Langs
3estuur geneeskunde krijgt kritiek
[>p voorgesteld bezuinigingsbeleid
ijüüüanüinu
Mien Rademaker: oppergeitebreister die
ook Stoelmanseiland van bokjes voorzag
^IDEN/REGIO
RUIM40 JAAR VERZORGENDEN VERTROETELEND GEITENBEDRIJF
IJDENS EXTRA DISCUSSIE-VERGADERING:
Nieuw van Paggenpohl
een klasse-keuken voor een populaire prijs
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 27 OKTOBER 1982 PAGINA 5
Op mijn omwegen door stad en land
kom ik graag mensen tegen. U kunt
mij telefonisch of schriftelijk-vertellen
wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071
- 12-22 44 op toestel 10.
e kunt zo'n diepgelegen wa
lgang in een perfect, schil-
erachtig en rijk begroeid
[ollands landschap natuurlijk
iet zomaar sloot noemen.
)waas. Het is op z'n minst
en tocht, of een wetering;
wars of recht. Maar als je uit
e stad komt, mag je, met al
ie bruggetjes erover heen,
rel sloot zeggen. Wilhelmina
lazina Rademaker-Groen
ut er al jaren water en moed
lit. Ze ligt op haar knieën en
;hept, zich steunend met de
ndere hand, een emmertje
:hrob- en boenwater voor d'r
ïgels. Haar voortuintje wordt
oor een weinig spraakzame
laar bereidwillige relatie
ntdaan van alle uitgebloeide
omerse resten, knollen, wor-
>ls en bollen. Ordentelijk
laken voor de winter. Het is
un herfstig weer. Toch is de
agewaard nog een groen lint
at door het oude Koudekerk-
land kronkels trekt.
Jevrouw Rademaker krijgt
ie, al bukkend, in de gaten,
omt in postuur en wordt
peens zienderogen „Tante
lien". Elk ander bij- of toe-
oegsel is uit den boze. Ze
'eet bliksemsgoed, dat ze
ante Mien wordt genoemd
deze gemeenschap. Daar
loet het dan bij blijven, vindt
Maar komt u binnen.
yilt u meteen naar de geiten
n zo, of eerst een kop thee?"
!en goed idee, die thee. „Ze
ïaken veel lawaai, maar ze
oen niks hoor", stelt ze me
erust. Het is uitkijken waar
loopt, met die drie razende
effertjes voor je voeten. Drie
'incertjes. Omdat Tante Mien
iet meteen over haar „Toeh-
pnburgers" had, dacht ik dat
haar hondjes Toggenburgers
•varen; „een zwaar te fokken
ras, met kenmerkende, door
lopende strepen". Maar nee,
het zijn waarachtig Pincertjes.
Jladharige troeteldwergjes
net bolle vriendelijke oogjes,
erveusdrukke huisgenootjes
an Tante Mien, de kordate,
n de woonkamer kun je net
an zitten. Het is er klein be-
uisd. En knus dus. Bij de
'arme kachel staat een ge-
onde, enorme tuinkabouter
iet roze kleurtjes, rode wip-
eus en hark onafgebroken
oor het raam naar buiten te
laren. Of-ie misschien zou
.unnen meehelpen met rooi-
n. Afgezien daarvan, zit Tan-
Mien altijd tussen de die-
i; „maar ik heb geen kat-
en, want Tippel vermoordt
e". Als op commando springt
;effertje Tippel rillerig bij
lien op de uitgebreide
schoot. Beiden beginnen el
kaar te likken, zowat. Eigen
lijk heet-ie Tippie, maar hij
blijkt een „ze". Vandaar Tip
pel. Enfin, Tippel heeft „een
zoentje voor z'n moeder, en
een blote buik hè? Tippel laat
je blote buik eens zien!" Tip
pel tilt, feilloos geprogra-
meerd, nu een bevend voor
pootje op en laat d'r blote kale
buikje met tepeltjes zien. Hup,
eraf. Van de schoot. Geen on
zin. Nu kunnen we gaan pra
ten. De twee andere Pincers
laten we onbesproken, hoewel
er één Sherry of Shandy of
Sandie moet heten en te den
ken geeft.
