Gregor Stam
voelt zich
na 10 uur
triathlon
heerlijk
Fred Eef ting kan energie nu goed kwijt in waterpolo
Jé
ZATERDAG 23 OKTOBER
LAREN De dertiende plaats, die Gregor Stam uit
Laren behaalde tijdens de wereldkampioenschappen
triathlon in Hawaï, heeft op de grote massa nauwe
lijks indruk gemaakt. Bij het horen van triathlon
dacht men sneller aan het optreden van de Ameri
kaanse Judy Moss. Met benen als elastiek strompelde
zij als eerste dame naar de finish van een triathlon.
Na vier kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen
en 42,195 kilometer hardlopen. Controle over haar
spieren had ze niet meer, ze liet alles lopen en enke
le meters voor de finish stortte zij ineen. Daar werd
zij tenslotte door nummer twee, Kathleen McCart
ney, gepasseerd.
Het waren schokkende beelden
van de triathlon zoals ze tijdens een
sportprogramma op de zaterdag
avond de huiskamer werden inge-
slingerd. Niet alleen schokkend,
maar ook afschuwwekkend. De
conclusie was simpel: sportverdwa-
zing. „Dat is geen manier om de
sport onder de aandacht van de
mensen te brengen", vindt Joost
Dekker, begeleider van Gregor
Stam. „Niemand praat over de
prestatie van Gregor, die in Den
Haag veel sneller was dan een jaar
daarvoor. Of over Hielke Boerstra,
die nog een eindsprint over had.
Men praat alleen over die afschu
welijke beelden".
Begin deze week kwam Gregor
Stam "terug uit Hawaï, waar hij
deelnam aan de wereldkampioen
schappen triathlon. Dit jaar won hij
evenals vorig jaar het officieuze
Europese kampioenschap triathlon
in Den Haag. In Hawaï finishte hij
als dertiende in het algemeen klas
sement. In zijn leeftijdsgroep (18-24
jaar) werd hij vierde. Stam was de
snelste niet-Amerikaan. Ondanks
een zwaarder parkoers, tien kilo
meter meer fietsen, een hoge voch
tigheidsgraad, soms stormachtige
wind en temperaturen van rond de
35 graden Celsius zette hij een per
soonlijke recordtijd neer: tien uur,
dertien minuten en 22 seconden.
Krachtmens
Gregor Stam ziet er goed uit, on
danks zijn 1,70 meter lengte en 62
kilogram gewicht. Hij is een
krachtmens en dat moet ook wel.
Vier kilometer zwemmen, 180 kilo
meter fietsen en een marathon lo
pen achter elkaar is niet niks. Een
enorme opgave, waarvoor een goed
opgebouwde training noodzakelijk
is. Stam is op en top sportman.
Geen spoor te bekennen van een
zijdige ontwikkeling op sportge
bied, zoals bij veel topsporters
(voetballers, wielrenners) te be
speuren valt. Stam is ondanks zijn
twintig jaren een topatleet. En
daarmee is niets te veel gezegd. In
de zomermaanden trainde de
MTS'er zo'n zes tot acht uur per
dag. Uren fietsen en daarna direct
kilometers lang hardlopen. Dat al
les op schema's van Joost Dekker,
fysiotherapeut en student medicij
nen. Dekker treedt op als trainer,
begeleider en praatpaal. Stam
houdt zich reeds twee en een half
jaar bezig met de voorbereidingen
voor de triathlon. Sinds zijn achtste
zwom hij bij De Robben. Dat
zwemverleden komt hem nu goed
van pas. Inmiddels doet hij loop
training in Baarn en verricht hij
individueel fietswerk.
Stap voor stap
„De opbouw gaat stap voor stap",
aldus Joost Dekker. „We hebben
steeds contact met elkaar. Om een
goede triathlon te kunnen volbren
gen moet je aan een aantal rand
voorwaarden voldoen. Een goede
begeleiding, goede opbouw, de juis
te voeding (Stam is vegetariër;
red.), psychologische begeleiding en
natuurlijk een gezond lichaam. Als
Gregor onderweg iets voelt, dan
meldt hij dat direct. Hij heeft ge
leerd nauw naar zijn lichaam te
luisteren. Hij behandelt zijn blaren
bijvoorbeeld zelf. Doe je dat niet
goed, dan ga je anders lopen waar
door overbelasting kan plaatsvin
den".
