CeidaeSouta/nt |Het spook van de waart rond Jeugd in de knel en steeds meer ouderen onzeker ZATERDAG 23 OKTOBER 1982 loos worden geeft een ie dreun, je wereld stort aar ook de dreiging van ig laat mensen niet onbe- Deze onzekerheid, het eken van toekomstper- Ief, geeft spanningen, die oog kunnen oplopen. L. Winnubst, als weten- pelijk hoofdmedewerker nden aan de Stressgroep ie Universiteit van Nij- i, weet er alles van. Hij dat met name door het logement, maar ook door :i onvoldoende wordt hoeveel stress onzeker- kan oproepen. En hij t zich daarbij vooral zor- m de honderdduizenden -en, die voortdurend n geconfronteerd met >ekomst zonder perspec- ijn op de verkeerde weg e jongeren kansloos het i sturen. Het staat ook lat we daar verschrikke- eel problemen mee krij- Dr. Winnubst maakt vooral zorgen over het ontbreken van een toekomst beeld voor de komende gene raties. „Je kunt niet ongestraft hele lichtingen jongeren werkloos laten". Hij schetst de situatie van die jeugd zo: „Leven bij de dag. Veelal krampachtig zoeken naar dingen die elke dag weer anders zijn en steeds sterkere impulsen geven. Noem het sensatie-zoekend gedrag. Maar dat zet dan wel de deur naar onverantwoord gedrag wa genwijd open en de deur naar de criminaliteit op een kier". Dr. Winnubst vindt het een zorgwekkende ontwikkeling. „De sensatie wordt ook ge zocht in drogerende middelen, want er blijft op een gegeven moment zo weinig anders over om alledaagse ervarin gen te intensiveren. De politi ci laden heel wat op zich wan neer zij dit immense probleem niet heel goed aanpakken". De jeugd in de knel en steeds meer ouderen onzeker. Dat laatste ook en vooral omdat ze het gevoel hebben, dat de po litiek de boel niet meer in de vingers heeft. Indien er in Den Haag door eendrachtige samenwerking van een paar grote politieke partijen een goed saneringsplan zou zijn gaf dat veel mensen tenminste enige zekerheid". Volgens Winnubst heeft het vertrouwen in de politiek een grote deuk opgelopen. „Dat is niet onlogisch, want moet men in nieuwe bezuinigingen geloven wanneer een onver dachte instantie als het Cen traal Planbureau zegt dat eer dere bezuinigingen geen en kel nuttig effect hebben ge sorteerd?" Jjm iEGEN Werktijdverkorting. Uit- •tgeJ van betaling. Faillissementen. [loosheid. Gerenommeerde zaken aeftijp het loodje. Internationale con- 4,- jals Ogem en de Heidemij spatten kaar als een zeepbel. En we leve- va!Jhaar in. Voor werk dat er niet cfarf soc^a^e fondsen raken uitge- perjlet perspectief is somber of ont- |t helemaal. De donkere dagen van van [en tachtig I 07°nom'e brokkelt steeds ver- We moeten terug. En we lerug. Gedwongen of vrijwil- c Oplichtingen op de lange ter- ijn niet meer in trek. Want je pet hoe het er 't volgend jaar en de schulden uit het ver- -^—>drukken steeds zwaarder op -pinkende budget. Voorzichtig- ^rordt troef, want wie weet E p dag van morgen zal bren- ^NTjlisico's worden afgedekt. Hy- N Jkbanken bieden zelfs al mo- Jieden om je tegen de risico's ^entuele werkloosheid te ver- >n. Het spook van de ww 'rond, ook als een (vermeen- -* eiging waar de machines nog i^—i razen. De onzekerheid neemt "Sarmate het toekomstperspec- linder wordt. En dat laat de tn niet onberoerd. Het spook f* werkloosheid heeft niet al- "Tje werklozen getroffen. In be- ^31-en op scholen sluipt het ook en zaait het onzekerheid en die in een bedrijf zitten biet zo duidelijk is hoe de toe- er precies uitziet men van fusies, van reorganisaties i werktijdverkorting wor- hzeker en krijgen problemen, posheid, hoofdpijn of psycho- sche klachten zoals nek- of ichten. ale contacten hze onderzoekingen blijkt dat zekerheid voor de toekomst jstressverhaal een belangrijke èelt", vertelt dr. Jacques Win- hoofdmedewerker van de groep van