Geitebreier
Tante Mien legt meteen een
paar nummers van De Geite
breier voor me neer. Ik ga er
doelloos in bladeren. De Gei
tebreier we komen in de
buurt nu van het onderwerp
is het eigen blad (nommer
3 alweer) van „Ons Doel",
vereniging van geitenfokkers
in Hazerswoude en Koude
kerk. Een fors bestuur en te
gen de 40 leden, „waaronder
twee bokhouders (nee, geen
boekhouders, ben je zot) en de
rest allegaar geiten. Een bok
mag je niet houden in de be
bouwde kom hè. Die bokken
zitten achteraf. Ze stinken
vreselijk, in de paartijd om-
mers. Dan hoef je niet te vra
gen waar ze staan. Dat ruik je
vanzelf wel".
Wilhelmina Claziena Rade-
maker, geboren Groen, bijna
Geit (nu dringt zich ik kan
het niet helpen de uitdruk
king bij me op: een oude bok
lust wel een groen blaadje), is
goed tweeëneenhalf jaar voor
zitter van de club. Een vrouw
die vele mannen te erg, al
thans de geitenbaas is. Ergens
heeft ze de verenigingshamer
tot kloppenstoe gereed liggen.
Die wordt ter vergadering of
ficieel gehanteerd, maar
gaandeweg en van lieverlee
wordt mevrouw de voorzitter
„Mien, meid" en Tante Mien.
De volksmond gaat dan open.
„Nou, ik steek ook zelf graag
de gek rpet dit en dat hoor",
zegt Mien goeiig.
Ze is nu 74; moet een beetje
uitkijken met het hart en van
die dingen. „Het verenigings
leven is moeilijk geworden.
De mensen zijn niet zo ge
makkelijk meer mee om te
gaan. Ze zouden meer begrip
voor elkaar moeten hebben.
Je moet met malkander ach
ter zo'n vereniging staan",
vindt Tante Mien; maar ja,
Tante Mien Rademaker-Groen op het erf in een omhelzing met haar goedlikse Tog-
genburgse Teunie, de vrijdoos na melkenstijd.
dat heb je overal, tegenwoor- die sport mee. Prijzen bij de
dig. „Ik was 8 jaar, toen ik uit vleet, meneer, met geiten op
het Alphense Oudshoorn naar de werf. Ik was er dol bezot
de Hogewaard kwam, en hier op. Er kwamen konijnen bij
aan de Lagewaard zit ik al- en allerlei gedoe. Als kind
weer 18 jaar. Mijn grootvader bracht ik een kalf groot met
werd in 1891 onderscheiden melk. Daar zijn tranen om ge-
met z'n best melkgevende rold hoor. Ik had het beest
geit. De hele familie deed met helegaar grootgebracht; zo'n
rooie blaarkop, die opeens
geen melk meer gaf na 't af-
kalveren. Ik kon 'm maar het
beste meteen zien kwijt te ra
ken, want het zou al gauw
dood liggen. Met de schaal
had ik 'm grootgebracht: stik
ken of slikken was het. Een
best dier, dat zat geld op
bracht. Nee, het is niet altijd
rozengeur en maneschijn met
de levende have".
Bokkenkeuring
„Nou, volgend jaar juni of juli
we benne er mee doende 't
krek uit te zoeken bestaat
de vereniging zo ongeveer 45,
50 jaar. Dat gaan we dan vie
ren. We willen van de zomer
hier in Koudekerk de bok
kenkeuring krijgen. Maar dat
duurt nog een tijd. Vroeger
had je in Hazerswoude vier
geitenfokverenigingen, daar
hebben we hier één van aan
genomen; de andere zijn weg.
