na ie olivia La Paz: ipgescheept pet chaos ET DANK AAN E MILITAIREN Met knikkende knieën happen naar adem 100 aggever Jos Timmers bracht onlangs, op uitnodiging van twikkelingsorganisatie Novib, een bezoek aan het Latijns- ikaanse Bolivia, waar de militairen na twee jaar dictatuur cht aan een burgerregering hebben overgedragen. In on- kaand verhaal beschrijft hij zijn ervaringen in het hoogge- i Andesland. ZATERDAG 23 OKTOBER 1982 Links: De altijd steil aflopende straten in La Paz zitten van 's morgens vroeg tot 's avonds laat verstopt met stampvolle taxi's en bussen. Onder: Vanuit de hotels in het centrum van La Paz heb je een schitterend uitzicht op de ruim 6.500 meter hoge lllimani, de berg die de aanblik van de Boliviaanse hoofdstad domineert. tv eeê Ni^AZ Even lijkt het ver- lomii van de luchthaven van 5 gelpaz op een catastrofe uit te imaln* Boeing-727 van afg/d Bolivian Airlines maakt Vat ids meer vaart, schijnbaar heb: bij machte van de grond schromen. Als sommige passa- £er-fis elkaar wat angstig aan- eia'n' £aat de'neus van het !lda5tui§ voorzichtig omhoog, eg. inden, die minuten lijken, n tij t het toestel op zijn achter- aen en. Dan verheft het zich ar.^end langzaam van de' r'he'd- Pas nadat de lampjes fumar" zijn uitgegaan, kijktt de spanning onder de hutagiers. Even later ver- ar klrt de gezagvoerder de ex- lange aanloop en het inti2zame stijgen. „Het vlieg- zij? van La Paz is het hoogste dan wereld: op 4.100 meter ehajte. De lucht is er ijl, zodat e niet volbeladen mogen eJte,ven en het opstijgen altijd nen hele toer is", ets, isen alleen vliegtuigen hebben het n rrflijk in La Paz. Iedereen die uit :se o gelegen gebieden in de Boli- n hpe hoofdstad arriveert, heeft t djlemen met de hoogte en de ijle INOr ERjherkt het zodra de vliegtuig- Ten opengaan en de prikkelen- ^uurstofarme Andeslucht naar ^*?n stroomt. Na tien meter lo- knikken je knieën, hap je naar n en voel je je licht worden in bk je niet druk, zeker niet na lange vliegreis. Doe -alles lang- k en let op met eten en het (ken van alcohol", is het meest prde advies aan reizigers naar raz. Wie deze waarschuwing in wind slaat kan rekenen op ppijn. duizeligheid, slapeloos- i misselijkheid en, in het uiter- geval, bewusteloosheid. Van dat in de hotels zuurstoffles- laar staan voor die reizigers," vie het lichaam de plotselinge 'ang naar grote hoogte niet [verwerken. ichut tegen Andeswind a C|Paz werd in 1458 als Nuestra jjira de La Paz gesticht door de inse veroveraars. Het verblijf He 4.000 meter hoge Andes- Ttvlakte (de Altiplano) kon hen i ^bekoren. Zij bouwden hun ne- is Setting in het komdal van de ri- ?9zJde Choqueapu, zo'n 500 meter itiel^r de oostelijke rand van de Al- na'ino. Daar waren zij beschut te- de koude Andes-wind. La Paz chtl spoedig een belangrijke halte- deb voor de zilverkaravanen van bli)si, in het zuiden van het land, I is f Lima in Peru. In 1889 werd istrtie hoofdstad van Bolivia, de j ider vanaf het vliegveld de stad i haenrijdt, wacht een fantastisch erabrama. Honderden meters in de tsvtte staan de wolkenkrabbers va het centrum. Daar omheen, le os de bruine hellingen omhoog, kerpverige huizen van de naar NOltting 600.000 inwoners van La Hoe hoger op de helling, hoe bediger de behuizing. Bij helder k maken de besneeuwde hellin- jjvan de ruim 6.500 hoge Illima- "jlan de andere kant van het dal, 5/lanblik sprookjesachtig. jineer de ochtenddamp uit het dal van La Paz is verdwenen, komt de stad pas goed tot leven. Op de overvolle trottoirs prijzen kleurig geklede Indiaanse vrouwen hun waren aan. Broodjes, noten, fruit en vooral snoepgoed vinden gretig aftrek. De gringo" die een sinaas appel koopt in de hoop dat de Indi aanse dan wel voor hem wil pose ren, krijgt echter nul op het re kwest. Van 's ochtends vroeg tot 's a- vonds laat zitten de straten van het centrum verstopt met stampvolle, onophoudelijk toeterende taxi's en bussen. Die taxi's zijn overigens een be zienswaardigheid op zich. Door de hoogte en de droge lucht krijgt roest nauwelijks een kans. Vandaar dat je behalve moderne Japanse en Amerikaanse auto's ook modellen ziet rijden, die bij