje naar Pa rijs, de man wordt opgepakt. Zij voorziet eerst in haar on derhoud als zangeres, zakt la ter af naar animeerdame en weet uiteindelijk via het bed van de Duitse ambassade-se cretaris haar man vrij te krij gen. Wanneer die in Parijs ar riveert wordt hij alsnog in op dracht van diezelfde ambassa de-man gelikwideerd. De moord van Max Baumstein blijkt dus een late wraak. Rouffio heeft met veel wring- werk een scenario tot stand gebracht dat probeert Baum- steins heden en verleden te verbinden. Hij heeft vermeden één grote flash-back te maken, en laat dat verleden dan weer vertellen door Baumstein in zijn voorlopige gevangenis schap, dan weer via de relazen van getuigen in de rechtbank. Dat heen en weer pendelen doet de emotionele continuiteit in de film geen goed. Maar er is één bindende factor: Romy Schneider. Zij is namelijk naast Piccoli (met wie ze al een onvergetelijke combinatie vormde in „Les choses de la vie") mevrouw Baumstein anno nu en speelt tevens de rol van Elsa Wiener. Haar trouw tegen alle verdrukking Romy Schneider en Michel Piccoli als het echtpaar Baumstein in „La passante du Sans-Souci". in, haar wanhoop, haar ge- de breuken in Rouffio's film vecht om haar man terug te en maakt die waard gezien te krijgen, ze zet het neer met worden. Een tragische laatste een gevoeligheid en een tra- dubbelrol van een prachtig ac- giek die zich vooral in haar trice. ogen weerspiegelen. Zij lijmt BERT JANSMA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 5