Ja, ik hou van deze sport".
Dat is te zien aan de prijzen-
kast vol linten, bekers, plak
ken; een koffieservies met
gouden streepjes heeft ze ook
„in d'r maag gekregen". Te
genwoordig krijg je geld, daar
vindt Mien niks aan. Hoog en
droog aan de andere muur
hangt haar eerste donkerbrui
ne medaillekast. „Mijn ple
zier", heet het kastje, eenvou
dig. Ze zou het niet meer wil
len missen.
„Ik doe veel in België ook;
dieren verkopen, met colle
ga's. Ook heb ik kennis ge
kregen in Suriname, uitgaan
de van de Hernhutters Mis
sion. Daar ben ik ontzettend
blii mee. Daar hebben ze nou
bokjes van me. Koudekerkse
bokjes, voor Stoelmanseiland
(dat is een naam die ik wel
honderd keer herhaal, maar
ik onthoud 't niet). De bokjes
wegen nu om de 24 kilo. Ze
willen daar geiten van de bes
te ouders laten oversturen.
Die zendingsmensen moeten
voortgeholpen worden en
daar wil ik alles voor doen".
Voor al die activiteiten, 40
jaar en langer tussen de gei
ten, „voor de sport van de gei-
tenfok" kreeg Tante Mien in
april dit jaar bij de lintjesre
gen Zilver van de koningin.
Ja, zo gaat dat. Het dorp stond
bijkans op z'n kop. Toen moet
een brooddronken onverlaat
plotseling in louter enthou
siasme „Mien de Bok" geroe
pen hebben. Dat heeft Mien
erg zeer gedaan: „er is nie
mand hier die me zo noemt,
en toch staat die uitdrukking
in allerlei kranten. Dat laat ik
niet op me zitten. Ik stel in
het geheel geen prijs op zo'n
bijnaam. Ik vind dat erg mis
selijk. En de meneer die dat
in zo'n krant schreef zal zich
Kaas
Even in mineur. Maar bij
Tante Mien Rademaker is dat
gauw weer over. Tippel laat,
middelerwijl, haar niet met
rust, en de blote buik komt
nogmaals boven tafel. Maar
goed; wat doet de vereniging?,
zou ik toch wel es willen we
ten. „Hoe meer leden hoe lie
ver, mag je wel zeggen. Maar
ook om kaas te maken; die le
den zijn er. Ik verkoop netzo-
goed weieens kaas voor 't een
of andere lid. En op je rassen
letten hè! Dat hou je wel in de
gaten. Van keuring op keu
ring. Een derde prijs is al
slecht voor me; ik ben beter
gewend. Met zo'n derde prijs
ben je stukgeslagen, als fok
ker. Ik tenminste wel. Je
moet meespelen, zeg ik al
tijd".
Zelf heeft Mien vier geiten op
d'r erf, „maar er zijn ook met
acht of negen. Op die grote
houders, daar moet 't op an.
De vereniging heeft in hoofd
zaak wit, en drie, vier hebben
er Tochtenburgers (Toggen
burgers dus; een trots Zwit
sers ras), dat zijn heel bijzon
dere geiten. Ik heb ze zelf
ook. Nou, en wat doe je als
voorzitter hè. Kijken of de
bok beu blijft groeien. Eens
lekker in de gaten houden, bij
de bokhouder hè. En een leuk
keuvelpraatje met malkander
hebben. Gezelligheid hoort er
ook bij. Geitenkaas, ja ja, ze
roepen erover, zo lekker als 't
is. Jongachtig, iets belegen,
dat is allegaar hevig lekker.
Met stoof peertjes, en smeer
kaas tussen de geitenkaas".
Kijk, daar hoor ik nou van op.