ons allang van de weg zijn verdwenen. Wie in La Paz een taxi neemt moet over sterke zenuwen beschikken. Nieuwe onderdelen voor de wagens zijn zo duur, dat niets vervangen wordt als het niet echt nodig is. Taxi's waarvan de ruiten met plak band zijn bewerkt om het glas bij elkaar te houden, met spekgladde banden, één ruitewisser, een kapot te snelheidsmeter en geen licht zijn er eerder regel dan uitzondering. In de stad komen om de haverklap van vier kanten auto's op je af, die allemaal luid toeterend net op tijd remmen. In het Boliviaanse ver keer geldt veelal het recht van de sterkste. Bijna bij de evenaar In de loop van de morgen, als de zon hoog aan de hemel staat en de temperatuur tot boven de twintig graden oploopt, realiseer je je dat La Paz niet ver van de evenaar ligt. Tussen de middag trekt „de elite" van ambtenaren en kantoorperso neel massaal naar de restaurantjes, waar je naar Westeuropese be grippen voor belachelijk lage prijzen kunt eten. Het middagme nu, een bord soep en een pastage recht, kost er ongeveer een gulden. Kip met aardappels, rijst en salade iets meer dan twee gulden. „Senor, goedkope zonnebrillen en truien". Op een van de weinige ter rasjes in La Paz weten de „ambu- lantes" precies hoe ze de buitenlan ders moeten bewerken. Hun aan bod is groot: van zonnebrillen, bloemen en bonbons tot pompjes voor autobanden, „antiek" en heu se gereedschapskisten. Aan het eind van de middag, zodra de zon achter de rand van de Alti plano is verdwenen, daalt de tem peratuur in La Paz weer snel en is een dikke trui of jas onmisbaar. Nederlanders in de problemen Sinds twee weken wordt Bolivia weer door burgers geregeerd. De militairen, die in juli 1980 de macht in handen namen, hebben zich te- ruggetroken in hun kazernes en de toestand in het land lijkt voorlopig rustig. Maar talrijke Bolivianen dragen de herinnering aan de dic tatuur voor altijd met zich mee. Zoals bijvoorbeeld de nieuwe vice- president. Jaime Paz Zamora. In zijn gezicht en op zijn handen zijn de littekens te zien van de afschu welijke brandwonden, die hij op liep toen tijdens de verkiezings tournee van 1979 in zijn vliegtuigje kort aanslagen worden gepleegd, bijvoorbeeld op president Siles Zu- Erfenis van de militairen De erfenis die de militairen de bur gerregering hebben nagelaten om vat behalve de moeilijk uit te roei en cocaïne-handel een sociaal-eco nomische chaos van de eerste orde. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de waar de van de nationale munteenheid, de peso. In de afgelopen maanden is de peso met honderden procen ten gedevalueerd. Vorige week kwam daar in drie dagen tijd nog eens vijfentwintig procent bij. Wie bij een bank honderd gulden wis selt, krijgt een centimeters hoge stapel pesos voor zijn neus. Voor het vervoeren van een Nederlands maandsalaris heb je een grote bood schappentas nodig. Talrijk zijn de verhalen over de wijze, waarop de militairen 's lands economie hebben geplunderd. Zo worden zij ervan verdacht hulpgel den ter waarde van honderden miljoenen guldens te hebben ver duisterd. Bij aankopen uit het bui tenland zijn gigantische bedragen aan smeergeld in de zakken van de generaals verdwenen. Ex-president Garcia Meza, die in 1980 de staats greep leidde, wordt ervan verdacht kort voor zijn aftreden een deel van 's lands goudvoorraad uit de kluizen van de nationale bank te hebben ontvreemd. De schuld aan het buitenland is méér dan het gehele land in een jaar verdient. Technisch gesproken is Bolivia failliet. De meeste Bolivianen kunnen zich de bedragen waarom het daarbij gaat niet eens voorstellen. Zij moe ten rond zien te komen van een jaarinkomen van nog geen vijfhon derd gulden per hoofd van de be volking. En zelfs al hebben ze wat geld, dan wil dat nog niet zeggen dat ze er ook eten van kunnen ko pen. Brood, volksvoedsel nummer een, is in Bolivia nauwelijks te krijgen. Een deel van de Amerikaanse voedselhulp (graan) is door malafi de handelaren doorverkocht naar Argentinië en Paraguay, waar het veel meer oplevert dan in Bolivia. Een paar maanden terug was de si tuatie nog veel slechter. Toen kon den zelfs de luxe