„Het lopen is de basis voor de tri
athlon", verduidelijkt Gregor Stam.
„Daar begin je ook mee te trainen
aan het begin van het seizoen. Ik
maak dan veel kilometers en doe
intervaltraining. In april stap ik op
de fiets. Dan train ik ook op de
overgang van fietsen op hardlopen.
In mei komt daar de zwemtraining
bij. Ik ben van huis uit zwemmer,
dus daar heb ik niet veel proble
men mee. Het fietsen kan veel be
ter. Daar zullen we het komende
jaar vooral op moeten trainen. En
ook de marathon moet sneller kun-
Gregor Stam is als 20-jarige een geroutineerd en getalenteerd deelnemer aan de triathlon, de combinatie van vier kilometer
zwemmen, 180 kilometer fietsen en ruim 42 kilometer hard lopen.
Jongeling
Met zijn twintig jaren is Gregor
Stam in Nederland een jongeling in
de triathlonwereld. Zijn concurren
ten zijn de dertig allemaal al gepas
seerd. De vraag is of het wel ver
antwoord is om zo'n lichaam op een
intensieve manier uit te putten.
Stam: „Als ik andere mensen zie fi
nishen, zo uitgeput en vermoeid,
dan kom ik heilig binnen. Ik heb
de dag na de triathlon op Hawaï
ook helemaal geen last van spier
pijn gehad". En Dekker voegt er
aan toe: „Als je aan de randvoor
waarden voldoet is het verant
woord. Als Gregor start dan is zijn
lichaam optimaal geprepareerd. Hij
start ook alleen om een goede tijd
neer te zetten. Om een topprestatie
te leveren. Hij heeft als jongere al
leen wat meer begeleiding nodig.
Hij moet rustig en ontspannen kun
nen trainen, zonder zich druk te
hoeven maken om allerlei andere
dingen".
Voor de triathlon van Hawaï was
de Lareose duursporter optimaal
voorbereid. Twee weken voor de
WK was Stam al in Hawaï, op ei
gen kosten. Hij leende 8500 gulden
van zijn vader, want een sponsor
trok zich kort voor de WK terug.
Het meereizen van begeleider Dek
ker zou te duur worden. Blij was
Stam met een sponsor voor loop
schoenen en een nieuwe fiets. Stam
trainde in de eerste week hard,
verkende het parkoers en acclima
tiseerde. In de week voor de start
deed hij het wat rustiger aan. „Ik
stond elke morgen vroeg op om
vast te wennen aan het presteren
in de vroege ochtend", aldus Stam.
„Je moet niet vergeten dat je al om
zeven uur in het water ligt. Daar
moet je lichaam aan wennen. Ik lag
's avonds om tien uur op bed om
genoeg nachtrust te krijgen".
Om vier uur
Op de dag zelf liep de wekker om
vier uur af. De triathlon op Hawaï
is van oorsprong een aaneenscha
keling van drie bekende sporteve
nementen op het eiland: de Waiki-
ki-oceaan zwemrace, de Around
Dahu wielerwedstrijd en de Hono
lulu marathon. In 1978 werd de tri
athlon daar geboren als gevolg van
een soort weddenschap tussen vijf
tien mensen. Vorige week versche
nen zo'n duizend deelnemers aan
de start. Wat dat betreft staat het
triathlon-gebeuren in Nederland
nog in de kinderschoenen. Vorig
jaar verschenen in Den Haag voor
de Europese kampioenschappen
(een titel die het evenement nau
welijks waard was) elf deelnemers,
dit jaar kwamen er twintig atleten
aan de start.
Amerika loopt wat dat betreft al ja
ren voorop. Het joggen was daar al
mateloos pupulair voordat de eerste
hardlopers zich in Nederland op
straat waagden. Het triathlonspor-
ten is overzee inmiddels een ware
rage geworden. In Nederland
kwam de organisatie van de titel
strijd triathlon voort uit de Stich
ting Recreatieve Meerkamp Neder
land, die elk jaar een uithoudings
vierkamp organiseert. In één
weekend moeten de deelnemers
dan zwemmen, fietsen, hardlopen
en schaatsen.