Mien komt aanzetten met een
album vol foto's van de huldi
ging, van toen ze in het Oran
je- en dorpszonnetje werd ge
zet. Alle daarin aanwezigen
noemt ze met name en ver
wacht dat ik ze opschrijf ook.
Ja, ik zie Mien aankomen; ik
bèn me daar even! Als het
nou nog geiten waren, of een
bok langs de tocht. Inmiddels
heeft Mien bij 't fokken niet
stilgezeten. Zo bereidde ze
twee geitjes voor op het leven
in een kinderboerderij in
Heemstede. „Ja, ik ben een
echt geitenbedrijf. Daar komt
bij dat ja ja is en nee is nee.
Daar ben ik weieens moeilijk
in, vinden ze. Ik kan slecht
wat overgeven; ik ga van het
begin naar het einde. Niet an
dersom. Zo ben ik. Ook in de
vereniging. Maar het kan best
gezellig wezen hoor, en dan
zit ik graag achter een helder-
op-ie, ook al heeft de vice-
voorzitter van de landelijke
overkoepelende bond een glas
sjuu of tomaat voor zich staan,
omdat-ie nog moet rijen of
zoiets, of omdat-ie niet van
een helder-op-ie houdt".
We gaan naar achteren. Dat
wil zeggen: achter Miens huis
is het een heerlijke puinhoop.
Daar moet, op een klein stuk
je grond, alles tegelijk gebeu
ren. Er is de gehavende moes
tuin, met hier en daar gaten
vanwege de voedselvoorzie
ning; daar wonen tientallen
bar mooie bruine kippen op
een kluitje en vele koppels of
solitaire wonderschone don
kere konijnen; er hokken ook
de geiten van Mien in hun
houten prieel.
Teunie
Mien Clazien ontbiedt haar
pronkstuk: Teunie de Toggen-
burger, die best model gestaan
kon hebben voor professor
Sikbok van Bruintje Beer als
ze geen geit geweest was. Een
prachtstuk, dat dient gezegd.
Voor het poseren wordt in het
openbaar weer danig gezoend
en gelikkeflikt: „Na 't melken
is Teunie een echte vrijdoos.
Dan wordt ze even vertroe
teld, hè kindekind!" Teunie
geeft behalve geitenmelk ook
veel natte kussen aan Mien,
die voorzitter is en een be
drijf, zoals ze al zei.
U kunt het allemaal zelf gaan
zien, op 18 november, 's
avonds op t.v. in Showroom,
óók NCRV. Fillekers en con
sorten zijn als een hecht team
twee dagen vol bewondering
en verbazing met Mien druk
in de weer geweest: van
Groenoordhallen tot in de La-
gewaardse kamer en achter
tuin. „En keurig hoor. Toen
ze wegggingen lieten ze alles
netjes in huis achter, terwijl
ze toch de hele boel overhoop
gehaald hadden, die jongens.
En dat van Mien de Bok zou
den ze eruit laten, beloofde
Jan Fillekers, al stond dat ook
in de gids". Juist; dat vind ik
nou ook zoals het hoort. Zelfs
Mien de Geit zou niet kun
nen. Daar kon „Ons Doel"
ook niet bij gebaat zijn.
EIDEN In de buiten-
■wone vergadering van
faculteitsraad genees-
inde gisteravond, geheel
het teken van (het ge
le aan) financiën, heeft
bestuur van deze fa
it kritiek gekregen
haar bezuinigingsstra-
ie. De extra „discussie-
•gadering" werd gehou-
op verzoek van dr.