hotels in het cen trum van La Paz hun gasten geen brood voorzetten. Het aanbod is nu weer wat groter. Maar nog steeds staan elke nacht lange rijen vrou wen voor de poorten van een broodfabriek in La Paz te wachten op hun dagelijkse rantsoen. Werkloosheid, ziekte en ondervoeding De armoede van Bolivia zie je niet in het verwesterde centrum van La Paz. Maar aan de rand van de stad beginnen honger, werkloosheid en ziekte zich te manifesteren. Daar én op de Altiplano, de hoogvlakte waar twee derde van de Boliviaan se bevolking woont, wordt duide lijk waarom Bolivia het armste land van Zuid-Amerika is. Vlak buiten La Paz liggen de volkswijken. Je rijdt er op onver harde straten, temidden van kleine lemen huizen. Hier ontbreken sani taire voorzieningen, drinkwater, medische verzorging, riolering en vuilverwerking. Deze wijken zijn broeinesten van infecties. Meer dan de helft van alle mensen lijdt aan tbc. De kindersterfte bedraagt er vijfendertig!procent. Waarom, zo vraag je je bij het zien van al die armoede af, blijven de mensen op de overbevolkte Alti plano wonen en verhuizen ze niet naar het Oosten van het land, waar de grond vruchtbaarder en het kli maat zoveel aantrekkelijker is. Het antwoord op die vraag is kort. De meeste Indianen van de Altiplano willen de grond waarop zij al eeu wen wonen niet verlaten, al is het leven er nog zo hard. De Amerikaan Harold Osborne schreef ooit over de Altiplano: „Het is een hoge, gure en dorre, door de wind geteisterde toendra met de paradox van een tropische zon, schijnend door een ijzige lucht. De Altiplano biedt de aanblik van een landschap op een andere planeet, waar het leven al lang is uitgestor ven. Een immense troosteloosheid strekt zich eenzaam uit tot het punt, waar bergen de horizon afba kenen. Het lijkt een scène uit een nachtmerrie. Echter, deze meedo genloosheid bevat een grootsheid die je nederig stemt en bewonde ring afdwingt voor de mensen, die hier al sinds eeuwen wonen". Na een tocht per taxi over de hoog vlakte kun je Osbornes woorden al leen maar onderschrijven. Bij hel der weer heb je een prachtig uit zicht op de besneeuwde toppen van de tussen de vijf- en zevenduizend meter hoge Cordilleras de los An des, de bergreuzen die de Altiplano aan beide zijden begrenzen. Op de kleine akkertjes lopen boeren ach ter hun ossen het land te ploegen, terwijl vrouwen en kinderen de schapen en lama's in de gaten hou den. Maar zodra de zon achter de wol ken schuilgaat en de koude wind opsteekt, krijgt de hoogvlakte een onvriendelijk karakter, 's Nachts dalen de temperaturen er tot ver beneden nul. Hoe moet Bolivia verder? Terug in de hoofdstad blijft de gro te vraag, hoe een land als Bolivia de problemen te boven kan komen. Een Amerikaanse zakenman ver telt: „Bolivia heeft goede mogelijk heden en de mensen willen graag werken. We zouden hier dus best willen investeren, als de politieke situatie niet zo onzeker was. Gezien de gebeurtenissen in de voorbije ja ren is het heel goed mogelijk, dat als je vandaag ergens geld in stopt, je bezit morgen is genationaliseerd of door de militairen in beslag ge nomen. Het risico is te groot". Bijna alle Boliviaanse problemen lijken een gevolg van de rol van de militairen. Hoewel zij de macht aan de burgerregering hebben overge dragen, blijven zij de allesbepalen de factor in het land. De nieuwe Boliviaanse regering staat intussen voor uiterst moeilijke beslissingen. Zij is vastbesloten le ger en maatschappij van alle mis dadige elementen te zuiveren. Al leen dan heeft het economische herstelprogramma kans van slagen. Aan de andere kant zullen de machthebbers van weleer hun posi ties niet zonder meer gewonnen ge ven. Een Amerikaanse diplomaat: „We hebben veel vertrouwen in presi dent Zuaso. Hij weet hoe hij het po litieke spel moet spelen. Maar Boli via zit nu eenmaal al vele jaren in een vicieuze circel van militairen, die steeds weer de macht grijpen als de politieke ontwikkelingen hun niet aanstaan. De burgerrege ring zal die cirkel moeten doorbre ken. Enfin, over een paar maanden weten we heel wat meer". JOS TIMMERS een bom ontplofte. Het toestel stortte