Wel even anders
Het parkoers in Hawaï was wel
even anders dan in pen Haag. Het
eerste onderdeel, het zwemmen,
werd afgewerkt in open zee. „Dat
was niet altijd even gemakkelijk",
aldus Gregor Stam. „Je wijkt snel
af van de juiste lijn". Ondanks het
feit dat hij de afzet bij de keerpun
ten in een vijftig-meterbad miste,
zette Stam toch een goede tijd neer
over de vier kilometer zwemmen.
„Bij het aankleden hoorde ik dat er
59 minuten om waren", aldus Stam.
„Dat gaf me een enorme kick. Ik
kreeg direct meer zelfvertrouwen.
Ik dacht namelijk dat ik langer dan
een uur in het water gelegen had".
Stam was echter sneller dan in Den
Haag dit jaar (57.23 tegen 58.47).
Rond de klok van acht uur stapte
Stam op de fiets. Hij vertrok als
69e. Het fietsen is zijn zwakste on
derdeel. In Hawaï ontmoette hij bo
vendien een stormachtige wind,
terwijl het parkoers heuvelachtig
was. i,Ik heb tijdens het fietsen
enorm stuk gezeten", aldus Stam.
„Vooral tegen die heuvels op. Ge
lukkig had ik geen pijn in de be
nen". Toch was ook zijn fietstijd
van goed gehalte. Deed hij in Den
Haag vijf uur 38 over 170 kilome
ter, nu realiseerde hij een tijd van
vijf uur 48 over 180 kilometer. „Het
laatste stuk was enorm zwaar", al
dus Stam. „Tegen een zware heu
vel op. Na de afdaling moesten we
bij een hotel starten op de mara
thon. Toen konden we gelijk weer
tegen die heuvel op
Niet wandelen
Niettemin startte Stam als 26e at
leet op de marathon. Juist op dat
onderdeel trainde Stam dit jaar.
Gericht op het uitlopen van de af
stand. Dat wil zeggen: niet wande
len onderweg. In Hawaï lukte dat.
„Het geeft je een enorme voldoe
ning als je weet dat je niet gewan
deld hebt", aldus Stam. „En na het
keerpunt kon ik ontspannen lopen.
Dan is de finish „in zicht" en weet
je dat je een goede prestatie neer
zet. Ik kwam dertien minuten na
het keerpunt de eerstvolgende Ne
derlander (Joop van Zanten, die
33e werd in 10.43 uur; red.) tegen.
Dan w,eet je dat je toch 26 minuten
voorsprong hebt. Op het laatste
stuk, zo'n vier kilometer voor de fi
nish, heb ik het nog even moeilijk
gehad. Maar dan komen de huizen
en de mensen. Dan geraak je in een
roes en komt de finish vanzelf
Zijn marathontijd: 3 l r 27.
De totaaltijd mocht er zijn. Tien
uur dertien minuten en 22 secon
den over 226 kilometer en 195 me
ter zwemmen, fietsen en hardlo
pen. Een persoonlijke recordtijd op
een zwaar parkoers onder extreme
weersomstandigheden. „Ik herstel
de erg snel", aldus Stam. „Al na
een uurtje kon ik weer een stuk
hollen als ik dat wilde. Natuurlijk
/noet je rust nemen. Je moet jezelf
na zo'n wedstrijd verwennen. Ik
voelde me na afloop heerlijk. Dan
weet je dat je goed bezig geweest
bent. Ik moet er niet aan denken
dat ik me drie dagen of meer aller
belabberdst voel". Wel was Stam
ruim vier kilogram gewicht kwijt.
Dat was nog anderhalve kilo min
der dan eerder dit jaar in Den
Haag. Winnaar in Hawaï werd de
Amerikaan Dave Scott, die zijn
landgenoot Scott Tinley onttroonde
als wereldkampioen. Scott liep een
tijd van 9.08.22.