.Zitman van de facul-
jraad. Doel was het
krijgen van meer dui-
ijkheid inzake de te
achten bezuinigingen
1984-1987. Ook speel-
mee de onrust die was
(tstaan na het bekend
•rden van de het plan
de minister van on-
ijs en wetenschappen
één van de acht ge-
ikundefaculteiten in
js land helemaal op te
tffen. Na afloop van de
^idsjukbezochte vergadering
r«jJ een collegezaal in het
ifé „fademisch Ziekenhuis
e aafcs en bleef het stand-
overint van het faculteitsbe-
sooijjur duidelijk, maar offi-
'le plannen liggen nog
t in het verschiet,
eerder maakte het college
h bestuur van de Leidse
universiteit bekend niet blij te
zijn met het beleid van het fa
culteitsbestuur, omdat dit niet
paste in het plannen van het
college om elke (sub)faculteit
een nieuw profiel te laten op
stellen met het oog op de fi
nancieel minder rooskleurige
toekomst. Het bestuur van de
faculteit liet, bij monde van
decaan G.J. Tammeling, de
goedgevulde zaal gisteren nog
eens weten dat het niets voelt
voor het opstellen van een
profiel.
„De situatie verandert onop
houdelijk", aldus de decaan,
„telkens komen er nieuwe mi
nisters voor onderwijs en we
tenschappen met ieder weer
eigen ideeën die de universi
teiten maar weer moeten uit
voeren. Als faculteit is het
daarom gevaarlijk om je nu al
teveel vast te leggen in een
profiel. Ik pleit dan ook sterk
voor het stap voor stap berei
ken van het te verwachten bé-
zuinigingsbedrag. Dit kan ge
beuren door elk jaar de facul
taire plannen te bekijken en
zonodig bij te stellen". Vooral
de hoogleraren Van Hall (gy
naecologie), Zitman (psychia
trie) en Zwaveling (heelkun
de) pleitten op toepasselijk ge
neeskundige wijze voor het
drastischer hanteren van het
bezuinigingsmes. In de ver
wachting dat de minister wel
eens grotere offers zou kunnen
vragen dan de men nu denkt,
stelden zij „gezondmaking van
de faculteit" voor: „De moge
lijkheid zou moeten worden
onderzocht of het misschien
niet beter is bepaalde onderde
len van de faculteit op te hef
fen. De delen die weinig met
onderwijs te maken hebben
zouden bijvoorbeeld als inter
universitaire instituten kun- namelijk om de faculteit ge
nen gaan bestaan", aldus een neeskunde sterker te maken
suggestie van prof.dr. Zwave- ten koste van desnoods forse,
ling. De hoogleraar zat daar- grootschalige ingrepen. Met
mee meer op de lijn die het een gezonde organisatie kun-
college van bestuur voorstaat nen eventuele extra bezuini-
inzake het toekomstbeleid van gingen die door de minister
de (sub)faculteiten in Leiden, worden gevraagd beter wor
den opgevangen, zo luidt de
redenering.
Het bezui'nigingspercentage tot
1987 wordt door decaan Tam
meling geschat op 6 to 10 pro
cent. Men komt dan op een be
zuinigingsbedrag voor Leiden
van 9 miljoen op onderwijs en
ADVERTENTIE
Een variabele keuken van
Poggenpohl, waarmee u
eindeloos kunt spelen.
Beugelgrepen, lichtlijsten,
onderlijsten, plinten en
werkbladen zijn namelijk
verkrijgbaar in een heel
scala van fraaie kleuren.
Zodat u naar hartelust
kunt combineren met de
twee basiskleuren wit en
beige of nog eens kunt
veranderen.
Ook de vormgeving is
typisch Poggenpohltijd
loos en afgeronde, dus
veilige hoeken. De prijs van
de Poggenpohl Combicolor-
keuken zal u beslist mee
vallen. Ga maar eens in
formeren bij de Poggenpohl-
specialist
b.v. Gebr. RolfTs Handelmij.