neer. Paz Zamora was de enige overlevende. Hoewel de da ders nooit zijn gepakt, twijfelt nie mand in Bolivia er aan dat de aan slag het werk was van de militai ren. Adèle Pander is een Nederlandse, die al geruime tijd voor de Stich ting Nederlandse Vrijwilligers (SNV) in Bolivia woont en werkt. Zij vertelt dat de militaire dictatuur niet aan de deur van de Nederland se ontwikkelingswerkers is voorbij gegaan. Haar verhaal ademt een sfeer van angst, intimidatie en ge weld. „Direct na de staatsgreep van 1980 is er een ware hetze gevoerd tegen buitenlanders. Iedereen die hier aan ontwikkelingswerk of bewust wording van de mensen deed, was verdacht. Een collega was toen net op verlof in Nederland en dat bleek maar goed ook. Na een paar dagen stonden de militairen in haar flat. Ze hebben de hele zaak overhoop gehaald. Een ingelijst Sinterklaas-rijmpje aan de muur was het bewijs dat zij zochten: de code van de internationale terroris ten. Daarna zijn al haar spullen op straat verkocht". Een paar weken later moest Adèle zelf voor enige tijd naar Nederland. „Ik was als de dood dat de militai ren ook mijn huis zouden binnen dringen. Daarom heb ik al mijn correspondentie verbrand en mijn boeken bij vrienden op het platte land verborgen. Van een andere collega was de vriendin aangehou den. Hij belde mij op en zei: „Pro beer mij om het kwartier op te bel len. Als ik de telefoon niet aan neem, ben ook ik door de militai ren meegenomen". Gelukkig is dat nooit gebeurd". Ondanks de dreigementen en de terreur hebben de meeste Neder landers er geen moment over ge dacht Bolivia de rug toe te keren. „Op een gegeven moment kun je dat niet meer. Dan ben je veel te veel bij het lot van de mensen hier betrokken", aldus Adèle Pander. Leger voortaan in de kazerne? De grote vraag in Bolivia is mo menteel, of de militairen de demo cratie een kans willen geven en in de kazernes zullen blijven. De 157- jarige geschiedenis van het land geeft wat dat betreft weinig reden tot hoop. De eerste dagen van ons verblijf in La Paz zijn de militairen nog mas saal op straat. Als zij zwaar bewa pend voor het hotel op en neer lo pen. gaan de gedachten automa tisch naar het lot van de Ameri kaan Charles Horman, de hoofd persoon uit de dit jaar in Cannes met de Gouden Palm bekroonde film „Missing". Horman bevond zich in Chili ten tijde van de mili taire staatsgreep tegen president Allende in 1973. Hij had te veel be langstelling voor de Amerikaanse betrokkenheid bij de coup, werd ontvoerd en met medeweten van de Amerikaanse ambassade in San tiago vermoord. Sommige ogen blikken lijkt het alsof „Missing" in La Paz opnieuw wordt opgenomen. De' dag na de machtsoverdracht zijn de soldaten echter uit het straatbeeld verdwenen, tot grote vreugde van de Bolivianen. De meeste mensen zien de toekomst optimistisch tegemoet. Tè optimistisch vindt de directeur van een ontwikkelingsorganisatie, die tijdens de dictatuur verboden is geweest. Om veiligheidsredenen wil hij niet dat zijn naam genoemd wordt, zelfs niet in een Nederland se krant. Sinds hij in 1980 door de militairen met de dood is bedreigd, heeft hij een ander uiterlijk aange nomen. We spreken hem op een schuiladres, in het centrum van La Paz. „De militairen hebben wel de ci viele macht overgedragen, maar niet de politieke. Zij hebben de wa pens en kunnen, wanneer zij dat willen, het land weer naar hun hand zetten. De mensen hier haten de militairen. Dat is de afgelopen dagen wel gebleken. Maar haat al leen is niet voldoende. Onze enige hoop is dat de politieke partijen, de vakbonden en de boeren hun krachten bundelen. Dan kunnen we de militairen van een nieuwe staatsgreep weerhouden". Westerse diplomaten, die onge noemd willen blijven, tonen zich eveneens bezorgd over de toekomst van het land. Een militaire staats greep achten zij op korte termijn niet waarschijnlijk. „Maar we kij ken er niet erg van op als binnen Nu de regering weer in han den is van burgers, ho pen de Bolivia nen voor altijd van dit beeld verlost te zijn: een militaire controlepost op een van de wegen rond La Paz.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 15