Nog wel zin
„Natuurlijk moet je je steeds afvra
gen of je er nog wel zin in hebt, of
je goed slaapt en of j^ het met ple
zier doet. Ik heb ook wel eens geen
zin om te trainen. Pas als ik weken
achter elkaar geen zin zou hebben,
zou ik me gaan afvragen waar ik
mee bezig ben. Het presteren heeft
echter zo veel positieve zijwegen.
Je mentaliteit wordt er beter van.
Je wordt hard. In positieve zin dan.
Je leert enorm veel. Je kunt meer
verwerken. Tegenslagen, ook in
het privéleven, vang je beter op".
„Natuurlijk denk ik ook wel eens
aan andere jongens van mijn leef
tijd", besluit niet-roker en 'niet-
drinker Stam. „Die houden zich
met veel meer andere dingen bezig.
Ik heb echter niet het gevoel dat ik
iets mis. Het is waar, ik denk elk
uur van de dag aan mijn sport. Die
manier van leven trekt me aan.
Echt, ik zou niets anders willen".
WILLEM MEULEMAN
AMERSFOORT Na jaren
lang in vrijwel alle zwempis-
tes ter wereld op jacht te zijn
geweest naar limieten en re
cords, dook Fred Eefting dit
seizoen plotseling op in de se
lectie van de Amersfoortse
waterpolo-hoofdklasser
AZPC. Eefting is daarmee be
gonnen aan een uitzonderlijk
avontuur, dat niettemin suc
cesvol lijkt. „Ik wil ook in het
polo zo ver mogelijk komen",
zegt de inmiddels 23-jarige
Utrechter, die uiteenzet hoe
hij de stap van pure individua
list tot teamsport onderging.
„Tijdens de laatste Nederlandse
zwemkampioenschappen is het ei
genlijk begonnen", vertelt Eefting.
„Toen heb ik gezegd dat ik wilde
'gaan poloën. Het zwemmen zag ik
niet meer zo zitten. Ik kreeg er
moeite mee mijn tijden steeds te
verbeteren. En de drang naar het
polo werd groot. Ik heb die drang
altijd gehad. De eerste zes, zeven
jaar dat ik lid was van De Vecht
streek heb ik ook polo gespeeld.
Pupillen, aspiranten, ik heb overal
in gespeeld, maar juist toen ik naar
de senioren overging kwamen de
problemen. Ik zwom ook, maar
twee dingen tegelijk ging niet lan
ger. Bewust heb ik op dat moment
voor het zwemmen gekozen, omdat
er op dat gebied meer perspektief
lag".
De afloop is bekend. Fred Eefting
zou een indrukwekkende staat van
dienst opbouwen, maar bereikte
het laatste jaar een verzadigings
punt. Eefting: „Ik heb toen gezegd
dat ik met polo wilde beginnen en
dat ik verder wel zou zien waar ik
terecht kwam. AZPC nam contact
op met Eefting en deze ging mee-
trainen. Eind juli, begin augustus
was dat. Veel zwemwerk, dat be
viel me wel. En het was niet elke
dag, hè. We trainden tweemaal per
week, maar ik kon er goed mijn
energie kwijt".
Reclame
„Er hebben geen commerciële re
denen meegespeeld bij mijn besluit
te gaan poloën. Ik liep met reclame
voor een firma in badkleding en
dat doe ik nog. Maar een contract
met die firma heb ik nooit gete
kend. Ik krijg kleding, zowel bad
kleding als vrijetijdskïeding. Ja, in
dat opzicht ben ik een uitzondering
bij AZPC. Ik heb een bevoorrechte
positie. Lekker, want al die spullen
zijn zeker niet goedkoop".
Over de overstap van een indivi
duele naar een teamsport is Fred
Eefting enthousiast. „Daar heb ik
nooit last mee gehad. Ik regel een
hoop voor mezelf. Oké, het is een
teamsport, maar je moet het wel
zelf doen. Toch vind ik het werken
met een ploeg schitterend. Jij kunt
de fout van een ander goed maken,
zoals een ander een fout van jou
kan herstellen. Maakte ik bij het
zwemmen een fout, dan moest ik
die zelf oplossen. Dat is het moei
lijkste van een individuele sport.
