ude handschriften en
rukken in
^atharijneconventUtrecht
)e „reuzenonzin" van
Carl Valentin: muziek,
heater en film in Kijkhuis
DE BURGEMEESTER HOUDT DE PRIJZEN KLEIN.
NST
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 27 OKTOBER 1982 PAGINA 13
De burgemeester heeft een zwak voor balibruin. Deze sfeervolle tint maakt houten meubelen nèt
even anders, nèt even mooier. Vandaar dat u in de 3000 m" grote showroom balibruin ontdekt.
fünchener volksclown herleeft één avond lang
V HAAG „Hij mag
- niet eerder weg, voor
al zijn volksdeuntjes
ft gespeeld" schreef
l („Circus Knie")
kmayer over hem.
lentin paart een ruwe
tsaard aan een merk-
irdig spokende fanta-
Juist dat maakt hem
Dijzonder" vond Hein-
Mann. "Ook ik moest
lachen, van mij had
stuk de hele nacht
(en doorgaan" aldus
man Hesse. De actrice
ina Schygulla schreef
i nog na zijn dood een
[lesbrief overlopend
bewondering. Vier
je namen, maar de
over wie zij het heb-
is anno nu een Grote
lekende. Karl Valen-
geboren als Valentin
y in 1882. bestemd
r het transportbedrijf
pa, maar belandend
het theater via zijn
'kwaardige humor-
- Beiers accent. Een
kige komiek van het
erwachte, absurd, bij-
Üadaïstisch In Duits-
I beleefde zijn werk in
bijna dertig jaar na
dood, een revival. Het
thuis brengt zaterdag
samen met de Haagse
Averij Horus een
igse hommage.
I Valentin is in Nederland
Velijks bekend. Uit Klaus
Iers Brecht-biografie blijkt
de veel bekendere Bertolt
'ht met hem samenwerkte
deeèn aan hem te danken
de Antwerpse theater-
p De Mannen van de Dam
ht hier - niet bijster suc-
ol - een avond van zijn
jhtige scènes in het
Vlaams. Maar daar houdt het
op. De Haagse mini-uitgeverij
Horus brengt nu het boekje
„Ter kennismaking: Karl Va
lentin" uit, met teksten over
en vooral van de merkwaardi
ge Duitse komiek, vertaald
door Pieter Cramer. Dat boek
je werd de aanleiding om de
schijnwerpers voor één avond
maar nog eens op scherp te
stellen voor het fenomeen Va
lentin. Met een viertal van dé
films die hij maakte („So ein
theater"), begeleid door een
voordracht van explicateur
Robert Ribbendranger (een
Valentiniaans pseudoniem
voor een Haagse bewonde
raar), een optreden van Das
Karl Valentin Ensemble, een
voor de gelegenheid omge
doopte groep conservatorium-
muzikanten, plus een aantal
Valentin-scènes door Theo
Westerduin, die ooit met zijn
slungelig-komische mislukkin
gen bij het Flater-theater zon
der het waarschijnlijk te we
ten in Valentins voetsporen
trad.
Chaplin
Wie de filmfoto's uit Cramers
boekje bekijkt, ontkomt niet
aan vergelijkingen met de be
faamde filmkluchten a la
Mack Sennett uit de stomme-
film-periode. „Ik zie niet in
waarom Karl Valentin niet
aan de grote Charlie Chaplin
gelijkwaardig zou zijn" schreef
Bertolt Brecht dan ook. Maar
Valentin was vooral verbaal
bezig, koesterde de misver
standen die de taal mogelijk
maakt en besteedde bovendien
zijn geld aan een - zakelijk
overigens mislukt - panopti
cum waar hij eigenhandig zijn
visuele grappen, via schaaf- en
timmerwerk dat hij als jongge
zel in een meubelmakerij leer
de, in beeld bracht. Een tuin
bank beplakt met waardeloze
biljetten van het Duitse infla-
tiegeld van de twintiger jaren
me als titel „Deutsche Bank".