de Universiteit Nijmegen. Deze Stressgroep I zich al zo'n zeven a acht jaar met onderzoek naar stress in l katies. „Wij bekijken niet al- Joe een persoon in elkaar zit, |jn gedrag is, zijn manier van ten. maar ook hoe zijn omge- |r uitziet en welke belastende en daar zijn. En, wat heel be- Ik is, naar de sociale contac- [n de mens. Wij onderzoeken I die aspecten op elkaar in- n en welke stressreacties jt ontstaan". het onderzoek dat de Stress- heeft verricht, is het aspect toekomstonzekerheid steeds ur. winnuDst: „we zijn op ae verKeerae weg ais we ae jongeren kansloos het bos in sturen". apart meegenomen. „Toekomstper spectief is de manier waarop een mens normaal zijn toekomst ziet. Vaak nogal gestructureerd. Dat heeft te maken met een tijdslijn waarlangs de mensen, bewust, maar ook vaak onbewust, hun acti viteitenpatroon uitzetten. Als ie mand begint te werken, dan gaat hij er gewoon van uit dat hij die baan een hele tijd kan houden. Dat was althans het gangbare toekomst perspectief. Dat is tot voor een jaar of vijf een heel gangbaar'toekomst perspectief geweest. Je volgde een opleiding en je wist gewoon, dat er daarna wel een baan voor je was. Vaak kon je nog kiezen ook. En kwam je in een bedrijf, dan lag er een bepaalde loopbaan voor je, die je kon ontwikkelen. Wie in die tijd toch zo'n bedrijf verliet, wist tame lijk zeker dat er wel weer een an dere baan zou zijn te vinden. Dat is een bepaalde structuur van het toe komstperspectief", aldus Winnubst. „Maar die structuur is de laatste ja ren volledig op de helling gegaan, het toekomstperspectief is ingrij pend veranderd. Jongeren begin nen met een schoolopleiding zon der enige zekerheid dat ze ooit aan de bak zullen komen. Dat grijpt on middellijk terug op de motivatie. Het moet op het ogenblik voor jon geren verschrikkelijk moeilijk zijn Toekomstbeeld beginnen aan een schoolopoleiding zonder enige zekerheid dat ze ooit.aan de bak zullen komen. Toekomstperspectief een onder werp waar Winnubst als psycho loog op promoveerde is volgens hem noodzakelijk om gemotiveerd te zijn. „Kijk, ieder mens heeft een toekomstperspectief. Dat onder scheidt ons van de dieren. We heb ben allemaal een soort tijdslijn voor ons. Alleen is de ene mens erg im pulsief en niet bereid erg ver in de toekomst te kijken. Hij springt van de hak op de tak. Maar heel veel andere mensen kijken wel ver vooruit. Als ik het echter meer al gemeen houd en niet zo kijk naar die onderlinge variaties tussen mensen, dan valt toch nadrukkelijk op dat momenteel de zekerheid uit het toekomstbeeld is verdwenen. Dit betekent dat de mensen die graag denken en handelen volgens een bepaald toekomstperspectief, dat niet goed meer kunnen doen, bijvoorbeeld omdat de werkgele genheid er niet meer is. En zitten zij in een bedrijf dan is onzeker heid troef". Dat veranderde toekomstbeeld leidt volgens Winnubst tot tal van reacties: onzekerheid, ambivalentie en onduidelijkheid, die de motiva tie enorm kunnen aantasten. Want het is essentieel voor een goede motivatie dat de mens een doel kan nastreven en plannen kan ontwik kelen om dat doel te bereiken. Een heleboel mensen weten niet meer waar zij precies aan toe zijn. In het stressonderzoek bleek dat toekomstonzekerheid een van de vijf hoofdoorzaken is van stress. Andere bronnen van stress binnen een organisatie zijn onduidelijkheid in opdrachten, tegengestelde eisen die gesteld worden of het ontbre ken van terugkoppeling, zaken dus die conflictstof opleveren. Daar naast is overbelasting in werk, zo wel in hoeveelheid als in kwaliteit, een bron, evenals werkelijke kwa liteiten en mogelijkheden. Toekom stonzekerheid blijkt als stressbron op dezelfde lijn te liggen. Lichamelijke en psychische reac ties kunnen het gevolg zijn van te hoge