Een hoop mensen onderschatten
dat".
En over de inspanningen van een
topzwemmer vergeleken met die
van een hoofdklasse-waterpoloër
zegt Eefting: „Die vergelijking is
totaal niet mogelijk. Bij zwemmen
weet je waar je aan begint en dat
moet je dan zo snel mogelijk doen.
Je weet hoe je je krachten moet
verdelen. Bij het polo gaat dat niet
op. De ene keer sprint je, een ande
re keer sprint je niet en een vol
gende keer sprint je drie keer ach
ter elkaar. Het is explosiever alle
maal en onregelmatiger, 't Bevalt
me momenteel prima. Beter dan
het zwemmen. Het sprinten gaat
me ook beter af dan in het begin.
Ik hoor het zo vaak: mis je het
zwemmen niet, zou je niet terug
willen? wordt er dan gevraagd.
Nee, ik mis het totaal niet. Ik heb
ook helemaal geen neiging om eens
een uurtje extra te trainen. Ik kan
in een polowedstrijd al mijn ener
gie kwijt".
Ambities
En over de ambities, die hij als
zwemmer vooral vlak voor grote
evenementen had, zegt Fred Eef
ting: „Ik doe het met polo, zoals ik
het altijd met het zwemmen heb
Fred Eefting: „Alt er een feestje is kan de trainer de bietenbrug op, dan
ga ik".
gedaan. Dat betekent dat mijn pri
véleven gewoon doorgaat. Een
feestje? Prima, dan ga ik. Een trai
ner kan in zo'n geval mooi de bie
tenbrug op. Toch heb ik ambitie. Ik
wil met polo zo ver mogelijk ko
men. Hoever dat is? Ik weet het
niet. Daarover kan ik pas iets zeg
gen als ik het punt bereikt heb dat
ik niet meer vooruit ga".
„Ik vind het moeilijk over mezelf
als waterpoloër te oordelen. (Na
een pauze). Ik mis te veel techniek.
Het frommelen voor de goal moet
beter. Maar ik groei nog. Elke
week kom ik wel iets tegen, waar
van ik zeg, hè, dat moet ik ook
kunnen. Tegen ESCA had ik twee
aardige onderscheppingen, waarbij
ik één keer de bal uit de lucht
plukte. Zijn toch dingen, die ie ge
leerd hebt, zoals in dit geval snel
kijken".
„Mijn favoriete plaats? In het begin
was afgesproken dat ik achter zou
liggen, waarbij ik door het midden
een gat moest trekken. Op die ma
nier zouden er verschuivingen ko
men, waardoor er altijd wel een
speler vrij kwam. In de praktijk lig
ik meestal midden. Vind ik prettig.
Verdedigers zijn vaak niet zo snel
en het is altijd nog een lekkere
sprint naar de goal".
Verdedigen
„Toen ik met waterpolo begon was
verdedigen het beste, dat ik kon.
De meeste moeite had ik nog met
reageren, terugkomen na een schot.
Nu ben ik zo ver dat ik gauw ge
noeg zie wat ik moet doen. Maar
die baltechniek, hè. Ik kan aardig
hard schieten, maar zoals sommi
gen met een bal friemelen, nee.
Maar ik ben leergierig en ik leer
snel. Ik hoor wel eens dat mensen
achter m'n rug zeggen: dat is nou
die Eefting, maar zo vaak heb ik
dat nou ook weer niet. Ik denk dat
ik moet groeien voordat er door het
polopubliek over me gepraat
wordt".