Eerplaat van de Vesuvius met
daaronder: „Hij rookt niet
want hij weet dat-ie dat niet
mag in een museum". De Va-
lentin-fans bij Horus hebben
een aantal van die Valentin-
ideeën overgenomen of heb
ben in zijn stijl doorgefanta
seerd en kwamen tot een aan
tal objecten die de wanden van
het Kijkhuis tijdelijk sieren:
Een serie tandenstokers (o.m.
een half witte voor melktan
den), een electrische neuspeu-
teraar en als „roltrap" een slap
stuk touwladder.
Nazi's
Sketches moet je eigenlijk niet
koel nalezen, ook niet in de
vertaling die Pieter Cramer
ervan maakte. Je moet iets
van de theaterstijl van een ar
tiest weten en die zelf binnen
het in zinnen neergelegde ko
medie-schema inkleuren. Ver
gelijkingen op Nederlands ter
rein: Walden Muyselaar-
sketches op papier nalezen le
vert bijna pijnlijke ongein,
maar zet de stemmen erachter
en het wordt wat, als je er van
houdt tenminste. Hetzelfde
geldt voor André van Duyn.
En een Valentin-scène van
een domme loodgieter die geld
komt lenen bij een „geheim-
rat" zou je zó de laatste kun
nen toespelen. Maar over het
algemeen kenmerkt een bizar
soort originaliteit de bedenk
sels van Valentin: De man die
te léat komt voor de Olympi
sche Spelen bijvoorbeeld. Of,
en dat gebeurde tijdens een
door de nazi's in '34 in Mün-
chen gehouden optocht, een
sierwagen met slechts een paar
stukken ijzer, een oude lampe-
kap, een schilderstrap en een
paar potten verf. Opschrift:
„Neemt u ons niet kwalijk, we
zijn er niet mee klaar geko
men. Karl Valentin en Liesl
Karlstadt". Die laatste is zijn
carrière lang zijn partner ge
bleven bij zijn optredens in
Tingeltangels en cabarets in
Duitsland, Oostenrijk en Zwit
serland. al waren laatstge
noemde twee landen voor de
misantropische, reis-angstige
Valentin eigenlijk al té ver
weg.
Verbitterd
Valentin was een volksko
miek. De verschillen tussen
rijk en arm, de sociale wan
verhoudingen, ze krijgen een
vanzelfsprekende en dus on
opvallende plaats in zijn werk.
In de oorlog treedt hij niet
meer op, al zijn de Miinchener
partijbazen de door het volk
immers gewaardeerde komiek
gunstig gezind. De oorlog
breekt zijn carrière wel: In de
door hem gekozen stilte is hij
verbitterd geworden, terwijl
hij financieel aan de grond
raakt. In 1947 treedt hij nog
eens op. Een gedesillusion-
neerd mens voor een publiek
dat ook niet meer tot lachen
bereid is. Hij sterft kort daarna
(begin '48) aan een prozaïsche
verkoudheid Pas met de uit
gave in 1975 van de pocket
„Riesenblödsinn" (Reuzeonzin)
met zijn teksten komt de revi
val. Een broodnodige homma
ge. Hanna Schygulla schrijft
hem haar posthume fanmail
„Je was een van de eersten in
mijn huis. Al voordat ik mijn
meubels had neergezet heb ik
je silhouet op een deur ge
plakt, zorgvuldig uitgeknipt -
en dat was helemaal niet zo
gemakkelijk - want je gestalte
is behoorlijk hoekig. Tussen
mijn boeken staat een derde
afbeelding van je. Daarop kijk
je me over een schouder aan
Je ogen gaan dwars door me
heen".
En Pieter Cramer schrijft in
zijn inleiding tot het Horyus-
boekje over de komiek met de
spillebenen, hoe een Duitse
vriend reageert bij het zien
van Wim T.Schippers' creatie
Sjef van Oekel: „Maar dal
hebben ze van Valentin ge
pikt!".