Industrieweg 14 De Grote Polder
Zoctcrwoude-Rijndijk
Tel. 071-899206
Winkelcentrum Babyion
Den Haag Tel. 070-851308
onderzoek (dus exclusief pa
tiëntenzorg). Pessimistischer
gestemden ter vergadering,
onder wie de bovengenoemde
hoogleraren, vonden dat reke
ning moest worden gehouden
met hogere percentages. De
heer Tammeling kondigde in
elk geval aan, dat ook bij tien
procent bezuinigingen ge
dwongen ontslagen onvermij
delijk zijn. Het voeren van een
vacaturebeleid acht hij niet
toereikend. De kritiek als zou
hij niet wensen te profileren
wees hij van de hand: „In feite
zijn wij hier al heel lang bezig
met profileren. Dertig procent
van het totale personeel wordt
immers al betaald uit andere
financieringsbronnen dan de
facultaire". Hij doelt daarmee
op personeel dat werkt onder
meer op de Bloedbank en voor
het Zuiver Wetenschappelijk
Onderzoek (ZWO), die elk een
eigen financieringspot hebben.
Tot slot wees hij er nog eens
op dat hij het niet de taak van
het faculteitbestuur acht om,
zoals voorgesteld bij de profile
ringsplannen over de gehele
Leidse universiteit, te beslissen
over afstoten van taken. „Bij
het afstoten van taken moet
worden gekeken naar de kwa
liteit van de personen die ze
uitvoeren. Over kwaliteit van
personen kan een bestuur niet
oordelen, dat moet aan de vak
groepen zelf overgelaten wor
den", aldus de heer Tamme
ling.
BURGERLIJKE
/STAND
LEIDEN Overleden: N
Hes. geb. 29-4-1931. man; H. C
van der Meij, geb. 8-10-1898,
vrl. echtg. van N. Vegt; J. Var-
kevisser, geb. 8-6-1928, man;
W. H. van Rijn, geb. 23-4-1912,
man; A. Dijksterhuis, geb. 26-
3-1904, vrl.; E. B. Rood, geb.l
4-8-1899, vrl. geh. gew. met
C. P. Heij; P. T. Krijger, g^b. 3-
I-1943, man; O H. Emor, geb.
19-2-1906, man; L. R. N. van
Duijn, geb. 29-7-1970, vrl.;
P. J. L. Heederik, geb. 27-9-
1909, man; J. van den Burg,
geb. 10-5-1933, man, P.J.P.
Fontein, geb. 20-9-1908, man.
P. T. Tetteroo, geb. 7-8-1917,
man; A. Blijleven, geb. 29-5-
1905, man; A. Bol, geb. 10-10-
1904, vrl. geh. gew met G. Of
ferman; C. J. D. Dijkstra, geb.
15-12-1934, vrl. echtg van
Th. J. de Ridder; H. Bink, geb.
II-11-1900, man; A. Frankhui
zen, geb. 24-8-1897, man; W F.
Roosendaal, geb. 4-9-1888,
man; L. Boom, geb. 25-11-1926.
Gehuwd: M. van der Bent en
A. E. Koome; J. Berrevoets en
F. E. A. Blok; P. Giezen en G
Pohl; N. T. M. Klooster en
M. L. Moens; J. G. Overdijk en
A. E. Buurman; A. J. M. Gus-
senhoven en M. R. Vierbergen;
F. de Nobel en Y. van der Vet;
D.J. van Weizen en G.J
Kooien; F. Ravensbergen en
T. M. J. E. Kluts; M. J. Coppes
en A. R. Zantinga.
VALKENBURG Geboren:
Marijtje, dr v. A. Bol en I J.
Knegt; Jordy Johan Henry,
zn. v. J.H. Schrok en A.M. van
Egmond; Frank Christiaan, zn
v. E. Gravekamp en S. Noort;
Margaretha Gerradina, dr v
P.L. van Egmond en M F.
Noorlander, Nicolaas, zn. v.N.
v.d. Nagel en J. v.d. Meij.
Overleden: Poo. Simon Cor-
nelis geb. 1935.
Ondertrouwd: P. de Vries en
A.F. Heemskerk.
Gehuwd: W. van Veen en
A C. de Vries; M.F.J. Schrie-
vers en S Moerman