TON TERPSTRA
Van Advocaat
tot
Zakkenvuller
Hoewel een zakkenvuller ooit
eenvoudig doch eerzaam bei
uitoefende vóór mechanisatie
automatisering on verbiddelijk
sloegen en apparaten dat e
handwerk overnamen heeft de
zakkenvuller in de voetballerij
dubieuze betekenis. Tot voor
hadden niet zo veel mensen mc
met het gegeven dat betaalde v
bailers goed verdienden, ze wei
tenslotte beschouwd als arties
Maar vanaf het moment dat me
een de broekriem moest aanh
en profs de veters niet strakkei
hoefden te strikken, maar wel
artistieke element in hun optrt
steeds minder te bewonderen
nam de onvrede bij het publiek
Vanaf die tijd begon de huidige
tekenis van het woord „zakki
Ier" meer opgeld te doen, zijr.
aanduiding voor voetballers
veel mogelijk transfers ma
om daarmee het zo in zwar
raakte tekengeld zo vaak
in ontvangst te nemen,
toeval zijn, maar juist in de
contreien hebben zich nog
spelers gemanifesteerd die
een gewoonte van maakten
durend de verhuiswagen v
laten komen. Ik denk daar
Thijs Wijngaarde, Wytze
Kees Bregman, Oekie
Jan Verheyen, Dick
ders golden voetballers als
van Dijk, Peter Ressel, Wim
bier. Karei Bonsink, Gerdo
hekke en René Notten als
die het rollen van de gulden
de bal nog wel eens met
verwarden.
De honk-losse bezigheden
broodvoetballers leverden
employés en goed (voor z
bedoelende adviseurs een
bijbaan op. Maar Jan
gon gaandeweg minder wa,
op te brengen voor „de"
vuiler, die echter altijd een
sterk argument in handen
behoort steevast tot de beter
Iers, zo één die een trainer er
bij heeft. Niet behorend
tot de selecte groep vedett
Franz Beckenbauer, George
Johan Cruijff, John Rep,
Krol en Arie Haan, die op
van alom erkende kwaliteitei
peet, vorstelijke contracten en
handgelden afdwongen.
Iemand die de al ietwat
reputatie van een geheel
laagje vernis heeft voorzien is
Advocaat, inmiddels in staa
woord „zakkenvuller" met
hoofdletter te schrijven,
ooit een bewondering a
kilometerveter, heeft op
derlands, Amerikaans en
voetbalveld zijn kunsten
Na zijn vertrek uit Den Haag
hij import-Limburger en na
omzwervingen keerde hij
kend in Den Haag terug,
droeg hij gedurende enige
den slechts bouwstenen aan
v<h
2-
<WM
ES
ITS
de theorie dat zakkenvullers
ietwat argwanend dienen te
den bejegend. Het
Advocaats loopbaan was
vervolgens werd geëngaget
een trainer, die het begrip zakk\
vullen van een geheel eigen
pretatie voorzag en dan nog
namelijk in carnavalstijd.
En daar legde Advocaat niet
Deo overigens, zoals valt te be& j
pen) de door menigeen niet
verwachte basis voor een nit
episode in zijn inmiddels al
kleurrijke, moderne, zij het figu
lijke invulling van het oude
bacht. Want Dick Advocaat kan
nodige slimheid niet worden
zeg. Zo slaagde hij er in bij T
zo verdienstelijk te spelen (de" i
ken vuiler als nuttige kracht) er
goed te verdienen dat Hughes h
wilde houden maar de penni
meester niet. Advocaat verhui
naar het dorado voor zakken i
Iers, België, en leek gedoemd
daar zijn laatste voetbaljaar te i
ten.
Maar zie, wat gebeurde? FC
Haag en FC Utrecht verschei
ten tonele, zich de Spartaanse
cocaat van twee jaar geleden
herinnerend. FC Den Haag had
middels geld en FC Utrecht een
bero nodig. En beide clubs nan
(een) Advocaat in de arm, m
ook deze Advocaat had slechts
handtekening. En die zette hij,
beide aanbiedingen zorgvuldig
gen elkaar te hebben afgewog
ondereen contract van tweejaai
de Galgenwaard. Het verhaal „i
krantenjongen tot miljonair" t
mee van zijn omgekeerde v
voorziende, „van Advocaat tot Z
ken vuiler".
Zo, moet Advocaat hebben geda<
liever tot mijn 37e in Utrecht i
een jaar korter in Den Haag.
hóóp voor trainer Han Berger
FC Utrecht dat het goed gaat i
Advocaat; ik dénk dat voorzit
Pieter den Duik van FC Den Hi
(want die wilde Advocaat hebb
over een half jaar niet meer z
is als nu.
TINUS L. BUYS