BERT JANSMA
Complete eethoel
balibruin. Solide
beukenhouten sto
bekleed met beige
weefstof. Per stuk
175.- voor 130.-
De tafel heeft beu
BERKELRODENRIJS, Industrieweg 31 (achter het veilinggebouw), tel. 01891 - 3137. VLAARDINGEN, Haringbuisweg 33
(aan de Nieuwe Waterweg), tel. 010 - 359800. Van maandag t/m zaterdag geopend. Vrijdagavond koopavond.
U vindt de showrooms van de burgemeester in: Amsterdam, Berkel/Rodenrijs, Groningen, Hattem, Heerhugowaard,
Kerkrade-West, Oosterhout-Zuid, UdeiWolkel en Vlaardingen.
ECHT Het Rijks-
urn „Het Catharijne-
nt" in Utrecht is in
opzicht uniek. Het
bijvoorbeeld de be-
ijkste verzameling
eleeuwse sculpturen
land en een der be-
ijkste collecties oude
ia van Noord-Euro-
Daarnaast zijn er
tige schilderijen en
iteraard in een mu-
dat aan de christelij-
(ultuur is gewijd tal
uiteenlopende devo-
alia. Maar er is ook
bibliotheek die er zijn
en daarin bevinden
nogal wat oude hand-
fiften (90 stuks) en in-
ftbelen (de vroegste
rukte boeken) en pos-
unabelen (114 stuks).
deel van dat kostbare be-
^ordt permanent geëxpo-
1 in de sfeervolle onder-
dse ruimte, waar ook de
lia getoond worden, maar
(rootste deel blijft in depot
rordt nooit getoond. Daar-
js er nu (t/m 6 februari)
tentoonstelling van een
te keuze van dit bezit,
r bovendien enig inzicht
It gegeven van hoe des
die handschriften en eers
led rukte boeken werden
pakt.
958 vierde het Rijksmu-
te Amsterdam zijn 150-
bestaan met een imposan-
tntoonstelling van Middel-
trse kunst, wellicht de
jste ooit in ons land ge-
Jen. Daar waren ook de al-
looiste van de bewaarde
dschriften en incunabelen
te zien en de bezoeker moest
met toch wel met enige spijt
constateren dat de allermooiste
exemplaren uit het buitenland
kwamen.
Achteloze uitverkoop
Oude handschriften, ze moe
ten er met vele duizenden ge
weest zijn. Elk klooster had
zijn bibliotheek, elke parochie
had minstens een bijbel en een
stel liturgische boeken als mis-
saals, gezangenboeken, brevie
ren, getijden- en gebedenboe
ken. Natuurlijk is daarvan een
aantal letterlijk opgebruikt en
er zal tijdens de beeldenstorm,
maar bijvoorbeeld ook door
het eeuwenlang dreigend toe
slaande brandgevaar heel wat
verdwenen zijn. Maar er is,
speciaal op dit gebied toch ook
sprake geweest van een achte
loze uitverkoop die de mooiste
exemplaren in het buitenland
deden belanden.
Gelukkig dat er bemiddelde
mensen waren als de familie
Meerman en W.H.R. baron
van Westreenen van Tiellandt.
die juist in een tijd toen de
middeleeuwse kunst weinig
aanzien had, zeg rond 1800.
veel geld en tijd beschikbaar
hadden voor het samenstellen
van een fraaie collectie, die
thans in het Haagse Museum
Meermanno Westreenianum
gehuisvest is. De nogal eigen
zinnige erflaters hadden er be
paald geen „open huis" van
gemaakt, wilden eigenlijk over
hun graf heen blijven bepalen
hoe besloten de collectie moest
blijven. Maar daar is gelukkig
(wets-)wijziging in gekomen,
en het kostelijke bezit is sins-
dien op gelukkige wijze in de
openbaarheid gekomen.