stress. Depressiviteit en angst net zo goed als puur lichamelijke klachten. Wie gewend is te plan nen, op de lange termijn wil den ken, zal eerder last hebben van een onzekere toekomst, dan de van de dag tot dag levende mens. Apathie Geen mens is gelijk. Dat blijkt ook uit de reacties op onzekerheid. Winnubst: „De één vervalt tot apa- De Nijmeegse stress-weten- de politiek beter zou functio- schapper voorziet dat de men- neren, werden de mensen af- sen zich steeds egoïstischer doende beschermd tegen dit zullen gaan opstellen. „Er is soort mechanismen. Een goed een vruchtbare voedingsbo- functionerend systeem is na- dem ontstaan voor een ieder- melijk in staat boven deelbe- voor-zich-mentaliteit. Maar als langen uit te groeien". De wortel van het grote kwaad: „Mensen die het nog goed hebben, willen niet de len met mensen die het min der goed hebben. De regering zou bijvoorbeeld al lang een plan klaar moeten hebben voor een betere verdeling van het blijvend beschikbare werk. Maar daar is nog geen kijk op en straks zijn er meer dan een miljoen werklozen". En zij die nog wel een baan hebben? „Velen van hen staan bloot aan een veel te zware werkdruk of ze staan met een uitgeholde taak aan de lopen de band. Het komt er alle maal op neer, dat er structu reel iets volkomen fout zit. En een eerste taak van de poli tiek is plannen te ontwikke len, die de mensen weer enige perspectief bieden". thie, hij bezwijkt onder de situatie. Een verval tot absolute passiviteit, waarbij men de hele dag maar wat rondloopt, ruzie maakt met vrouw en kinderen en verder tot niets komt. Maar er zijn ook mensen, die in een situatie waarin het hele toe komstbeeld is weggevallen, toch weer een soort overlevingsstrategie ontwikkelen. Door een heel moei lijke omschakelingsfase heen ko men zijn tot een nieuwe leefwijze. Je kunt dit wel vergelijken mei een lichte vorm van een rouwpro ces. Afscheid nemen van een be kende toestand en zich instellen op een nieuwe situatie". Die nieuwe leefwijze heeft vaak ac tieve doelen. Men duikt volop in het verenigingsleven of in de poli tiek. Of men wordt ondernemer, eigen baas. In die laatste personen ziet Winnubst heel duidelijk de mensen die zich niet willen en kunnen neerlegggen bij de omstan digheden. Een overlevingsstrategie is volgens hem ook noodzakelijk. „Je kunt ai- leen die onzekerheid „overleven" als je weer een route uitstippelt, als je iets doet. Het is opvallend dat juist de „struisvogels", die eerst voor het probleem wegkruipen en dan tot niets meer komen, de mees te gezondheidsproblemen te zien geven". Een nieuwe route uitstippelen op eigen kracht is overigens niet niks. Winnubst erkent dat. Uit zijn on derzoekingen is ook heel duidelijk gebleken dat het bestaan van een goed „netwerk" van sociale contac ten van eminent belang is. „Wie een goed sociaal netwerk heeft en onderhoudt je houdt het bij net zoals je je tuin schoffelt is veel minder kwetsbaar voor stresseffec ten". Afleiding Het hele netwerk van familie, col lega's, vrienden en kennissen biedt de mogelijkheid om je moeilijkhe den uit te \praten. „Je hoeft dan niet thuis te blijven zitten mokken. Je zoekt afleiding. En je moet men sen hebben bij wie je je moeilijkhe den kunt uiten en waarbij je ook gehoor vindt. Belangrijk is ook de herkenning van het eigen pro bleem bij anderen. Het maakt de kans kleiner dat mensen in dit soort situaties het probleem indivi dualiseren en geïsoleerd raken. Veel mensen hebben de neiging om het ontstaan van een probleem aan zichzelf te wijten. Zij denken dan gefaald te hebben. Maar ik denk dat dit soort gevoelens van falen, schuld en schaamte wel een onder deel van het proces is dat men doormaakt". .Het belang van relaties waarmee je kunt praten, is ook met feiten aan getoond. Uit dit onderzoek naar het effect van bedrijfssluitingen kwam naar voren dat mensen met goede contacten om mee te praten, goed door het proces heenkwamen. Bij de vijftien procent, die hierover niet beschikte, werden maagzwe ren, hoge bloeddruk en andere klachten geconstateerd. Winnubst vindt dan ook dat het publiek veel meer moet worden voorgelicht over stresssituaties en hoe daarte gen bescherming mogelijk is. „De mensen moeten beseffen dat het een dal is waar je uit kunt klim men. Het is een proces dat je moet doormaken". Om deze voorlichting actief te gaan geven, is op initiatief van veertien hoogleraren, topmensen uit het be drijfsleven en de gezondheidszorg de Nederlandse Stress Stichting op gericht. Winnubst is hiervan secre taris. „Wij willen veel meer infor matie geven over de oorzaken van stress. Niet alleen maar roepen: ga maar trimmen". Geruchten Wie werkloos wordt krijgt daarmee een enorme klap. Zijn wereld stort in. Maar de druk op mensen, die het gevoel hebben dat zij op de „wip" zitten, leidt tot eenzelfde on zekerheid. Die onzekerheid is een van de vervelendste dingen binnen bedrijven. Men weet niet precies waar men aan toe is. Bedrijven zouden moeten vermijden dat die onzekerheid langer duurt dan no dig is. Bij veel bedrijven zie je ech ter dat dit volkomen vergeten wordt. Mensen verdragen onzeker heid slecht en ontwikkelen in zo'n situatie veel stressklachten. Winnubst noemt het onzinnig dat het management werkelijk alle slechte feiten achter zou kunnen houden. Daarvoor kent elke orga nisatie te veel (onopzettelijke) lek ken. „Als een bedrijf zeker weet dat het slecht gaat, laat men het dan eerlijk zeggen. En zo gauw mo gelijk. Dan voorkomt men een he leboel ellende". Een aantal studenten van Win nubst, dat stage liep bij een bedrijf, maakte een situatie mee, die Win nubst betitelt als „een stommiteit van de eerste orde". Tijdens hun stage-onderzoek naar stress in de organisatie ontdekten de studenten dat iedereen in het bedrijf in feite wist dat het héél slecht ging. „Maar de directie verdomde het gewoon om dat openlijk te zeggen. Dat gaf de ellende. Die uitte zich in allerlei vormen van sabotage, niet meer willen werken en noem maar op. En toen hebben die studenten nota bene tegen de directie moeten zeg gen op te houden met dat stilzwij gen. Toen pas gaf die directie toe dat zij stom had gehandeld. In dit soort situaties treft de onzekerheid de mensen die veel waarde aan hun werk hechten het hardst". Falend trio de donkere dagen van de jaren tachtig. De waarde van werk wordt steeds groter naarmate het spook van de werkloosheid vaker rondwaart. De daaruit voortspruitende problemen komen in niet geringe mate af op bedrijfsleiding, personeelsfunctio narissen en bedrijfsartsen. „Dat trio klopt nu in toenemende mate bij ons als stressgroep aan met het ver zoek hun „in godsnaam te zeggen wat men ermee aan moet". Als we zouden willen, konden we elke dag wel voor deze mensen optreden. Ze trekken gewoonweg alle informatie uit onze handen". Volgens Winnubst komt dit waar schijnlijk omdat de manager, de personeelswerker en de bedrijfsarts opgeleid zijn binnen een economi sche groeifilosofie. En de huidige problemen kwamen daarin niet voor. „Een bedrijfsarts was vooral een administratieve man die periodieke keuringen deed, een beetje op mi lieuverontreiniging in de fabriek lette en zo. Maar nu krijgt hij plot seling mensen bij zich die deze nieuwe situatie niet meer aankun nen. Ze zijn niet opgeleid voor psy- cho-sociale problemen. De perso neelsfunctionaris is misschien iets beter opgeleid, maar die gaat weer ten onder aan het conflict om óf so lidair te zijn met de mensen met moeilijkheden, óf met het bedrijf": BERT MOLENAAR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 13