Die Meermanno-collectie is
dus doelbewust opgebouwd om
een fraaie collectie bijeen te
brengen. Die van het Catharij-
neconvent is door min of min
der toevallige omstandigheden
ontstaan. Bij de samensmelting
van de bisschoppelijke musea
van Haarlem en Utrecht bleek
dat vooral het Haarlemse boe
kenbezit niet onaanzienlijk
was. Maar die collectie was be
trekkelijk laat opgezet en be
stond bovendien hoofdzakelijk
uit schenkingen en bruiklenen
van parochiebibliotheken. Het
Aartsbisschoppelijk Museum
was wat boeken betreft min
der bedeeld, maar tot de top
stukken van de tentoonstelling
behoren toch schitterende
boekbanden met ivoren re-
liefs, behorend tot de codices
van Bernulfus, Ansfridus en
Lebuïnus.
Men moet op de Utrechtse ten
toonstelling niet de pracht
stukken verwachten in de
orde van het befaamde getij
denboek van Catharina van
Kleef (Amerika). Wel krijgt
men in soms toch heel fraaie
exemplaren een inzicht in hoe
ze er uit zagen: die middel
eeuwse bijbels, breviaria, mis-
saals, antiphonaria (een fraai
exemplaar is het grootste boek
van de tentoonstelling). Men
kan de miniaturen bewonde
ren en met toch wel wat eer
bied constateren welk een
monnikenwerk er school in
het letter voor letter schrijven
van zo'n compleet boek.
Ingekleurd
Dat geldt ook voor de vroege
gedrukte boeken. Vaak met
houtsneden die met de hand
werden ingekleurd en ook
dikwijls met initialen die later
Zoals deze royale
wand met Ramin
grepen en eiken
fineer deur- en
ladefronten.
Vitrine met ver
lichting.
Afmetingen: 265
cm breed, 198 cm
hoog en 38 cm
diep. (TV-element
54 cm diep).
Nu van 1298.- voor
998-
poten en een essei
blad (120 x 80 cm
210.- voor 180.-
Ook leverbaar als
schuiftafel.
Voor de tafel met
stoelen rekent de
burgemeester nu i
met de hand werden ingete
kend. Een fraai voorbeeld is
Pater Brugmans Leven van
Lidwina van Schiedam, de
heilige die tientallen jaren aan
het bed gekluisterd was na een
val op het ijs en tussen
haakjes waarschijnlijk de
oudste afbeelding van een
schaats op een der houtsneden.
Bovendien, als gezegd, kan
men aan de hand van ver
schillende voorwerpen en af
beeldingen zien hoe men bij
dat afschrijven, zetten, druk
ken en binden tewerk ging.
Ook hoe bij dat binden soms
van vulmateriaal gerbuik
werd gemaakt dat afkomstig
was uit versleten exemplaren,
waardoor in de boekbanden
soms zeldzame tekstfragmen
ten worden aangetroffen. Ook
zijn er oude facsimile-uitga
ven, soms van boeken die de
tijd niet overleefd hebben, en
bijvoorbeeld herinneringen
aan de „klopjes", vrome vrou
wen die in de schuilkerktijd
allerlei diensten verrichtten
en zich op een bijzonder gees
telijk leven toelegden. Al met
al toch een mooie tentoonstel
ling die een Utrecht-reis
waard is, want het Catharijne-
convent moet je toch eens ge
zien hebben.
Er is geen catalogus en dat zal
de echte liefhebber betreuren,
want hoewel de tekstbegelei
ding voortreffelijk is wil je
toch graag wat mee naar huis
nemen. Wèl is er een erg fraai
geïllustreerde publicatie die-
iets vertelt over de ontstaans
geschiedenis van de collectie
en over bepaalde aspecten van
deze oude boeken (ƒ7.-) en
twee goed kopie vouwbladen
over handschriften en oude
drukken.
Houtsnede uit De Civitatis Dei van Augustinus met in de boven
ste helft de heilige zelf en in de onderste helft Kain en Abel met
daarachter elkaar bestrijdende bewoners van de steden, engelen
en duivels.
Een der fraaiste miniaturen is deze kerstvoorstelling in het Bre
vier van Beatrijs van Assendelft. Utrecht, ca. 1485.